62

Margo liet zich door de gang heen een lange, lage tunnel in zakken, spaarzaam verlicht door de sputterende gloed van een bijna opgebrande toorts. Hier en daar lagen bergen puin, omhoogstekend uit het stilstaande water op de tunnelvloer. Boven haar rommelden en schudden de gangen nog steeds onder de naschokken van de explosie. Stof en stukjes puin zweefden door het kanaal omlaag en vielen op haar schouders.

Smithback viel in het water naast haar, en daarna Pendergast, D'Agosta en de duiker. 'Wie ben jij in godsnaam?' vroeg D'Agosta. 'En wat is er met je collega's van de marine gebeurd?' 'Ik zit niet bij de marine, meneer,' zei de man. 'Ik ben politieduiker. Agent Snow.' 'Zo, zo,' zei D'Agosta. 'De man die alles in gang gezet heeft. Heb je een vuurtje, Snow?' De duiker ontstak een nieuwe toorts en plotseling werd de tunnel verlicht door een felle rode gloed.

'O, god!' hoorde Margo Smithback naast zich mompelen. Toen drong tot haar door dat wat zij had aangezien voor hoopjes puin, in werkelijkheid in elkaar geslagen, onthoofde duikers in rubberpakken waren, hun lichamen uiteengereten in een zwijgende doodsstrijd. De wanden om hen heen waren pokdalig en zaten vol littekens van talloze kogels en de verkoolde sporen van granaten.

'Marineduikersteam Gamma,' mompelde Snow. 'Nadat mijn partner gedood was, ben ik hierheen teruggerend om ze tegen te houden. Die wezens zaten me achterna door het kanaal, maar gaven de jacht op toen ze bij die rails daar aankwamen.'

'Kwamen zeker te laat voor het debutantenbal,' zei D'Agosta terwijl hij met een harde uitdrukking op zijn gezicht de plek van de slachtpartij bekeek.

'U hebt daar geen andere duikers gezien, meneer?' vroeg Snow. 'Ik ben achter de sporen aan gegaan. Ik hoopte dat enkelen van hen het overleefd zouden hebben...' Zijn stem stierf weg toen hij de blik op D'Agosta's gezicht zag. Even hing er een ongemakkelijke stilte. 'Kom op,' zei Snow met nieuwe energie. 'Er ligt hier nog ergens twintig kilo 04 te wachten om de lucht in te gaan.'

Margo strompelde in een donkere mist naar voren. Ze voelde de vloer van de tunnel onder haar voeten en probeerde dat stevige gevoel omhoog te trekken door haar voeten, naar haar benen en haar armen. Ze wist dat ze niet moest gaan denken aan wat ze gezien en gehoord had in het Kristallen Paviljoen: als ze dat deed, zou ze niet meer verder kunnen.

De tunnel maakte een lange, flauwe bocht. Voor zich zag Margo Snow en D'Agosta al een grote gewelfde ruimte aan het eind van de tunnel inlopen.

Naast zich hoorde ze Smithback steeds onregelmatiger ademhalen. Haar blik dwaalde af naar de tunnelvloer. Om haar heen lagen de verscheurde en bebloede lijken van misschien wel een tiental Rimpelaars. Ze ving een glimp op van een smerige kap, weggebrand zodat een gerimpelde en geaderde huid van buitengewone dikte te zien was. 'Opvallend,' mompelde Pendergast naast haar. 'De reptieltrekken zijn onmiskenbaar, maar het menselijke karakter blijft dominant. Een vroeg tussenstadium, zo gezegd, op weg naar volledig Mbwun-zijn. Toch vreemd, hoe de metamorfose in sommige specimens zoveel sterker is dan bij andere. Dat zal wel komen door Kawakita's constante pogingen en experimenten om het spul te verbeteren. Jammer dat er geen tijd is voor verdere studie.'

De echo's van hun voetstappen klonken breder toen ze de grote ruimte aan het eind van de tunnel inliepen. In het ondiepe water lag nog een aantal roerloze vormen.

'Dit was ons punt van samenkomst,' zei Snow en snel controleerde hij de rijen apparatuur langs de ene wand van de gewelfde ruimte. Margo hoorde het scherpe randje van zenuwen in zijn stem. 'We hebben hier meer dan genoeg duikapparatuur om met ons allen naar buiten te gaan, maar geen pakken. Luister, we moeten snel zijn. Als we hier nog zitten wanneer die ladingen de lucht in gaan, dan stort de hele zaak boven ons in.'

Pendergast overhandigde haar een stel tanks. 'Dr. Green, we hebben onze ontsnapping aan u te danken,' zei hij. 'U had gelijk met die vitamine D. En u hebt de wezens in het paviljoen weten te houden totdat ze er door de explosies niet meer uit konden. Ik beloof u dat u voortaan op al onze excursies mee mag.'

Margo knikte terwijl ze haar voeten in zwemvliezen stak. 'Bedankt, maar eenmaal was genoeg.'

De FBI-agent wendde zich tot Snow. 'Hoe kunnen we naar buiten komen?'

'We zijn naar binnen gegaan door de rioolzuiveringsinstallatie aan de Hudson,' antwoordde Snow terwijl hij zijn tank omhing en een zaklamp op zijn bril bevestigde. 'Maar we kunnen niet terug via die installatie. We moeten via de noordelijke aftakking van West Side Lateral naar het kanaal onder 125th Street.'

'Kun jij ons daarheen brengen?' vroeg Pendergast terwijl hij met snelle gebaren een stel zuurstoftanks aan Smithback gaf en hem hielp de dingen om te gespen.

'Dat denk ik wel,' hijgde Snow terwijl hij duikbrillen uit de stapel met uitrusting trok. 'Ik heb goed naar de kaarten van de commandant gekeken. We gaan terug tot aan de eerste dam. Als we daar omhoog in plaats van omlaag gaan, moeten we de noodafvoer van Lateral bereiken. Maar het is een heel eind zwemmen en we zullen bijzonder voorzichtig moeten zijn. Er zijn allerlei sluizen en spuigaten. Als je daarin terechtkomt...' Zijn stem stierf weg. 'Begrepen,' zei Pendergast terwijl hij zijn zuurstoftanks omhees. 'Meneer Smithback, dr. Green, ooit duikapparatuur gebruikt?' 'Tijdens mijn studie een paar lessen genomen,' zei Smithback terwijl hij een bril aanpakte.

'Zonder pak gedoken op de Bahama's,' zei Margo. 'Het principe is hetzelfde,' zei Pendergast tegen haar. 'We stellen uw regulator bij. Gewoon ademhalen en kalm blijven, dan lukt het best.' 'Opschieten!' zei Snow, nu met echt dringende stem. Hij begon naar de overkant van de gewelfde ruimte te draven met Smithback en Pendergast op zijn hielen. Margo dwong zich hen te volgen. Al rennend trok ze haar riemen strakker.

Plotseling moest ze stoppen omdat Pendergast was blijven staan en over zijn schouder keek. 'Vincent?' vroeg hij.

Margo draaide zich om. D'Agosta stond achter hen, midden onder het gewelf, met zijn zuurstoftanks en zijn bril nog op een hoop aan zijn voeten.

'Gaan jullie maar vast,' zei hij. Pendergast keek hem vragend aan.

'Ik kan niet zwemmen,' verklaarde D'Agosta zonder meer. Margo hoorde Snow binnensmonds hevig vloeken. Even stond iedereen als aan de grond genageld. Toen stapte Smithback terug naar de inspecteur.

'Ik help je wel naar buiten,' zei hij. 'Kom maar achter mij aan.' 'Ik zéi toch, ik ben opgegroeid in Queens. Ik kan niet zwemmen,' zei D'Agosta. 'Ik zink als een baksteen.'

'Welnee, daar heb je veel te veel vet voor,' antwoordde Smithback terwijl hij een tank van de grond opraapte en op D'Agosta's rug plaatste. 'Je houdt mij gewoon vast. Ik zwem voor twee, als het nodig is. Je hebt daar in dat souterrain toch ook het hoofd boven water gehouden? Je doet gewoon wat ik doe en dan komt alles in orde.' Hij gaf D'Agosta een bril en duwde hem naar de groep toe. Aan de andere kant van het vertrek liep een ondergrondse rivier het duister in. Margo keek hoe eerst Snow en toen Pendergast hun brillen rechttrokken en zich in de donkere vloeistof lieten zakken. Ze trok haar masker over haar ogen, deed de regulator in haar mond en liet zich het water in glijden. De zuurstof in de tanks was een welkome opluchting na de gore stank in de tunnel. Achter zich hoorde ze een luid gespat toen D'Agosta zich half zwemmend, half spartelend door de dikke, lauwwarme vloeistof bewoog terwijl Smithback hem voorttrok.

Margo zwom zo snel ze kon door de tunnel, achter het licht van Snows zaklamp aan. Ieder moment verwachtte ze de zware klap van de springstoffen die het oude stenen plafond naar beneden zouden brengen. Voor haar waren Pendergast en Snow gestopt, en ze kwam naast hen.

'Hier gaan we naar beneden,' zei Snow nadat hij de luchtslang uit zijn mond getrokken had. Hij wees naar beneden. 'Kijk uit dat je jezelf niet openhaalt, en slik in godsnaam geen water in. Onder aan de basis van de tunnel loopt een oude ijzeren pijp die...' Op dat moment voelden ze, eerder dan dat ze het hoorden, hoe boven hun hoofden een trilling begon: een laag, ritmisch rommelend geluid dat aanzwol tot een vreselijke intensiteit. 'Wat is dat?' hijgde Smithback die samen met D'Agosta boven water kwam. 'De ladingen?'

'Nee,' fluisterde Pendergast. 'Hoor maar: het is één ononderbroken stroom van geluid. De vijver loopt leeg. Te vroeg.' Ze hingen in het smerige water, ondanks het gevaar gebiologeerd door het rollende geluid van miljoenen liters water die door het oude buizenstelsel boven hun hoofden daverden, recht op hen af. 'Dertig seconden totdat de rest van de ladingen de lucht in gaat,' zei Pendergast rustig met een blik op zijn horloge. Margo wachtte en probeerde rustig adem te halen. Als de ladingen niet zouden afgaan, wist ze, zouden ze binnen enkele minuten dood zijn.

De tunnel begon hevig te trillen en het wateroppervlak plonsde en danste. Kleine stukjes beton en cement begonnen in het water rondom hen te regenen. Snow maakte zijn bril vast en keek nog eens om zich heen voordat hij zich onder het oppervlak liet zakken. Smithback volgde, een protesterende D'Agosta voor zich uit duwend. Pendergast gebaarde dat Margo als volgende moest gaan. Ze zonk weg in het donker en probeerde het zwakke licht van Snows lamp te volgen, terwijl die verdween in een nauwe, met roest overdekte buis. Ze zag het onelegante gezwaai van D'Agosta kalmeren tot meer regelmatige bewegingen toen hij gewend raakte aan het inademen van lucht uit de tanks.

De tunnel kwam horizontaal te liggen en maakte twee bochten. Margo keek snel achter zich om te zien of Pendergast er nog was. In het schemerlicht van de kolkende oranje stroom zag ze de fbi-agent naar haar knikken.

Nu zag ze de groep stilhouden bij een splitsing. De oude ijzeren buis liep uit op een glanzende stalen pijp. Onder haar voeten, op het punt waar de twee tunnels samenkwamen, zag Margo een smalle buis omlaag leiden. Snow gebaarde naar voren, wees met zijn vinger omhoog om aan te geven dat de dam naar West Side Lateral recht voor hen lag.

Plotseling klonk achter hen een machtig gebrul: een onheilspellend, diep rollend geluid, afgrijselijk versterkt in de nauwe, met water gevulde ruimte. Een scherpe knal volgde, en nog een, de ene klap na de andere in een snelle opeenvolging. Onder het wild flikkerende licht van zijn zaklamp zag Margo hoe Snow zijn ogen opensperde. De laatste lading springstof was net op tijd afgegaan, zodat de afvoer vanuit de Duivelszolder ineenstortte en de zaak voor altijd afgesloten werd.

Terwijl Snow hen uit alle macht naar de dam gebaarde, voelde Margo plotseling iets aan haar benen trekken, alsof een onderstroom haar wilde terugtrekken naar het punt van samenkomst. Het gevoel hield even plotseling op als het begonnen was, en het water rondom haar leek vreemd dicht te worden. Even had ze het vreemde gevoel dat ze roerloos in het oog van een wervelstorm hing. Toen kolkte een enorme klap van overdruk op vanuit de ijzeren pijp achter hen, een cycloon van modderwater waardoor de tunnel zelf begon te schokken en te dansen. Margo voelde dat ze tegen de ijzeren wand gedrukt werd. Haar mondstuk liet los en ze greep er wanhopig naar, met haar handen graaiend in de storm van bellen en stukken rotzooi om haar heen. Er kwam nog een uitbarsting van overdruk en ze werd omlaag gezogen, de pijp onder haar voeten in. Wanhopig probeerde ze omhoog te zwemmen, terug naar de splitsing, maar een vreselijke kracht trok haar dieper de onmetelijke diepten in. Het gebrul ging door, als het geruis van bloed in haar oren. Ze voelde hoe ze van de ene naar de andere kant van de pijp werd geslagen, een stuk drijfhout in een storm. Ver boven haar hoofd zag ze door het vage licht van Snows lamp heen dat Pendergast naar haar staarde en hoe zijn hand, klein als een poppenhand, naar haar uitgestoken was. Hij leek mijlenver van haar verwijderd te zijn. Toen kwam er nog een klap en de smalle tunnel stortte boven haar hoofd in met een gil van protesterend metaal. Het eindeloze gerommel ging door en ze voelde hoe ze steeds dieper in een waterige duisternis viel.