2
Louis Padelsky, assistent-patholoog-anatoom in dienst van de gemeente New York, voelde zijn maag rammelen en wierp een blik op de klok. Hij verging zowat van de honger. Drie dagen lang had hij niets anders tot zich genomen dan dieet-shakes, maar vandaag mocht hij écht voedsel eten. Popeye's fried chicken. Hij streek met zijn hand over zijn uitpuilende buik, tastend en knijpend, en dacht dat daar iets minder te voelen was. Ja, inderdaad, er was minder buik te voelen. Hij nam een grote slok van zijn vijfde kop zwarte koffie en keek naar het informatieblad. Aha, eindelijk iets interessants. Niet wéér een schiet- of steekpartij of een overdosis.
De roestvrijstalen deuren aan het eind van de autopsievertrekken zwaaiden luidruchtig open en de verpleegster, Sheila Rocco, rolde een bruin lijk op een brancard naar binnen. Padelsky keek ernaar, wendde zijn blik af en keek nogmaals. Lijk was niet het juiste woord, besloot hij. Het ding op de brancard was amper meer dan een skelet, met hier en daar wat flarden vlees. Padelsky trok zijn neus op. Rocco plaatste de brancard onder de lampen en begon de drainagebuis aan te sluiten.
'Doe geen moeite,' zei Padelsky. Het enige dat hier gedraineerd moest worden, was zijn koffiekop. Hij nam een grote slok, gooide de beker in de afvalbak, vergeleek het nummerplaatje van het lijk met het nummer op zijn informatieblad, zette er zijn initialen op en trok een paar groene latex handschoenen aan.
'Wat heb je nu weer voor me meegebracht, Sheila?' zei hij. 'Een neanderthaler?'
Rocco fronste haar wenkbrauwen en richtte de lampen boven de brancard beter.
'Deze moet minstens een paar eeuwen begraven geweest zijn. Begraven in de stront, zo te ruiken. Misschien is het koning Poepankhamon wel.'
Rocco kneep haar lippen samen en wachtte terwijl Padelsky bulderde van het lachen. Toen hij uitgelachen was, overhandigde ze hem zwijgend een klembord.
Padelsky's blik gleed over het papier en met bewegende lippen las hij de getypte zinnen. Plotseling rechtte hij zijn rug. 'Opgevist uit Humboldt Kill,' mompelde hij. 'Godallemachtig.' Hij wierp een blik op het handschoenenkastje, vroeg zich af of hij een extra paar zou aantrekken en besloot dat niet te doen. 'Hmmm. Onthoofd, hoofd nog niet gevonden... geen kleren, maar aangetroffen met een metalen riem om zijn middel.' Hij keek naar het kadaver en zag de zak met persoonlijke bezittingen aan de brancard hangen. 'Eens even kijken,' zei hij terwijl hij de zak pakte. Erin zat een dunne gouden riem met een Uffizi-gesp waarin een topaas was gezet. Het voorwerp was al bij het lab geweest, wist hij, maar toch mocht hij het niet aanraken. Hij zag dat op de achterkant van de riem een nummer stond.
'Duur,' zei Padelsky met een hoofdknik naar de riem. 'Misschien is het mevrouw Neanderthaler. Of een travestiet.' Weer lachte hij daverend.
Rocco fronste haar wenkbrauwen. 'Kunnen we iets meer respect opbrengen tegenover de dode, dokter Padelsky?' 'Uiteraard, uiteraard.' Hij hing het klembord aan een haak en stelde de microfoon boven de brancard bij. 'Wil jij de cassetterecorder aanzetten, Sheila, meisje?'
Toen de machine aan stond, klonk zijn stem plotseling kortaf en zakelijk. 'Dit is dokter Louis Padelsky. Het is twee augustus, vijf over twaalf. Mijn assistente is Sheila Rocco, en we beginnen het onderzoek van...' Hij keek naar het nummerplaatje, '... nummer 1430. We hebben hier een lijk zonder hoofd, bijna geheel vergaan. Sheila, wil jij het even rechtleggen? Lengte ongeveer één-veertig. Tel daar de ontbrekende schedel bij op en je krijgt iemand van één-vijfenzestig, één-zeventig. Nu het geslacht. De bekkenrand is aan de brede kant. Ja, dit is een vrouwenbekken, we hebben hier een vrouw. Geen vergroeiing van de lumbale wervels, dus onder de veertig. Moeilijk te zeggen hoe lang ze onder water gelegen heeft. Er is een duidelijke geur van, eh... van een riool. De botten zijn oranjeachtig bruin van kleur en zien eruit of ze lange tijd in de modder hebben gelegen. Aan de andere kant is er voldoende bindweefsel aanwezig om het overblijfsel bijeen te houden, en rond de mediale en laterale condylata van de heup zijn rafelige einden van spierweefsel te zien, evenals bij het sacrum en het ischium. Ruim voldoende materiaal voor het bepalen van de bloedgroep en een dna-analyse. Schaar, alsjeblieft.' Hij knipte een stukje weefsel af en deed dat in een zakje. 'Sheila, kun jij het bekken op zijn zij leggen? Nou, eens even kijken... het skelet is bijna geheel compleet, behalve uiteraard de ontbrekende schedel. Het ziet ernaar uit dat de atlas ook ontbreekt... zes cervicale wervels over... de twee zwevende ribben en de hele linkervoet ontbreken.' Hij ging door met zijn beschrijving van het skelet. Uiteindelijk liep hij weg van de microfoon. 'Sheila, de botzaag, graag.'
Rocco overhandigde hem een klein instrument waarmee Padelsky het opperarmbeen van de ellepijp scheidde.'Periosteum-elevator.' Hij groef in de wervels, verwijderde een paar weefselmonsters en zaagde in het bot. Toen trok hij een plastic wegwerpbril over zijn hoofd. 'Zaag, alsjeblieft.'
Ze gaf hem een kleine zaag die op nitrogeen werkte. Hij schakelde het instrument in en wachtte even tot de teller het juiste aantal toeren per minuut aangaf. Toen het diamanten zaagblad het bot raakte, werd het vertrek vervuld van een hoog gezoem, als een razende mug. En daarmee samen kwam de plotselinge geur van beenderstof, rioolpijpen, verrot merg en dood.
Op een aantal punten nam Padelsky monsters, die Rocco in zakken verzegelde.
'Ik wil SEM- en stereozoom-beelden van iedere microsectie,' zei Padelsky terwijl hij wegliep van de brancard en de recorder uitzette. Rocco schreef de verzoeken met een dikke zwarte markeerstift op de Ziploc-zakjes.
Er werd op de deur geklopt. Sheila ging opendoen, stapte even naar buiten en stak toen haar hoofd om de hoek van de deur. 'Ze hebben een voorlopige naam, dankzij die riem, dokter,' zei ze. 'Het is Pamela Wisher.'
'Pamela Wisher, dat jetset-meisje?' vroeg Padelsky terwijl hij de bril afzette en licht achteruitdeinsde. 'Jezus.' 'En er is nog een skelet,' ging ze verder. 'Zelfde vindplaats.' Padelsky was naar een diepe metalen wasbak gelopen om zijn handschoenen uit te trekken en zich te wassen. 'Een tweede skelet?' vroeg hij op geïrriteerde toon. 'Waarom hebben ze dat verdorie niet meteen binnengebracht? Ik had ze naast elkaar moeten zien.' Hij keek op de klok: kwart over een al. Verdomme, dat betekende dat hij op zijn vroegst pas om drie uur kon gaan eten. Hij voelde zich slap van de honger.
De deuren klapten open en het tweede skelet werd onder de felle lamp gereden. Padelsky zette de cassetterecorder weer aan en ging een zoveelste kop koffie halen terwijl de verpleegster het voorbereidende werk deed.
'Deze heeft ook geen hoofd,' zei Rocco.
'Dat is toch zeker een grapje, hè,' antwoordde Padelsky. Hij liep naar voren, keek naar het skelet en verstijfde, de koffiebeker nog aan zijn lippen.
'Wat krijgen we...?' Hij liet de beker zakken en staarde met openmond naar het kadaver. Terwijl hij zijn koffie wegzette, liep hij snel naar de brancard en boog zich over het skelet heen. Hij liet de toppen van zijn gehandschoende vingers lichtjes over een van de ribben glijden.
'Dokter Padelsky?' vroeg Rocco.
Hij rechtte zijn rug, liep naar de cassetterecorder en zette die met een bruusk gebaar uit. 'Leg er iets overheen en haal dokter Brambell. En geen woord hierover,' en hij knikte naar het skelet, 'tegen wie dan ook.'Ze aarzelde en keek met een niet-begrijpende uitdrukking naar het skelet terwijl haar ogen steeds groter werden. 'Nú, meisje. Nu meteen.'