40

Margo leunde achterover in de goedkope stoel van het instituut en masseerde haar slapen met haar vingertoppen. Na Frocks vertrek was de vergadering al snel uiteengevallen in meningsverschillen. Horlocker had het vertrek verlaten om een paar minuten onder vier ogen te spreken met de burgemeester. Hij kwam terug met een planoloog, ene Hausmann. Nu was ook Jack Masters, hoofd van de strategische reactie-eenheid van de politie van New York, aan de lijn. Maar tot nu toe hadden ze weinig vooruitgang geboekt bij het plannen van enige actie.

'Luister,' klonk de stem van Masters, metalig en vervormd, door de luidspreker van de telefoon. 'Mijn mensen hebben er al bijna een halfuur over gedaan om te kijken of die Astor Tunnels echt bestaan. Hoe kunnen we daar nou een team naar binnen sturen?' 'Stuur dan een paar teams,' snauwde Horlocker. 'Probeer verschillende ingangen. Maak er een golfbeweging van, zodat we weten dat tenminste één team binnenkomt.'

'Meneer, u kunt me niet eens vertellen hoeveel van die tunnels er zijn en wat de toestand ter plekke is. En het is onbekend terrein. Het tunnelstelsel onder Manhattan is zo complex, ik zou mijn mannen in gevaar brengen. Er zijn te veel onbekende aspecten, te veel plekken voor hinderlagen.'

'Je hebt natuurlijk altijd de Flessenhals,' zei Hausmann, de stads-planoloog, terwijl hij als een bezetene op het uiteinde van zijn pen kauwde.

'De wat?' reageerde Horlocker.

'De Flessenhals,' zei de planoloog. 'Alle buizen in dat kwadrant moeten door één gigantisch groot dynamietgat, een meter of honderd omlaag. Ergens daaronder liggen de Astor Tunnels.' 'Zie je nou wel,' zei Horlocker in de microfoon. 'Als we die om te beginnen nou eens hermetisch afsluiten. Oké?' Even bleef het stil. 'Dat zouden we kunnen doen, meneer.' 'Dan kunnen we ze in de val laten lopen.'

'Misschien.' Zelfs over de luidspreker klonk Masters twijfelend. 'Maar wat dan? We kunnen de plek moeilijk belegeren. En we kunnen ook niet echt naar binnen gaan om ze uit te roeien. Dat zou op een patstelling uitlopen. We hebben meer tijd nodig om een route uit te zetten.'

Margo keek naar D'Agosta die vol afkeer toekeek. Dat was wat hij de hele tijd al had gezegd.

Horlocker beukte op de tafel. 'Godverdorie, we hébben geen tijd! Zowel de burgemeester als de gouverneur hijgen in mijn nek. Ik heb toestemming om alles te doen wat nodig is om de moorden een halt toe te roepen. En dat is precies wat ik van plan ben.' Nu Horlockers besluit vaststond, vertoonde hij een opmerkelijke vastberadenheid en ongeduld. Margo vroeg zich af wat de burgemeester precies gezegd had tijdens dat telefoongesprek waardoor de vreze des heeren zozeer had postgevat in het hart van de korpschef. Hausmann, de planoloog, haalde even zijn pen uit zijn mond zodat hij iets kon zeggen. 'Hoe weten we zo zeker dat die beesten in de Astor Tunnels leven? Ik wil maar zeggen, onder Manhattan ligt een heleboel ruimte.'

Horlocker wendde zich tot Margo. Ze schraapte haar keel, zich bewust dat het er nu op aankwam. 'Voor zover ik begrepen heb,' zei ze, 'leven er in alle tunnels een groot aantal daklozen. Als er elders een concentratie van die schepsels was, zouden de daklozen dat weten. Zoals we al eerder gezegd hebben, is er geen reden om te twijfelen aan het woord van die Mefisto. Trouwens, als de dieren enige overeenkomsten vertonen met Mbwun, zullen ze lichtschuw zijn. Hoe dieper het nest, des te beter. Uiteraard,' voegde ze daar snel aan toe, 'zal uit Pendergasts rapport...' 'Dank u wel,' zei Horlocker haastig over haar laatste woorden heen. 'Oké, Masters? Je weet het.'

Plotseling zwaaide de deur open en het gekners van rubberbanden kondigde Frocks terugkeer aan. Margo keek traag op, bijna bang voor de uitdrukking op het gezicht van de oude wetenschapper. 'Ik denk dat ik de aanwezigen hier mijn verontschuldigingen moet aanbieden,' zei hij simpelweg. 'Terwijl ik daarnet door de zalen van het museum dwaalde, heb ik mijn best gedaan om objectief naar de zaken te kijken. En bij nader inzien vrees ik dat ik het bij het verkeerde eind gehad heb. Ik vind het moeilijk om toe te geven, zelfs tegenover mezelf. Maar ik denk dat de theorie die Margo zojuist naar voren gebracht heeft, het beste aansluit op de feiten.' Hij wendde zich tot Margo. 'Vergeef me alsjeblieft, meiske. Ik ben een lastige oude man, veel te vastgeroest aan zijn eigen favoriete theorieën. Vooral als het om evolutie gaat.' Hij glimlachte zwakjes.

'Hoe nobel,' zei Horlocker. 'Maar die introspectie kunt u later wel doen.'

'We hebben betere kaarten nodig,' ging Masters stem verder, 'en meer informatie over het gedrag van de vijand.'

'Verdomme!' schreeuwde Horlocker. 'Hoor je me niet? We hebben geen tijd voor een geologisch onderzoek. Waxie, wat vind jij?' Het bleef stil.

Frock keek naar Waxie, die het raam uit staarde alsof hij hoopte dat het antwoord waarop iedereen met smart zat te wachten, met een spuitbus op de Great Lawn van Central Park geschreven zou worden. De commandant fronste zijn voorhoofd, maar er kwamen geen woorden.

'De eerste twee slachtoffers,' zei Frock terwijl hij nog steeds naar Waxie keek, 'schijnen bij een storm naar buiten gespoeld te zijn.' 'Dus ze waren keurig schoon toen we ze vonden,' gromde Horlocker. 'Mooi. Nou en?'

'De tandafdrukken op deze slachtoffers vertonen geen tekenen van gehaast werk,' ging Frock verder.'Je zou haast denken dat de dieren meer dan genoeg tijd hadden om hun werk ongehinderd te kunnen uitvoeren. Dat zou betekenen dat de lichamen bij, of misschien in, de schuilplaats lagen op het moment dat de littekens veroorzaakt werden. Zulke dingen komen in de natuur vaak voor.' 'O ja?'

'Als een storm een paar slachtoffers naar buiten spoelt, wat is er dan voor nodig om het nest zelf schoon te spoelen?'

'Precies!' riep Waxie terwijl hij zich triomfantelijk van het raam af wendde. 'We verzuipen die klootzakken!'

'Dat is krankzinnig,' zei D'Agosta.

'Nee, dat is het niet,' zei Waxie en opgewonden wees hij uit het raam. 'De grote vijver wordt ook gespuid via de stormoverloopkanalen, nietwaar? En als de overloop vol zit, dan stroomt hij toch uit in de Astor Tunnels? Daarom waren die toch verlaten, zei jij?' Het bleef een tijdje stil. Horlocker keek de planoloog vragend aan, en de man knikte. 'Dat is zo. De vijver kan rechtstreeks in de storm-overloop en in het rioolsysteem geleegd worden.' 'Is dat te doen?' vroeg Horlocker.

Hausmann dacht even na. 'Dat moet ik voor de zekerheid even aan Duffy vragen. Maar in het meer zit meer dan drie miljoen kubieke meter water. Als ook maar een deel van dat water, zeg dertig procent, plotseling in de riolering wordt losgelaten, dan stroomt de hele zaak over. En voor zover ik begrijp, gaat het overschot aan water eerst de Astor Tunnels in en dan verder naar de Hudson.' Waxie knikte triomfantelijk. 'Precies!' 'Dat klinkt nogal drastisch,' zei D'Agosta.

'Drastisch?' herhaalde Horlocker. 'Pardon, inspecteur, maar we hebben gisteravond net meegemaakt dat een groot deel van de passagiers

van een metrowagon is uitgemoord. Die lui willen bloed zien, en het wordt al erger. Misschien wilt u erheen gaan en ze voor het gerecht dagen, of zo. Maar daarmee red je het niet. Ik heb bijna de hele gemeentelijke overheid op mijn nek, en men wil actie zien. Op deze manier,' en hij wuifde naar het venster en de grote vijver, 'pakken we ze aan waar ze wonen.'

'Maar hoe weten we precies waar al dat water heen gaat?' vroeg D'Agosta.

Hausmann keek naar D'Agosta. 'Daar hebben we een tamelijk precies idee van. Gezien de werking van de Flessenhals blijft de stroom beperkt tot het laagste niveau van het kwadrant van Central Park. De overhevelingen voor hoge waterstanden sturen het water rechtstreeks door de Flessenhals naar de diepste overloopgangen en de Astor Tunnels, en die wateren op hun beurt af in de zijgangen van West Side en uiteindelijk in de Hudson.'

'Pendergast zei inderdaad dat de tunnels ten zuiden en ten noorden van het park jaren geleden afgesloten waren,' zei D'Agosta bijna in zichzelf.

Horlocker keek om zich heen, en een glimlach kreukelde zijn gezicht. Margo vond dat hij er ongemakkelijk uitzag, alsof hij die spieren niet bijzonder vaak gebruikte. 'Dan zitten ze vast onder die Flessenhals, weggevaagd en verdronken. Bezwaren?'

'U moet wel zeker weten dat ze allemaal onder de grond zitten wanneer u de vijver laat leeglopen,' zei Margo.

Horlockers glimlach vervaagde. 'Shit. En hoe krijgen we dat voor elkaar?'

D'Agosta haalde zijn schouders op. 'Een van de patronen die we hebben gevonden, is dat er bij volle maan geen moorden plaatsvonden.' 'Dat klinkt aannemelijk,' zei Margo. 'Als die dingen op Mbwun lijken, hebben ze een hekel aan licht. Waarschijnlijk blijven ze bij volle maan onder de grond.'

'En al de daklozen die onder het park wonen dan?' vroeg D'Agosta. Horlocker snoof. 'Heb je Hausmann niet gehoord? Het water gaat meteen naar de laagste niveaus onder de stad. We hebben net gehoord dat de daklozen die plek mijden. Bovendien zullen de Rimpelaars iedereen die te diep afgedwaald was wel vermoord hebben.' Hausmann knikte. 'We zullen een beperkte operatie plannen, zodat alleen de Astor Tunnels onderstromen.'

'En mollen die aan het kamperen zijn op het pad waarlangs het water aanstormt?' hield D'Agosta vol.

Horlocker zuchtte. 'O, shit. Voor de zekerheid kunnen we ze maar beter ophalen uit kwadrant Central Park en in tehuizen stoppen.' Hij rechtte zijn rug. 'In feite hebben we dan twee vliegen in één klap. En misschien zijn we dan meteen ook dat mens van Wisher kwijt.' Hij draaide zich om naar Waxie. 'Dat noem ik nog eens een plan,' zei hij. 'Mooi werk.' Waxie bloosde en knikte.

'Het is daar beneden verschrikkelijk groot,' zei D'Agosta, 'en die daklozen zullen beslist niet vrijwillig meegaan.'

'D'Agosta?' snauwde Horlocker. 'Ik wil jou niet meer horen janken over waarom het niet te doen valt. Jezus nog aan toe, hoeveel daklozen zitten er nou helemaal onder Central Park? Honderd?' 'Er zitten er een boel meer dan...'

'Als jij een beter idee hebt,' onderbrak Horlocker hem, 'dan hoor ik dat graag. Anders hou je je mond.' Hij wendde zich tot Waxie. 'Vannacht is het volle maan. We kunnen ons niet permitteren om nog een maand te wachten, het moet nú.' Hij leunde over naar de microfoon. 'Masters, ik wil alle ondergrondse ruimten in de buurt van Central Park vóór middernacht ontruimd hebben. Iedere tunnel, van 59th Street tot 100th Street, en van Central Park West tot Fifth Avenue. Een nachtje in een tehuis zal de mollen goeddoen. Haal de havenautoriteiten erbij, het metropersoneel, wie je maar nodig hebt. En bel de burgemeester voor me, want ik zal hem moeten inlichten over ons plan, zodat hij zijn stempeltje kan zetten.'

'Je zult daar een paar ex-marechaussees nodig hebben,' zei D'Agosta. 'Die hebben ervaring met overvallen, en die weten wat hun te wachten staat.'

'Dat ben ik niet met je eens,' zei Waxie ogenblikkelijk. 'Die mollen zijn gevaarlijk. Een groep van die lieden heeft ons een paar dagen geleden nog bijna om zeep geholpen. We hebben echte politiemensen nodig.'

'Echte politiemensen,' herhaalde D'Agosta. Op luidere toon voegde hij daaraan toe: 'Neem dan tenminste brigadier Hayward mee.' 'Vergeet het maar,' zei Waxie. 'Die loopt ons alleen maar in de weg.' 'Daaruit blijkt maar weer eens hoeveel verstand jij ervan hebt,' snauwde D'Agosta. 'De meest waardevolle kracht die je had, Waxie, en het is niet in je opgekomen om gebruik te maken van haar kennis. Zij weet meer dan wie ook over de ondergrondse daklozen. Hoor je me? Meer dan wie ook. Geloof me, bij een overval van deze omvang zul je haar kennis meer dan nodig hebben.'

Horlocker zuchtte. 'Masters, zorg ervoor dat die brigadier Hayward meegaat op ons tochtje. Waxie, neem contact op met, hoe heet die vent, Duffy, van het waterbedrijf. Ik wil die sluizen open om middernacht.' Hij keek om zich heen. 'We kunnen beter naar het hoofdbureau gaan. Professor Frock, uw hulp zou welkom zijn.' Margo keek hoe Frock onwillekeurig straalde van plezier dat hij zich nodig voelde. 'Dank u. Maar ik denk dat ik eerst even naar huis ga om wat te rusten, als dat goed is. De hele toestand heeft me erg uitgeput.' Hij glimlachte naar Horlocker, knipoogde naar Margo en schoof de deur uit.

Margo zag hem vertrekken. Niemand zal ooit enig idee hebben hoeveel moeite het hem gekost heeft om zijn ongelijk te bekennen, dacht ze.

D'Agosta liep achter Horlocker en Waxie aan richting de gang. Plotseling bleef hij staan en draaide zich om naar Margo. 'Wat vind je ervan?' vroeg hij.

Margo schudde haar hoofd en dwong haar gedachten terug. 'Ik weet het niet. Ik begrijp dat we geen tijd mogen verspillen. Maar ik kan er niets aan doen dat ik terugdenk aan...' Ze aarzelde. 'Ik wou dat Pendergast hier was,' zei ze ten slotte.

De telefoon ging en ze nam op. 'Met Margo Green.' Ze luisterde een tijdje en hing op.

'Ga jij maar vast vooruit,' zei ze tegen D'Agosta. 'Dat was mijn labassistente. Ik moet meteen naar haar toe.'