25
Smithback liep de grotachtige ingang van de Four Seasons binnen, blij dat hij de hitte en de stank en het lawaai van Park Avenue achter zich kon laten. Met afgemeten passen liep hij op de vierzijdige bar af. Hier had hij al vaak jaloers om zich heen zitten kijken, langs de Picasso-draperie, naar het onbereikbare paradijs dat daarachter lag. Ditmaal bleef hij echter niet bij de bar hangen maar liep door naar de maitre d'hôtel. Een naam, snel uitgesproken, en meer was er niet nodig. Nu liep Smithback zelf over die droomboulevard naar het exclusieve restaurant dat achterin lag.
In de gigantische Pool Room waren alle tafeltjes bezet, maar de ruimte leek rustig en kalm, stilgelegd door zijn eigen afmetingen. Hij liep tussen directeuren van grote bedrijven, beroemde uitgevers en nouveaux riches door naar een van de felbegeerde tafeltjes bij de fontein. Daar zat mevrouw Wisher al op hem te wachten. 'Meneer Smithback,' zei ze. 'Fijn dat u kon komen. Gaat u zitten, alstublieft.'
Smithback nam de hem aangewezen stoel tegenover haar en keek daarbij om zich heen. Dit beloofde een interessante lunch te worden, en hij hoopte dat hij tijd had om er optimaal van te genieten. Hij was nog maar amper begonnen zijn grote verhaal op te schrijven, en om zes uur moest hij het artikel inleveren.
'Wilt u een glas Amarone?' vroeg mevrouw Wisher met een gebaar naar de fles naast de tafel. Ze was fris gekleed in een saffraankleurige bloes met een plooirok.
'Graag,' antwoordde Smithback, en hij keek haar aan. Hij voelde zich veel meer op zijn gemak dan de vorige keer dat hij haar gesproken had, toen ze stijf rechtop in haar verduisterde appartement gezeten had met een exemplaar van de Post als stilzwijgende aanklacht naast zich. Na zijn korte biografie, getiteld 'De engel van Central Park South', de door de Post uitgeschreven beloning en zijn positieve verslag van de bijeenkomst op de Grand Army Plaza, vertrouwde hij erop ditmaal warmer ontvangen te zullen worden. Mevrouw Wisher knikte naar de sommelier, wachtte tot de man een glas had ingeschonken voor de journalist en vertrokken was, en leunde toen bijna onmerkbaar naar voren.
'Meneer Smithback, u vraagt zich ongetwijfeld af waarom ik u voor deze lunch heb uitgenodigd.'
'Die vraag is bij me opgekomen, ja.' Smithback proefde de wijn, die uitstekend was.
'Dan zal ik geen tijd verdoen door uw intelligentie op de proef te stellen. Er gaan bepaalde gebeurtenissen plaatsvinden in deze stad. En ik zou graag willen dat u daarover schreef.' Smithback zette zijn wijnglas neer. 'Ik?'
Mevrouw Wishers mondhoeken veerden even omhoog in wat een glimlach zou kunnen zijn. 'Ah. Ik dacht wel dat u verbaasd zou zijn. Maar ziet u, meneer Smithback, ik heb enige navraag naar u gedaan sinds wij elkaar voor het laatst spraken. En ik heb uw boek over de museummoorden gelezen.'
'Hebt u het gekocht?' vroeg Smithback hoopvol. 'De openbare bibliotheek op Amsterdam Avenue had het. Bijzonder interessante lectuur. Ik had geen idee dat u zo rechtstreeks betrokken was geweest bij bijna alle aspecten van die gebeurtenis.' Smithbacks ogen schoten naar haar gezicht, maar hij kon geen spoortje sarcasme in haar uitdrukking ontwaren.
'Verder heb ik uw artikel over onze demonstratie gelezen,' vervolgde mevrouw Wisher. 'Het had een positieve toon die naar mijn mening ontbrak in een deel van de overige kranten.' Ze maakte een handgebaar. 'Ik moet u overigens bedanken voor wat er gebeurd is.' 'O ja?' vroeg Smithback ietwat nerveus.
Mevrouw Wisher knikte. 'U was degene die mij ervan overtuigde dat de enige manier om de aandacht te trekken was, een lans in de flank van New York te steken. Weet u nog wat u zei? "De mensen hier schenken pas aandacht aan iets als je hen ermee om de oren slaat." Als u er niet geweest was, had ik nu misschien nog steeds in mijn zitkamer gezeten en brieven aan de burgemeester geschreven, maar nu heb ik mijn verdriet in daden omgezet.' Smithback knikte. De niet-zo-vrolijke weduwe had gelijk. 'Sinds die demonstratie is onze beweging aanzienlijk gegroeid,' zei mevrouw Wisher. 'We hebben een gemeenschappelijke zenuw geraakt. De mensen komen samen; mensen met macht en invloed. Maar onze boodschap geldt evenzeer voor de gewone mensen, voor Jan met de pet. En hij is degene die u met uw krant bereiken kunt.' Hoewel Smithback er niet graag aan herinnerd werd dat hij voor de gewone man schreef, vertrok hij geen spier. Bovendien had hij het zelf gezien: tegen de tijd dat de bijeenkomst afgelopen was, waren er talloze 'gewone mensen' aanwezig geweest, drinkend, elkaar opjuinend, hopend op actie.
'Dus stel ik u het volgende voor.' Mevrouw Wisher legde haar kleine, keurig gemanicuurde vingernagels op het linnen tafellaken. 'Ik geef u exclusieve toegang tot iedere gebeurtenis die wordt gepland door Herover de stad. Veel van deze acties zullen expres onaangekondigd zijn: de pers en de politie zullen er te laat van horen om nog enig verschil te kunnen maken. U wordt echter mijn kring binnengehaald. U krijgt te horen wat u verwachten kunt en wanneer u het kunt verwachten. U kunt mij zelfs begeleiden, als u dat wilt. En daarna kunt u er uw lezers mee om de oren slaan.' Smithback moest zich beheersen om zijn opwinding niet te laten merken. Dit is te mooi om waar te zijn, dacht hij. 'Ik neem aan dat u een tweede boek zult willen schrijven,' ging mevrouw Wisher verder. 'Zodra de campagne van Herover de stad succesvol beëindigd is, heeft u mijn zegen voor een dergelijk project. Ik zal me beschikbaar houden voor interviews. En Hiram Bennett, uitgever bij Cygnus House, is een van mijn beste vrienden. Ik denk dat hij bijzonder veel belangstelling zal hebben voor een dergelijk manuscript.'
Jezus, dacht Smithback. Hiram Bennett, de koning der uitgevers. Hij kon zich voorstellen hoe er op zijn manuscript geboden zou worden door Cygnus House en Stockbridge, de uitgever van zijn museum-boek. Hij zou zijn agent vragen om een veiling te organiseren, met een minimum van tweehonderdduizend dollar, nee, zeg maar meteen tweehonderdvijftig, met tien procent toeslag en... 'In ruil hiervoor vraag ik u één ding,' onderbrak mevrouw Wisher op koele toon zijn gedachten. 'Dat u van nu af aan alleen nog maar schrijft over Herover de stad. Ik wil dat al uw krantenartikelen uitsluitend over onze zaak gaan.'
'Wat?' zei Smithback abrupt. 'Mevrouw Wisher, ik ben misdaadverslaggever. Ik word betaald om regelmatig iets in te leveren.' Zijn visioenen van naam en faam vervaagden in hoog tempo en maakten plaats voor het boze gezicht van zijn redacteur, Arnold Murray, die kopij eiste.
Mevrouw Wisher knikte. 'Dat snap ik. En ik denk dat ik u met een paar dagen alle kopij kan bezorgen die u maar kunt wensen. Zodra onze plannen vastliggen, krijgt u de details. Geloof me, ik denk dat u zult merken dat deze relatie voor ons beiden lucratief zal zijn.' Smithback dacht snel na. Over een paar uur moest hij zijn artikel inleveren over wat hij had afgeluisterd bij de museumbijeenkomst. Hij had het al uitgesteld in de vergeefse hoop op nog meer informatie. Dit moest het verhaal worden dat hem salarisverhoging opleverde, het verhaal dat die hufter van een Bryce Harriman een klap in het gezicht zou geven.
Maar zou dat ook gebeuren? De glans van de beloning begon wat te verflauwen en er waren geen bruikbare aanwijzingen uit voortgekomen. Zijn verslag over Mefisto had niet die belangstelling gewekt die hij verwacht had. Er was geen duidelijk bewijs dat de dood van de patholoog-anatoom, hoewel ernstig verdacht, iets te maken had met de zaak. En bovendien moest hij rekening houden met onaangename gevolgen van het feit dat hij het museum illegaal was binnengedrongen.
Maar dat verhaal van Wisher kon weleens het dynamiet zijn waarnaar hij op zoek was. Zijn journalistieke instinct zei hem dat dit een goede zaak kon worden. Hij kon zich ziek melden, Murray een dag of twee afhouden. Als hij de eindresultaten binnenkreeg, zou alles vergeven en vergeten zijn. Hij keek op. 'Mevrouw Wisher, ik doe het.'
'Zeg maar Anette,' zei ze terwijl haar blik even over zijn gezicht dwaalde voordat ze naar het menu bij haar elleboog keek. 'En zullen we dan nu maar bestellen? Ik kan de sint-jakobsschelpen aanraden, in citroengras met kaviaar. De chef hier maakt daar iets schitterends van.'