40
‘Toentertijd diende mijn vader in de GUGB, zoals de geheime politie van de Sovjets zich in die tijd noemde. Daardoor klinkt hij belangrijker dan hij was – een archiefambtenaar die was toegewezen aan ene luitenant Nikolaj Popov, adjudant van de commissaris van het Hoofddirectoraat voor Staatsveiligheid in Leningrad. Wat we tegenwoordig weer Sint-Petersburg noemen.’
Hij zweeg even en zijn ogen werden vochtig. Dacht hij aan de vader die hem in de steek had gelaten toen hij nog maar een jongen van elf was, en voelde hij nu nog de pijn?
‘Mijn vader…’ zei hij zachtjes, maar toen hernam hij zich en ging rechterop in zijn stoel zitten. ‘Op de dag waar ik nu over spreek, in de lente van 1936, is mijn vader in zijn papieren aan het rommelen als luitenant Popov plotseling het kantoor binnen komt vallen, hem bij de arm grijpt en zegt dat ze dringend op een missie moeten, een kwestie die van vitaal belang is voor de staatsveiligheid. Er is een geheime bergplaats ontdekt in de zoldermuren van de gemeentelijke rechtbank op de Neva-oever. Fontanka 16. Hebt u daarvan gehoord?’
Ry zei: ‘Dat is het adres van wat ooit het hoofdkwartier van de tsaristische geheime politie was. De Okhrana.’
‘Ja, een plek die alle Russen de schrik op het lijf jaagt, zelfs nog op die dag, negentien jaar na de bolsjewistische revolutie. Mijn vader is zeker bang, want hij heeft het gevoel dat de muren al die ellende en angst en pijn hebben opgezogen. Maar de muren bevatten nog iets anders, want een brandje op de zolder, veroorzaakt door defecte bedrading, heeft een geheime kast ter grootte van een telefooncel blootgelegd. In die kast staan twee houten archiefkasten vol muffe, oude dossiers.’
Hij hield op om zichzelf meer Unicum in te schenken, kwam toen overeind en ging voor de poster van Stalin staan. ‘Vertel eens, Mrs. Carpenter. Weet u wat een agent-provocateur is?’
‘Ik heb er wel een idee van,’ zei Zoe, ‘maar vertelt u het me toch maar. U kunt zo goed college geven.’
Hij draaide zich naar haar om, met zijn ogen knipperend van verbijstering, niet zeker of hij nu een compliment had gekregen of beledigd was, en Ry moest een glimlach verbergen. Toen schudde hij het van zich af en zei: ‘Een agent-provocateur is een spion die revolutionaire groepen infiltreert en ze probeert aan te moedigen om dingen te doen waarvoor ze uiteindelijk worden gearresteerd.’
Kuzmin liet de poster in de steek en kwam met zijn rug naar het vuur toe staan. ‘In de tijd van mijn verhaal doen er geruchten de ronde dat Jozef Stalin zelf, tijdens de eerste maanden van de bolsjewistische strijd, heimelijk voor de Okhrana had gewerkt als agent-provocateur. Niet uit ideologische principes, moeten jullie weten, maar als een manier om zijn rivalen uit te schakelen.’
Kuzmin nam weer een flinke slok van de hoestdranklikeur en huiverde even toen hij het doorgeslikt had. ‘Dus als Popov naar een van de archieven in de geheime kast wijst en mijn vader bevel geeft om ze te doorzoeken op documenten met de woorden Stalen Das erop, vermoedt hij dat de missie daar iets mee te maken heeft, dat die Stalen Das misschien de codenaam van de Okhrana was voor Stalin in zijn hoedanigheid als agent-provocateur.’
‘Dat was een vermoeden dat in die tijd niet erg bevorderlijk was voor uw vaders gezondheid,’ zei Ry.
Kuzmins glimlach liet weer iets van zijn gele tanden zien. ‘Reden waarom hij niets van zijn gedachten laat blijken aan de luitenant. Mijn vader geloofde altijd dat hij het beste kon overleven door niets te weten en niets te zien.’
Kuzmin bracht zijn glas naar zijn mond, zag dat het leeg was en vulde het weer. ‘Dus Popov begint een archiefkast te doorzoeken, terwijl mijn vader de andere onder handen neemt, almaar biddend dat zijn blik niet op een document zal vallen dat ook maar iets met een das van doen had. Maar één dossier trekt toch zijn aandacht, vanwege een vreemde voorstelling die hij erin vindt – een ruwe, met de hand gemaakte schets van een altaar gemaakt van menselijke botten.’
Ry hoorde dat Zoe scherp inademde en meende dat zijn eigen hart misschien ook een slag had gemist. Maar Denis Kuzmin, die verdiept was in zijn verhaal, leek niets te merken.
‘Het is een macabere tekening en dat prikkelt mijn vader om verder te zoeken, en dan vindt hij een rapport van een gesprek dat in de herfst van 1916 plaatsvond in een taveerne, tussen een Okhrana-spion en een buitengewoon dronken Grigori Raspoetin.’
‘De Krankzinnige Monnik,’ zei Zoe.
Kuzmin hief zijn glas naar de foto op zijn schoorsteenmantel in een zogenaamde toost. ‘Krankzinnig? Misschien was hij dat wel. We weten dat hij geboren was in een klein dorpje in Siberië, waar hij al vanaf zijn vroegste jaren bekendstond als mysticus en gebedsgenezer. Hij was ook… nou, om het netjes uit te drukken, een man met een aanzienlijke seksuele aantrekkingskracht.’
Kuzmin bloosde, glimlachte toen zwakjes en ging door. ‘Maar Raspoetins macht over de tsaristische familie had niets te maken met verleiding, tenminste geen verleiding van seksuele aard. Eerder door het vermogen dat hij had om hun zoon, die aan hemofilie leed, verlichting te bieden. Elke keer dat Alexej een wondje had dat ging bloeden, smeekte de tsarina Raspoetin om haar zoon te komen redden, en dat deed hij. Hoe hij dat voor elkaar kreeg? Wie weet? Sommigen zeggen dat hij de jongen hypnotiseerde, sommigen zeggen dat hij bloedzuigers gebruikte, terwijl anderen geloven dat het door magie of gebeden kwam.’
Kuzmin stopte en staarde naar de foto, en keek toen naar de tekening van Ivan de Verschrikkelijke die zijn zoon had vermoord, alsof de twee mannen die eeuwen uit elkaar leefden op een of andere manier met elkaar waren verbonden, dacht Ry. De krankzinnige monnik, de krankzinnige tsaar.
‘Wat ons weer op het gesprek in de taveerne brengt,’ zei Kuzmin. ‘Raspoetin vertelde de spion van de Okhrana dat hij als jongeman, toen hij als pelgrim over het schiereiland Taimyr in Siberië zwierf, een vrouw had ontmoet en verleid die behoorde bij een nomadische stam die de toapotror heette. Het magische volk.’
Ry keek naar Zoe. Hij wilde weten wat zij ervan dacht, maar er was niets van haar gezicht af te lezen, zelfs niet voor hem. Ze zat zo muisstil dat hij elke ademteug die ze nam, kon tellen.
‘Op een nacht nadat ze de liefde hadden bedreven,’ ging Kuzmin door, ‘vertelde Raspoetins minnares hem een duister geheim. Dat zij de beschermer – de Hoeder noemde ze zichzelf – van een magisch altaar was. Een altaar van botten. En dat hij onsterfelijk zou worden als hij van dat altaar zou drinken.’
Oké, nu zijn we in hoger sferen verzeild geraakt. Het bottenaltaar was een bron van jeugdigheid, en als je ervan dronk, bleef je eeuwig leven? Ry vond het eigenlijk belachelijk, maar de haartjes op zijn armen stonden rechtop en er ging een huivering over zijn rug. Uit Zoe’s gezicht, zag hij, was alle bloed weggetrokken.
‘U kijkt sceptisch, Mr. Carpenter,’ zei Kuzmin, duidelijk in zijn nopjes met die reactie. ‘Onsterfelijkheid? Het eeuwige leven? Onmogelijk, zegt u. Maar Raspoetin beschreef in schrille details hoe hij de vrouw had verlokt om hem in een ijskoude nacht naar een grot bij een meer te leiden, waarvan de ingang schuilging achter een waterval, en in die grot stond een altaar gemaakt van menselijke botten. Raspoetin beweerde dat hij die nacht van het altaar had gedronken. En hijzelf meende dat hij onsterfelijk was.
Bovendien nam hij een klein flesje van het elixer mee, of hoe je het ook wilt noemen. Maar hij zei dat hij voorzichtig moest zijn, want als het blootgesteld werd aan zonlicht zou het zijn magische kwaliteiten verliezen. En dat gaf hij aan Alexej om zijn hemofilie te genezen.’
‘Toch zouden ze allebei, de jongen en de Krankzinnige Monnik, binnen een paar jaar na die avond in de taveerne dood zijn,’ zei Ry. ‘Dus daar ga je met het bottenelixer en het eeuwige leven.’
Kuzmin hield een vinger omhoog en zijn lange, smalle gezicht stond geamuseerd. ‘Ah, maar dat is het hem nu juist. Het maakte Raspoetin ook bijna onsterfelijk. Niet lang na die avond in de taveerne vatte een groep edelen, die genoeg hadden van zijn invloed op de tsarina, het plan op hem te vermoorden. Ze gaven hem cake te eten waar cyaankali in zat, en toen dat geen effect leek te hebben, schoten ze een revolver leeg in zijn rug, en toen dat ook niet tot het gewenste resultaat leidde, sloegen ze zijn hersens in, wikkelden zijn lichaam in een laken en gooiden hem in een ijskoude rivier. Vier dagen later werd zijn lichaam gevonden met handen die stijf bevroren waren als klauwen, alsof hij had geprobeerd zich vanonder het ijs vandaan te klauwen. De autopsie toonde aan dat hij niet was verdronken of neergeschoten of vergiftigd, maar dat de doodsoorzaak simpelweg onderkoeling was.’
‘Maar dood is dood,’ zei Zoe, en Ry hoorde de woede en teleurstelling in haar stem. Die voelde hij ook. Ze hadden gedacht dat ze eindelijk op het punt stonden om de waarheid te ontdekken, en in plaats daarvan kregen ze een sprookje voorgeschoteld.
‘Iemand is hier de boel aan het bedotten,’ zei ze, ‘en aangezien ik een gast in uw huis ben, zal ik beleefd zijn en aannemen dat het de Krankzinnige Monnik was die een lichtgelovige, tsaristische spion voor de gek hield. Maar in Amerika zeggen we dan dat je bij de neus bent genomen, professor.’
Kuzmin lachte. ‘Daar heeft u misschien gelijk in, Mrs. Carpenter. Misschien hebben ze die spion bij de neus genomen. Maar de Okhrana nam het zo ernstig op dat ze andere agenten naar Siberië stuurden. Die hebben het meer of de grot niet gevonden, maar wel een stam die de toapotror heette, die hun het verhaal vertelden dat er ooit een sjamaan was met zulke krachtige gaven dat hij mensen uit de dood kon laten opstaan. Maar op een vreselijke dag werd de sjamaan vermoord. Het was winter en daarom brachten zijn dochters zijn lijk naar een grot om hem in de lente te kunnen begraven. Maar toen ze hem neerlegden, stroomde zijn bloed op de stenen vloer en veranderde in een bron met magische eigenschappen.
De dochters bouwden een heiligdom over de bron en dat noemden ze het bottenaltaar. Een volksverhaal, zeker. Maar met iets van waarheid erin, wellicht. Want de toapotror beweerden mensen te kennen die van het altaar hadden gedronken en onsterfelijk waren geworden. Maar ze werden er ook krankzinnig van.’
De professor glimlachte wrang. ‘Ik zie aan jullie gezichten dat mijn geloofwaardigheid aan flarden is geschoten. Weer zo’n curieuze uitdrukking van jullie, hè? Maar de magische mensen beschreven tot in het kleinste detail de symptomen van de krankzinnigheid die ze waarnamen bij de mensen die het hadden gewaagd van het altaar te drinken. Tegenwoordig noemen we dat megalomanie. Een obsessie met macht, de wens om anderen te domineren, en het waanidee dat je anderen aan je wil kunt onderwerpen en de wereld kunt veranderen.’
‘Allemaal heel interessant en typisch voor veel volksverhalen,’ zei Ry. ‘De afspraak van Faust. Je krijgt wat je het liefste wilt, maar tegen een zekere prijs. Je ziel, of in dit geval je gezonde verstand.’
‘Ja, ja, u spot ermee, maar de Okhrana had geheime documenten in zijn bezit die van honderden jaren terug dateerden, en die kamden ze uit op zoek naar andere verwijzingen naar een Hoeder en een altaar gemaakt van menselijke botten. Er waren veel van die verhalen, maar mijn vader had alleen tijd om dat ene te lezen. Uit de tijd van Ivan de Verschrikkelijke.’
Ry keek naar de tekening boven de schoorsteenmantel, in weerwil van zichzelf. En hij kon het ook niet helpen dat de haartjes op zijn arm weer rechtop gingen staan. Dit was onzin waar hij niet in wilde geloven. Maar toch…
‘Het blijkt dat een van Ivans minnaressen ook een Hoeder was,’ zei Kuzmin. ‘Ze hield waanzinnig veel van hem, of tenminste genoeg om haar gelofte te verbreken en hem iets van het elixer te geven. Eén druppeltje schijnt genoeg te zijn.’
Ry zag dat Zoe’s gezicht weer verstrakte, en hij wist dat ze aan haar grootmoeder dacht. Aan Katya Orlova, die een man liefhad en vertrouwde die een moordenaar en een dubbelagent bleek te zijn. Die het elixer aan haar vriendin Marilyn gaf, een vrouw van wie ze hield als van een zus, maar een vrouw die soms ook kinderlijk kon zijn, en die pijnlijk onzeker was. Er is een vreselijke misdaad begaan omdat ik de geheimen van het altaar heb verraden…
Nikolaj Popov en zijn vader die Marilyn vermoordden met een klisteerspuit vol chloraalhydraat. Zijn vader die achter het hek op het talud stond, met een geweer in zijn handen, klaar om de president te vermoorden omdat de KGB geloofde dat hij van het bottenaltaar had gedronken.
Ry schudde zijn hoofd omdat hij dit allemaal niet wilde accepteren. Het was onmogelijk dat Kennedy vermoord was vanwege een schimmelig, vergeten dossier en een Russisch sprookje.
Zoe begon het icoon weer in de zak van robbenvel te wikkelen. ‘Het was heel fascinerend, professor, en u bent heel gul geweest met uw tijd. Maar het wordt al laat…’
‘Nee, wacht,’ riep Kuzmin, half uit zijn stoel komend, en Ry verstrakte, met zijn hand al naar het pistool reikend.
Maar toen ging de professor weer rustig zitten. Zijn hand trilde toen hij zijn dunnende, roodgrijze haar gladstreek. Hij haalde diep adem.
‘Neem me niet kwalijk, ik dwaalde af en vergat jullie het belangrijkste te vertellen. Waar jullie voor kwamen, het verhaal achter het icoon. In zijn beschrijving van de grot en wat er die avond had plaatsgevonden, vertelde Raspoetin dat hij een met juwelen bezet icoon boven op het altaar van menselijke botten had gezien. Hij zei dat zijn minnares het “de Dame” had genoemd en dat het een afbeelding van de Maagd was, die niet het Christuskind op haar schoot hield, maar een drinkbeker gesneden uit een menselijke schedel. En het gezicht van de Maagd was het gezicht van zijn minnares. De Hoeder.’
Kuzmin boog zich voorover en Ry zag de wanhoop in zijn blik, de gretigheid. ‘De Okhrana liet de Krankzinnige Monnik een schets maken van het gezicht van de Dame. Mijn vader zag die in het dossier. Het leidt geen twijfel dat het icoon dat u daar hebt, hetzelfde is als dat wat Raspoetin zag in de grot met het bottenaltaar.’
‘Misschien,’ zei Zoe. Ze had, zo zag Ry, haar hand niet meer uit haar tas gehaald nadat ze het icoon erin had gestopt, en hij wist dat die om de kolf van haar Glock lag.
‘En wat is er met uw vader gebeurd, professor?’ vroeg Ry. ‘Na die dag op Fontanka 16.’
‘Wat? O, er zaten nog meer documenten in het dossier, maar mijn vader kreeg de kans niet om ze te lezen, want Popov gooide plotseling de deur van zijn kast dicht, stopte een dun mapje in zijn uniformjasje en zei: “We zijn hier klaar.” Toen zag hij dat mijn vader iets voor hem verborgen probeerde te houden en hij zei: “Wat heb je daar? Geef hier.”’
Kuzmin keek peinzend in zijn lege glas en zei toen: ‘Mijn vader gaf het natuurlijk aan hem. Hij had geen andere keus. En zo liep luitenant Nikolaj Popov die dag met twee dossiers Fontanka 16 uit, en een ervan had te maken met een altaar gemaakt van menselijke botten.’
En wat heeft het hem voor goed gedaan? dacht Ry. Al die jaren dat hij ernaar op zoek was, ervoor moordde.
‘Hebben ze er nooit meer over gesproken?’ vroeg Zoe. ‘Popov en uw vader?’
De professor stootte een bitter lachje uit. ‘Amper. Twee dagen later werd luitenant Popov kapitein Popov, en mijn vader werd overgeplaatst vanuit de GUGB naar een gewone legereenheid. Een die met zekerheid naar de frontlinie gestuurd zou worden tijdens de oorlog die naar iedereen vreesde ooit zou komen. Hij had nog geluk dat dat het ergste was wat hem overkwam.’
Kuzmin knipte in zijn vingers alsof er plotseling een gedachte bij hem was opgekomen. ‘Mijn vader heeft de twee schetsen die hij die dag zag uit zijn hoofd nagetekend. Zouden jullie die willen zien?’
Hij wachtte niet op antwoord, maar stond op en liep naar een kabinet onder aan een van de boekenkasten. Hij haalde een sleutelring uit zijn zak, maakte het kabinet open en rommelde erin met zijn rug naar hen toe. Toen kwam hij weer overeind en draaide zich om. Hij had een kleine revolver met een korte loop in zijn hand.
Hij verraste Ry door hardop in lachen uit te barsten toen hij de twee Glocks zag die op zijn hart waren gericht.
‘De onze zijn groter,’ zei Ry.
‘En er zijn er twee,’ zei Zoe.
Kuzmin lachte weer en haalde zijn schouders op. ‘Ik moest het in ieder geval proberen, niet? Ik neem aan dat u het icoon niet wilt verkopen? Nee, dat dacht ik al niet. Misschien dat uw grootmoeder…’
‘Die is dood,’ zei Zoe.
‘Ach, ja, natuurlijk. Hoe kunt u anders de Hoeder zijn geworden. Maar ik denk dat ze gestorven is zonder u veel verteld te hebben. Ik denk dat u nog minder wist dan ik. En ik heb u het een en ander verteld, maar niet alles.’
Hij wilde een stap in hun richting doen, maar Ry hield hem tegen met zijn blik.
‘We zouden partners kunnen worden,’ zei Kuzmin met glanzende ogen, vochtig en bleek als speeksel. ‘We zouden samen naar Siberië kunnen gaan. We zouden het magische volk kunnen zoeken en zij zullen meteen weten dat u de Hoeder bent als ze u zien. Zij zullen ons naar het meer brengen, naar de geheime grot. Mijn god, een bron van eeuwige jeugd! Bedenk eens wat we daarmee niet allemaal kunnen doen. We zullen niet alleen zelf onsterfelijk worden, maar ook onmetelijk rijk worden door het te verkopen aan diegenen…’
Plotseling klonk er een staccato van schoten vanuit de tuin. Bloempotten braken, de openslaande deuren barstten uiteen in splinters en glasscherven. Drie rode bloesems vouwden zich open op Kuzmins sjofele trui en een dunne, rode nevel verspreidde zich in de lucht toen de kogels zijn borst doorboorden.
Een fractie van een seconde later zag Ry een granaat door de verbrijzelde deuren zeilen die met een zware bons op het dikke, oosterse tapijt terechtkwam. Hij hoorde een scherp pfffft en gooide zich boven op Zoe. Op het moment dat de granaat ontplofte, rolden ze van de bank op de grond.