Dag 48 – 14 juni

 

 

 

 

De kapitein probeerde een stukje brood in mijn mond te stoppen.

   ‘Eet, Turnstile,’ zei hij.‘Je moet eten.’ Ik kneep mijn lippen op elkaar. Ik wilde niet meer eten. Ik wilde dat hij me met rust liet, dat hij me liet gaan. ‘Ga weg,’ zei ik. Ik vergat wie hij was en duwde zijn hand weg.

   ‘Meneer Fryer, doe zijn mond open.’

   Vreemde vingers trokken mijn lippen van elkaar. Ik liet het toe. Ik stak mijn tong uit en proefde hun zout. Toen het brood, waarop ik kauwde, ook al werd ik er misselijk van. Toen een slokje water.

   ‘Kapitein, dat is uw...’

   ‘Ssst, meneer Fryer,’ fluisterde de kapitein.‘De jongen laat het leven los en dat sta ik niet toe.’

   ‘Maar u bent net zo belangrijk...’

   ‘Houd uw mond, meneer,’ zei de kapitein zacht.

   Ik opende even mijn ogen en zag een fel licht, zonlicht. Ik knipperde met mijn ogen en het werd nacht. De regen was opgehouden en de storm ook, of misschien kon ik ze niet meer voelen. Ik voelde niets meer. Mijn armen en benen waren zo licht als een veertje. Ik had geen kramp meer in mijn buik. In een helder moment besefte ik dat ik op het punt stond het tijdelijke voor het eeuwige te verwisselen, dat de Heer me naar huis riep. Het leek alsof mijn hoofd op een kussen lag, maar hoe kon dat? Ik drukte het omlaag en voelde harde botten. Ik keek omhoog en zag meneer Bligh. Mijn hoofd lag op zijn knieën, zijn vingers streken zacht door mijn haar. Ik glimlachte tegen hem en hij keek me aan en glimlachte terug.

   ‘Wakker blijven, John Jacob,’ zei hij, en zijn stem klonk als van ver weg. Niet dat hij fluisterde, maar hij kon niet harder meer praten. ‘We zullen het overleven. We zullen het allemaal overleven.’

   ‘Hij wil dat ik terugkom,’ zei ik.

   ‘Wie?’

   ‘De Heer,’ antwoordde ik.

   ‘Nog niet, jongen.’

   ‘Meneer Lewis wel. De man die me heeft grootgebracht. Hij roept me.’

   ‘Hij krijgt je nooit meer te pakken, jongen. Daar zal ik persoonlijk voor zorgen.’

   Ik knikte en slaakte een diepe, pijnlijke zucht.

   ‘Blijf bij me, jongen,’ zei de kapitein met iets meer kracht in zijn stem. ‘Ik... Ik beveel je bij me te blijven.’

   Ik probeerde te glimlachen, maar alles om me heen begon te draaien. Ik werd duizelig en de wereld werd eerst pikdonker en toen spierwit. Ik voelde mijn adem zachtjes uit mijn lichaam wegstromen. Ik haalde opnieuw adem en wachtte – nieuwsgierig – of mijn ziel mijn lichaam zou toestaan het nog een keer te doen. Dat was zo, maar het deed pijn en ik probeerde te slikken en dwong mezelf ermee op te houden. Om het te laten eindigen. 

   Dat gebeurde. De wereld werd lichtgeel, alsof ik het zonlicht binnenging, en ik had het vreemde gevoel dat ik, als ik wilde opstaan en rennen en nog een keer de horlepijp wilde dansen op het dek van de Bounty, dat allemaal zou kunnen doen. Dat ik er weer sterk genoeg voor zou zijn. Dit is het dus, dacht ik, en ik gaf me over aan de vrijheid.

   Dit is het moment van mijn dood.

   Een ijl geluid – ik kan het nog steeds horen – een stem – iets harder – die zei:‘Kapitein! Kapitein, kijk!’

   ‘Kapitein, kijk daarginds!’

   ‘Het is ons gelukt.’

   ‘Kapitein, het is ons gelukt!’

 

En toen van heel ver een stem, zacht, berustend, dankbaar: ‘Ja, mannen. We zijn gered.’

Scheepsjongen
titlepage.xhtml
index_split_000.xhtml
index_split_001.xhtml
index_split_002.xhtml
index_split_003.xhtml
index_split_004.xhtml
index_split_005.xhtml
index_split_006.xhtml
index_split_007.xhtml
index_split_008.xhtml
index_split_009.xhtml
index_split_010.xhtml
index_split_011.xhtml
index_split_012.xhtml
index_split_013.xhtml
index_split_014.xhtml
index_split_015.xhtml
index_split_016.xhtml
index_split_017.xhtml
index_split_018.xhtml
index_split_019.xhtml
index_split_020.xhtml
index_split_021.xhtml
index_split_022.xhtml
index_split_023.xhtml
index_split_024.xhtml
index_split_025.xhtml
index_split_026.xhtml
index_split_027.xhtml
index_split_028.xhtml
index_split_029.xhtml
index_split_030.xhtml
index_split_031.xhtml
index_split_032.xhtml
index_split_033.xhtml
index_split_034.xhtml
index_split_035.xhtml
index_split_036.xhtml
index_split_037.xhtml
index_split_038.xhtml
index_split_039.xhtml
index_split_040.xhtml
index_split_041.xhtml
index_split_042.xhtml
index_split_043.xhtml
index_split_044.xhtml
index_split_045.xhtml
index_split_046.xhtml
index_split_047.xhtml
index_split_048.xhtml
index_split_049.xhtml
index_split_050.xhtml
index_split_051.xhtml
index_split_052.xhtml
index_split_053.xhtml
index_split_054.xhtml
index_split_055.xhtml
index_split_056.xhtml
index_split_057.xhtml
index_split_058.xhtml
index_split_059.xhtml
index_split_060.xhtml
index_split_061.xhtml
index_split_062.xhtml
index_split_063.xhtml
index_split_064.xhtml
index_split_065.xhtml
index_split_066.xhtml
index_split_067.xhtml
index_split_068.xhtml
index_split_069.xhtml
index_split_070.xhtml
index_split_071.xhtml
index_split_072.xhtml
index_split_073.xhtml
index_split_074.xhtml
index_split_075.xhtml
index_split_076.xhtml
index_split_077.xhtml
index_split_078.xhtml
index_split_079.xhtml
index_split_080.xhtml
index_split_081.xhtml
index_split_082.xhtml
index_split_083.xhtml
index_split_084.xhtml
index_split_085.xhtml
index_split_086.xhtml
index_split_087.xhtml
index_split_088.xhtml
index_split_089.xhtml
index_split_090.xhtml
index_split_091.xhtml
index_split_092.xhtml
index_split_093.xhtml
index_split_094.xhtml
index_split_095.xhtml
index_split_096.xhtml
index_split_097.xhtml
index_split_098.xhtml
index_split_099.xhtml
index_split_100.xhtml
index_split_101.xhtml