Dag 40 – 6 juni
Ik voelde me de hele dag licht in mijn hoofd, alsof ik niet meer alle zeggenschap had over mijn brein. Toen ik opstond nadat ik twee uur had geroeid, moest ik de schouders van de twee mannen voor me vastpakken om niet te vallen. Dat vonden ze niet leuk en dat zeiden ze ook. Ik wilde er met dokter Ledward over praten, maar hij zat steeds met tussenpozen te slapen, en wanneer hij wakker was, was hij zichzelf niet meer, dus liet ik hem met rust.
Ik herinner me weinig andere dingen van die dag, behalve dat de mannen mopperden toen de kapitein het middagmaal oversloeg. Voortaan kregen we alleen nog een ontbijt en een avondmaal, en die stelden nauwelijks iets voor. De kapitein kon er niets aan doen. Hij wilde dat we het zouden overleven.
De regen maakte alles nog erger. Dat herinner ik me wel.