Uitleg
„Dit is mijn oom David, en dit is Paula, mijn tante."
Jade deed een stapje achteruit toen een lange vrouw met een grote bos kastanjebruin haar, dat met een haarclip vastzat, de kamer in stapte. Op de voet gevolgd door Brooke, met een gezicht dat op onweer stond.
„Mevrouw Webb," zei de vrouw en ze stak haar hand uit, „het spijt me dat ik u zo overval, maar ik kon niet anders, omdat ik me wil verontschuldigen voor het gedrag van mijn dochter." Ze zuchtte. „Ik ben Alice Sylvester," legde ze uit. „De moeder van Brooke."
„De pleegmoeder, bedoelt u zeker?" vroeg Jade en haar blik viel op de wallen onder de ogen van de vrouw.
Mevrouw Sylvester sloot haar ogen even en richtte zich toen tot Brooke. „O, dus je hangt dat verhaal weer op, Brooke? Wat heb je hun nog meer verteld? Dat van je vader in de gevangenis? Of van je moeder in een inrichting? Het babyzusje dat op sterven ligt?"
„Bedoel je," vroeg Jade snakkend naar adem, „dat alles wat je mij verteld hebt, gelogen was? En hoe zit het dan met je oma en de bakstenen door haar raam? En met de wijk Frenchfields?"
„Dat is een nieuwe," merkte Alice op. „Brooke woont bij haar vader en mij aan Blackwater Road."
Jade knipperde met haar ogen. Ze was volkomen in de war. Had Brooke werkelijk alles aan elkaar gelogen?
Mevrouw Sylvester zweeg even en beet op een vingernagel. „Ik ben bang dat ik jullie iets ernstigs moet vertellen," zei ze en ze keek David en Paula aan.
„Andrea, Jade - naar boven," sprak Jades tante streng.
„Nee!" Mevrouw Sylvester stak haar hand in de lucht. „Ik wil niet onbeleefd zijn, maar ik denk dat ze dit beter kunnen horen. Ik weet niet wie van jullie twee Brooke heeft uitgenodigd voor het feestje..."
„Ik," antwoordde Jade. „Die meiden deden zo afschuwelijk tegen haar en..."
„Die meiden? De andere leden van haar bende, bedoel je?"
„Nee," viel Jade uit. „U heeft het mis, ze vielen haar lastig en ze was bang..."
„Brooke, vertellen!" beval haar moeder.
„Moet het echt?" mompelde Brooke, die ineens eerder tien dan veertien leek.
„Ja," benadrukte haar moeder.
„Het was een valstrik." Ze keek naar Jade en beet op haar lip. „Ze doen alsof ze me pesten en ik gedraag me als het zielige, suffe schoolmeisje, jat de spullen en daarna delen we de buit."
Jade hapte naar adem en probeerde te bevatten wat ze hoorde. „Maar de chocolade... waarom jatte je de chocolade?" vroeg ze.
Brooke werd rood. „Ze wilden sigaretten," bekende ze. „Ik liet jou de chocolade zien, maar stopte de sigaretten in mijn jaszak." „Ik ben bang dat dat niet alles is," ging mevrouw Sylvester door. „Brooke heeft deze uit dit huis meegenomen." Ze haalde een plastic tasje uit haar jaszak.
„Dat is mijn armband!" riep Andrea verbluft uit. „En mijn huissleutels!"
„Dat heb ik niet gedaan - ik zweer het, ik was het niet!" Brooke barstte in tranen uit. „Je moet me geloven. Zoiets zou ik nooit doen. Shelley heeft ze gepikt; Dawn en zij zijn naar boven gegaan met de smoes dat ze naar de wc moesten."
„Hoe komen ze dan in jouw jaszak?" wilde haar moeder weten.
Plotseling was Jade het zat. Ze vond het heel onplezierig dat mevrouw Sylvester Brooke de les las waar zij allemaal bij waren en ze kon al helemaal niet tegen de zelfvoldane blik op haar gezicht. Ze stond op het punt iets te zeggen, toen oom David zich in het gesprek mengde.
„Mevrouw Sylvester, ik waardeer het erg dat u naar ons toe bent gekomen. En bedankt voor het terugbrengen van Andrea's spullen. Ik weet zeker dat Brooke daar niets mee te maken had."
Jade zag dat er een opgeluchte uitdrukking over het betraande gezicht van Brooke gleed.
„Ze was vroeger nooit zo," gaf Brookes moeder toe. „Dat is pas gekomen sinds ze met die meiden optrekt."
„Ze biecht het in elk geval op," vervolgde David.
„Pas nadat haar vader haar meedeelde dat hij had gezien dat ze het huis met een stelletje dronken lummels verliet," reageerde haar moeder minachtend.
„Nou goed, het was toch een moedige daad, nietwaar?" zei David glimlachend. „Dank je, Brooke, en als ik je een advies mag geven: laat Shelley en haar vrienden in het vervolg links liggen."
Brooke zei niets, maar ze knikte en veegde haar ogen droog met de achterkant van haar hand.
„U bent erg vergevingsgezind," merkte mevrouw Sylvester op en Jade vermoedde dat ze misschien wel een beetje teleurgesteld was dat er geen enorme woedeuitbarsting kwam.
„Ik herinner me nog hoe het is om een tiener te zijn." David lachte. „Nog net."