„Het spijt me, Cleo," zei Peggy voor de vijfde keer. „Echt, het spijt me vreselijk."
„Het is jouw schuld niet," gaf Cleo toe. „Het was sowieso een suf idee. Alsof ik ooit meer kon worden dan een lelijke nitwit."
„Stop daarmee!" onderbrak Peggy's moeder haar en ze zette het bord met broodjes kaas en tomaat met een klap op de keukentafel. „Ik heb jullie niet naar beneden geroepen om alsmaar naar jullie zelfkritiek te luisteren."
Ze plofte neer op een van de keukenstoelen en pakte een broodje. „Goed," begon ze. „We doen het als volgt. Ik heb je moeder gebeld..."
„Nee toch?" riep Peggy geschrokken uit. „Mam, dat was het stomste wat je kon doen.
„...om te zeggen dat Cleo de dag hier doorbrengt," maakte ze haar zin af en ze wierp een boze blik op Peggy. „Ik heb voor jou, Cleo, ook een afspraak bij mijn kapper geregeld, om half drie. En in de tussentijd zal ik Diana voorbereiden op de schok."
„Dank u wel," mompelde Cleo.
„Ik dacht dat het probleem misschien kon worden opgelost met zo'n kattekoppie."
Cleo en Peggy barstten allebei in lachen uit.
„Wat? Wat is er nu weer?"
„Een rattekoppie, mam," proestte Peggy.
„Hoe het ook heet," zei haar moeder. „Cleo lacht tenminste weer."