donderdag
In de bus naar Staverton Lakes
„Ik ben misselijk," kreunde Tansy. Ze leunde voorover en legde haar hoofd tussen haar handen. „Wat moet ik tegen hem zeggen?"
„Wat dacht je van: 'Hallo, ik ben Tansy en ik denk dat u mijn vader bent?'" stelde Jade voor.
„Nou zeg, lekker tactvol," sputterde Tansy tegen en ze voelde even aan de foto van Pongo in haar jaszak. „Ik mag het niet verpesten nu. Voor jou maakt het niet uit, jij staat niet op het punt je lang verloren gewaande vader te ontmoeten en... O sorry, Jade, het spijt me."
Jade slikte moeizaam en zag het beeld van haar overleden vader voor zich opdoemen. „Eerlijk gezegd, denk ik dat jij het toch iets makkelijker hebt," zei ze en ze staarde Tansy doordringend aan.