,'Bedankt Scott, je bent een kanjer," mompelde Jade bij zichzelf, terwijl ze door Lime Avenue naar huis slenterde. „Ik weet niet waarom ik nog de moeite neem - ze heeft mij duidelijk niet meer nodig." Ze zuchtte. Ze had al een bepaald beeld voor ogen gehad: zij zou degene zijn die op Pongo af stapte. Ze zou hem bij zijn arm grijpen en hem voorstellen aan Tansy, waarna ze getuige zou zijn van het moment dat die twee elkaar in de armen zouden vallen en ze haar eeuwig dankbaar zouden zijn.
Maar het gaat niet om mij, hield ze zichzelf voor. En trouwens, ik ga toch. Scott is een jongen en de kans dat hij het verpest, is heel groot.
„Jade! Wacht!" Haar gedachten werden onderbroken doordat ze haar naam hoorde roepen en door het gedreun van naderende sportschoenen op het trottoir achter haar.
„Hoi!" zei Brooke. „Ik heb je lopen zoeken op school, ik heb je geld bij me."
„Echt waar?" Jade kon het niet helpen dat ze verbaasd klonk.
„Alice heeft het me vanmorgen gegeven," legde ze uit, waarop ze Jade een vijfje toestopte. „Bedankt nog."
„Alice?" vroeg Jade nieuwsgierig.
Een tijdlang zweeg Brooke. Haar wangen werden rood en ze beet op haar lip. „Mijn pleegmoeder. Nog meer vragen?" mompelde ze.
Arme meid, dacht Jade. Wat een leven. „Eigenlijk," zei ze opgewekt, want er schoot haar ineens iets te binnen, „wilde ik je nog vragen of je zin hebt om op mijn feestje te komen. Aanstaande zaterdag."
„Feestje?" herhaalde Brooke. „Waarom zou je mij op je feestje vragen?"
„Ik vraag een heleboel vrienden en vriendinnen." Jade haalde haar schouders op. „We hebben een drive-inshow en eten. Neem gerust een vriendin mee, als je wilt."
„Een vriendin? Mag dat?" Brooke keek ineens vrolijk.
„Tuurlijk," zei Jade nonchalant.
„Cool." Brooke grijnsde. „Misschien doe ik dat wel."