„Zeg meid, gaat het wel goed met je?" Felicity keek bezorgd naar Tansy. „Je krijgt een hele vreemde kleur."
„Prima," begon Tansy. „Ik kan maar beter gaan..."
„Gaan? Welnee!" riep Felicity uit. „Patrick komt zo. Hij is misschien niet altijd stipt op tijd, maar hij houdt zich altijd - over de duvel gesproken. Daar heb je hem!"
Tansy keek op. Pongo was abrupt blijven staan. Hij keek eerst naar Tansy, toen naar zijn vrouw en toen weer naar Tansy. En Tansy begreep onmiddellijk wat er door hem heen ging.
„Meneer Goodlove," zei ze, terwijl ze haar best deed om niet trillerig te klinken. „Wat aardig dat u er bent! Ik vertelde uw vrouw net alles over mijn schoolproject." Ze zweeg even en merkte op dat hij zijn handen zenuwachtig tot vuisten balde. „En daar is het bij gebleven," zei ze en ze keek hem doordringend aan.
Hij schudde even met zijn hoofd en hervond toen zijn stem. „Geweldig," reageerde hij. „Oké, Felicity, als jij je nu vast op gaat frissen, dan praat ik even met deze jongedame en dan kunnen we daarna samen de stad in."
„Ik heb er nu al zin in!" Felicity gaf een liefhebbende por tegen zijn schouder. „Leuk je ontmoet te hebben, Tansy. Wees aardig voor haar, Patrick. Dag!"