Confrontaties
„Wat doe je hier, Jade?" vroeg mevrouw Partridge toen de bel ging. „Jij hoort toch in het scheikundelokaal te zijn op dit moment?"
„Ik zocht Brooke Sylvester, mevrouw." Jade zuchtte. Het water liep haar in de mond bij de gedachte aan de reep chocola die ze ging kopen zodra Brooke haar had terugbetaald.
„Net als ik, meisje," reageerde mevrouw Partridge. „En als ze op komt dagen..."
„Bedoelt u dat ze niet op school is?" vroeg Jade. Ze zag de belofte aan iets zoets in rook opgaan.
„Brooke is zelden waar ze zijn moet, helaas," zuchtte mevrouw Partridge en ze nam Jade nauwkeurig op. „Ik wist niet dat je bevriend was met haar." Ze keek Jade wantrouwend aan, alsof ze zojuist had bekend dat seriemoordenaar Jack de Ripper haar beste maatje was."
„Ben ik ook niet, nee," bekende Jade. „Maar ik heb haar gisteren wat geld geleend..."
„Gisteren?" herhaalde mevrouw Partridge snuivend. „Brooke was gisteren niet op school. En vandaag ook al niet."
Ai, dacht Jade. „Nee, nou ja, het was na schooltijd," legde ze uit. „Brooke botste tegen me op..."
„Zo zo, dus ze was wel op de been? Niet zo ziek dat ze in bed moest blijven?"
Voorzichtig, dacht Jade, die ineenkromp bij de sarcastische toon van mevrouw Partridge. Verraad haar niet. „Ze had een vreselijke bloedneus," kwebbelde ze. „Ik denk dat ze er daarom vandaag niet is. Ze zag er heel bleek en uitgeput uit."
Mevrouw Partridge leek Jade een eeuwigheid strak aan te staren. „Nou goed,' zei ze zuchtend. „Mocht je haar tegenkomen, wil je dan zeggen dat ik een briefje van haar ouders nodig heb als ze ziek is? Anders zwaait er wat."
Fantastisch, dacht Jade toen ze door de gang naar het scheikundelokaal liep. Nu moet ik Brooke ook nog opsporen en waarschuwen. Is er eigenlijk iemand op deze planeet die zijn eigen problemen kan oplossen?