Ontboezemingen
„Alles goed?" vroeg Tansy aan Andy. Ze trok de winterjas weer uit en rolde die zo klein mogelijk op.
„Tuurlijk," antwoordde Andy sarcastisch. „Ik heb de halve nacht wakker gelegen vanwege krijsende baby's, een broer die in zijn slaap praat, een vader die voortdurend een slecht humeur heeft en een moeder die..."
„Oververmoeid en chagrijnig is?" vroeg Tansy.
„Nee, dat is juist zo typisch," mopperde Andy. „Twee totaal ongeplande baby's en het lijkt wel of ze in een roes verkeert. Ze zingt alsmaar vals, ziet de totale chaos in huis niet en sloft, babypraat bazelend, in haar badjas rond." Hij zuchtte. „Ik neem aan dat pa daardoor zo de smoor in heeft," voegde hij eraan toe.
Tansy wist niet hoe ze moest reageren. Sinds Andy's moeder maandenlang weg was geweest en zwanger was teruggekomen, had niemand - zelfs hun ouders niet - het onderwerp aangeroerd. Ze vroeg zich onwillekeurig af of het met die baby's net zo zou gaan als met haar: dat ze nooit zouden weten wie hun echte vader was. En of ze ooit de moed zouden opgeven om te proberen hem te vinden.
Andy gaapte. „We kunnen zeker niet aan je moeder vragen of ik een paar nachten bij jullie mag slapen?" vroeg hij weifelend. „Even weer in een redelijke, rustige omgeving: dat zou helemaal te gek zijn."
Tansy trok een gezicht en keerde met een schok terug in het heden. „Ik zal het vragen," grijnsde ze. „Maar als je op zoek bent naar rust en redelijkheid, ben je bij ons aan het verkeerde adres."