x

Al toen ik plaatsnam in de forensentrein naar Nynäshamn wist ik het. Dit was het begin van het einde. Stom keek ik naar het voorbijglijdende landschap. De glooiende heuvels, de akkers, de weilanden met de paarden.

In Nynäshamn stapte ik uit, kocht een krant en een Kvikk lunsj in de kiosk en liep naar de veerbootterminal. Het was een grijze, bewolkte dag, de zee was grimmig. Het waaide behoorlijk op de kade en ik deed de col van mijn trui omhoog.

Het weer paste bij mijn gemoedstoestand. Noodlottig. Het moest nu maar eens afgelopen zijn. De boot was halfvol, het toeristenseizoen was nog niet op gang gekomen en het was een gewone doordeweekse dag.

Ik nam plaats in mijn leunstoel en sloot mijn ogen. Het restaurant liet ik links liggen, ook al had ik veel zin in koffie. Ik wilde geen mensen zien, kon het niet.

Er was maar één persoon die ik wilde zien.

Ik voel niets meer, ben opgebruikt, misbruikt en afgedankt als een oud paard. Alle teleurstellingen, alle hysterische uitbarstingen en gektes die ik zo lang ik me kan herinneren het hoofd heb moeten bieden. Ik heb geen recht op een eigen leven. Ik heb het eindelijk helemaal begrepen.

Ze is sterker, ze heeft gewonnen. Er is maar één manier om me van mijn kwelgeest te ontdoen, van mijn eigen vlees en bloed, van degene die me ooit eens dit ellendige leven heeft geschonken. Met welk doel heeft ze me gebaard, zou je je kunnen afvragen. Om me te kwellen, me uit te zuigen, me kapot te maken? Om het mislukken van de ouders door te geven als een terugkerend patroon, voor altijd in de stamboom gekerfd? Laat de kinderen gekweld worden, generatie na generatie. Laat ze lijden. Geef ze geen vader en moeder, aangezien jij die ook nooit hebt gehad, rotwijf. Niemand zal genieten van wat jij niet hebt gehad. Jouw kinderen mogen geen gelukkige relatie hebben, geen standvastige relatie, omdat het jou ook nooit gelukt is. Jouw kinderen proberen een fatsoenlijk leven te leiden, maar jij belet hun dat de hele tijd. Jij staat als een groot, zwart, kwaadaardig monster in de weg en vult hun arme lichamen met dezelfde haat als waarmee je zelf vol zit. En ze herhalen jouw irrationele patronen.

Ik ga daar niet langer in mee. Er is maar één manier om dat te stoppen. En nu gaat het eindelijk gebeuren, dat waar ik al zo lang naar heb uitgekeken. Maar het besluit vervult me niet met vreugde of verwachting. Slechts met een intens en zwaar verdriet.

Tijdens de hele overtocht naar Gotland houd ik mijn ogen gesloten.