x
Het huisje stelde niet veel voor. Een typisch buitenhuisje uit de jaren zestig met donkerbruine houten panelen. Een bouwvallige schoorsteen. Eenvoudige inrichting. Eerst een vrij klein halletje. Een rij haken aan de muur met jassen, vesten, verschillende zakken en tassen. Rubberlaarzen, klompen en pantoffels op de grond. In de hoek tegen de muur stonden een paar poles voor Nordic walking. Een klein raam in het keukentje, dat uitkeek op het bos wat verderop. Zeil op de vloer, behang met bruine bloemen. Een fineerhouten bank, een gootsteen en een fornuis dat al minstens dertig jaar oud leek. Verder achterin lag de slaapkamer, vrij groot, met een tweepersoonsbed, een ladekast en foto’s van een paar kinderen aan de muur. De woonkamer had een houten vloer en een eenvoudige open haard. Een gehaakt gordijn verborg een kleerkast. Het meubilair bestond uit een bank, een salontafel, een boekenkast en een spinnewiel.
Het was al laat geworden. Haar avondeten had bestaan uit opgewarmde soep en een paar boterhammen. Buiten leek het alsof er een grote lamp boven Gotland was gedoofd. Het was pikkedonker. Hier op het platteland was ’s avonds buiten geen licht, behalve het licht van de maan als het helder was. Die verspreidde dan zijn blauwachtige schijnsel over de boomtoppen en de vleugels van de vleermuizen die over haar hoofd scheerden als ze naar de buiten-wc moest. Na het eten bleef ze aan tafel zitten. Staarde naar de brandende kaars in de gietijzeren kandelaar.
De hele dag had ze het eigenaardige gevoel gehad dat ze geobserveerd werd, maar ze begreep niet waar dat gevoel vandaan kwam. Eerst dacht ze dat het de kat was. Hij was sinds die ochtend buiten en toen ze hem had geroepen, was hij niet gekomen. Misschien bespiedde hij haar van een afstand en genoot hij ervan om de spot met haar te drijven. Liet hij haar roepen in haar volhardende pogingen om hem naar zich toe te lokken.
Ze was naar deze uithoek gevlucht, ook al had ze er een hekel aan om alleen te zijn. ’s Zomers was het hier een paradijs, wanneer de andere huiseigenaren leven in de brouwerij brachten en de nachten licht waren. Maar nu, zo vroeg in het seizoen, was het een hel, met de duisternis, de eenzaamheid en de harde wind. Maar het was de enige uitweg. Ze moest weg, ontsnappen aan alles wat met Viktor en het politieonderzoek te maken had. De nieuwsgierige blikken van de mensen. Alsof ze het wisten.
Gespannen luisterde ze naar geluiden, maar ze hoorde alleen het gebulder van de zee en het suizen van de harde wind door de boomkruinen. Wat zat er verborgen in de muren waardoor ze zich zo slecht op haar gemak voelde? Misschien waren het haar eigen hersenschimmen.
Ze keek naar de deur van het halletje. Stond op en controleerde de buitendeur, of ze de sleutel had omgedraaid. Ja, die zat op slot. Ze loerde er wantrouwend naar. Wat deed het er eigenlijk toe of ze de deur op slot draaide? Een beetje sterke kerel trapte die bordkartonnen deur waarschijnlijk zo in. Ze moest gewoon onder ogen zien dat ze hier helemaal niet veilig was; ze was overgeleverd aan wie dan ook die op het idee kwam om de huisjes in dit afgelegen gebied eens een bezoekje te brengen.
Ze zette koffie en deed de tv aan. De tv-dokter op twee en op één een herhaling van een dramaserie die ze al had gezien. Een kinderprogramma op TV4. Ze zuchtte en zapte terug naar twee met de discussie over prostaatkanker. Het zorgde tenminste voor wat stemgeluid en kleur op de achtergrond, een gezelschap dat met moeite de bange gedachten op afstand hield. Ze liep de keuken in en schonk koffie in. Bleef midden in een beweging staan. Daarbuiten in het donker had ze iets gezien. Alsof er een schaduw voor het raam langs gleed. Meteen werd ze zich er onaangenaam van bewust dat ze van buitenaf natuurlijk wel erg goed te zien was als ze in de verlichte keuken stond. Nerveus tastte ze naar het lichtknopje.
Toen het in huis donker was, kon ze beter naar buiten kijken. Ze sloop naar het kleine raam. Speurde het erf af van de ene kant naar de andere. Liet haar blik glijden over het grasveld, dat bedekt was met bladeren, naalden en takken die tijdens de winterse stormen van de bomen waren gewaaid. Over het gereedschapsschuurtje, het speelhuisje voor de kinderen en de buiten-wc. Niets. Ze liep terug naar de woonkamer, deed alle lichten uit. Blies de kaarsen uit. Als er daarbuiten iemand was, dan kon hij zo in elk geval niet elke beweging van haar volgen. Ze deed zelfs het licht in het halletje uit. In het huis hingen geen gordijnen of luxaflex. Luxaflex had ze niet nodig gevonden, omdat ze hier toch bijna alleen maar in de zomer was, en dan vond ze het prettig dat het licht het kleine huisje in stroomde. Overdag en ’s nachts. En gordijnen trokken alleen maar vocht aan en bovendien belemmerden ze het uitzicht. Op dit moment had ze er echter heel wat voor willen geven dat ze ze had gehad. Haar hart dreunde tegen haar borstbeen. Wie zat er in vredesnaam achter haar aan? Ze had nog nooit iemand kwaad gedaan. Maar nu begon ze te twijfelen. Ze zette de tv uit en luisterde geconcentreerd. Al haar zintuigen stonden op scherp. De harde wind was het enige wat ze hoorde. Ze ging op de bank zitten in de donkere woonkamer en wachtte. Er verstreek een halfuur, en nog een. Er gebeurde niets. De irritatie nam toe. Moest ze hier blijven zitten als een rat in de val? Tot overmaat van ramp moest ze ontzettend nodig plassen, en een po had ze niet, helaas. De gedachte om het dan maar in een van de etenspannen te doen stond haar tegen. Toen er nog een halfuur was verstreken, gaf ze het op. Ze kon het niet langer ophouden. Bovendien had de woede het overgenomen. Ze was niet van plan om zich in haar eigen huis bang te laten maken. Nou ja, haar eigen huis was het nu ook weer niet, maar ze mocht het gebruiken dankzij een paar kennissen, die in het buitenland woonden. Ze wilden het zomerhuisje binnen de familie houden en ze mocht het al sinds de kinderen klein waren gratis gebruiken. Ze had er haar eigen plekje van gemaakt en ze vond het er heerlijk.
Ze trok haar jas aan, stapte in haar laarzen. Aarzelde, liet haar hand heel even rusten op de deurkruk.
Daarna draaide ze de sleutel om en opende de deur.