x

De zondag begon rustig op de redactie van Regionalnytt in Visby. Johan Berg hoefde niet vaak op zondag te werken, het kwam maar een paar keer per jaar voor. Het irriteerde hem dat de redacteur had meegedeeld dat ze net op deze dag geen verslag hoefden te leveren, want de hoofdredactie in Stockholm zou de uitzending verzorgen. Om aanwezig te zijn op de redactie wanneer er toch niets gebeurde, voelde als krankzinnige geldverspilling, maar het was zinloos om de organisatie van Sveriges Television te willen begrijpen, dacht hij chagrijnig. Hij had nog wel wat slaap kunnen gebruiken.

Hij dronk zijn ochtendkoffie en at een broodje achter zijn bureau. Hij wipte lusteloos met de stoel en keek kritisch de krappe redactieruimte rond. Zijn blik gleed over boekenkasten, computers, het publicatiebord en de ramen met het uitzicht op een park. Stapels ongesorteerd papier, de kaart van Gotland die hem voortdurend een slecht geweten bezorgde als hij al die kleine gemeenten zag waar ze bijna nooit kwamen.

Gotland was weliswaar het grootste eiland van Zweden, maar de afstand tussen de meest noordelijke punt van Fårö en Hoburgen in het uiterste zuiden was nog niet eens 180 kilometer en de maximale breedte van het eiland was nauwelijks 50 kilometer. Zo bekeken zouden we meer moeten doen, dacht Johan. We zouden er meerdere delen van het eiland bij moeten betrekken.

Als verslaggever van Regionalnytt in Stockholm, met Gotland als zijn hoofdverantwoordelijkheid, was hij door de wol geverfd na al die jaren dat hij onder tijdsdruk en met weinig financiële middelen had gewerkt. Hoewel het absoluut was verbeterd. Het stoffige hok waarin de redactie in het begin was ondergebracht was vervangen door het frisse en moderne tv- en radiogebouw, op tien minuten loopafstand van het centrum. De vertrekken waren functioneel, maar ze moesten hun routines aanpassen. Gestructureerder, doelbewuster worden, een bewuste strategie voor hun werkwijze hebben. Nu was het meestal nattevingerwerk. Meestal besloten hij en zijn cameravrouw Pia Lilja zelf welke onderwerpen ze zouden aanpakken, maar aangezien zij met z’n tweeën de redactie vormden was het moeilijk om voldoende tijd vrij te maken voor research. De hoofdredacteur in Stockholm, Max Grenfors, wilde dat ze in een gestage, nooit opdrogende stroom een reportage per dag zouden leveren zodat de uitzendingen zonder problemen gevuld konden worden. Het liefst reportages van zo’n twee minuten, met een goede balans tussen nieuwswaarde en banaliteit, want hoe verder je van Stockholm vandaan was, hoe kleiner de belangstelling werd. Volgens hem. Hoe vaak had Johan geen ruzie gemaakt met Max Grenfors om zijn belangstelling voor de problemen op Gotland te wekken – plattelandsproblemen weliswaar, maar problemen die ook in een groter verband geplaatst konden worden.

Hij ging achter zijn computer zitten. Ze hadden een zeer actueel onderwerp dat ook in Stockholm speelde en zelfs in de rest van het land: het toenemende geweld onder jongeren. Hij klikte een foto van een zestienjarige jongen tevoorschijn die het hele scherm vulde. Alexander Almlöv, ’s avonds laat zwaar mishandeld voor een jongerendiscotheek in Visby. Zo zwaar mishandeld dat hij in coma lag op de Intensive Care van het Karolinska-ziekenhuis en nog steeds, twee weken na de noodlottige nacht, tussen leven en dood zweefde. Hij was samen met een schoolkameraad betrokken geraakt bij een ruzie voor de discotheek Solo Club bij Skeppsbron, die een speciale avond voor middelbare scholieren had georganiseerd. Honderden jongeren van het hele eiland waren daarnaartoe getrokken, en hoewel er binnen geen alcohol werd geschonken aan jongeren onder de achttien, werd er buiten op straat flink van de meegebrachte zelfgestookte drank gedronken. Het was allemaal begonnen met een ruzie in de discotheek, die escaleerde toen de betrokkenen er door de portiers uit werden gegooid en anderen zich ermee gingen bemoeien. Het einde was dat Alexander tot in de haven achterna werd gezeten en daar meedogenloos in elkaar werd geslagen achter een container. Hij was geschopt en geslagen, zowel tegen zijn hoofd als tegen zijn lichaam. Nadat hij het bewustzijn had verloren werd hij aan zijn lot overgelaten. Een paar vrienden gingen hem zoeken en vonden hem enkele minuten later. Dat had waarschijnlijk zijn leven gered. Als dat tenminste gered was. De afloop was nog steeds onzeker.

De laatste jaren was het aantal gevallen van mishandeling onder jongeren opmerkelijk gestegen, en de mishandelingen waren steeds gewelddadiger geworden. Er werden steeds vaker wapens gebruikt: messen, knuppels en soms zelfs schietwapens. Johan wilde een verslag maken over het toenemende geweld en de mogelijke oorzaken daarvan. Vechtpartijen tussen jongeren vonden anders vooral in de zomer plaats, wanneer het eiland werd overspoeld door toeristen. Visby was populair onder jongeren vanwege het zonnige weer, de lange zandstranden en het uitgaansleven.

‘Hoi.’

Slaperig keek hij op van zijn krantenknipsels. Hij had niet gemerkt dat Pia Lilja was binnengekomen.

Met een langgerekte geeuw ging ze tegenover Johan achter haar bureau zitten en zette haar computer aan.

‘Wat een ellende om op zondag te moeten werken. Is er überhaupt iets te doen?’

‘Geen klap, zoals het er nu naar uitziet. Ben je moe?’

Ze keek hem aan met haar zwaar opgemaakte ogen. Haar blik was spottend.

‘Ja, ik heb vannacht niet zoveel slaap gehad.’

‘Heb je een nieuwe aan de haak geslagen?’

‘Dat zou je wel kunnen zeggen.’

Pia Lilja had eigenlijk altijd iets aan de haak. Haar honger naar mannen leek onverzadigbaar, en die liefde werd van de kant van de mannen beantwoord. Pia was zesentwintig jaar, lang en slank, en haar zwarte haar piekte alle kanten op. In haar neus en haar navel had ze een aantal piercings, die versierd waren met verschillende gekleurde steentjes, en haar oogmake-up was, zonder te overdrijven, kleurrijk. Nu blonken de oogleden turkoois.

Hij was blij dat ze nooit had geprobeerd hem te versieren – hij zou toch geen interesse hebben gehad. Toen zij collega’s werden had Johan Emma Winarve al leren kennen, zijn grote liefde en tegenwoordig zelfs zijn vrouw.

‘Iemand die ik ken?’ vroeg hij.

‘Ik denk het niet. Hij is schapenboer in Sudret. Een echte kluizenaar. Maar knap en sexy. Enorme spierbundels en onverzadigbaar.’

Haar blik werd dromerig.

‘Hoe heb je hem leren kennen?’

‘Op een vroege ochtend reed ik langs zijn boerderij en in een van zijn weilanden stonden honderden lammeren in de ochtendnevel. Het was werkelijk onweerstaanbaar. Ik moest gewoon stoppen en foto’s nemen. En toen kwam hij vanuit de mist aanlopen als een echte sprookjesfiguur. Maar jij dan? Heb je een kater? Je bent gister toch naar een feest geweest? Was het leuk daar bij de high society?’

Al sinds hij de uitnodiging voor de opening van het congrescentrum had aangenomen, had ze hem ermee geplaagd.

‘Ja hoor. Prima. Gratis champagne en lekker eten. Wij jonge ouders gaan niet zo vaak uit, dus moeten we gebruikmaken van de gelegenheden die zich voordoen.’

‘Je bent verdomme journalist – je moet onafhankelijk zijn,’ zei Pia verontwaardigd, en ze maakte een gebaar met haar lange armen. ‘Wat gebeurt er als blijkt dat de eigenaren van dat rottige consortium, of wie of wat er nu ook maar achter dat project zit, met belastinggeld hebben gesjoemeld? Of dat delen van het congrescentrum zonder bouwvergunning zijn gebouwd? Of dat hij, die maffiafiguur die het feest heeft georganiseerd, Algård, illegaal gestookte drank aan jongeren in zijn discotheek heeft verkocht, of heeft gedeald?’

‘Ik hoop dat ik die zaken gescheiden kan houden.’

Johan glimlachte flauwtjes. Natuurlijk had hij zijn twijfels gehad. Een handvol verslaggevers was uitgenodigd voor de feestelijke opening, en hij hoorde daar ook bij. Hij voelde zich kinderachtig gevleid toen hij de uitnodiging had gekregen en tegelijkertijd schaamde hij zich omdat hij zich bereidwillig liet trakteren door het establishment dat hij kritisch volgde. Maar je kunt toch niet voor alles bedanken omdat je journalist bent, had Emma geredeneerd toen hij zijn uitnodiging met haar had besproken. Zou een enkel feest werkelijk invloed hebben op zijn werk? Als volgende week bleek dat de burgemeester had geknoeid met dranknota’s, zou hij er dan niet over berichten omdat hij op dat feest was geweest? Ja, natuurlijk wel. En bovendien, was Emma verdergegaan, is het toch ook goed om je als journalist op dit soort gelegenheden te laten zien? Om een beeld van de mensen te krijgen, contacten te leggen. Dat hij met bepaalde personen omging, betekende nog niet dat het zijn beste vrienden waren.

Hij was gegaan, maar het kwam niet helemaal overeen met zijn onderbuikgevoel. Zou hij werkelijk afstand kunnen bewaren? Als je mensen privé zag, zou dat vroeg of laat gevoelens kunnen oproepen die het beeld vertroebelden. Om dat risico te minimaliseren zou hij waarschijnlijk elk contact met dat soort types moeten vermijden. Pia had wel gelijk, maar omdat ze zo’n plagerige toon had aangeslagen wilde hij niet toegeven dat hij het diep vanbinnen eigenlijk met haar eens was. Daarom begon hij maar over iets anders.

‘Trouwens, wat het werk betreft: ik vind dat we een paar verslagen over het geweld onder jongeren moeten maken. Mocht er toch nog van ons een verslag voor de late uitzending nodig zijn dan kunnen we altijd iets doen over de zaak-Alexander. Zijn toestand is weliswaar onveranderd, maar we kunnen met jongeren gaan praten over het afgelopen weekend. Volgens de dienstdoende agent is het relatief rustig geweest in de stad. Waarschijnlijk zijn dat de naweeën van de mishandeling. Trouwens: Alexander is gewoon een van de velen, ook al is hij dan bijzonder hard getroffen.’

Hij graaide een map van de stapel op zijn bureau en reikte hem Pia aan.

‘Ik heb in het laatste jaar op Gotland vijfenveertig gevallen van mishandeling gevonden waarbij jongeren betrokken waren. Tot nu toe is er nog niemand ernstig gewond geraakt, maar het lijkt een kwestie van tijd voordat het eerste dodelijke slachtoffer valt – mits Alexander het redt, bedoel ik.’

‘Ja, shit zeg,’ verzuchtte Pia. ‘Een paar neven van mij raakten afgelopen zomer betrokken bij een ruzie waarbij een jongen behoorlijk mishandeld werd. Hij moet ook op dit lijstje staan. De jongen bij het Östercentrum, als je je dat nog kunt herinneren?’

‘Help me even.’

‘Hij werd met ijzeren staven en knuppels geslagen, maar als ik het me goed herinner waren de klappen vooral op zijn lichaam gericht en niet op zijn hoofd. Mijn neven hadden niet direct iets met de ruzie te maken, maar ze hebben wel alles gezien. Ik vind het onbegrijpelijk dat mensen gewoon toekijken en niets doen.’

‘Ja, dat is merkwaardig. Het is moeilijk in te schatten hoe je zelf zou reageren. Dat is één aspect van het geheel. Een ander aspect dat volgens mij wordt vergeten, zowel in de discussie over het algemeen als in de discussie over het geweld onder jongeren, zijn de ouders. Waar zijn de ouders? Wat doen zij? Wat vinden zij? Hoe voelen ze zich? Wat is hun verantwoordelijkheid hierin? Wat doen zij om het geweld te stoppen? Zoals in het geval van Alexander bijvoorbeeld. Geen van de ouders heeft zich in de media uitgesproken, noch die van het slachtoffer, noch die van de daders; er zijn immers vijf personen aangehouden door de politie. Je zou denken dat er toch wel iemand is die iets wil zeggen.’

‘Zo vreemd is dat niet. Ze schamen zich natuurlijk. Je moet niet vergeten dat je op het kleine Gotland bent, waar iedereen elkaar kent, min of meer. Of iemand kent die iemand kent. Zo gemakkelijk is het niet om in het openbaar erover te praten dat je zoon iemand zwaar mishandeld heeft. Dat hij in het ergste geval misschien wordt aangeklaagd voor medeplichtigheid aan moord. Ze zijn toch in hechtenis genomen?’

‘Drie van hen. Twee zijn vanwege hun jonge leeftijd vrijgelaten in afwachting van het proces. Ze zijn nog maar vijftien.’

Ze werden onderbroken door de telefoon. De redacteur in Stockholm deelde hun mee dat ze naar huis konden gaan. De avonduitzendingen hadden al ruim voldoende materiaal.

Ze kregen het dringende verzoek hun mobiele telefoons niet uit te zetten voor het geval er toch iets zou gebeuren.