x

Meteen na zijn bezoek aan Veronika Hammar belde Knutas Karin. Het werk ging gewoon door en zijn aanwezigheid was voorlopig niet nodig. Hij besloot zijn auto op te halen bij het politiebureau en naar het zuiden te rijden om een kijkje te nemen bij het afgebrande zomerhuisje bij Holmhällar. Het technisch onderzoek was afgerond en daaruit was niets nieuws naar voren gekomen, behalve dat ze nu zeker wisten dat de brand inderdaad was aangestoken. Waarschijnlijk was het vuur in de keuken begonnen, wat betekende dat de dader in het huisje was geweest.

Het frustreerde Knutas dat ze geen enkel spoor van een verdachte hadden. De schaduw van de dader danste voor zijn ogen zonder dat hij de bewegingen kon duiden. Het patroon ontbrak. Eerst een gifmoord die naar alle waarschijnlijkheid een vergissing was, daarna een mislukte poging tot moord door brandstichting. Ze hadden niet met een geroutineerde of scherpzinnige moordenaar te maken. De omstandigheden wezen eerder op een persoon die vanuit emotie handelde, iemand die een sterke persoonlijke band met Veronika Hammar had. Misschien een van de kinderen, dacht hij. Of iemand die wij niet kennen. Hij moest eerst nog een keer met haar praten. Daarna met de kinderen. Het liefst wilde hij hen alle vier persoonlijk ontmoeten. Simon nam nog steeds de telefoon niet op en Mats en Mikaela waren nog niet terug van hun reis.

Knutas reed over de kustweg naar het zuiden. Het mooie weer gaf aan dat de zomer in aantocht was. De berken hadden al lichtgroene muizenoortjes en langs de kant van de weg kwamen de voorjaarsbloemen al op.

Toen hij de afslag naar Holmhällar naderde, moest hij aan Sten Bergström denken. Was hij nog een keer verhoord? Dat moest hij niet vergeten te checken bij Rylander. Viktor Algårds oude concurrent woonde maar enkele kilometers van het zomerhuisje vandaan. Toeval? Bergström had misschien nog meer lijken in de kast, naast al het gedoe over zijn bedrijf. Hij was net zo oud als Veronika Hammar, en hier op het platteland praktisch haar buurman. Tijdens het verhoor hadden Karin en hij zich beperkt tot de ruzie over de bedrijven van Algård en Bergström. Maar misschien zat er iets heel anders achter.

Er was nog iemand die maar in zijn achterhoofd bleef hangen, namelijk Algårds weduwe, Elisabeth Algård. Vrijwel meteen na het eerste verhoor had hij haar van zijn lijst met potentiële moordenaars geschrapt. Ze had weliswaar een alibi voor de brand, maar had hij haar niet wat te snel uit zijn gedachten gezet? Hij was zich er wel degelijk van bewust dat het funest kon zijn om zich in het begin van een onderzoek maar op één enkel spoor te richten.

De politie in Stockholm had eindelijk Veronika Hammars zoon Simon te pakken gekregen en verhoord, maar dat had niets bijzonders opgeleverd, behalve dat ze de indruk hadden gekregen dat hij te zwak en te labiel was om een moord te plegen. Dat was ook een manier om het te bekijken, dacht Knutas sarcastisch. Meestal is het net andersom. Mensen moorden juist omdat ze psychisch labiel zijn.

Voor Holmhällars Pensionat sloeg hij een bosweggetje in. Het gebied rondom het zomerhuisje was nog steeds afgezet.

Een hele tijd liep hij rond tussen de rommel op Veronika Hammars erf. De door brand aangetaste aarde was het enige wat er nog op wees dat het huisje hier had gestaan. Hij keek in de richting van de zee, die verderop lag. Vanaf deze plek kon hij die niet zien, maar hij hoorde het geruis. In deze omgeving probeerde hij het beeld van Veronika Hammar op te roepen. Hij zag haar verwrongen gezicht voor zich tijdens haar uitbarsting in het ziekenhuis. Een psychisch labiele vrouw. Onberekenbaar en misschien gevaarlijk. Zat ze er misschien zelf achter? Terwijl hij tussen de verkoolde resten van het huisje liep, speelde hij met die gedachte. De moord op Viktor Algård zou heel goed door een vrouw gepleegd kunnen zijn. Voor een gifmoord was geen fysieke kracht vereist en het was een snelle, niet bloederige en effectieve methode.

Veronika Hammar had op z’n zachtst gezegd een gecompliceerde relatie met haar kinderen. Andere intieme relaties leek ze niet te hebben. Haar ouders waren dood, evenals haar vorige echtgenoot, de vader van drie van haar kinderen. De vader van de oudste zoon, Mats, was niet bekend, had Karin ontdekt toen ze de familieverhoudingen had uitgezocht. Veronika Hammar was op het feest geweest en had korte tijd een relatie met het slachtoffer gehad. Haar atelier lag aan hetzelfde binnenplaatsje waar Viktor Algård zijn pied-à-terre had gehad. Ze was op de plaats delict geweest, ze hadden haar vingerafdrukken gevonden. Het voorval met het drankje kon in scène zijn gezet. Weliswaar had de barkeeper bevestigd dat een man haar het drankje had aangeboden, maar Veronika Hammar kon heel goed zelf iemand hebben gevraagd om dat te doen en vervolgens het drankje hebben geprepareerd.

Een mogelijk motief was er ook. Misschien was Viktor Algård teruggekrabbeld en had hij besloten om bij zijn vrouw te blijven. Het zou Knutas niet verbazen als er jaloezie achter de moord zat. Zo vreemd was moord uit jaloezie niet.

Een razende, afgewezen, gekwetste en gegriefde vrouw die bovendien psychisch labiel was, was tot heel wat in staat. Zo iemand kon echt gevaarlijk worden.

Hij liet zijn blik over de ravage glijden. Was Veronika Hammar zo ver gegaan dat ze het huisje had opgeofferd om de politie op een dwaalspoor te brengen?

De vragen hoopten zich op in zijn hoofd.

Moedeloos liep hij terug naar de auto.