59

In de week daarna ging Julia elke dag bij Lidia op bezoek. Ze praatten urenlang en kwamen steeds meer over elkaars leven te weten. Julia hoorde hoe Lidia haar man had geholpen een kleine zijdeweverij uit te bouwen tot een miljoenenbedrijf dat over de hele wereld exporteerde. Lidia’s ontwerpen en ongebruikelijke kleurenschema’s waren hun tijd ver vooruit geweest en bleken erg populair in het Westen. Haar woningtextielstoffen sierden de prachtigste huizen overal op de wereld.

‘Natuurlijk bood het bedrijf me dat wat ik het liefst wilde… de gelegenheid om te reizen,’ voegde Lidia eraan toe. ‘Ik heb het verkocht toen mijn man overleed en nu ben ik een heel rijke vrouw… maar ik moet zeggen dat ik de opwinding ervan wel mis.’

‘Bent u ooit in Engeland geweest?’ vroeg Julia.

‘O ja, en ik logeer altijd in het Oriental in Knightsbridge. Ze geven me een leuke korting! Maar,’ zei ze, onwillekeurig huiverend, ‘ik hou niet van het Engelse weer. Harry noemde me een kasplantje en hij had gelijk: ik had daar niet kunnen wonen. Daarom kom ik altijd terug naar mijn eigen land. Dit land, dit kleine huis waar ik eerst met mijn echtgenoot woonde… dit is waar ik thuishoor.’

‘Ik wou dat ik wist waar ík thuishoorde,’ zei Julia weemoedig.

Lidia klopte op haar hand. ‘Julia, Ka, je staat op een punt dat veel mensen bereiken; waar alle richtingwijzers die je vertellen welke kant je op moet zijn verdwenen.’

‘Precies,’ gaf Julia toe, en ze bedacht hoe zuiverend deze dagen waren geweest nadat ze had geleerd Lidia te vertrouwen en ze haar hart voor haar had opengesteld. De zachtmoedige, wijze woorden van de oude dame hadden haar getroost en opgebeurd. ‘Ik zal Kit voor de rest van mijn leven missen, maar ik zie gewoon geen weg terug naar hem. Hij zou het gevoel hebben dat hij me nooit meer kon vertrouwen. Ik moet op de een of andere manier een nieuwe richtingwijzer zien te vinden en die volgen.’

‘Maak je geen zorgen, Julia. Ik weet dat je die al in je hebt. Misschien heb je alleen wat hulp nodig om hem te kunnen zien,’ zei Lidia glimlachend.

‘Ik hoop maar dat u gelijk hebt,’ antwoordde ze triest.

Julia wist dat er een einde moest komen aan haar tijd in Bangkok en dat ze moest beslissen waar ze daarna naartoe zou gaan, dus die avond boekte ze een vlucht naar Parijs voor de volgende dag. Olav was daar een paar dagen en ze wilde haar toekomst met hem bespreken. Ze maakte zich ook een beetje zorgen – omdat ze hier geen piano tot haar beschikking had – dat haar vingers stijf geworden waren, wat zonde zou zijn van de vooruitgang die ze de afgelopen maanden had geboekt. In Parijs kon ze een oefenruimte huren en de verloren tijd inhalen.

Omdat ze niet weer in haar eentje op het terras wilde dineren, bestelde Julia haar avondeten via roomservice en at ze op haar balkon. Ze keek naar het komen en gaan van boten op de rivier en ze genoot voor het laatst van het mooie uitzicht bij avond. Ze wist dat ze de rust zou missen die ze in Thailand voelde; de rust van de mensen en van de plek zelf. Maar zelfs Lidia, met alle ervaring van haar tachtig levensjaren, kon haar niet laten zien waar ze de volgende steek in haar eigen wandtapijt moest borduren. Dat was iets waar Julia zelf achter moest zien te komen.

Ze bracht haar laatste middag door aan het zwembad, waar de meeste bedienden haar inmiddels bij haar naam kenden. Ze had Lidia gebeld om te zeggen dat ze zou vertrekken en Lidia had erop gestaan naar het hotel te komen voor een afscheidsetentje. Ze zou er om zeven uur zijn en Julia moest om halftien naar het vliegveld vertrekken.

Om zes uur ging Julia douchen, daarna pakte ze de rest van haar spullen in en verliet haar kamer. Toen ze langs de Bamboo Bar naar het terras liep voor het etentje, begroette Thanadol haar met zijn gebruikelijke glimlach.

‘Goedenavond, Khun Julia, hoe voelt u zich vanavond?’

‘Verdrietig,’ bekende ze terwijl ze hem over het terras volgde. ‘Het is mijn laatste avond hier. Is mijn grootmoeder er al?’

‘Nee, ze is er nog niet. Ze heeft gevraagd of u hier op haar wilt wachten.’ Thanadol wees naar een tafel die al bezet was.

Toen ze dichterbij kwamen, herkende Julia de gestalte aan de tafel.

En haar hart begon te bonken in haar borst.

Hij voelde haar aanwezigheid en draaide zich om.

‘Hallo, Julia.’

‘Hallo, Kit.’ Haar stem leek niet meer de hare.

Hij glimlachte en wees naar de stoel tegenover hem. ‘Wil je niet gaan zitten?’

‘Maar… wat ter wereld…?’

‘Alsjeblieft, ga in hemelsnaam zitten, dan leg ik het je uit.’

Julia deed dat abrupt, omdat ze het gevoel had dat ze anders door haar benen zou zakken.

‘Kijk eens aan.’ Kit zette een glas rode wijn voor haar neer. ‘Drink maar op. Ik wil niet dat je flauwvalt van de schrik.’

Julia nam een flinke slok wijn. ‘Wat doe je hier?’ wist ze uit te brengen.

‘Ach, je weet hoe dat gaat: ik dacht in een opwelling, laat ik eens naar de andere kant van de wereld vliegen om Bangkok te bezoeken,’ antwoordde hij met lachende ogen. ‘Wat denk je nou zelf dat ik hier doe, Julia? Ik kom voor jou natuurlijk.’

‘Hoe wist je dat ik hier was?’

‘Ik hoef niet bepaald Interpol op de zaak te zetten als ik je wil vinden, Julia. Ik bedoel, je zus woont praktisch bij me om de hoek,’ zei Kit grinnikend. ‘Maar eerlijk gezegd was het Lidia die me heeft ingelicht over je verblijfplaats. Ze belde me op en stelde voor dat ik hiernaartoe kwam voor jij weer ergens anders heen vloog. En maar net op tijd, kennelijk. Ik hoop dat je er geen bezwaar tegen hebt.’

De luchtigheid waarmee Kit de situatie aanpakte, maakte haar meteen weer precies duidelijk hoe hij was. Julia glimlachte. ‘Nee, natuurlijk niet.’

‘Mag ik dan misschien nog een stap verdergaan en vragen of je ook blij bent me te zien?’

‘Ja, dat ben ik.’

‘Poeh!’ Kit wreef theatraal over zijn voorhoofd. ‘Lidia verzekerde me dat je blij zou zijn, maar ergens boven de Himalaya brak het koude zweet me ineens uit en vroeg ik me af of het niet gewoon de vreemde gril van een oude vrouw was, een soort herbeleving van haar fantasie. Wat natuurlijk nog steeds het geval kan zijn. Er zijn nogal wat overeenkomsten tussen haar vroegere en onze huidige situatie.’

Julia speelde met haar glas en bestudeerde het aandachtig. Haar hart klopte zo snel dat ze buiten adem leek te zijn. ‘Ik weet het.’

‘Niet echt iets voor mij om een vrouw die me in de steek heeft gelaten over de halve wereld te achtervolgen. Maar onder de omstandigheden besloot ik dat je de gok wel waard was.’

Julia hief haar hoofd op. ‘Kit, ik wilde je niet in de steek laten, ik…’

Kit drukte teder een vinger tegen haar lippen. ‘Ik plaag je maar, Julia, je hoeft er verder niets over te zeggen. Lidia heeft me in haar rol als goede fee alles uitgelegd. En toen zwaaide ze met haar toverstafje en lag er op Wharton Park een eersteklasticket naar Bangkok op de mat. Geen retourtje, moet ik erbij zeggen, dus als je wilt dat ik wegga, zul je me even wat moeten lenen.’

‘O, Kit…’ Julia’s ogen vulden zich met tranen toen ze zich realiseerde dat Lidia tot het uiterste was gegaan om een nieuwe richtingwijzer voor haar neer te zetten. ‘Sorry,’ zei ze en ze veegde snel een traan van haar wang.

‘Dat hoeft niet. Het was niet bepaald een beproeving, vooral niet in de eerste klas… maar bovenal omdat ik nou eenmaal van je hou.’

‘Ik hou ook van jou,’ fluisterde Julia.

Kit kwam dichterbij en bestudeerde haar gezicht. ‘Vertel me nou niet dat dat werkelijk een steelse gesproken bekentenis was van het feit dat je misschien mijn gevoelens beantwoordt.’

‘Ja, dat was het wel.’ Julia glimlachte.

‘Juist.’ Het was Kits beurt om omlaag te kijken, omdat hij plotseling niet meer wist wat hij moest zeggen. ‘Is het echt waar, Julia?’ vroeg hij toen zacht.

‘Ja, Kit, het is echt waar. Ik hou… verschrikkelijk veel van jou en elke dag sinds ik je voor het laatst zag heb ik me ellendig gevoeld.’

‘Dus je ouwe Thaise omaatje is niet het gekke oude mens dat ik dacht dat ze was,’ antwoordde hij vol ontzag.

‘Nee, dat is ze niet. Ik kan je verzekeren dat ze ze nog alle vijf heel goed op een rijtje heeft.’

‘Anders dan ik,’ bekende Kit, ‘die net als een idioot de wereld over is gevlogen, zonder te weten wat voor reactie ik kon verwachten. Tot nu toe,’ voegde hij er zacht aan toe. Hij pakte haar hand vast en Julia liet hem gewillig begaan. ‘Ik heb een hekel aan clichés, maar mijn god, wat zie je er vanavond geweldig uit, liefste,’ fluisterde hij. ‘En ik geloof niet dat ik ooit van mijn leven zo blij ben geweest om iemand te zien.’

Hij kuste haar vol op de mond en Julia reageerde met dezelfde hartstocht.

‘Nu ik je toch hier bij me heb, en voor het geval je weer mocht verdwijnen, dacht ik dat ik het maar het beste helemaal af kon handelen en je vragen of je misschien met me wilt trouwen.’ Kit gebaarde naar hun omgeving. ‘Gezien de voorgeschiedenis kan ik me geen mooiere plek voorstellen om je te vragen.’

‘O, Kit, ik zou dolgraag ja zeggen,’ zei Julia, grinnikend om hoe belachelijk dit zou gaan klinken, ‘dat wil zeggen, zodra ik gescheiden ben!’

‘Ah, dat staat niet echt in het script, is het wel? Maar ach, niets is volmaakt.’ Hij glimlachte en wreef zijn neus tegen de hare.

Hun vingers omstrengelden elkaar.

‘O, ik heb trouwens een cadeautje voor je gekocht.’

‘Echt waar?’ zei Julia.

‘Ja.’

Kit stak zijn hand onder zijn stoel, haalde een vreemd uitziende zwarte plant tevoorschijn en zette die voor haar neer. ‘Daar. Die is voor jou.’

Julia bestudeerde de inktzwarte bloemblaadjes vol verbazing. ‘Ik dacht niet dat er zwarte orchideeën te krijgen waren?’

‘Dat is ook niet zo. God is daar nooit aan toegekomen, dus heeft Kit Hem een handje geholpen. Maak je geen zorgen, schat, je hoeft er alleen maar water overheen te gieten. Dan krijgt hij weer de prachtige roze kleur die hij had voor ik hem ging verven.’ Hij wees naar de kleine papierrol die aan de zijkant in de pot stak. ‘Die fabel zal het uitleggen. Alles bij elkaar genomen vond ik het nogal toepasselijk.’

Julia wilde de papierrol pakken, maar Kit weerhield haar daarvan. ‘Lees het straks maar, mijn eigen kasplantje, en haal je als je dat gedaan hebt alsjeblieft niets in het hoofd. Denk erom dat dit het nieuwe millennium is en dat de regels wat het gedrag van mannen en vrouwen betreft helemaal veranderd zijn. Eén uitgezonderd,’ voegde hij er even later aan toe.

‘En dat is?’

Kit keek haar in de ogen en antwoordde simpelweg: ‘Liefde.’