12

Olivia’s grootmoeder Lady Vare en haar ouders waren overeengekomen dat Olivia voor de duur van het Seizoen in Londen zou gaan wonen. Hun huis in Surrey was niet geschikt om daarvandaan een debutante te introduceren, omdat het te ver van de pracht en praal van de plaats van handeling, Londen, verwijderd was. Dus arriveerde Olivia twee weken nadat ze van Wharton Park was vertrokken met haar koffers in haar grootmoeders huis aan Cheyne Walk.

Het huis stamde uit een ander tijdperk: het stond vol met victoriaanse meubels en was gestoffeerd met zware brokaten gordijnen en sterk gedessineerd William Morris-behang. Olivia vond het benauwend en was blij dat ze haar eigen kleine suite hoog op de vierde verdieping had, waar het tenminste wat lichter was. ’s Morgens deed ze de gordijnen en de ramen open en keek uit over de Theems om althans iets van het gevoel van claustrofobie kwijt te raken.

Het eerste wat moest gebeuren om het proces in gang te zetten dat naar haar introductie als debutante leidde, was dat ze zich liet inschrijven in het register van St.-James’ Palace. Meisjes konden alleen aan het Hof geïntroduceerd worden als ze werden gesteund door een dame die zelf ook was geïntroduceerd. Omdat Olivia’s moeder ook debutante was geweest, had ze heel goed Olivia kunnen ondersteunen, maar daar wilde Lady Vare niets van weten. Uiteindelijk zwichtte Olivia’s moeder voor háár moeders vastberadenheid om het heft in handen te nemen, en trok ze zich terug in haar huis in Surrey en liet de hele organisatie van Olivia’s Seizoen aan haar grootmoeder over.

Tussen de eindeloze pasbeurten bij de naaister door werd Olivia grotendeels aan haar lot overgelaten. Wat inhield dat ze veel te veel tijd had om aan Harry Crawford en haar bezoek aan Wharton Park te denken. De twee dagen die ze daar had doorgebracht hadden in haar herinnering bijna iets van een droombeeld gekregen. Ze herbeleefde haar gesprekken met Harry en koesterde het feit dat hij haar op intellectueel gebied als een gelijke had behandeld. Dat vormde een sterk contrast met haar leven in Londen, waar ze het gevoel had niet veel meer dan een pop te zijn die mooi werd aangekleed. Ze wist dat wanneer het Seizoen eenmaal was begonnen, ze een drukke agenda zou hebben met de slopende reeks bals, lunches en etentjes waar ze heen zou moeten en die allemaal tot doel hadden haar te introduceren in de hogere kringen en een geschikte partner voor haar te vinden.

De onrechtvaardigheid van al die overdaad – al het gefeest – tegen een achtergrond van werkloosheid, armoede en onrust, ging niet aan Olivia’s aandacht voorbij. Wanneer ze in haar grootmoeders oude Bentley door Londen werd rondgereden, keek Olivia uit de raampjes naar de arme zielen die op straat leefden en hun handen warmden aan armzalige vuurtjes; naar de mannen die langs het parlementsgebouw marcheerden met hun spandoeken waarop ze hulp vroegen aan de regering om hun kinderen eten te kunnen geven omdat die dreigden te verhongeren.

Ze voelde zich geïsoleerd door haar privileges en geen deel van de veranderende tijdgeest; ze zat gevangen in de oude wereld, terwijl ze bij de nieuwe wereld wilde horen. Ze maakte soms een wandeling over de Embankment en gooide dan muntjes omlaag naar de dakloze mannen en vrouwen die onder de bruggen zaten te rillen. Dan schaamde ze zich voor haar warme en comfortabele, dure kleren.

Op een middag, toen ze net naar Lenare was geweest zodat de beroemde fotograaf haar in haar traditionele witte debutantenjurk kon fotograferen, werd er op Olivia’s deur geklopt. Het was het dienstmeisje van haar grootmoeder.

‘Mevrouw vraagt of u zo vriendelijk wilt zijn beneden in de salon thee met haar te komen drinken.’

Toen Olivia de kamer binnen kwam, zat Lady Vare stijf rechtop in haar leren stoel met hoge rugleuning bij het vuur.

‘Ga alsjeblieft zitten, Olivia. Omdat je introductie nadert wil ik het even met je hebben over de mensen die je tijdens het Seizoen kunt ontmoeten. Vroeger hoefde je voor niemand op je hoede te zijn, maar…’ zei Lady Vare, en ze trok vol walging haar neus op, ‘helaas zijn de normen veranderd en zijn er bepaalde… elementen die geen geschikt gezelschap zijn voor een jongedame zoals jij. De buitenlanders, om te beginnen, maar zij niet alleen. Ik heb onlangs een moeder gesproken wier dochter ook wordt geïntroduceerd en die ontdekt heeft dat er een bepaalde groep is die als ‘snel’ wordt gezien. En, Olivia,’ zei ze, en ze stak streng haar vinger op naar haar kleindochter, ‘ik wil dat je bij hen uit de buurt blijft.’

‘Maar, grootmoeder, waar herken ik hen aan?’ vroeg Olivia met grote, onschuldige ogen.

‘Ze gebruiken lippenstift en roken sigaretten.’

Olivia moest haar best doen om niet te giechelen. Naar de blik in haar ogen te oordelen had Lady Vare evengoed kunnen zeggen dat de meisjes messen in hun handtasjes hadden zitten.

‘Ik zal erop letten, grootmoeder, dat beloof ik, en ik hoop dat u trots op me zult kunnen zijn.’

Lady Vare knikte minzaam. ‘Daar ben ik van overtuigd, Olivia. En nu moet je me excuseren, ik heb nog wat zaken af te handelen.’

Toen Olivia die avond naar bed ging, wenste ze dat de komende drie maanden snel voorbij zouden zijn, zodat ze eindelijk weer verder kon met haar leven.

De avond van de introductie verliep vlot en was zelfs veel leuker dan Olivia ooit had kunnen denken. Toen ze over the Mall naar Buckingham Palace werd gereden, stonden er menigten langs de weg en honderden mensen rond de hekken van het paleis. De menigten bliezen haar kussen toe, vroegen de chauffeur de binnenverlichting van de auto aan te doen zodat ze haar jurk konden zien, ze juichten Olivia toe en wensten haar geluk. Het verbaasde haar dat ze haar niet leken te benijden om haar bevoorrechte positie.

Haar eigen auto volgde de lange rij die het binnenplein van Buckingham Palace op reed. Haar grootste zorg, toen ze langs de paleisbedienden met hun gepoederde pruiken de grote trap op liep, was dat haar witte jurk en lange glacéhandschoenen vies zouden worden. Ook al vond ze de introductie een relatief onbelangrijk moment in haar leven, ze kon de vlinders in haar buik maar niet kwijtraken toen ze in de antichambre stond te wachten tot het haar beurt was om aan de koning en koningin te worden voorgesteld.

‘Dit is een giller, als je het mij vraagt!’ zei een knappe jonge vrouw met zwart haar die achter haar stond. Ze was zo mager als een lat en droeg wat Olivia’s grootmoeder ongepaste lippenstift zou noemen. ‘Welk nummer heb jij?’

‘Ik heb nummer zestien.’

‘Dan ben ik na jou. Is dit geen slaapverwekkend gedoe?’ zei nummer zeventien lijzig en ze keek er verveeld bij. ‘Zo volstrekt passé.’

Olivia wilde met haar instemmen, maar omdat ze binnen twee minuten de troonzaal zou moeten betreden, negeerde ze het meisje en probeerde ze zich te concentreren op wat ze moest doen.

Naderhand was iedereen veel meer ontspannen. Olivia’s introductie was vlot verlopen. Ze was niet voor de voeten van de koning en koningin, of op weg naar hen toe, gestruikeld of gevallen. De meisjes babbelden en deden zich te goed aan een door Lyons verzorgd feestmaal. Ze leken elkaar allemaal te kennen en Olivia bleef aan de kant staan; ze voelde zich slecht op haar gemak en een buitenbeentje.

‘Kop op, het is bijna voorbij,’ fluisterde iemand naast haar. ‘We hebben elkaar eerder ontmoet. Ik ben Venetia Burroughs, en hoe heet jij?’

Het was nummer zeventien. ‘Olivia Drew-Norris,’ antwoordde ze.

‘Gossie, ik snak naar een saffie,’ zei Venetia. ‘Wanneer denk je dat ze ons laten gaan?’ Venetia schudde haar ravenzwarte haar naar achteren, dat niet zoals dat van Olivia en de meeste andere meisjes in een knot was opgestoken.

‘Ik heb echt geen idee. Ik zou wel op mijn horloge willen kijken, maar het is zo’n gedoe om die glacéhandschoenen uit te krijgen,’ antwoordde Olivia.

Venetia trok haar wenkbrauwen op. ‘O, hemeltje, ja.’ Ze keek de kamer rond en wees naar de meisjes. ‘We zien er allemaal uit als de bruiden van Dracula, vind je niet?’

Olivia giechelde. Ze wist dat Venetia een van de ‘snelle’ meisjes moest zijn voor wie haar grootmoeder haar had gewaarschuwd, en was geïntrigeerd.

‘O, verdorie! Ik pak er gewoon een.’ Venetia haalde een sigaret uit haar handtasje en stak hem op. ‘Goh, dat is beter,’ zei ze, en ze blies de rook demonstratief uit.

Olivia stond nerveus naast haar om zich heen te kijken en merkte dat de hoofden van andere meisjes in hun buurt zich omdraaiden naar de rook.

Venetia haalde theatraal haar schouders op. ‘Wat denk je dat ze zullen doen? Me arresteren en in de Tower gooien? De koning rookt zelf als een ketter. Wil je er ook een?’ Ze hield Olivia het doosje voor.

‘Nee, dank je. Ik niet.’

‘Keur je het niet goed of rook je niet? Nou,’ zei Venetia lijzig, ‘ik heb jou niet tijdens de voorbereidende theekransjes of lunches gezien. Waar kom je vandaan?’

‘India,’ zei Olivia.

‘Echt waar, wat vreselijk… exotisch.’ Ze bekeek Olivia van top tot teen. ‘Je bent ontzettend knap, weet je dat? Je zult dit Seizoen vast een goede vis aan de haak slaan als je dat wilt. Ik zou zeggen dat je tot de top vijf behoort.’

‘Ik weet niet zo zeker of ik dat wel wil,’ zei Olivia openhartig.

Venetia bekeek haar met hernieuwd respect. ‘O? Wat doe je hier dan?’

‘Hetzelfde als jij, neem ik aan,’ pareerde Olivia. ‘We doen wat onze moeders voor ons hebben gedaan en houden de traditie in ere.’

‘Inderdaad, inderdaad,’ zei Venetia goedkeurend, ‘maar ik ben van plan heel wat meer plezier te maken dan mijn moeder destijds was toegestaan. En net als jij sta ik ook niet te springen om te trouwen. Dus mijn motto is, als je er dan toch doorheen moet, probeer er dan zo veel mogelijk van te genieten. Vind je ook niet?’

Op dat moment voegde zich een heel mooi meisje met donker haar, sprankelende ogen en een jurk die eerder naar Parijse couture riekte dan naar de naaisters bij wie de meeste meisjes hun jurk hadden laten maken.

‘Lieve schat.’ Het meisje sloeg haar armen om Venetia heen. ‘Alsjeblieft, ik loop te snakken, wees lief en geef mij ook een trekje.’

‘Ga je gang, Kick, waarom rook je hem niet op?’

Olivia keek naar het grinnikende Amerikaanse meisje. ‘Dank je. Luister, ga je straks ook nog naar het Ritz? We vertrekken met een groepje over twintig minuten. Papa heeft gezegd dat hij ook nog zou komen.’

‘Misschien, Kick,’ zei Venetia nonchalant. ‘Ik kijk even wat er verder nog speelt.’

‘Oké, schat, tot de volgende keer.’ Kick trok een wenkbrauw op, draaide haar hoofd en wierp een blik op Olivia. ‘Wie is dit?’ vroeg ze, en ze klonk koninklijker dan de koning en koningin aan wie ze zojuist waren voorgesteld.

‘Olivia Drew-Norris. En ik denk,’ fluisterde Venetia samenzweerderig, ‘dat ze wel eens “een van ons” zou kunnen zijn.’

‘Good-oh.’ De erg Engelse uitspraak klonk vreemd uit een Amerikaanse mond. ‘Tot ziens, Olivia.’ En ze liep weg.

Venetia’s ogen volgden Kick door de kamer heen. Ook alle andere ogen leken haar te volgen.

‘Je weet toch wie dat is, of niet?’ vroeg Venetia aan Olivia.

‘Ja, ik herken haar uit de kranten,’ zei Olivia. ‘Ze heet Kathleen Kennedy.’

‘En ze is de ongekroonde koningin van het Seizoen, lieverd. Iedereen is dol op haar.’

‘Dat kan ik wel begrijpen,’ verzuchtte Olivia. ‘Ze is vreselijk knap.’

‘Én modern. Ze is als een frisse bries, en als ze je graag mag,’ zei Venetia met een kneepje in Olivia’s arm, ‘dan zal ze ervoor zorgen dat je een fantastisch Seizoen hebt. Je moet met Mup kennis komen maken. Zo noem ik mijn moeder, trouwens. Het is te saai om te vertellen waarom, maar ik denk dat je haar wel aardig zult vinden. Ga je morgen naar het bal van Tip Chandler in het Savoy?’

‘Ja, inderdaad,’ zei Olivia.

‘Dat wordt in elk geval leuk. Geraldo speelt er met zijn fantastische orkest. Dan maken we daar wel verdere plannen.’ Venetia knipoogde toen een ander meisje naar haar zwaaide. ‘Ik moet gaan, lieverd, moet mijn ronde doen. Tot morgen.’

Toen Olivia die avond thuiskwam voelde ze zich voor het eerst vaag opgetogen bij het idee aan het naderende Seizoen.