14

In Londen bestudeerde Olivia de uitnodiging voor het debutantenbal van Penelope Crawford met veel minder opwinding dan ze een paar weken geleden gevoeld zou hebben. In het begin had ze constant aan Harry Crawford gedacht, maar nu het Seizoen in volle gang was, werd Olivia meegesleurd op de golf van het hectische sociale circuit, of ‘circus’ zoals Venetia en de anderen het toepasselijk noemden.

Ze liep, nog slaperig, naar de eetkamer om met haar grootmoeder te ontbijten, de uitnodiging van Wharton Park in haar hand. Lady Vare zat aan haar gebruikelijke kop koffie na de maaltijd. Ze droeg haar cache-misère tulband en zat de Telegraph te lezen. Ze keek Olivia geërgerd aan.

‘Olivia, ik weet heus wel dat je het druk hebt, maar het is niet acceptabel om te laat te komen voor de maaltijden. Toen ik in jouw schoenen stond, leidde te laat komen voor het ontbijt ertoe dat ik tot de lunch honger leed.’

‘Sorry, grootmoeder,’ zei Olivia toen het meisje verdroogde eieren met spek voor haar neerzette. ‘Ik was gisteravond op het Henderson-bal. We zijn nog laat op de avond iets gaan eten bij Quaglino’s.’ Olivia keek naar het eten op het bord dat voor haar stond en wilde maar dat ze die laatste gin-vermout niet had genomen. Kleine hamers sloegen spijkers in haar slapen en ze wendde haar blik van de koude bacon af.

‘Het was drie uur toen ik je thuis hoorde komen,’ berispte Lady Vare haar streng. ‘Ik hoop, Olivia, dat je acht slaat op wat ik aan het begin van het Seizoen tegen je heb gezegd, en dat je je niet laat verleiden je bij de verkeerde groepen aan te sluiten.’

‘O nee, grootmoeder,’ loog Olivia. ‘Ik weet zeker dat u de mensen bij wie ik gisteravond was zou goedkeuren. John Cavendish was er, de markies van Hartingon, met zijn jongere broer Andrew.’ Olivia wist dat dit indruk op haar grootmoeder zou maken, omdat John Cavendish de erfgenaam van Devonshire Estate was, waartoe ook Chatsworth House behoorde. Ze vertelde er echter niet bij dat ze zo luidruchtig waren geweest dat de Maître d’ hun had gevraagd te vertrekken, of dat ze, toen ze giechelend als een stel schoolkinderen het restaurant hadden verlaten, het feest hadden voortgezet bij iemand thuis in Mayfair.

‘En heeft er al een jongeman bijzondere belangstelling voor je getoond?’ vroeg Lady Vare. De waarheid was dat er een hele stoet was geweest van wat haar grootmoeder ‘geschikte knapen’ zou noemen, die allemaal met Olivia hadden willen dansen, haar hadden uitgenodigd op hun feest en haar hadden gevraagd mee te gaan naar om het even welke nachtclub waar iedereen die avond na het bal naar toe ging. Maar zoals haar grootmoeder zelf al had opgemerkt, was het tegenwoordig allemaal anders. Tot haar nieuwe kringetje behoorden veel mannen, maar die zag ze allemaal als vrienden, niet als mogelijke echtgenoten. Met de dreiging van de oorlog beseften velen van hen dat als en wanneer het zover was, er een eind zou komen aan hun leven zoals ze dat kenden. En voor ze werden ingescheept naar een mogelijke dood, wilden ze elke dag leven alsof het hun laatste was.

Dat was natuurlijk geen antwoord dat ze haar grootmoeder kon geven.

‘Ja, er zijn diverse jongemannen die… geïnteresseerd lijken,’ zei Olivia terwijl ze haar onaangeroerde bord wegwuifde. Het dienstmeisje ruimde het op en gaf haar een kop koffie, waar ze zo’n behoefte aan had.

‘Mag ik ook vragen wie?’

‘O,’ antwoordde Olivia luchthartig, ‘Angus MacGeorge – hij bezit half Schotland en is vreselijk leuk – en Richard Ingatestone, zijn vader is iets heel hoogs bij de marine, en…’

‘Nou,’ onderbrak Lady Vare haar, ‘misschien zou het leuk zijn als je een van die jonge heren eens meebracht voor de thee, Olivia, zodat ik kennis met hen kan maken.’

‘Ik zal het hun vragen, grootmoeder, maar het is allemaal zo druk en iedereen is letterlijk al weken van tevoren volgeboekt.’ Ze stak haar uitnodiging omhoog en zei: ‘Volgende maand is er op Wharton Park een bal voor Penelope Crawford. Er is me een kamer voor de nacht aangeboden in het huis.’

‘Ik vond de bals op het platteland zelf vreselijk saai. Weet je zeker dat het de moeite waard is, Olivia, liefje? Penelope Crawford leent immers alleen maar het huis van haar oom voor de gelegenheid,’ merkte Lady Vare op. ‘Haar eigen familie heeft geen rooie cent te besteden. Charles, haar vader, is tijdens de wereldoorlog gestorven in een loopgraaf. Ik betwijfel of het erg druk zal worden.’

Olivia nipte van haar koffie. ‘Nou, grootmoeder, ik ben net na Kerstmis met papa en mama naar Wharton Park geweest en ik vond het erg mooi, dus vindt u het goed als ik ja zeg?’

‘Zolang het niet samenvalt met iets hier in de stad en je me de gastenlijst geeft ter controle, mag je erheen, ja.’ Lady Vare stond op van de tafel, haakte haar wandelstok van de tafelrand los en vroeg toen: ‘Ben je er met de lunch?’

‘Nee, ik heb een afspraak in het Berkeley en daarna moet ik de jurk gaan ophalen die vorige week gescheurd is. De naaister hoopt hem vanmiddag gerepareerd te hebben, zodat ik hem vanavond aankan.’

Haar grootmoeder knikte tevreden. ‘Dan zie ik je morgenvroeg aan het ontbijt,’ zei ze toen ze de kamer uit liep. ‘Op tijd, alsjeblieft.’

‘Ja, grootmoeder, natuurlijk,’ riep Olivia haar na. Opgelucht liet ze haar hoofd in haar handen zakken en masseerde ze haar slapen in een poging de hoofdpijn kwijt te raken.

In het begin had ze gedacht dat het een nadeel was dat ze haar moeder niet bij zich had om haar door het Seizoen heen te helpen, maar het feit dat haar grootmoeder te oud en te moe was om als haar chaperonne op te treden was een absolute zegen gebleken. Het betekende dat ze de volledige vrijheid had om te doen wat ze wilde, en met wie ze wilde. Hoewel de groep waarmee ze omging door haar grootmoeder beslist ongeschikt zou worden bevonden, had Olivia de tijd van haar leven.

Venetia had Olivia onder haar vleugels genomen. Ze waren goede vriendinnen geworden en Venetia had haar voorgesteld aan de interessantere deelnemers aan het huidige Seizoen. Hoewel ze de reputatie hadden ‘snel’ te zijn, waren de meisjes en jongemannen die ze kende beschaafd, intelligent en politiek bewust. De meesten van hen namen net als zij deel aan het Seizoen omdat ze moesten. Maar in plaats van tijdens de lunches en late diners de kleur van hun jurk voor het bal van de volgende avond te bespreken, mijmerden de meisjes vaak over wat ze met hun leven wilden doen. En dat hield niet per se op korte termijn een huwelijk of kinderen in, maar misschien een studie aan de universiteit of, als de oorlog roet in het eten gooide, een actieve rol daarin.

Olivia’s favoriete plek in Londen was Venetia’s ouderlijk huis aan Chester Square. Daar waren altijd allerlei bijzondere mensen te vinden, een selectie uit de kring van onconventionele intelligentsia waartoe Venetia’s ouders behoorden.

Venetia’s vader, Ferdinand Burroughs, was een bekende avantgardeschilder. Venetia’s moeder, Christina, een ‘Lady’ van geboorte en lid van een van de rijkste families van het land, was verliefd op hem geworden en vervolgens ‘in schande’ met hem getrouwd. Christina Burroughs was alles wat Olivia had gewild dat haar moeder zou zijn: ze had ravenzwart haar tot aan haar middel – hoewel Olivia bijna zeker wist dat het geverfd was – had zwaar opgemaakte ogen en rookte sigaretten door een jaden pijpje.

Venetia had Olivia verteld dat, toen haar moeder haar familie had verteld dat ze met de straatarme artiest wilde trouwen, ze hadden geweigerd toestemming te geven. Dus was Christina van huis weggelopen om in Londen met Ferdinand samen te zijn en hadden ze jarenlang op een houtje moeten bijten tot Ferdinands schilderijen begonnen te verkopen. Het huis aan Chester Square was aan Christina nagelaten door een oudtante, het enige familielid dat enig medeleven voor haar leek te kunnen opbrengen. Zo had het jonge paar eindelijk een dak boven hun hoofd gekregen. Er was echter geen geld geweest om het in te richten, dus de gordijnen vergingen, de meubels kwamen uit tweedehandswinkels en omdat ze geen personeel hadden kon het hele huis wel een goede poetsbeurt met een heel vaatje desinfecteringsmiddel gebruiken.

‘Paps is inmiddels vreselijk rijk, hoor. Zijn schilderijen worden voor honderden ponden verkocht en ze zouden alles kunnen kopen wat ze wilden,’ had Venetia haar verteld. ‘Maar het huis bevalt hun precies zoals het nu is. En mij ook,’ had ze er op defensieve toon aan toegevoegd.

Venetia nam vooral aan het Seizoen deel om de familie van haar moeder op stang te jagen, die verbijsterd waren dat de dochter van een simpele kunstschilder aan het Hof kon worden geïntroduceerd.

‘Maar omdat ík geïntroduceerd ben, kunnen ze niets doen om het te voorkomen, lieverd,’ had Christina op een dag gezegd bij een glas martini met de meisjes voor ze naar een bal vertrokken. ‘Mijn zus Letty is van afschuw vervuld. Natuurlijk neemt haar dochter, de afschuwelijke Deborah, ook deel aan dit Seizoen. Ik zal nooit de uitdrukking op Letty’s gezicht vergeten toen ze me op het bal van koningin Charlotte zag. Ik dacht dat ze zou flauwvallen van afgrijzen.’ Christina gniffelde en woelde liefdevol door Venetia’s haren. ‘En om het nog erger te maken is mijn dochter een schoonheid, terwijl de hare puisterig, te dik en ronduit stom is.’

Olivia had al vaak gedacht dat Venetia meer een moeder voor Christina was dan andersom. Misschien had Venetia’s excentrieke achtergrond haar gedwongen een mate van wijsheid en praktijkgerichtheid te verwerven die haar jaren logenstraften. Ze was een intrigerende mix van bohème en gezond verstand, en Olivia was dol op haar.

Venetia liet heel nonchalant de namen vallen van sterren als Virginia Woolf, die – vergezeld door haar geliefde, Vita Sackville-West – vaak op de thee kwam toen Venetia klein was. De glamour van de Bloomsbury Set en de band van de Burroughs daarmee, fascineerde Olivia. Hoewel de groep grotendeels uiteen was gevallen, bezigde het huishouden nog steeds radicale ideeën en maakte Venetia zich sterk voor de rechten van de vrouw en de strijd voor gelijkheid. Ze had al besloten dat ze niet de naam van haar echtgenoot zou aannemen als en wanneer ze trouwde.

Voor Olivia had het Seizoen tot dusver het beste van beide werelden samengebracht: heel veel lol, maar met een stel gelijkgestemde nieuwe vrienden en vriendinnen. Olivia’s onderzoekende geest was gestimuleerd en had zich opengesteld en ironisch genoeg zag ze nu op tegen het einde van het Seizoen, omdat ze dan een aantal beslissingen over haar toekomst zou moeten nemen.

Teruggaan naar het huis van haar ouders in Surrey en daar gaan zitten wachten tot er een geschikte echtgenoot voor haar aan de deur kwam, was simpelweg geen optie. Ze zou vanaf haar eenentwintigste verjaardag een klein inkomen ontvangen, maar de komende tweeënhalf jaar was ze nog financieel afhankelijk van haar ouders.

Tenzij ze een baantje zocht…

Olivia stond op van de eettafel en ging naar boven, naar haar kamer. Ze moest zich gaan aankleden, want ze zou bij Venetia gaan lunchen.

Ferdinand Burroughs, Venetia’s vader, was pas de vorige dag teruggekeerd uit Duitsland, waar hij schetsen van de toenemende macht van het Derde Rijk had gemaakt voor een reeks schilderijen die hij wilde maken. Olivia had alleen nog maar over Ferdinand gehoord uit de mond van zijn liefhebbende dochter. Ze was enthousiast dat ze de man zelf zou ontmoeten, en misschien uit de eerste hand zijn ideeën zou horen over de dreiging die de nazi’s vormden. Ze speldde haar hoed vast, trok haar handschoenen aan, pakte haar handtas en vertrok naar Chester Square.

Venetia zag bleek en er lag een bezorgde frons op haar gezicht toen ze Olivia begroette.

‘Wat is er?’ vroeg Olivia terwijl ze Venetia door de gang naar de keuken volgde, het vertrek dat het gezin in de zomer het meest gebruikte, omdat het uitkwam op de prachtige ommuurde tuin achter het huis.

‘Gin?’ vroeg Venetia.

Olivia keek op haar horloge; het was pas halftwaalf. Ze schudde haar hoofd. ‘Voor mij niet, dank je, lieverd, niet na gisteravond.’

‘Ik zou het normaal ook niet doen, maar Pup kwam gisteravond thuis en hij is vreselijk uit zijn doen.’ Venetia schonk een flink glas gin in en nam een grote slok. ‘Hij heeft vooral met Mup gepraat, maar ik heb hem horen zeggen dat alle vreselijke dingen die in Duitsland gebeuren hier helemaal niet goed in de kranten komen. En ze zijn beestachtig, echt beestachtig!’ Venetia’s ogen vulden zich met tranen. ‘Pup heeft zelf gezien dat een synagoge net buiten München in brand werd gestoken door een groep jonge nazi’s. O, Olivia, het schijnt dat Herr Hitler alle Joden van het aardoppervlak wil wegvagen!’

‘Dat kan toch zeker niet waar zijn?’ Olivia liep naar Venetia toe en sloeg haar armen om haar heen.

‘Jawel, het is wel waar!’ Venetia huilde tegen haar schouder door. ‘Mup is nu boven bij hem. Hij ziet er… gebroken uit. En hij heeft in vreselijk gevaar verkeerd, en dat wisten we niet eens!’

‘Nou, lieverd, hij is nu in elk geval veilig thuis.’

‘Godzijdank wel,’ zei Venetia en ze veegde de tranen uit haar ogen. ‘De dingen die hij heeft gezien… hij zei dat hij zich er nooit toe zou kunnen brengen ze te schilderen. Het was zo vreselijk gewelddadig, zo vol haat. Wist je dat het illegaal is als een ariër en een Jood de liefde met elkaar bedrijven, laat staan dat ze trouwen? En dat er de laatste anderhalf jaar duizenden synagogen tot op de grond zijn afgebrand? Ze mogen geen radio hebben en hun kinderen mogen niet naar scholen waar ook arische kinderen op zitten.’

Olivia luisterde in geschokt stilzwijgen. Ten slotte zei ze: ‘Maar waarom weet de wereld daar niets van?’

Venetia schudde haar hoofd. ‘Ik heb geen idee, en Pup ook niet. Hij zegt dat hij zal doen wat hij kan om het nieuws onder zijn invloedrijke politieke vrienden te verspreiden.’ Ze pakte Olivia bij de arm. ‘O, lieverd, ik weet dat we steeds ons best doen het te vergeten, maar het gebeurt echt en die oorlog komt er. En het meest angstaanjagende is nog dat niemand weet hoe het zal aflopen.’