11
De volgende morgen ontbeet Olivia in haar eentje in de eetkamer, omdat de mannen al vroeg op jacht waren gegaan en zowel haar moeder als Adrienne het ontbijt in hun eigen kamer nuttigde. Daarna liep ze bij gebrek aan iets beters de bibliotheek binnen om een boek uit te kiezen. Omdat leesboeken in Poona een kostbaar en zeldzaam bezit waren geweest, was Olivia onder de indruk van de voorraad op de planken die van de vloer tot het plafond reikten.
Ze pakte Virginia Woolfs Naar de vuurtoren en nestelde zich in een comfortabele leren stoel bij het vuur om te lezen.
Het geluid van muziek, ergens ver weg, trok haar aandacht. Er speelde iemand piano en toen ze even luisterde, realiseerde Olivia zich dat ze Chopins ‘Grande Polonaise’ herkende. Ze stond op, liep de bibliotheek uit en liet zich leiden door haar gehoor, dat haar uiteindelijk tot in de deuropening van de salon bracht.
Daar bleef ze met haar ogen dicht staan luisteren naar de prachtige vertolking van een van haar favoriete stukken, waarvan de klanken voortkwamen uit de vleugel aan de andere kant van de kamer. Toen de laatste noten naar haar toe dreven, opende ze haar ogen en keek ze langs een grote Chinese vaas met bloemen die haar zicht op de speler had belemmerd.
Olivia hapte verbijsterd naar adem toen ze Harry zag. Ze voelde zich een indringer toen ze hem met zijn handen in zijn schoot door het raam naar het park zag zitten kijken. Hij slaakte ten slotte een zucht, stond op en zag haar.
‘Gossie, juffrouw Drew-Norris! Ik wist niet dat ik publiek had.’ Hij liep wat beschaamd naar haar toe, zijn handen in zijn zakken.
‘Ik was in de bibliotheek, hoorde de muziek en…’ ze haalde haar schouders op, ‘ben die gevolgd.’
‘Houdt u van klassieke muziek?’
‘O, jeetje, ja. Vooral als die op die manier gespeeld wordt. Je bent echt vreselijk goed,’ zei Olivia licht blozend. ‘Waar heb je het geleerd?’
‘Mijn moeder nam een leraar voor me aan toen ik klein was en op school ben ik ermee doorgegaan. Maar… net als de universiteit voor u, mogen de ivoren toetsen geen deel uitmaken van mijn toekomstplannen. Vreselijk jammer,’ voegde hij er somber aan toe.
‘Nou, dat zou wel zo moeten zijn,’ zei Olivia vastberaden. ‘Ik ben geen expert, maar je klinkt net zo goed als de opnames waar ik in India naar luisterde.’
‘Dat is erg vriendelijk.’ Hij draaide zich om, keek even naar buiten en vroeg toen: ‘Hebt u zin me te vergezellen op een wandeling? De zon lijkt er vandaag in geslaagd achter de wolken vandaan te komen.’
‘Ik geloof dat ik geacht werd met je moeder te gaan wandelen, maar ik heb haar vanochtend nog niet gezien.’
‘Nee, en ik betwijfel of u haar voor de middag nog zult zien. Ze ligt bijna zeker in bed met migraine. Daar heeft ze veel last van, vooral wanneer het zo laat is geworden als gisteravond. Wat zou u ervan zeggen als u uw jas ging pakken en we elkaar over vijf minuten op het terras treffen?’
Olivia holde naar boven om de enige jas te halen die ze had meegebracht en die veeleer geschikt was voor de stad dan om op een landgoed rond te banjeren.
Harry stond op haar te wachten; hij rookte een sigaret en leunde over de balustrade die naar de tuinen leidde. Ze ging verlegen naast hem staan. Hij wees naar een van de bomen. ‘Ziet u dat daaronder? Dat is waarachtig een teken van leven: sneeuwklokjes.’ Toen wees hij naar de trap. ‘Zullen we?’
Ze liepen de brede trap af en de tuin in.
‘Wat vindt u van ons miniatuur-Versailles?’ Harry wees naar de onberispelijke en prachtige geometrisch aangelegde tuin om hen heen. De randen werden omzoomd door perfect in vorm geknipte haagjes en in het midden stond een elegante fontein, met erbovenop een standbeeld van een jongetje. ‘Moeder wilde hier iets uit haar Franse vaderland creëren. Ze heeft het fantastisch gedaan. Je zou het in hartje zomer moeten zien als alle bloemen in bloei staan. Dan is het een en al kleur.’
‘Dat kan ik me voorstellen,’ verzuchtte Olivia toen ze naar de fontein liepen.
‘U hebt de bloei van de mimosa maar net gemist,’ zei Harry, en hij wees naar de struiken die onder de beschutting van het terras stonden. ‘Ze bloeien ergens tussen januari en maart en ruiken echt heerlijk. Onze tuinman betwijfelde of ze het hier zouden doen… het is een plant die de voorkeur geeft aan het gematigde klimaat van het zuiden van Frankrijk, maar moeder heeft gewonnen en de struiken doen het goed.’
‘Ze heeft duidelijk groene vingers. En het ontwerp van de tuin is werkelijk volmaakt.’ Olivia keek om zich heen om alles in zich op te nemen en volgde Harry toen over een van de vele paden die van de fontein weg liepen.
‘Je moeder vertelde me dat ze misschien iets in de tuin had staan dat me aan India zou doen denken,’ zei Olivia om een naar haar idee vrij lange stilte te doorbreken.
‘O, dan bedoelde ze vast de kassen. Onze tuinman, Jack, die meer gewend was rapen te telen dan exotische bloemen, probeert sinds een paar jaar de bollen en knollen op te kweken die moeder door Kew Gardens krijgt toegestuurd. We kunnen wel even gaan kijken als u wilt.’
‘Graag,’ antwoordde Olivia gretig.
‘Het is wel een eindje wandelen, maar we zullen flink doorlopen. De zon mag dan schijnen, maar het is knap fris. Dus u gaat vanavond weer met uw pa en ma naar huis?’ vroeg hij.
‘Nee, niet meteen. We gaan eerst naar Londen om het met mijn grootmoeder over het Seizoen te hebben. Ze staat er erg op om erbij betrokken te worden en omdat mama zo lang het land uit is geweest, zal ze me ook veel beter kunnen adviseren over het protocol.’
‘Het zal misschien niet zo erg blijken te zijn als u denkt, juffrouw Drew-Norris…’
‘Olivia, alsjeblieft,’ zei ze.
‘Olivia,’ corrigeerde Harry zichzelf. ‘Ik ben een paar jaar geleden ook naar een aantal van die feestjes geweest en ze kunnen best leuk zijn.’
‘Dat hoop ik echt, al kan ik niet zeggen dat ik er erg happig op ben naar Londen te gaan. De sfeer daar is behoorlijk gespannen… iedereen zit te wachten tot er iets vreselijks zal gebeuren.’ Ze keek naar hem op voor een reactie en zag dat hij instemmend knikte. ‘En je hebt zeker wel over de werkloosheid en de onrust in de straten gelezen?’
‘Natuurlijk,’ bevestigde Harry. ‘We leven in heel verwarrende tijden. Eerlijk gezegd zou ik het een opluchting vinden te weten hoe het er voorstaat.’
‘Je weet maar nooit; misschien zal ik er zelfs door aan het Seizoen kunnen ontsnappen,’ zei Olivia grinnikend. ‘Dat gaat vast niet door als er oorlog woedt, of wel?’
‘Afschuwelijk!’ zei Harry op gemoedelijke toon, en hij stak nog een sigaret op en bood haar er ook een aan, die ze weigerde. ‘Zelfs een oorlog kan daar toch zeker geen einde aan maken!?’
Ze glimlachten allebei. ‘Nou, als de oorlog uitbreekt zal ik in elk geval niet hele dagen thee gaan zitten drinken,’ antwoordde ze ferm. ‘Dan meld ik me ergens voor aan. Ik weet nog niet precies wat, maar mama en papa kunnen me moeilijk tegenhouden als ik wil helpen mijn land te redden, wel dan?’
‘Zo mag ik het horen, Olivia! Ga nu hier maar doorheen.’
Harry opende de blauw geschilderde houten poort die naar de moestuin leidde. Ze liepen tussen kaarsrechte rijen kool, wortelen, aardappelen en rapen door naar een plantenkas die in een hoek van de tuin in de beschutting van een hoge roodstenen muur stond. Harry opende de deur van de kas en ze stapten naar binnen.
De indringende geur van bloemen in combinatie met de warmte, voerde Olivia onmiddellijk terug naar haar geboorteland. Ze ademde de met herinneringen beladen geur diep in en nam de kleurenpracht voor haar in zich op.
‘O, Harry,’ zei ze in extase terwijl ze naar de lange rijen planten liep. Ze draaide zich naar hem om. ‘Dit is gewoonweg hemels!’
Harry zag tranen in Olivia’s ogen verschijnen. Ze boog voorover om een tere gele plant op te pakken en eraan te ruiken. ‘Dit is frangipani. Die groeide in Poona buiten mijn slaapkamerraam. Ik ademde elke avond deze geur in.’ Ze drukte haar neus weer in de bloemen. ‘Ik had geen idee dat je ze hier ook kon kweken.’
Harry was ontroerd door haar emotionele reactie en hij realiseerde zich wat voor schok het voor haar geweest moest zijn om in Engeland terecht te komen nadat ze jaren tussen talloze van dit soort planten in hun eigen habitat had gewoond.
‘Nou, dan moet je deze absoluut meenemen, vind je niet, Jack?’ Harry wendde zich tot de tuinman van middelbare leeftijd, wiens gezicht verweerd en gerimpeld was door vele jaren buiten werken.
‘Maar natuurlijk, meneer Harry,’ antwoordde hij glimlachend. ‘Ik heb er nog veel meer van die, want het lukt me inmiddels aardig goed met de frangipani. Heerlijk werk,’ mompelde hij. ‘Loop maar zo veel rond als u wilt, juffrouw. Het is een genoegen om iemand hier binnen te krijgen die er waardering voor heeft.’
Olivia slenterde tussen de rijen planten heen en weer, stak haar neus in de bloemen en streelde de fluweelzachte blaadjes.
‘Je hebt fantastisch werk verricht, Jack,’ merkte ze op. ‘Deze bloemen zijn beslist net zomin op het Engelse klimaat gesteld als ik.’
‘Nou, ik kweek ze nu al vijftien jaar en ik ben misschien wel geen gediplomeerd botanist, maar ik weet wat ze fijn vinden en wat niet. En mijn zoon Bill, hier…’ zei Jack, naar de lange, knappe jongeman wijzend die verderop in de kas planten water stond te geven, ‘heeft er ook echt feeling voor, nietwaar, Bill?’
De jongeman draaide zich om en knikte. ‘Ik sta liever hier dan tussen de kool,’ zei hij grinnikend. Het mooiste is het als we iets nieuws binnenkrijgen en nog geen idee hebben wat eruit zal komen.’
‘Hij zal een goeie zijn om het over te nemen, meneer Harry, hij is een natuurtalent,’ zei Jack. ‘Zolang hij maar niet opgeroepen wordt. Ze zeggen dat er hier ook al rekruten worden geworven bij de Territorial Army. Is dat waar, meneer Harry?’ vroeg Jack met een bezorgde blik in zijn ogen.
‘Dat zou ik je echt niet kunnen zeggen, Jack,’ antwoordde Harry diplomatiek. ‘Ik denk dat we allemaal nog in het ongewisse verkeren.’
Jack wendde zich tot Olivia. ‘De kas zal bij mij in elk geval veilig zijn als de oorlog inderdaad uitbreekt, juffrouw. De moffen hebben de vorige keer mijn been aan flarden geschoten, dus mij kunnen ze in het leger niet meer gebruiken.’
‘Wel, Jack, Bill…’ Harry knikte hen beiden toe. ‘Jullie doen hier echt geweldig werk. Bravo.’
‘Wilt u mevrouw namens mij vragen of ze hierheen komt als ze tijd heeft? Een van de nieuwe planten die ze me heeft gegeven is net in bloei gekomen en dat moet ze echt zien.’ Jack tikte tegen zijn pet. ‘Een goede dag, meneer Harry, en u ook, juffrouw. Geniet van uw frangipani.’
‘Heel erg bedankt, dat zal ik zeker doen,’ zei Olivia. ‘Het is erg lief van u om me de bloem te geven.’
‘Uitstekend,’ zei Jack, en Harry leidde haar de kas uit.
‘Wat vreselijk lief van je om me mee hierheen te nemen, Harry,’ zei Olivia enthousiast. ‘Ik voel me veel opgewekter.’
‘Het was me een genoegen, echt waar,’ merkte Harry gemoedelijk op. ‘Het is nogal bijzonder, vind je niet?’
Ze liepen zwijgend door de moestuin en terug naar het huis. Harry stak nog een sigaret op, nam een paar trekjes en drukte hem toen met zijn voet uit. Hij zuchtte. ‘Ik bedacht net, als we inderdaad oorlog krijgen, dan zal dat verdorie ieder gezin op het landgoed treffen. Neem Bill, bijvoorbeeld. Hij maakt de laatste tijd Elsie het hof, een van de kamermeisjes bij ons in huis.’
Olivia knikte. ‘Ik ken Elsie. Ze is een pienter jong ding en aan Bill heeft ze een knappe kerel.’
‘Hij zal niet zo knap meer zijn als zijn gezicht wordt kapotgeschoten door de moffen,’ mompelde Harry toen ze de trap op liepen naar het terras. Hij wendde zich naar Olivia. ‘Sorry dat ik zo negatief ben, maar ik vraag me echt af wat er van het landgoed moet worden als alle jonge arbeiders worden opgeroepen.’
‘Dan zullen de vrouwen het moeten overnemen,’ zei Olivia grinnikend.
Harry glimlachte en maakte een halve buiging voor haar. ‘Nou, we zijn er, Mrs. Pankhurst. Het was me een waar genoegen u door onze nederige tuinen rond te leiden. En nu neem ik aan dat ik maar beter de jagers kan gaan opzoeken voor iemand in de gaten krijgt dat ik er niet ben.’
‘Waarom ben je niet bij het ochtendgloren met de andere mannen meegegaan?’ vroeg ze.
‘Ik zei dat ik iets af te handelen had, maar als ik eerlijk mag zijn zou ik elk excuus aangrijpen. De jacht is niets voor mij.’ Hij stak zijn hand uit. ‘Misschien zie ik je niet meer voor je vertrekt. Hou je haaks, Olivia, en een goede reis terug naar de grote stad. Ik vond het heel leuk je te ontmoeten.’
Ze schudde zijn hand en glimlachte ook. ‘Insgelijks, Harry.’
Harry knikte, stak zijn handen in zijn zakken en liep naar binnen.