3
De volgende zondag om twee minuten voor een dirigeerde Alicia haar gezin de woonkamer binnen.
‘Lissy, neem wat wijn, lieverd.’ Haar man Max duwde haar een glas in de hand en kuste haar op haar wang.
‘Rose, leg nu onmiddellijk die iPod weg!’ beet Alicia haar dertienjarige dochter toe, die met een nors gezicht op de bank hing. ‘En proberen jullie je alsjeblieft allemaal te gedragen.’ Alicia ging op de haardrand zitten en nam een flinke slok wijn.
Kate, haar knappe blonde dochtertje van acht, kwam naast haar zitten. ‘Mammie, vind je mijn kleren mooi?’ vroeg ze.
Alicia keek voor het eerst goed naar het samenraapsel van een felroze topje, een gele rok met stippen en een turquoise maillot. Kate zag er vreselijk uit, maar het was te laat. Ze zag haar vaders auto de oprit op komen rijden.
‘Opa is er,’ riep James, haar zesjarige, opgetogen.
‘Laten we hem gaan halen,’ schreeuwde Fred van vier, en hij holde naar de voordeur.
Alicia keek toe toen de andere kinderen hem volgden, en glimlachte van plezier om hun opgetogenheid. De kinderen openden de voordeur, liepen naar buiten en gingen om de auto heen staan.
Een paar tellen later werd George Forrester door zijn kleinkinderen de woonkamer binnen getrokken. Met vijfenzestig was hij nog steeds een knappe man – slank en met een kop vol haar dat nog maar net grijs werd aan de slapen. Hij had een air van gezag en zelfvertrouwen, opgedaan door jarenlang spreken voor gezelschappen.
George was een befaamd botanist – professor in de botanica aan de Universiteit van East Anglia – en hield vaak lezingen bij de Royal Horticultural Society en in Kew. Wanneer hij zijn kennis niet deelde, trok hij naar verre streken over de hele wereld om naar nieuwe plantensoorten te zoeken. En hij gaf volmondig toe dat hij zich dan het gelukkigst voelde.
George had altijd tegen zijn dochters gezegd dat hij de kassen van Wharton Park binnen was gestapt in de verwachting dat hij overdonderd zou worden door de beroemde collectie orchideeën die er groeiden, maar dat hij in plaats daarvan onmiddellijk verliefd was geworden op de jonge schoonheid die ook in de kas was – zijn toekomstige echtgenote en moeder van zijn twee dochters. Ze waren binnen een paar maanden getrouwd.
George Hep naar Alicia toe. ‘Hallo, lieverd, je ziet er even mooi uit als altijd. Hoe gaat het met je?’
‘Goed, dank je. Gefeliciteerd met je verjaardag, pap,’ zei ze terwijl hij haar omhelsde. ‘Wil je wat drinken? We hebben champagne in de koelkast.’
‘Waarom niet?’ Er verschenen rimpeltjes bij zijn ogen toen hij glimlachte. ‘Bizar eigenlijk, om het feit te vieren dat ik weer een stap dichter bij het graf ben.’
‘O, pap!’ beschimpte Alicia hem. ‘Doe niet zo raar. Al mijn vriendinnen zijn nog steeds verliefd op je.’
‘Nou, het is altijd leuk voor een man om dat te weten, maar het verandert niets aan de feiten. Vanaf vandaag,’ zei hij, zich naar zijn kleinkinderen omdraaiend, ‘is jullie grootvader gepensioneerd.’
‘Wat is gepensioneerd?’ vroeg Fred.
James, twee jaar ouder en wijzer, porde zijn kleine broertje tussen de ribben. ‘Dat is als je oud bent, sufferd.’
‘Ik ga de champagne halen,’ zei Max met een knipoog naar Alicia.
‘Nou.’ George ging tegenover zijn dochter zitten en strekte zijn lange benen voor zich uit. ‘Hoe is het hier?’
‘Hectisch, zoals gewoonlijk,’ zei Alicia met een zucht. ‘En hoe is het met jou?’
‘Hetzelfde,’ antwoordde George. ‘In feite ben ik behoorlijk opgetogen. Ik ben vorige week gebeld door een Amerikaanse collega die aan Yale doceert. Hij is van plan in mei voor research naar de Galápagos Eilanden te gaan en hij wil dat ik meega. Ik ben daar nog nooit geweest en heb er altijd al heen gewild – Darwins Het ontstaan van soorten en zo. Bedenk wel dat ik ruim drie maanden weg zal zijn, omdat me gevraagd is meteen een aantal lezingen te geven terwijl ik in de vs ben.’
‘Geen plannen om het rustiger aan te doen, dus, nu je gepensioneerd bent?’ Alicia glimlachte.
Fred hinkelde naar George toe. ‘We hebben een heel leuk cadeau voor je gekocht, opa. Het is een…’
‘Hou je mond, Fred. Dat is een verrassing,’ zei Rose – de neerbuigende tiener – vanaf de bank.
Max kwam weer binnen met de ontkurkte champagnefles en schonk drie glazen in.
‘Nou, proost, allemaal.’ George bracht het glas champagne naar zijn mond. ‘Op de volgende vijfenzestig.’ Hij nam een slokje en vroeg toen: ‘Komt Julia ook?’
‘Ja, ze zei van wel. Ze is waarschijnlijk gewoon wat laat.’
‘Hoe is het met haar?’ vroeg hij.
‘Niet goed.’ Alicia schudde haar hoofd. ‘Ik heb haar vorig weekend meegenomen naar Wharton Park, waar ik je verjaardagscadeau heb gekocht. Er was een inboedelveiling. Ze leek… nou, misschien een klein beetje beter, maar dat zegt niet veel.’
‘Het is vreselijk,’ zei George zuchtend. ‘Ik voel me zo…hulpeloos.’
‘Wij allemaal, papa,’ zei Alicia vertwijfeld.
‘Eerst het verlies van haar moeder toen ze elf was, en nu…’ George haalde hulpeloos zijn schouders op. ‘Het lijkt zo oneerlijk.’
‘Het is afschuwelijk,’ antwoordde ze, ‘en je weet gewoon niet wat je moet zeggen of doen. Julia nam mams dood destijds heel zwaar op, zoals je weet, pap. Het is alsof ze de drie mensen op aarde heeft verloren die het meest voor haar betekenden.’
‘Heeft ze er iets van gezegd of ze naar Zuid-Frankrijk teruggaat?’ vroeg George. ‘Ik zou gedacht hebben dat ze in haar eigen huis beter af was dan de hele dag alleen in dat deprimerende kleine huisje.’
‘Nee. Misschien kan ze de herinneringen daar niet aan. Ik weet dat ik het moeilijk zou vinden als dit huis plotseling…’ Alicia beet op haar lip, ‘leeg was.’
‘Opa? Heb jij een vriendin?’ Kate maakte de stemming luchtiger met haar vraag en kroop op zijn knie.
‘Nee, lieverd,’ zei George zacht grinnikend, ‘ik heb altijd alleen maar oog gehad voor je oma.’
‘Ik kan wel je vriendin zijn als je dat wilt,’ bood Kate grootmoedig aan. ‘Je bent vast eenzaam, zo helemaal alleen in dat grote huis in Norwich.’
Alicia kromp ineen. Kate had de nimmer aflatende gewoonte alles te zeggen wat anderen alleen maar dachten.
‘Ik ben niet eenzaam, lieverd.’ George woelde vol genegenheid door haar haren. ‘Ik heb Seed, mijn hondje, en al mijn planten om me gezelschap te houden.’ Hij omhelsde haar stevig. ‘Maar ik beloof je, als ik ooit een vriendin nodig heb, dan bel ik jou.’
Alicia zag Julia’s auto langzaam de oprit op komen rijden.
‘Ze is er, papa. Ik ga haar alvast begroeten, kijken hoe het met haar is.’
‘Prima, lieverd,’ zei George, die Alicia’s bezorgdheid aanvoelde.
Alicia liep naar de voordeur en deed die open. Terwijl ze wachtte tot Julia uit de auto zou stappen, dacht ze erover na dat George, ook al was het meer dan twintig jaar geleden dat hun moeder was gestorven, nooit, zoals de meeste mannen deden, een vervangster voor haar moeder had gezocht. Alicia herinnerde zich de gretig kijkende gescheiden vrouwen die om haar jonge en aantrekkelijke vader heen hingen, maar hij had nooit zelfs maar enige belangstelling of behoefte getoond.
Nu ze terugdacht was er misschien toch af en toe wel een vrouw geweest, maar dat was dan puur op het fysieke vlak. Ze betwijfelde of hij zelfs maar de moeite had genomen op emotioneel niveau te kijken, omdat hij geloofde en accepteerde dat er geen vervanging mogelijk was voor zijn zielsverwant, partner in het leven en in de plantkunde, haar moeder Jasmine.
Misschien had zijn passie hem geholpen het gat te vullen.
Maar zou dat voor Julia dan ook niet moeten gelden?
Julia stapte uit de auto in een vest dat haar diverse maten te groot was en liep over het pad naar haar toe.
‘Dag, lieverd. Papa is er al.’
‘Ik weet het. Sorry dat ik zo laat ben. Ik was de tijd vergeten,’ antwoordde ze op defensieve toon.
‘Maakt niet uit, kom binnen.’ Alicia wees naar het rechthoekige cadeau onder Julia’s rechterarm. ‘Je hebt de prenten dus nog kunnen laten inlijsten?’
‘Ja’
‘Julia!’ Max kwam naar haar toe zodra ze de kamer binnen kwam. ‘Heerlijk om je te zien,’ zei hij glimlachend terwijl hij zijn armen om de akelig magere schouders van zijn schoonzus sloeg. ‘Zal ik dat van je overnemen?’ bood hij aan.
‘Ja, dank je.’
‘Hallo, pap. Gefeliciteerd met je verjaardag.’ Ze bukte zich om hem te kussen.
‘Lieverd. Wat fijn dat je bent gekomen.’ George pakte Julia’s hand en gaf er een kneepje in.
‘Juist, zullen we nu iedereen er is de cadeautjes maar uitpakken?’ stelde Alicia voor.
‘Mag ik ze voor opa uitpakken?’ klonk een stem vanonder de salontafel.
‘Ik denk dat opa dat zelf wel kan,’ vermaande Max zijn jongste zoon terwijl hij de kruik oppakte en aan George gaf. ‘Dit is van alle Howards. Lijkt mij een reusachtige bierkroes,’ zei hij grinnikend en wijzend naar de grote bult van de handgreep aan de zijkant van de kruik.
George begon het inpakpapier te verwijderen, daarbij geholpen door een paar kleine handen die op haast magische wijze onder de salontafel uit waren gekomen.
‘Het is een heel grote pot, opa,’ verkondigde Fred toen de kruik werd onthuld. ‘Vind je hem mooi?’
George glimlachte. ‘Hij is prachtig. Dank je, Alicia, en jullie ook, kinderen.’ Hij keek naar zijn dochter op. ‘Zei je dat je hem op Wharton Park had gehaald?’
‘Ja.’ Ze keek Julia aan. ‘Geef je pap nu jouw cadeau?’
‘Natuurlijk.’ Julia wees naar het pakje op de salontafel. ‘Waarom maak je het niet open?’
Julia keek ondanks zichzelf verwachtingsvol toe toen haar vader het papier verwijderde. De lijstenmakers waar ze de schilderijtjes heen had gebracht hadden uitstekend werk verricht en ze in een lichtbruin passe-partout gezet met een eenvoudige zwarte houten lijst erom.
‘Nee, maar…’ George’ stem stierf weg terwijl hij ze stuk voor stuk bekeek. Ten slotte vroeg hij: ‘Komen deze ook van Wharton Park?’
‘Ja.’
Hij bleef stilletjes zitten en leek zich ergens over te verbazen. De hele familie keek naar hem. Uiteindelijk verbrak Alicia het stilzwijgen. ‘Vind je ze niet mooi?’
George keek omhoog naar Julia, niet naar Alicia. ‘Julia, ik… vind ze fantastisch, want zie je…’ hij glimlachte en wreef heimelijk een traan uit zijn oog. ‘Ik weet zeker dat ze door je moeder zijn geschilderd.’
Tijdens het gesprek aan de lunchtafel vlogen de ideeën over hoe Jasmines aquarellen op de inboedelveiling van Wharton Park terecht hadden kunnen komen over en weer.
‘Weet je absoluut zeker dat het mama’s werk is?’ vroeg Alicia.
‘Lieverd,’ zei George terwijl hij zich te goed deed aan de volmaakte rosbief die Alicia had gebraden, ‘ik ben er vast van overtuigd. De eerste keer dat ik je moeder zag, zat ze in een hoek van je grootvaders kas met haar schetsboek en haar doosje waterverf. En wanneer we later tijdens onze reizen een interessante soort vonden, maakte ik aantekeningen en schilderde zij de bloemen. Ik zou haar stijl overal herkennen. Als ik thuis ben zal ik ze nog eens bestuderen en vergelijken met enkele van haar andere schilderijen. Maar, Julia,’ zei hij terwijl hij zijn dochter over de tafel heen een warme glimlach schonk, ‘je had me echt niets beters kunnen geven.’
Na de koffie in de zitkamer stond Julia op.
‘Ik ga ervandoor, pap.’
George keek op. ‘Nu al?’
Julia knikte. ‘Ja.’
George pakte haar hand vast. ‘Kom eens bij me langs, wil je? Ik zou het heerlijk vinden je te zien en eens met je te praten.’
‘Oké,’ zei Julia, maar ze wisten allebei dat ze het niet zou doen.
‘Heel erg bedankt voor de schilderijen, lieverd. Ze betekenen echt heel veel voor me,’ voegde hij eraan toe.
‘Daar moeten we het toeval dan maar voor bedanken, want ik had echt geen idee,’ zei Julia. ‘Dag, kinderen, tot gauw.’ Ze zwaaide.
‘Dag, tante Julia,’ zeiden ze in koor.
Alicia pakte haar hand vast, net toen ze de deur uit liep. ‘Volgende week koffie?’ vroeg ze.
‘Ik bel je wel. En bedankt voor de lunch.’ Julia kuste haar zus op de wang. ‘Dag.’
Alicia deed de deur achter haar zus dicht en zuchtte. Twee armen sloten zich van achteren om haar middel en hielden haar stevig vast.
‘Ik weet het, Lissy. Ze is er nog steeds slecht aan toe,’ zei Max met een zucht.
‘Ja, inderdaad.’ Alicia was het met hem eens. ‘Maar ze maakt het er niet beter op door hele dagen in dat ellendige huisje te blijven zitten. Het is al meer dan zeven maanden geleden.’
‘Tja, je kunt haar niet dwingen,’ zei Max, en hij zuchtte. ‘Ze heeft vandaag in elk geval een paar woorden gesproken. Maar goed, opa blijft nog voor de thee en ik heb de leiding over de afwas. Ga jij maar lekker zitten, schat, en praat wat met je vader.’
Alicia ging in de woonkamer zitten en keek tevreden toe terwijl haar vader samen met haar twee zoons zat te puzzelen. Rose had zich teruggetrokken in haar slaapkamer en ze hoorde dat Kate Max hielp in de keuken. Alicia staarde in het vuur en dacht aan de nieuw ontdekte orchideeënschilderijtjes en aan Julia.
Toen haar moeder op vreselijk jonge leeftijd was gestorven aan eierstokkanker had Alicia – die de oudste van de twee was en zelfs op haar veertiende al heel zorgzaam – haar best gedaan een ‘moeder’ voor haar jongere zusje te zijn. George was vaak weg om lezingen te geven of specimens te verzamelen. Het scheen Alicia toe dat hij zo weinig mogelijk tijd thuis doorbracht. Ze begreep dat het haar vaders manier was om met de dood van zijn vrouw om te gaan en ze beklaagde zich nooit over zijn afwezigheid.
Julia had zich na de dood van Jasmine in zichzelf teruggetrokken. Alicia had de pijn van het verlies van haar gezicht kunnen aflezen. Maar hoe ze ook probeerde haar te helpen en te steunen, Julia leek vanaf het begin een weerzin te hebben tegen Alicia’s goedbedoelde beschermingsdrang. En tijdens haar moeilijke tienerjaren had ze Alicia nooit iets willen vertellen over school, vriendinnen of vriendjes. Ze had een muur om haar persoonlijke gedachten opgetrokken en al haar vrije tijd besteed aan het perfectioneren van haar pianospel.
Alicia was ‘het stel tanden’, zoals ze de piano in de studeerkamer noemde, zelfs gaan zien als een rivaal als het ging om Julia’s genegenheid. En haar besef van verantwoordelijkheid om voor Julia te zorgen – dat was de laatste vraag die haar moeder haar had gesteld – telde zwaarder dan haar eigen verlangens en behoeftes. Toen ze achttien was had Alicia psychologie kunnen gaan studeren aan de Universiteit van Durham, maar Julia zat nog op school. Ze was dus in plaats daarvan in Norwich gaan studeren en vervolgens had ze Max ontmoet in het jaar dat Julia was toegelaten aan het Royal College of Music en naar Londen was verhuisd.
Door haar onnatuurlijke, vaak eenzame jeugd droomde Alicia van een echtgenoot, een groot gezin en een comfortabel huis voor hen allemaal. Anders dan haar zus, die haar vaders zwerflust deelde, hunkerde Alicia naar geborgenheid en liefde. Max deed haar een aanzoek en binnen zes maanden waren ze getrouwd. Binnen een jaar was ze zwanger van Rose en sindsdien had ze zich erop geconcentreerd haar kinderen alles te geven wat ze zelf tijdens haar jonge jaren had gemist.
Als haar horizon zich door haar verleden had versmald, accepteerde Alicia dat. Wat ze moeilijker kon accepteren was de voortdurende antipathie van haar jongere zus. Toen Julia’s carrière een vlucht nam en ze een beroemdheid werd in de wereld van de klassieke muziek, hoorde Alicia zelden iets van haar. Zeven maanden geleden had Julia haar weer nodig gehad en had Alicia meteen klaargestaan om haar mee terug te nemen naar Norfolk en te proberen haar te troosten. Toch voelde ze nog steeds dezelfde afstand en onderstroom van spanning tussen hen.
Net als twintig jaar geleden wist Alicia simpelweg niet hoe ze tot haar zus moest doordringen.
‘Mama, ik ben feeëncakejes aan het bakken voor bij de thee. Waar is het blad waar ik ze op moet doen?’
Alicia keek op en zag Kate bij de deur van de kamer staan. Ze schudde zichzelf wakker uit haar gedachten en stond op.
‘Ik kom eraan, lieverd, ik kom eraan.’