48

Op een dag begin mei stond Bill onverwachts bij Elsie op de stoep.

‘Bill! O, Bill! Waarom heb je niet gezegd dat je vandaag thuiskwam? Dan was ik naar Felixstowe gekomen!’ Elsie wilde hem omhelzen, maar zag toen dat hij voorzichtig iets vasthield wat in een dekentje gewikkeld was. Ze keek er argwanend naar. ‘Wat heb je daar?’

‘Laten we naar binnen gaan, lieverd, oké?’ zei Bill vermoeid. ‘Dan kan ik haar neerleggen en in plaats daarvan jou in mijn armen nemen.’

Elsie deed de deur achter hem dicht. Het bundeltje bewoog toen hij het neerlegde.

‘O, lieve schat, ik heb je zo vreselijk gemist. Heb je mij ook gemist?’ vroeg Bill.

Elsies ogen waren nog steeds op het bundeltje gericht.

‘Natuurlijk heb ik je gemist, maar hou daar even over op. Wat is dát?’

Bill keek haar nerveus aan. ‘Ik heb besloten een cadeautje voor je mee te brengen. Ik nam het risico dat het juist was. Anderzijds,’ verzuchtte Bill, ‘had ik in feite weinig keus. Vooruit, ga haar maar bekijken. Het is echt een engeltje.’

Elsie liep aarzelend en zo onthutst dat ze beefde naar het bundeltje. Ze trok voorzichtig het dekentje opzij en keek in een paar amberkleurige ogen.

‘O, Bill!’ Elsie hapte naar adem en drukte haar handen tegen haar blozende wangen. ‘Ze is prachtig. Van wie is ze?’

‘Elsie, ze is van ons. Ik heb een baby voor je meegebracht.’

‘Maar…’ Elsie was zo verbijsterd dat ze niet wist wat ze moest zeggen. ‘Ze moet toch van iemand zijn? Bill Stafford! Ik ken je en je vertelt me niet alles.’

De baby begon te huilen. ‘Och, arm klein ding! Kom hier.’ Elsie pakte haar op en nam haar in haar armen, ze keek naar de honingkleurige huid, het volmaakte neusje en de donkere haren. ‘Sst, sst, stil maar, kleintje.’ Ze stak haar pink in het mondje van de baby om haar te sussen. ‘Hoe oud is ze?’

‘Net twee weken geweest toen ik vertrok, dus nu een week of zeven,’ legde Bill uit.

‘Maar hoe heeft een grote bruut als jij op een boot voor haar kunnen zorgen? Hij weet helemaal niets van baby’s, hè, kleintje?’ zei Elsie tegen de baby. Ze voelde dat ze er verliefd op werd, maar wilde zeker weten of ze vrij was om dat te doen.

‘We hebben ons anders aardig gered samen. Ze is zo’n schatje, je hoort haar zelden,’ zei Bill trots en Elsie zag de liefde in de ogen van haar man.

‘Bill Stafford, ik weet dat hier meer aan de hand is, dus ik zou het maar snel vertellen als ik jou was.’

Hij kwam achter Elsie staan en sloeg zijn armen om haar schouders. ‘Ik heb er toch goed aan gedaan, nietwaar, lieve schat? Kijk haar nou eens. Ze is volmaakt.’

‘Ik… Bill! Ik weet niet wat ik moet zeggen. Ik weet het echt niet.’ Elsie schudde haar hoofd. ‘Je duikt hier zomaar plompverloren op met een baby in je armen!’ Haar gezicht kleurde plotseling nog roder en ze werd licht in haar hoofd door de emoties. ‘Is er soms iets wat je me niet vertelt, Bill? Wat heb je uitgehaald toen je uit de Changi-gevangenis kwam?’

‘O, Elsie, mijn Elsie!’ Bill trok haar gezicht naar het zijne om haar te kussen. ‘Doe niet zo raar! Ik was hier al lang en breed terug voor dit kleine wurm werd gemaakt!’

Elsies ogen werden glazig en ze moest even de maanden op haar vingers terugtellen voor ze opgelucht kon glimlachen.

‘Je hebt gelijk, Bill. Ik ben niet goed wijs. Bovendien weten we dat je geen vader kunt worden. Maar weet je zeker dat het allemaal legaal is en zo?’ ging ze door. ‘Er komt toch niemand midden in de nacht op de deur bonken om jou in de gevangenis te gooien voor het stelen van een baby, hè? En om dit kleintje mee te nemen?’

‘Ik zweer je dat het legaal is. Ze is van ons, Elsie, ons kind. En niemand neemt haar meer van ons af, dat beloof ik je.’

‘Hoe heet je?’ koerde Elsie tegen de baby.

‘Haar moeder heeft haar Jasmine genoemd, maar dat kunnen we veranderen als je wilt.’

‘Jasmine… nou, dat lijkt me precies goed, aangezien haar… pa,’ – Elsie proefde het woord op haar tong – ‘zulke prachtige bloemen kweekt.’

‘En ik heb kratten vol meegebracht, lieve schat.’

Ze keek Bill aan. ‘Ze komt uit Thailand, nietwaar? Maar ze heeft helemaal geen vreemde kleur.’ Elsie streelde het zachte huidje van Jasmines onderarm.

‘Nou, er zit wel een verhaal aan vast,’ zei Bill. ‘En als je haar nu even neerlegt en een lekkere sterke kop thee voor je man gaat zetten, zal ik je precies vertellen hoe het allemaal is gegaan.’

Gewapend met een kop thee vertelde Bill zijn vrouw het trieste verhaal.

‘Je begrijpt toch wel dat ik geen keus had? Jij zou toch hetzelfde hebben gedaan, hè?’

‘Ja, Bill. Dat weet je best.’

‘Godzijdank,’ verzuchtte hij en hij had zijn vrouw nog nooit zo liefgehad en bewonderd als op dat moment. ‘Maar je begrijpt ook dat, voor ons aller bestwil, Lady Olivia het nooit mag weten?’

‘Natuurlijk, stommerd,’ mompelde Elsie. Al haar opgekropte moederinstincten kwamen vrij en verleenden haar een warme, tevreden gloed terwijl ze haar nieuwe baby in haar armen wiegde. ‘En ik zeg geen woord als dat betekent dat we dit kleine schatje kunnen houden.’ Ze keek naar hem op. ‘Maar ga je doen wat die Lidia je heeft gevraagd, en meneer de waarheid vertellen?’

‘Lidia heeft hem een brief geschreven.’ Bill zuchtte. ‘Die lag in het ziekenhuis op me te wachten, de laatste keer dat ik erheen ging. Ze werd toen geopereerd, dus heb ik haar niet meer gezien. Ze had ook een orchidee voor me achtergelaten. In het briefje stond dat hij heel bijzonder was, en voor de baby, zodat ze haar niet zou vergeten. Er zitten nog geen bloemen aan, maar…’

‘O, Bill, hou toch eens op over die bloemen van je en vertel me wat je met de brief voor meneer gaat doen!’ onderbrak Elsie hem.

‘Eerlijk gezegd, Elsie, weet ik het niet.’

‘Het is zo klaar als een klontje dat het alleen maar problemen kan geven. Als hij de baby nou voor zichzelf wil? Ik zou geen slapende honden wakker maken als ik jou was,’ waarschuwde ze.

Bill kuste de nieuwe moeder en haar baby. ‘Weet je wat, Elsie, ik ga even naar de kas om na te denken.’

Bill ging op een krat orchideeën zitten en haalde Lidia’s brief uit zijn zak. Hij had geen idee wat erin stond. Dat waren zijn zaken niet. Zijn ogen werden nog vochtig als hij aan het moment dacht dat Lidia hem zonder een woord van zelfmedelijden haar baby gaf, ook al was de pijn duidelijk zichtbaar in haar ogen.

Met de brief in zijn hand dacht Bill aan de hartstocht die de geliefden hadden gedeeld en het tragische van de hele situatie. Lidia kon wel dood zijn. Er was toch zeker geen risico als hij de brief doorgaf? Er was toch niets meer aan te doen. Lord Harry wist waar zijn plicht lag, daarom had hij Bill ook gestuurd om Lidia te gaan zoeken. Hij zou willen weten wat er met haar was gebeurd en misschien kon hij dat het beste van Lidia zelf horen, de vrouw van wie Harry hield. En het zou hem misschien troosten dat het bewijs van hun liefde hier op Wharton Park woonde. Als hij zo nu en dan naar hun huisje wilde komen om zijn kleine meisje te zien, kon dat toch zeker geen kwaad?

Zolang mevrouw er maar nooit achter kwam…

Harry zou het haar in elk geval nooit vertellen.

Bill negeerde het verstandige advies van zijn vrouw, bedacht dat hij slechts een boodschapper was in dit hele drama en legde de brief voor Lord Harry op de gebruikelijke plek onder de orchideeën.

Daarna richtte hij zijn aandacht op de kratten en begon hij zijn dierbare planten uit te pakken en te sorteren.

Olivia, die nog tien weken te gaan had tot de geboorte van haar eigen kind, hoorde het nieuws die middag van Elsie. Ze werd uitgenodigd naar het huisje te komen om naar de baby te kijken en zag de blijdschap in Elsies ogen.

‘Wat een prachtig kind,’ zei Olivia toen de baby haar vinger pakte en kirde. ‘Hoe hebben jullie haar genoemd?’

‘Jasmine, mevrouw.’

‘Perfect,’ zei Olivia, en ze glimlachte naar Elsie. ‘Ik had toch gezegd dat het leven soms met bijzondere oplossingen komt?’

‘Ja, mevrouw, dat hebt u gezegd. En dat is ook gebeurd, hè? Voor ons allemaal.’

Op weg terug naar het huis bleef Olivia voor de kas staan. Ze had Bill nog niet gezien sinds hij terug was en ze wilde hem ook feliciteren met de baby en uiting geven aan haar bewondering voor zijn goedheid: Elsie had haar uitgelegd dat er in Thailand heel veel alleenstaande moeders waren die te ziek en te arm waren om voor hun baby te zorgen en dat Bill een van die onfortuinlijke meisjes had ontmoet. Toen ze bij de bevalling overleed en haar baby tot een somber weeshuis gedoemd leek, had Bill het enige fatsoenlijke gedaan wat hij kon doen en hij had de baby mee naar huis genomen, waar hij wist dat ze liefde en goede verzorging zou krijgen.

Olivia voelde haar eigen baby schoppen en glimlachte, blij dat haar kind niet dezelfde problemen zou hebben als het arme kleine ding dat Bill had gered.

Ze opende de deur van de kas en trof de vloer bezaaid met kratten vol orchideeën. Bill was er niet, maar Olivia besloot een paar minuten te wachten voor het geval hij terugkwam. Ze liep tussen de rijen bloemen door, genoot van de heerlijke geuren en bleef bij de orchideeën staan. Ze pakte er een op, en bedacht dat die mooi zou zijn om naar te kijken tijdens haar aanstaande bevalling.

Haar aandacht werd getrokken door een envelop onder de pot; ze pakte hem op en zag dat hij aan Harry was gericht, maar zonder adres of poststempel. Ze herkende het handschrift niet en er zat een bobbeltje in een hoek van de envelop. Olivia was nieuwsgierig en omdat ze ervan overtuigd was dat er niets in zou staan wat ze van Harry niet mocht zien, maakte ze hem open.

Toen ze even later de paar korte zinnen drie keer had gelezen, zakte Olivia naar adem snakkend door haar knieën.

Ze wikkelde een dotje papier open dat het bobbeltje in de envelop had gevormd en staarde naar een kleine ring met een ambersteen erin. Het was een kindermaatje.

Ze slikte moeizaam om de brok in haar keel kwijt te raken… ze wilde niet huilen. Dit was te erg voor tranen.

Olivia probeerde te bevatten wat ze had gelezen:

Die vrouw had innig van haar man gehouden. En Harry had haar kennelijk gevraagd met hem te trouwen. Hij had haar ook beloofd dat hij zo snel mogelijk terug zou komen naar Bangkok. Toen Harry had beseft dat dat niet mogelijk was, had hij Bill er onder valse voorwendselen heen gestuurd om haar te zoeken. En Bill was thuisgekomen met wat die vrouw het kind van haar echtgenoot noemde in zijn armen.

Bill kwam de kas in.

Olivia probeerde op te staan, maar haar knieën wilden nog niet meewerken.

‘Mevrouw, wat doet u daar? Laat me u overeind helpen.’

‘Nee!’ Ze stond zelf op en liep woedend met de brief zwaaiend naar hem toe. ‘Wil je zo vriendelijk zijn me uit te leggen wat dít is?’

Bills gezicht werd vervuld van afgrijzen toen hij zag wat ze vasthield.

‘Mevrouw… het was niet de bedoeling dat u dat zou vinden. Alstublieft…’

‘Nou, ik heb het wel gevonden, en als je me nu niet vertelt wat jij en mijn man in godsnaam hebben bekokstoofd, dan laat ik jou, je vrouw en die… bástaard onmiddellijk van mijn land verwijderen! Vertel!’

‘Alstublieft, denk om uw toestand, mevrouw. U mag u niet zo opwinden.’ Bill probeerde snel na te denken. Hij wist dat alles nu op het spel stond. ‘Het was niets, echt niet, gewoon een eenzame soldaat die in de war was geraakt.’

‘Wat? Zo in de war dat hij een andere vrouw ten huwelijk vroeg?’ Olivia zwaaide met de ring. ‘Terwijl hij thuis een vrouw had die al vier lange jaren geduldig op hem wachtte!’

‘Rustig nou, mevrouw, u moet echt kalmeren,’ smeekte Bill.

‘Ik kalmeer pas als ik de waarheid hoor.’ Olivia stond te beven. ‘Vertel me de waarheid of jullie kunnen vertrekken!’

‘Ik weet niet wat er in de brief staat, mevrouw, ik heb hem niet gelezen… ik…’

‘Er staat in dat ze van hem houdt, dat ze nooit zal vergeten wat ze in Bangkok samen hadden en dat ze “begrijpt” dat hij zijn gelofte aan haar niet kan nakomen. En dat hij goed voor haar “geschenk” moet zorgen omdat zij erg ziek en daar niet toe in staat is. O, god!’ Olivia schudde vertwijfeld haar hoofd. ‘En ik maar denken dat hij afstandelijk was omdat hij zijn ervaringen in Changi nog moest verwerken. Terwijl hij al die tijd hunkerde naar een of andere hoer in Bangkok!’ Ze keek Bill aan. ‘Leeft dat meisje nog? Elsie vertelde me dat ze is gestorven tijdens de bevalling van mijn mans… baby.’ Ze spuwde het woord uit.

‘Ik weet het niet.’ Bill merkte dat hij niet kon liegen. ‘Het zou kunnen, mevrouw, want ze was inderdaad erg ziek toen ik vertrok.’

‘Nou,’ zei Olivia, en ze scheurde de brief in stukjes en gooide die omhoog, ‘of ze nog leeft of niet, vanaf nu is ze dood! En als je mijn man spreekt, dan vertel je hem dat. En anders zijn jullie alle drie met onmiddellijke ingang dakloos!’

‘Ik zweer dat ik dat zal zeggen,’ antwoordde Bill wanhopig. ‘Wat u maar wilt, mevrouw.’

Olivia liep ademloos heen en weer, met zweetdruppels op haar voorhoofd. ‘Dat kind moet meteen van het landgoed weg! Nu meteen, hoor je me? Ze kan hier niet blijven… ik wil niet dat de bastaard van mijn man op Wharton Park opgroeit! Ik kom haar morgenvroeg halen en breng haar naar…’

‘Nee!’ Bill verbaasde zichzelf met zijn felheid. ‘Het spijt me zeer, mevrouw, maar dat kind blijft bij Elsie en mij.’ Bill merkte dat hij ook beefde van emotie. ‘Gooi ons dan maar op straat, maar ik heb dat arme meisje beloofd dat ik voor haar baby zou zorgen en dat zal ik doen ook.’

‘Dan moeten jullie allemaal morgenvroeg weg zijn. Ja, jullie kunnen vertrekken! Ik accepteer niet dat mijn man heimelijk met mijn personeel tegen mij samenzweert!’

‘Zoals u wilt, mevrouw,’ antwoordde Bill, die uit alle macht probeerde zijn kalmte te herwinnen en de juiste woorden te vinden. ‘Maar, met alle respect, ik was op pad voor meneer. En ik weet zeker dat hij zal willen weten of de reis… succesvol was of niet. Ik hoef hem niet te vertellen van wie de baby is, als u dat wilt, maar als u ons dwingt te vertrekken, zal het niet lang duren voor meneer twee en twee bij elkaar optelt en snapt waarom.’

Olivia bleef nu stilstaan en keek Bill zwijgend aan. ‘Chanteer je me nou, Bill?’

‘Nee, mevrouw.’ Bill koos zijn woorden met uiterste zorg. ‘Ik constateer alleen de feiten. Misschien… misschien is het maar beter dat meneer de waarheid weet. Misschien wilt u dat hij het weet? En dat hij verantwoording voor zijn daden bij u aflegt?’

Olivia liet zich op een krat neerzakken, alle woede was plotseling uit haar verdwenen. Ze legde haar hoofd in haar handen. ‘O, god… wat een onuitsprekelijke ellende.’

‘Alstublieft,’ probeerde Bill haar te paaien, ‘u moet niet vergeten waarom meneer me naar Bangkok heeft gestuurd; toen hij weer thuis was herinnerde hij zich hoeveel hij van u hield en wist hij dat hij hier moest blijven.’

Olivia keek met een van vertwijfeling vertrokken gezicht naar hem op. ‘Hou me niet voor de gek, Bill. Harry heeft nooit van me gehouden! En dat zal hij ook nooit doen. Hij is een zielige, inadequate, zwakke man, die ik met heel mijn hart veracht.’ Ze ademde een paar keer diep in en probeerde tot rust te komen. ‘Hij is nu in elk geval niet hier. Hij is tot morgen in Londen, bij de bank. Ik neem aan dat je hem nog niet hebt gesproken?’

‘Nee, mevrouw,’ zei Bill zacht.

‘Nou, dat is althans iets. En hij weet niets van het kind?’

‘Nee. We hebben geen contact gehad terwijl ik weg was.’

‘Zweer je dat je de waarheid spreekt, Bill?’ Olivia keek hem strak aan.

‘Ja, mevrouw. Hij zou het hebben geweten als hij die brief had gelezen, maar dat zal niet meer gebeuren, wel?’ Bill liet beschaamd zijn hoofd hangen. ‘Het is mijn schuld. Mijn Elsie had tegen me gezegd dat het verkeerd was hem de brief te geven. Ze heeft altijd gelijk, altijd,’ voegde hij er bijna fluisterend aan toe.

‘Ze is een heel verstandige meid en je mag je gelukkig prijzen met haar,’ zei Olivia. ‘En zij zal hier nooit een woord over zeggen?’

‘Nooit,’ antwoordde Bill heel beslist. ‘U weet hoezeer ze naar een eigen baby verlangde. Ze zou niets doen om dit op het spel te zetten.’

‘Nee. En je hebt natuurlijk gelijk.’ Olivia’s ogen werden even iets milder. ‘Het kind kan hier niets aan doen. Het zij zo. Maar Bill, meneer mag het nooit weten. Ik zou het niet kunnen verdragen dat hij voortdurend aan een of ander halfbloedje een eind verderop denkt terwijl hij zijn eigen kind heeft om van te houden… ook al houdt hij dan niet van zijn vrouw,’ voegde ze er vol zelfmedelijden aan toe. Ze keek Bill aan en hervond eindelijk haar kalmte. ‘Je moet me beloven dat je niets over het kind zegt als je mijn man spreekt, alleen dat de moeder dood is. En daarmee is het dan afgedaan. De toekomst van Wharton Park en iedereen die daar deel van uitmaakt, staat op het spel. Begrijp je dat, Bill?’

‘Ja, mevrouw.’

‘Ik zal met Elsie praten en haar vertellen dat ik het weet,’ vervolgde Olivia. ‘Ik laat me niet voor de gek houden door mijn eigen meid. En wij drieën bewaren dit geheim tot onze dood.’

‘Ja, mevrouw,’ bevestigde Bill ernstig.

‘Dat is dan geregeld.’ Olivia hief haar hoofd en liep langs hem heen naar de deur, maar draaide zich toen om. ‘Weet alsjeblieft dat ik jou niets kwalijk neem, Bill. Je deed alleen wat je gezegd werd. Mijn man, die arme dwaas, beseft nauwelijks wat je voor hem hebt gedaan. Je hebt je een trouwe en loyale bediende getoond. En ik koester geen wrok jegens jou.’

Ze glimlachte kort en verliet de kas.

Toen Harry de volgende dag terugkwam uit Londen en hoorde dat Bill thuis was, excuseerde hij zich voor de lunch. Hij zei dat hij vreselijk benieuwd was naar de planten die Bill had meegebracht. Olivia accepteerde dat excuus, maar ze was zich van zijn ware motieven bewust en had er plezier in dat ze zelf van alle feiten op de hoogte was.

Bill deed wat hem was gevraagd: hij loog omwille van Wharton Park en iedereen die daarvan afhankelijk was. Hij vertelde Harry dat Lidia een paar weken voor hij in Bangkok aankwam was overleden, dat hij haar graf had bezocht en er orchideeën op had gelegd. Daarna hield hij Harry in zijn armen terwijl die onbedwingbaar huilde om zijn verloren liefde.

Toen Harry enigszins gekalmeerd was, vertelde Bill hem over het baby’tje dat hij uit een weeshuis had gered en zei hij dat Harry maar eens naar haar moest komen kijken zodra hij zich beter voelde.

‘Natuurlijk, Bill, binnenkort een keer,’ zei Harry, niet echt overtuigend. De wanhoop straalde van hem af toen hij even later de kas uit strompelde.

Olivia had niet verwacht dat haar man die nacht bij haar zou komen en dat deed hij ook niet. De volgende dag aan het ontbijt had ze zichzelf weer helemaal onder controle, en dacht ze aan haar eigen baby en aan Wharton Park. Ze had haar hart echter voor altijd voor Harry gesloten. Ze zag hem zitten aan de andere kant van de tafel, zag zijn afgetobde gezicht en wist dat Bill zijn belofte aan haar had gehouden.

Olivia las het verdriet van haar man van zijn gezicht af en voelde… niets. Zijn gebrek aan belangstelling of genegenheid voor haar zou haar geen pijn meer doen. In plaats daarvan genoot ze in stilte van zijn pijn.

Twee dagen later onderging ze echter haar eigen pijn.

De dokter werd geroepen en hoewel hij deed wat hij kon om Olivia’s bevalling een halt toe te roepen, zag een paar uur later een volmaakt klein jongetje veel te vroeg het levenslicht.

Christopher Harry James Crawford, erfgenaam van Wharton Park, stierf drie dagen later na een dappere overlevingsstrijd.

En hoewel Harry toen zijn vrouw hersteld was wel probeerde weer bij haar in bed te komen, had Olivia tot op de dag van zijn dood geen lichamelijk contact meer met haar man.