41

ENGELAND

1946

Toen de vroege-ochtendnevel optrok en een flauw zonnetje door de wolken brak, knipte Harry de sloten van zijn koffer dicht en ging hij aan dek om naar Felixstowe te kijken, dat langzaam in zicht kwam. De purser had gezegd dat het schip over een uur zou aanmeren: nog een uur voordat hij de grauwe schaduwen onder ogen moest zien van een vroeger bestaan dat hij zich nog nauwelijks herinnerde.

Hoewel het eind mei was en naar Engelse begrippen een milde dag, huiverde Harry in de ochtendbries. Hij had een vreselijke maand aan boord doorgebracht, waarin hij erover had gepiekerd hoe hij zijn ouders en zijn vrouw het nieuws moest vertellen. Toen het silhouet van Felixstowe zichtbaar werd, zonk Harry de moed in de schoenen. Hij wist dat hij rustig en vastberaden moest blijven, en ongevoelig voor emotionele smeekbeden om hier te blijven.

Hij hoefde alleen maar aan Lidia’s prachtige gezichtje te denken en aan haar naakte, volmaakte lichaam onder hem wanneer ze de liefde bedreven. Koste wat het kost, maar dat kon hij niet laten schieten.

Olivia zat in een donker café aan de kade, samen met andere nerveuze echtgenotes en ouders die op de terugkeer van geliefden wachtten. Ze dronk van haar waterige thee, bedacht weer eens hoe vies ze poedermelk vond en vroeg zich af of ze haar man nog wel zou herkennen.

Toen Bill thuis was gekomen, maanden eerder, was Elsie de volgende dag naar het huis gekomen en in Olivia’s slaapkamer ingestort.

‘O, juffrouw, zijn haar is helemaal grijs geworden en zijn huid hangt om hem heen als die van een oude man. Zijn benen lijken wel bonenstaken, maar hij heeft een heel dikke buik. Hij zegt dat het door de rijst komt, dat alle mannen in Changi er zo uitzagen.’ Elsie had haar neus gesnoten. ‘Dat zou ik nog wel aankunnen… Ik bedoel, ik ben blij dat hij nog leeft en thuis is. Maar zoals hij zit te staren, alsof hij ergens anders is. Alsof hij me nauwelijks kent.’

‘Elsie,’ had Olivia haar getroost, ‘je moet hem de tijd geven. Het is een schok voor hem om weer in Engeland bij zijn familie te zijn na drieënhalf jaar op die vreselijke plek. Het komt wel goed met hem, dat weet ik zeker.’

‘Ik weet het, maar ik had me er zo op verheugd hem te zien. Ik heb de afgelopen week niet geslapen van opwinding.’ Ze had verdrietig haar hoofd geschud. ‘Hij lijkt lang niet zo blij mij weer te zien.’

‘We kunnen ons niet voorstellen wat ze hebben doorgemaakt, en ze hebben ons verteld dat we erop moeten rekenen dat de mannen nog bang en in de war zullen zijn. Het zal hetzelfde zijn als Harry thuiskomt, dat weet ik zeker.’ Olivia’s maag was in opstand gekomen bij de gedachte.

‘Het was alleen dat zijn pa en ma en ik allemaal onze rantsoenbonnen hadden opgespaard om een lekkere lamsbout voor hem te kunnen kopen. Dat was altijd zijn lievelingskostje, maar hij raakte het nauwelijks aan, juffrouw. En toen we naar bed gingen,’ had Elsie blozend gezegd, ‘draaide hij zich om en ging slapen. Niet eens een knuffel!’

Hoewel Olivia zich er zo goed mogelijk op had voorbereid dat ze een man zou begroeten die fysiek en mentaal erg veranderd was door wat hij had meegemaakt, vreesde ze het moment dat ze hem zou zien enorm.

Drie kwartier later meerde de boot met een luide hoornstoot aan.

Harry was thuis.

Olivia wachtte vol spanning achter het dranghek dat families bij de loopplank vandaan hield. Uiteindelijk kwam een verspreid groepje mannen de loopplank af. Olivia keek snel de afgetobde gezichten langs, maar ze zag Harry niet. Andere mannen werden omringd door hun familie en tranen van vreugde werden vergoten. Sommige mannen zaten in een rolstoel, andere liepen met krukken, misten ledematen, ogen… het was een traumatische aanblik. Volgens Sebastian Ainsley was Harry tenminste ongedeerd, hoewel de knokkelkoorts, die hem bijna fataal was geworden en zijn terugkeer had vertraagd, wel zijn tol zou hebben geëist.

Net toen Olivia begon te vrezen dat Harry niet op de boot zat, verscheen er een vertrouwd gezicht boven aan de loopplank. Tot haar verbazing zag hij er van een afstand helemaal niet zo anders uit. Zijn gebruinde teint maakte hem in feite zelfs nog aantrekkelijker. Hij was fris geschoren en zijn donkere haar was netjes gekamd. In een marineblauwe blazer en crèmekleurige broek zag hij er nog knapper uit dan ze zich hem herinnerde.

Ze liep bij het hek vandaan in zijn richting. Ze beet hard op haar lippen om ze roder te maken en voelde of haar blonde haren goed zaten.

Toen hij over de loopplank omlaagkwam riep ze zijn naam. ‘Harry! Hier ben ik.’

Hij wendde zijn wezenloze blik in haar richting, zocht naar haar stem. Toen zag hij haar en keken ze elkaar in de ogen.

Haar ogen verrieden haar blijdschap toen ze naar hem toe liep.

Zijn ogen verrieden niets toen hij naar haar toe liep.

Zij was degene die haar armen om zijn schouders sloeg. Harry’s armen hingen langs zijn lijf.

‘Harry, godzijdank, je bent thuis!’

Hij maakte zich los uit haar omhelzing. ‘Ja, ik ben thuis.’ Hij knikte plichtmatig. ‘Waar staat de auto?’

Olivia voelde een brok in haar keel ontstaan, maar ze dacht aan Elsie en zei: ‘Niet ver hiervandaan. Hij staat op ongeveer vijf minuten lopen.’

‘Zullen we gaan?’

‘Natuurlijk. Je zult wel moe zijn.’ Olivia ging hem voor.

‘Nee, ik ben helemaal niet moe. Ik heb een hele maand niets gedaan op die boot.’

Toen Harry’s koffer achter in de auto lag en hij op de passagiersstoel zat, startte Olivia de auto. Ze vertrokken zwijgend naar Wharton Park.

Harry keek uit het raam, zijn hoofd van Olivia afgewend.

‘Alles lijkt hier zo kleurloos na het Verre Oosten.’

‘Nou,’ zei Olivia, die moeizaam slikte, ‘het is in elk geval eind mei, en dat vond jij altijd de mooiste tijd om in Engeland te zijn.’

‘Ja,’ beaamde hij. ‘Maar nu heb ik de tropen ervaren en daar kan dit echt niet tegenop.’

Olivia voelde zich gekwetst en ze was geschokt door Harry’s reactie. Ze wist en begreep dat de aanpassing moeilijk voor hem zou zijn, maar het laatste wat ze had verwacht was dat hij met weemoed zou praten over de hel waarin hij had geleefd.

‘Nou, maar Wharton Park ziet er erg mooi uit,’ zei ze vinnig.

‘Dat zal best,’ antwoordde Harry koeltjes.

Ze reden zwijgend verder en Olivia vermoedde dat, hoewel Harry er lichamelijk normaal uitzag, hij geestelijk nog niet gezond was. Misschien kon Wharton Park, het thuis waarvan hij altijd zo veel had gehouden, een emotionele reactie bij hem oproepen. Ze wapende zichzelf tegen zijn vreemde gedrag en begreep nu precies wat Elsie had bedoeld toen ze zei dat Bill ‘ergens anders’ leek te zijn – dat was met Harry duidelijk ook het geval.

Twee uur later reden ze door de poort van Wharton Park. Olivia keek naar Harry om zijn reactie te peilen, maar ze kon zijn gezicht niet zien.

‘Nou,daar zijn we dan,’ zei ze opgewekt, ‘thuis.’

Harry schudde zichzelf wakker en vroeg toen, alsof het hem net pas te binnen schoot: ‘Hoe is het trouwens met pa en ma?’

Het verbaasde Olivia dat hij daar nu pas naar vroeg. ‘Met je moeder gaat het uitstekend. Je vader… is helaas niet zo fortuinlijk geweest. Hij heeft een jaar geleden een hartinfarct gehad. Het gaat nu iets beter met hem,’ antwoordde ze behoedzaam, ‘maar hij is niet meer in staat te werken. De dokters zeiden dat het te belastend was voor zijn hart. Je moeder zegt dat het te belastend voor háár hart is dat hij de hele dag thuis is!’ probeerde Olivia een grapje te maken.

‘Wat vreselijk voor hem.’ Harry schonk Olivia een bezorgde blik. Het was het eerste blijk van emotie dat ze van hem zag. ‘Maar hij loopt toch geen direct gevaar, of wel?’

‘Tja, je weet het nooit zeker met een zwak hart. Maar goed, ik waarschuw je,’ zei ze, snel van onderwerp veranderend toen ze het huis naderden, ‘iedereen staat klaar om je welkom te heten.’

Ze stopte de auto en toeterde drie keer. Bij het geluid van de claxon vlogen de voordeuren open en holde Adrienne de trap af om hen te begroeten.

‘Harry, mon chéri! Je bent thuis!’

Harry stapte uit en liep naar haar toe,in haar wijd gespreide armen. Ze trok hem tegen zich aan en hield hem stevig vast. ‘O, mijn Harry! Je bent veilig, je bent veilig thuis,’ fluisterde ze tegen zijn schouder. ‘Laat me eens naar je kijken.’ Ze deed een stap terug en bekeek hem van top tot teen. ‘Mon dieu! Volgens mij zie je er knapper en gezonder uit dan toen je vertrok! Vind je ook niet, Olivia?’

Olivia, die lusteloos naast Harry stond, knikte. ‘Dat dacht ik ook toen ik hem zag,’ zei ze.

‘Het gaat goed met me, moeder. Eerst niet,’ voegde Harry er snel aan toe, ‘maar nu wel.’

Adrienne sloeg een arm om haar zoon en nam hem mee de trap op. Olivia volgde hen. Ze zwaaide de voordeur open en daar stond het voltallige personeel van Wharton Park opgesteld, als een erewacht in twee lange rijen.

Toen hij de vestibule binnen stapte, hoorde Harry Bill roepen: ‘Drie hoeraatjes voor meneer Harry! Hiep hiep…’

‘Hoera!’

‘Hiep hiep…’

‘Hoera!’

‘Hiep hiep…’

‘Hoera!’

Ze barstten in applaus en gejuich uit. Harry liep langs de rijen, ontving stevige handdrukken en schouderklopjes van de mannen en knikjes van de meisjes.

‘We zijn zo blij dat u thuis bent,meneer Harry.’

‘Gefeliciteerd. Bill heeft ons verteld hoe dapper u was.’

‘Blij u weer veilig thuis te zien, meneer.’

‘Het huis was niet hetzelfde zonder u, meneer Harry,’ zei mevrouw Jenks vol genegenheid. Ze stond aan het eind van de rij. ‘Morgen maak ik het meest uitgebreide warme ontbijt klaar dat u ooit hebt gezien.’

Ondanks zijn besluit zich niet te laten vermurwen, merkte Harry dat hij tranen in zijn ogen kreeg van het oprechte welkom van al die vertrouwde gezichten.

‘Speech!’ riep iemand.

‘Ja, speech!’ viel de rest bij.

‘Wilt u een paar woorden tegen ons zeggen, meneer Harry?’

Harry draaide zich weer naar hen om en schraapte zijn keel. ‘Tja, wat kan ik zeggen? Behalve dank jullie wel voor jullie hartelijke welkom. Ik waardeer het zeer en het is geweldig jullie allemaal weer te zien. En bedankt dat jullie voor Wharton Park hebben gezorgd in wat naar ik aanneem heel moeilijke tijden zijn geweest.’

Er barstte opnieuw applaus los. Toen zag Harry een ineengedoken gestalte naar hem toe komen schuifelen. Met een schok realiseerde hij zich dat de gekrompen oude man zijn vader was. Liever dan hem zich nog meer te laten inspannen, stapte Harry snel naar hem toe en stak hij zijn hand naar hem uit. ‘Hallo, vader, fijn u weer te zien.’

Zijn vader glimlachte naar hem. ‘Jou ook, beste jongen.’ Lord Wharton gebruikte al zijn kracht om zijn zoon naar zich toe te trekken en gaf hem een zwak klopje op zijn rug. ‘Goed gedaan, mijn jongen! Ik heb je naam in de verslagen gezien. Ik ben trots op je.’

Die woorden waren de grootste lof die Harry ooit van zijn vader had gekregen en ze brachten nog meer tranen in zijn ogen.

‘Maar je bent zeker blij dat je terug bent? Ik heb gehoord dat die verdraaide jappen jullie er flink van langs hebben gegeven in Changi. Maar uiteindelijk hebben we het toch van ze gewonnen, niet?’

‘Zeker, vader, zeker.’

Adrienne stond naast Harry. ‘Christopher, ik vermoed dat Harry nu wel even naar zijn kamer wil om te gaan rusten na zijn lange reis.’ Ze wendde zich tot haar personeel. ‘Jullie mogen gaan. Ik weet zeker dat Harry later nog wel even met jullie komt praten.’

Toen de mensen uiteengingen, hoorde Harry een stem in zijn oor. ‘Blij dat u terug bent, meneer. Ik begon me al af te vragen of u nog zou komen.’

Het was Bill. Ze schudden elkaar de hand en klopten elkaar stevig op de rug.

‘Het is een heel andere plek dan waar we elkaar het laatst hebben gezien, hè?’ zei Harry zacht.

‘Zeg dat wel, meneer. En het is even wennen, maar het komt wel goed, dat weet ik zeker.’

‘Ik kom straks bij je langs in de kas, Bill. Er is iets wat ik met je wil bespreken.’ Harry wist dat hij binnen gehoorsafstand van zijn ouders en Olivia stond, dus hij hield het kort. ‘Rond vijf uur, denk ik.’

‘Natuurlijk, meneer. Ik zal er zijn, met een lekkere kop thee voor ons allebei. Mét melk, uiteraard.’ Bill rolde met zijn ogen bij de gedeelde herinnering aan de thee zonder suiker en melk die ze drieënhalf jaar lang hadden gedronken.

Harry volgde Olivia de trap op en de overloop door naar hun suite. Alles was nog precies zoals toen hij vertrok; alsof de tijd op Wharton Park stil was blijven staan.

Zodra Olivia de deur achter hen dicht had gedaan, wendde Harry zich tot haar. ‘Hoe ziek is mijn vader precies? Hij lijkt wel twintig jaar ouder geworden.’

Olivia zuchtte en ging op het krukje aan het voeteneind van het bed zitten. ‘Zoals ik zei heeft hij een ernstig hartinfarct gehad. Hij mag van geluk spreken dat hij het heeft overleefd. Bedenk wel, Harry, dat hij al zestig is, tien jaar ouder dan je moeder. En zijn werk op het ministerie van Oorlog bracht erg veel stress mee.’

‘Hij ziet er… afschuwelijk uit,’ zei Harry hoofdschuddend.

‘Hij is erg ziek geweest. Maar de dokters hebben ons verzekerd dat, als hij het rustig aan doet en geen zware schokken te verduren krijgt, er geen reden is waarom hij niet stabiel zou blijven.’

‘Ik begrijp het.’

Harry zag er vreselijk triest uit, dus Olivia liep naar hem toe en sloeg haar armen om zijn schouders. ‘Het spijt me zo voor je, Harry. Het moet een vreselijke schok voor je zijn. Ik veronderstel dat zijn veroudering ons niet zo is opgevallen. Maar ik weet zeker dat hij ervan zal opknappen dat jij weer thuis bent. Hij kan niet wachten om je alles te horen vertellen over de campagne in Malakka en jouw aandeel daarin. Daar heeft hij het al weken over.’

Stilletjes, en uit pure emotionele uitputting legde Harry zijn hoofd tegen Olivia’s schouder. Zo bleven ze een poosje staan, tot Olivia zei: ‘Waarom ga je niet even rusten? Mevrouw Jenks breekt speciaal daarvoor met een levenslange gewoonte en serveert de lunch pas om halfeen.’

‘Ja, ik denk dat ik dat maar doe.’ Hij verlangde er hevig naar alleen te zijn, niet per se om te slapen, maar om na te denken.

‘Ik weet dat het allemaal vreemd voor je moet lijken, en nogal overweldigend, lijkt me,’ vervolgde Olivia. ‘Elsie vertelde me dat Bill sommige dingen nog steeds moeilijk vindt, ook al is hij al drie maanden thuis.’ Ze drukte een kus op zijn voorhoofd. ‘Ik zal je niet onder druk zetten, lieverd, maar je moet weten dat ik er voor je ben als je me nodig hebt.’

‘Dank je.’

Olivia knikte. ‘Rust wat uit.’ Ze verliet de kamer en liep naar beneden, waar Adrienne op haar wachtte.

‘Ik heb koffie voor ons in de bibliotheek. Kom, chérie, en vertel me wat jij van hem vindt.’

Olivia volgde haar de bibliotheek in en ging zitten.

‘En?’ vroeg Adrienne. ‘Hij ziet er in elk geval goed uit, vind je niet?’

‘Ja, inderdaad,’ zei Olivia, ‘maar zoals Elsie ook al had gezegd, het lijkt net of zijn lijf thuis is, maar zijn geest nog ergens anders. Ik denk dat we geduld moeten hebben en niet te veel van hem moeten verwachten.’

‘Wij allebei,’ merkte Adrienne op.

‘Natuurlijk,’ zei Olivia. ‘Dat weet ik. Maar ik ben ook maar een mens, Adrienne, en ik had graag gezien dat Harry zodra hij me zag van de loopplank af was gerend en me in zijn armen had genomen. Dat zag ik sommige andere mannen doen.’

‘Je weet dat dat niets voor Harry is,’ troostte Adrienne haar. ‘Al schrok hij wel heel erg toen hij zijn vader zag, n’est-ce pas?’

‘Ja, inderdaad.’

Adrienne schudde haar hoofd. ‘Hij weet ook zo weinig van wat hier in die vier jaar is gebeurd en wat er nog komt. Olivia, jij en ik hebben ons best gedaan om het landgoed te runnen, maar Harry moet zo snel mogelijk de leiding nemen.’ Adrienne bracht een hand naar haar grijzende haar. ‘Alors! Er moeten beslissingen genomen worden die alleen Christopher of Harry als zijn erfgenaam kan nemen. En Christopher is zo zwak dat ik hem er niet mee wil belasten.’

‘Ik weet het, Adrienne. In elk geval is Harry gezond en wel thuis.’

‘Eh, oui,’ zei Adrienne. Ze nam een slok koffie. ‘En ik realiseer me dat we daar al blij mee moeten zijn.’