54

Het mooie kustplaatsje Gigaro lag tegenover St.-Tropez, aan de andere kant van het schiereiland. Omdat het in een natuurreservaat lag en wat verder van de hoofdweg die de vakantieplaatsen van de Rivièra met elkaar verbond, had het zijn eeuwenoude charme weten te behouden. De pittoreske restaurants met open voorgevels langs het ongerepte strand waren een goed bewaard plaatselijk geheim.

Xavier liep La Salamandre binnen en Julia drentelde troosteloos achter hem aan. Ze zag dat Chantal, de eigenares, hem aanstaarde alsof ze droomde.

Xavier knikte bemoedigend. ‘Oui, Chantal, c’est moi!’

Chantal bracht haar hand naar haar mond. ‘Maar… Mon dieu! Ik kan mijn ogen niet geloven! Hoe?’

Xavier sloeg zijn armen om haar heen. ‘Het is een lang verhaal, dat ik je op een dag zal vertellen. Maar kunnen we voor nu onze gebruikelijke tafel en een pichet rosé krijgen, alsjeblieft?’

Toen Chantal de wijn ging halen, keek Julia over de tafel heen naar Xavier.

‘Wat ga je zeggen als de mensen vragen waar je hebt gezeten?’ vroeg ze zonder enige emotie in haar stem.

‘Ik moet ze gewoon de waarheid vertellen,’ zei Xavier met een schouderophalen. ‘Dat ik zo gek was van verdriet dat ik ervandoor ben gegaan.’

Julia keek hem aan. Er was een onplezierige gedachte die haar al de hele ochtend plaagde. Ze moest er iets van zeggen. ‘Je realiseert je toch wel dat dit voor de media een geschenk uit de hemel zal zijn, of niet?’

‘Je hebt gelijk, mijn Julia. Voilà!’ Xavier sloeg met zijn handen op de tafel. ‘Ik zal een persconferentie aankondigen en de gieren uitnodigen om één keer naar ons te komen pikken. Ja, dat is de oplossing! We zullen contact opnemen met Olav; dan kan hij het regelen.’

Xavier deed Julia denken aan een trein op volle snelheid; ze begreep zijn vreugde en opluchting om de terugkeer uit zijn verbanning, maar ze kon hem daarin niet bijhouden. Persconferenties – en de champagne die Chantal op haar kosten liet aanrukken – gingen haar pet te boven. Zij kon alleen maar denken aan het arme, brandende lichaam van haar kind, alleen in het bos terwijl het vuur om hem heen hoog oplaaide. Xavier leek helemaal te stralen bij de gedachte aan alle aandacht van de pers. Ze was vergeten wat een protser hij kon zijn.

‘Alsjeblieft, Xavier, ik kan de media nog niet aan,’ smeekte ze.

‘Ja, natuurlijk, je hebt gelijk. Mijn excuses, chérie. Misschien loop ik te hard van stapel. Maar kan ik het helpen dat ik me een beetje gelukkig voel nu ik hier zit en mijn vrouw in haar prachtige ogen kijk? Santé.’ Hij tikte met zijn glas tegen het hare.

‘Ik kan me niet… gelukkig voelen. Hoe zou ik dat kunnen, nu ik net de waarheid heb gehoord over Gabriels dood?’

Xavier pakte haar hand vast en ze liet het met tegenzin toe. ‘Julia, geloof me alsjeblieft, het was een vreselijk ongeluk. En ik zal het mezelf nooit vergeven, maar ik heb mezelf – en jou – genoeg gestraft. Wat kan ik nog meer doen? Zeg het, mijn Julia, en ik beloof je dat ik het zal doen.’

‘Niets,’ zei ze zuchtend, ‘je kunt niets doen.’

Julia werd de volgende morgen gewekt door gebons op de voordeur. Ze liep slaperig de gang in en zag dat Xavier de deur al had opengedaan – voor een zee van gezichten, camera’s en dictafoons.

Toen de flitslampen in Julia’s geschrokken gezicht afgingen, dook ze de veiligheid van de woonkamer in en smeekte ze Xavier de deur dicht te doen. Ze liet zich bibberend en ademloos op de bank neerzakken. Uiteindelijk hoorde ze de deur dichtgaan en kwam Xavier haar zoeken.

‘Heb je ze weggestuurd?’ vroeg ze hem vertwijfeld.

Chérie, het spijt me dat dit zo snel al gebeurt, maar er is niets aan te doen, dat weet je. Je bent beroemd en ik ben je man. Ze zullen niet vertrekken voor ze hun verhaal hebben. Dus hoe eerder we het afhandelen, hoe beter. Ik heb gezegd dat we over een halfuur naar buiten komen om een interview te geven. Dat zal ze wel tevredenstellen.’

‘Ze willen jou toch zeker spreken?’ kreunde Julia. ‘Moet ik echt?’

Xavier sloeg een arm om haar heen. ‘Je weet dat het ze in werkelijkheid om jou gaat. Jij bent degene die het goed doet op de voorpagina. Het is de prijs die je betaalt voor roem en rijkdom, n’est-ce pas? Nu moet ik gaan douchen.’ Hij keek naar haar, in het oude verwassen T-shirt waar ze graag in sliep. ‘Misschien moet jij dat ook maar doen.’

Julia deed wat haar gevraagd was en liet zich fotograferen met Xaviers armen om haar heen, terwijl hij een liefdevolle kus op haar lippen drukte. Toen haar werd gevraagd wat ze van de wonderbaarlijke terugkeer van haar echtgenoot vond, zei ze dat ze heel blij was hem terug te hebben.

Wat kon ze anders zeggen?

Kort nadat ze de deur dicht hadden gedaan voor de pers, ging haar mobiele telefoon.

‘Julia, met Alicia. Is het waar wat ik net op de radio heb gehoord? De nieuwslezer zei dat Julia Forresters echtgenoot veilig en wel is teruggekeerd.’

‘Ja, het is waar.’ Julia zuchtte. ‘Ik had je moeten bellen, maar ik moet zelf nog bekomen van de schok. En ik had niet verwacht dat het verhaal zo snel de ronde zou doen.’

‘Nou, als het waar is, is het een spectaculair verhaal. Dat zou je nauwelijks moeten verbazen,’ voegde Alicia eraan toe. ‘Ik neem aan dat je in Frankrijk blijft nu hij terug is?’

‘Ik… ik weet het niet.’

‘Juist.’ Nu was het Alicia’s beurt om even te zwijgen voor ze vervolgde: ‘Heb je Kit al gesproken?’

‘Nee, nog niet.’

‘Nou, ik vertel je niet graag wat je moet doen, maar wat je plannen ook zijn, het is misschien een goed idee om hem te bellen. Licht hem in voor hij het van iemand anders hoort.’

‘Ja, je hebt vast gelijk.’ Julia kon daar zelfs nog niet aan denken.

‘Pap belde trouwens. Hij had het ook gehoord en hij laat je groeten en feliciteren. En, Julia, ben je blij dat Xavier terug is?’

Julia zag Xavier door de keuken naar haar toe komen, dus zei ze: ‘Sorry, Alicia, kunnen we straks verder praten? Ik word hier nogal overstelpt.’

‘Natuurlijk. Doe Xavier de groeten. Ik bel je later. Het beste, Julia. Dag.’

Julia voelde een paar armen om haar schouders.

‘Hoe gaat het met je, mijn Julia?’

‘Ik ben nog in shock,’ gaf ze toe.

‘Ze zijn dol op een happy end… je t’aime…’ Xavier kuste haar in haar hals en zijn handen begonnen haar te betasten.

Julia duwde hem van zich af. ‘Nee! In godsnaam, Xavier! Snap je het dan niet? Dit is geen happy end!’

‘Nee, natuurlijk. Je comprend. Het spijt me. Ik wil je mijn liefde betuigen, maar ik moet wachten tot jij klaar bent om die te aanvaarden.’

Het koude zweet was Julia uitgebroken. Ze wilde alleen zijn, weg bij hem. Ze liep naar de deur toen Xavier zei: ‘We zijn uitgenodigd om bij Roland en Madelaine te komen lunchen, om mijn terugkeer te vieren. Heb je daar zin in?’

Roland en Madelaine waren degenen geweest die Xavier en Gabriel die noodlottige dag voor de barbecue hadden uitgenodigd.

‘Nee. Ik ben moe, Xavier.’

Er blonk even iets van ergernis in zijn ogen, maar toen knikte hij. ‘Natuurlijk. Maar ik vind dat ik wel moet gaan. Ik vertrek over een halfuur. Ik zie je later, mon amour.’

‘Ja.’

Julia liep het terras op en liet zich op een stoel vallen. Het was verzengend warm en de enige scheidslijn tussen de zee en de lucht was een glinsterende streep witte gloeihitte.

Alicia had gelijk. Ze moest Kit bellen. Het was alleen maar eerlijk dat hij het van haar hoorde.

Ze keek naar haar mobiele telefoon en scrolde werktuiglijk naar Kits nummer.

Wat moest ze in vredesnaam zeggen?

Ze schudde haar hoofd. Wat deed het ertoe?

Haar man was teruggekeerd en de hartenpijn die ze voelde was irrelevant. Ze was niet langer vrij om bij Kit te zijn. Wat vreemd, peinsde Julia toen ze Kits nummer had gevonden. Haar man was degene die terug was uit de dood, maar zij had het gevoel of ze vanbinnen gestorven was.

Toen ze Xavier het huis hoorde verlaten, ademde ze diep in en drukte ze op de beltoets.

Kit keek naar zijn mobiele telefoon, die op het bureau lag te rinkelen; hij kon zien dat het Julia was en liet hem rinkelen.

Hij kon niet met haar te praten.

Hij wist wat ze te zeggen had. Hij had het allemaal op de radio gehoord.

Kit staarde uit het raam en over het park uit. Hij had steeds geaccepteerd dat Julia alleen maar bij hem was omdat ze geloofde dat haar man dood was. Er was geen sprake van concurrentie. Xavier was terug. Hij was Julia’s echtgenoot… zij was zijn vrouw…

‘O, god,’ kreunde hij, en hij schudde vertwijfeld zijn hoofd. Hij had moeten weten dat het te mooi was om waar te zijn…

Voor het eerst in jaren had hij zichzelf toegestaan zijn hart aan een vrouw te schenken. Met die sprong in het diepe – hij had zich durven blootgeven, terwijl Julia dapper genoeg was geweest om haar eigen angst opzij te zetten en zich aan hem te geven – had hij voor het eerst ontdekt wat het was om waarachtig lief te hebben.

‘Waar zal ik dat ooit weer vinden?’ verzuchtte Kit.

Hij wist dat dat niet zou gebeuren. En hij wist ook dat er volstrekt geen hoop was dat deze relatie nieuw leven kon worden ingeblazen. Julia was waarschijnlijk opgetogen, zoals hij ooit geweest zou zijn als Milla was teruggekeerd uit de dood.

Zijn mobiele telefoon rinkelde weer.

Hij tuurde over het park uit en besloot dat hij haar de woorden liever niet wilde horen zeggen.

Hij begreep het.

‘Wees gelukkig, mijn liefste,’ fluisterde hij. ‘Ik zal altijd van je houden.’

Toen legde Kit Crawford zijn hoofd in zijn handen en huilde hij als een kind.