76

Het is laat en Jar zit aan het bureau in de erker in Max’ kantoor. Max is de deur uit gegaan om eten te halen en Carl zit naast Jar, helpt hem door het dark web te navigeren. Jar had gehoopt dat hij het alleen wel af kon, nadat Carl hem telefonisch door de basisbeginselen heen had geloodst, maar hij verloor algauw de moed toen hij op een startpagina stuitte die wel een opsomming leek van elke verwrongen verdorvenheid die de mensheid kende.

‘Tor-directory’s verwijzen je altijd naar Torch, beweren dat het een geweldige manier is om onions te vinden, maar het werkt nooit, ik heb het althans nog nooit meegemaakt,’ zegt Carl terwijl hij zich over Jars toetsenbord buigt om te gaan typen. ‘Je komt gemakkelijk genoeg op de homepage van Torch, maar heb je daar een individuele search geprobeerd? Dan onderbreken ze die. Steevast.’

Jar heeft geen idee waar zijn vriend het over heeft, maar hij kijkt toe terwijl hij omlaag scrolt en iets opent wat hij herkent als Max’ oude artikel op de website voor spionagejunks: een lange reeks cijfers gevolgd door de .onion extensie.

Carl was er eerst niet happig op geweest om naar Canary Wharf te komen, mekkerde nog steeds over Max en zijn bedrijfs-pr-werk, maar toen de twee elkaar ontmoetten, konden ze prima met elkaar overweg, vooral toen Max een encyclopedische kennis aan de dag legde over de Londense reggaescene in de jaren negentig en een onwaarschijnlijke voorliefde voor Engelse Dub-muziek koesterde.

‘Nu kan ik het verder zelf wel,’ zegt Jar, terwijl hij naar de spionagesite kijkt.

Carl aarzelt even, is niet overtuigd, maar verdwijnt dan naar het derde bureau in het kantoor, tegenover dat van Jar, waar hij zijn eigen zoektochten uitvoert.

Jar krijgt de schrik van zijn leven als hij het dark web in duikt. Het idee dat als hij een verkeerde kant opgaat, verkeerd klikt om zichzelf vervolgens in een chatroom voor pedofielen terug te vinden, of per ongeluk met bitcoins heroïne koopt in een set-up van de fbi, ook al weet hij dat de Tor-software die hij gebruikt juist bedoeld is om anonimiteit te garanderen. Hij zegt tegen zichzelf dat hij dit voor Rosa doet.

‘We hebben nooit gekeken naar de commentaren die op Max’ verhaal zijn gepost,’ zegt Jar twintig minuten later. Het is fijn om weer in één kantoor met Carl te zitten, ook al lijkt de pluchen omgeving van Canary Wharf totaal niet op hun websitekantoren. ‘In de afgelopen jaren heeft het veel belangstelling getrokken. Zie je dat?’

Carl loopt weer naar Jars scherm. ‘De wifi-ontvangst in dit gebouw is buitengewoon goed, dat kan ik je wel vertellen,’ zegt hij. ‘Zeker voor al die bankiers die hun hd-porno livestreamen.’

‘Deze kerel,’ vervolgt Jar, hem negerend, ‘ChristiansInAction…’

‘Dat is de cia, een algemeen gebruikte bijnaam,’ zegt Carl.

Hoe weet Carl dat nou? ‘Die geeft ook commentaar op andere verhalen op de site,’ vervolgt Jar. ‘Moet je horen wat hier staat: “Niets over mijn vroegere firma verbaast me meer. Toen ik nog clandestien in Europa werkte, hoorde ik geruchten over een programma dat Eutychus werd genoemd. Nooit precies geweten wat het was, ver boven mijn salarisschaal. Het enige wat ik weet is dat het een soort rekruteringsproject was, met als doelwit Britse kinderen van de universiteit in Oxford en Cambridge. Nieuwe aanwas die een nieuwe identiteit kreeg, zogenaamde sterfgevallen, dat soort dingen. Klinkt als lulkoek, maar je weet het nooit met deze shit.”’

‘Hoe hebben we dat over het hoofd kunnen zien?’ vraagt Carl.

‘De commentaren zaten verstopt,’ zegt Jar. ‘Het duurde even om ze te vinden.’ Carl trekt een wenkbrauw op, onder de indruk. ‘En moet je hier zien.’ Jar wijst weer naar het scherm. ‘Het commentaar onderaan: “Dit leest als een spionagethriller van Le Carré. Of misschien van Len Deighton. Ik acht de Amerikanen niet in staat om zoiets te doen, met of zonder de medewerking van de Britse inlichtingendiensten.” Dat is gepost door iemand die zichzelf Laika57 noemt.’

‘Hoe spel je dat?’ vraagt Carl, die weer naar zijn bureau terugloopt.

Jar spelt het voor hem – iets aan die naam komt hem bekend voor – en scrolt verder naar andere commentaren op het verhaal.

‘Laika57 duikt ook op een paar andere plekken op, maar niet op het openbare web,’ zegt Carl vijf minuten later. ‘Hij heeft een paar keer iets gepost op een of ander gestoord forum over martelingen in Guantánamo.’

‘Waarover?’

‘Anaal toedienen van vloeistoffen,’ zegt Carl en hij klinkt verbijsterd. Jar wilde nu dat hij er niet naar had gevraagd. ‘En iets over “aangeleerde hulpeloosheid”.’

‘En dat is…?’

Er valt een stilte als Carl het doorleest. ‘Dat deden ze met honden in de jaren zestig, ze deden ze zo veel pijn dat ze niet meer probeerden om eraan te ontkomen.’

‘En hebben ze dat ook bij gevangenen in Guantánamo gedaan?’

‘Dat staat hier. Klaarblijkelijk werkten gevangenen beter mee als ze het gevoel hadden geen controle meer over hun omgeving te hebben. Het idee is om “passiviteit te kweken door middel van confrontatie met traumatische gebeurtenissen”. Ik weet niet precies waarom, maar op de een of andere manier voelt het alsof het veel erger is als ze dat soort dingen met dieren doen.’

Jar kijkt zijn vriend aan, wil dat hij dat uitlegt.

‘Ik bedoel, in Guantánamo ging het om vijandige strijders, oké?’ Zegt Carl. ‘De slechteriken.’

‘Enkelen van hen wel.’

‘Maar met honden, het ene moment doen ze hun eigen dingetje, zijn ze gewoon hond, snuffelen aan elkaars liefjes, en het volgende moment zitten ze opgesloten in een lab en worden ze gemarteld. Waar hebben ze dat aan verdiend?’

‘Alles klinkt beter dan anaal toedienen van vloeistoffen,’ zegt Jar.

‘Iemand trek in Vindaloo?’

Ze kijken allebei op als Max binnenkomt met twee bruine papieren zakken met afhaalcurry.

Vind Mij
cover.xhtml
Hoofdstuk-001.html
Hoofdstuk-002.html
Hoofdstuk-003.html
Hoofdstuk-004.html
Hoofdstuk-005.html
Hoofdstuk-006.html
Hoofdstuk-007.html
Hoofdstuk-008.html
Hoofdstuk-009.html
Hoofdstuk-010.html
Hoofdstuk-011.html
Hoofdstuk-012.html
Hoofdstuk-013.html
Hoofdstuk-014.html
Hoofdstuk-015.html
Hoofdstuk-016.html
Hoofdstuk-017.html
Hoofdstuk-018.html
Hoofdstuk-019.html
Hoofdstuk-020.html
Hoofdstuk-021.html
Hoofdstuk-022.html
Hoofdstuk-023.html
Hoofdstuk-024.html
Hoofdstuk-025.html
Hoofdstuk-026.html
Hoofdstuk-027.html
Hoofdstuk-028.html
Hoofdstuk-029.html
Hoofdstuk-030.html
Hoofdstuk-031.html
Hoofdstuk-032.html
Hoofdstuk-033.html
Hoofdstuk-034.html
Hoofdstuk-035.html
Hoofdstuk-036.html
Hoofdstuk-037.html
Hoofdstuk-038.html
Hoofdstuk-039.html
Hoofdstuk-040.html
Hoofdstuk-041.html
Hoofdstuk-042.html
Hoofdstuk-043.html
Hoofdstuk-044.html
Hoofdstuk-045.html
Hoofdstuk-046.html
Hoofdstuk-047.html
Hoofdstuk-048.html
Hoofdstuk-049.html
Hoofdstuk-050.html
Hoofdstuk-051.html
Hoofdstuk-052.html
Hoofdstuk-053.html
Hoofdstuk-054.html
Hoofdstuk-055.html
Hoofdstuk-056.html
Hoofdstuk-057.html
Hoofdstuk-058.html
Hoofdstuk-059.html
Hoofdstuk-060.html
Hoofdstuk-061.html
Hoofdstuk-062.html
Hoofdstuk-063.html
Hoofdstuk-064.html
Hoofdstuk-065.html
Hoofdstuk-066.html
Hoofdstuk-067.html
Hoofdstuk-068.html
Hoofdstuk-069.html
Hoofdstuk-070.html
Hoofdstuk-071.html
Hoofdstuk-072.html
Hoofdstuk-073.html
Hoofdstuk-074.html
Hoofdstuk-075.html
Hoofdstuk-076.html
Hoofdstuk-077.html
Hoofdstuk-078.html
Hoofdstuk-079.html
Hoofdstuk-080.html
Hoofdstuk-081.html
Hoofdstuk-082.html
Hoofdstuk-083.html
Hoofdstuk-084.html
Hoofdstuk-085.html
Hoofdstuk-086.html
Hoofdstuk-087.html
Hoofdstuk-088.html
Hoofdstuk-089.html
Hoofdstuk-090.html
Hoofdstuk-091.html
Hoofdstuk-092.html
Hoofdstuk-093.html
Hoofdstuk-094.html
Hoofdstuk-095.html
Hoofdstuk-096.html
Hoofdstuk-097.html
Hoofdstuk-098.html
Hoofdstuk-099.html
Hoofdstuk-100.html
Hoofdstuk-101.html
Hoofdstuk-102.html
Hoofdstuk-103.html
Hoofdstuk-104.html
Hoofdstuk-105.html
Hoofdstuk-106.html
Hoofdstuk-107.html
Hoofdstuk-108.html