65

Cromer 2012

Het lijkt erop dat ik niet de enige ben die door het schrijversvirus is aangestoken. Toen ik vanochtend beneden kwam, zat Rosa aan de keukentafel erop los te typen op haar laptop.

‘Herschrijven?’ vroeg ik, hoewel ik geen antwoord verwachtte. Ze is gisteren uit Cambridge aangekomen. Het gebruikelijke vriendelijke ritueeltje, in de auto uit Norwich kon er amper een woord af, maar tijdens het diner praatte ze met A terwijl ze deed alsof ik lucht was. Ze maakt het wel heel moeilijk om haar aardig te vinden.

Het duurde even voordat Rosa antwoordde. ‘Ik hou een dagboek bij,’ zei ze, niet opkijkend. ‘Amy zei dat het misschien helpt.’

‘Waarmee?’ vroeg ik, en ik dacht dat het tijd was om het maar eens over haar vader te gaan hebben, al was het maar om het erover eens te worden dat hij en ik het oneens waren.

‘Pa was een bijzondere man,’ zei ze, bijna tegen zichzelf.

‘De tijd heelt alle wonden,’ opperde ik, en ik wenste meteen dat ik niets had gezegd.

‘Jij was niet erg close met jouw vader, hè?’

Haar vraag verraste me. ‘Het hangt af van wat je met “close” bedoelt. In mijn tijd ging het er anders aan toe.’

Ze keek op. ‘In welk opzicht?’

‘Ouders probeerden niet de beste vrienden van hun kinderen te zijn.’

‘Dus je was niet close.’

Nee, dat waren we niet, dacht ik, maar ik ga jou niet de voldoening geven dat je gekscherende diagnose klopt. De man van wie ik dacht dat hij mijn vader was, was tijdens mijn jeugd een vreemde voor me.

‘Ik kan niet doen alsof ik je vader ben en ik denk er ook niet zo over,’ zei ik, haar opmerking een andere kant op sturend. ‘Maar dat betekent niet dat ik niet begrijp hoe moeilijk het voor je moet zijn.’

Rosa bleef zwijgen.

‘Weet je,’ vervolgde ik, ‘er bestaan heel veel bewezen medische strategieën die je kunnen helpen met verlies, met depressie.’

Ze typte zwijgend door.

‘Ze hebben Amy’s leven veranderd,’ voegde ik eraan toe, maar ik wist dat het een verloren zaak was. A heeft Rosa in vertrouwen genomen, erover opgeschept dat ze haar medicijnen aan het afbouwen is. Dat zal alleen maar in tranen eindigen. ‘Ik heb ook een dagboek geschreven,’ vervolgde ik, op een ander onderwerp overstappend. ‘Eerder een logboek.’

‘Heeft Jar je kunnen helpen?’ zei ze, minder vijandig.

‘We hebben zitten brainstormen over literatuur.’

‘Hij is een goede leraar. Geduldig.’

‘Dat zal ik in gedachten houden.’

‘Doet jouw wifi het?’ vroeg ze. ‘Ik krijg geen verbinding.’

‘Laat mij even kijken.’

‘Alleen om een paar e-mails te versturen.’

Ik zocht naar de kaart, maar die lag niet op de normale plek op de schoorsteenmantel. Die gebruikt een andere router in huis, een smallere bandbreedte, maar genoeg voor wat zij nodig heeft. Ik heb mijn eigen glasvezelbreedband in de schuur. Toen zag ik de kaart, naast de telefoon. Ik pakte hem, keek naar de toegangscode in A’s onleesbare handschrift, gaf hem aan Rosa en liep de keuken uit. Twee minuten later was Rosa bij de achterdeur, riep me terwijl ik onze wijnflessen in de glasbak gooide. A mag dan minder benzo’s nemen, ze drinkt des te meer. Dat doen we allebei.

‘Het lukt nog steeds niet met de wifi,’ zegt Rosa.

Ik liep de keuken weer in, ging aan de tafel zitten en keek naar haar MacBook Air. Rosa had plaatsgemaakt en stond achter me. Toen ik de wifi-voorkeuren opende, ging haar telefoon.

‘Hi, babe,’ zei ze, ‘terwijl ze wegliep om bij de open achterdeur te gaan staan. Babe. Ik wierp een blik op haar. Ze keek naar mij, maar draaide zich om, alsof ik in haar gesprek binnendrong. Soms was ik verbijsterd hoeveel Rosa me aan A deed denken toen ze jonger was. Ik wou dat we beter met elkaar overweg konden.

Rosa’s scherm met haar Gmail-inbox was geminimaliseerd, maar ik was niet geïnteresseerd in het lezen van haar college e-mails. Haar dagboek, daar was ik op uit. Ik kon de gelegenheid niet laten lopen. Om puur professionele redenen, natuurlijk – ik wilde zien of een echt dagboek niet onderdeed voor mijn eigen pogingen om een logboek te schrijven – maar ik maakte mezelf wijs dat er ook nog een andere reden was: wilde ik leren Rosa aardig te vinden, dan moest ik haar beter leren begrijpen, haar wereld begrijpen, dichter bij haar komen. Ze is tenslotte A’s nichtje. Familie. Ik moet meer doen dan mijn best.

Ik schakelde de wifi uit en aan en selecteerde A’s router. Rosa had de code verkeerd ingetoetst. Een paar tellen later was haar computer verbonden.

Ik wierp opnieuw een blik naar de deur. Rosa was in een diep gesprek verwikkeld. Zonder aarzelen maximaliseerde ik haar Gmail-scherm, maakte een e-mail aan, deed het dagboekdocument, dat ik gemakkelijk op haar desktop vond, er als bijlage bij en stuurde dat naar mijn eigen e-mailadres. Daarna opende ik haar verzonden mails, wiste de mail, selecteerde de prullenbak en wiste hem daar ook, waarna ik het inbox-scherm weer minimaliseerde, zoals eerder het geval was geweest. Literaire diefstal. Telt dat als een heuse misdaad?

‘Geregeld,’ zei ik, en ik keek naar Rosa die naar de keukentafel terugliep. Ik had de grootste moeite om kalm te blijven ademen.

‘Bedankt. Wat was nou het probleem?’ vroeg ze, terwijl ze aan de tafel ging zitten.

‘Amy’s handschrift. Je hebt de toegangscode verkeerd ingetoetst.’

‘Je krijgt de groeten van Jar, hij hoopt dat de roman vordert.’

‘Ik heb zojuist een belangrijke doorbraak gemaakt,’ zei ik, niet in staat een glimlach te verhullen.

Vind Mij
cover.xhtml
Hoofdstuk-001.html
Hoofdstuk-002.html
Hoofdstuk-003.html
Hoofdstuk-004.html
Hoofdstuk-005.html
Hoofdstuk-006.html
Hoofdstuk-007.html
Hoofdstuk-008.html
Hoofdstuk-009.html
Hoofdstuk-010.html
Hoofdstuk-011.html
Hoofdstuk-012.html
Hoofdstuk-013.html
Hoofdstuk-014.html
Hoofdstuk-015.html
Hoofdstuk-016.html
Hoofdstuk-017.html
Hoofdstuk-018.html
Hoofdstuk-019.html
Hoofdstuk-020.html
Hoofdstuk-021.html
Hoofdstuk-022.html
Hoofdstuk-023.html
Hoofdstuk-024.html
Hoofdstuk-025.html
Hoofdstuk-026.html
Hoofdstuk-027.html
Hoofdstuk-028.html
Hoofdstuk-029.html
Hoofdstuk-030.html
Hoofdstuk-031.html
Hoofdstuk-032.html
Hoofdstuk-033.html
Hoofdstuk-034.html
Hoofdstuk-035.html
Hoofdstuk-036.html
Hoofdstuk-037.html
Hoofdstuk-038.html
Hoofdstuk-039.html
Hoofdstuk-040.html
Hoofdstuk-041.html
Hoofdstuk-042.html
Hoofdstuk-043.html
Hoofdstuk-044.html
Hoofdstuk-045.html
Hoofdstuk-046.html
Hoofdstuk-047.html
Hoofdstuk-048.html
Hoofdstuk-049.html
Hoofdstuk-050.html
Hoofdstuk-051.html
Hoofdstuk-052.html
Hoofdstuk-053.html
Hoofdstuk-054.html
Hoofdstuk-055.html
Hoofdstuk-056.html
Hoofdstuk-057.html
Hoofdstuk-058.html
Hoofdstuk-059.html
Hoofdstuk-060.html
Hoofdstuk-061.html
Hoofdstuk-062.html
Hoofdstuk-063.html
Hoofdstuk-064.html
Hoofdstuk-065.html
Hoofdstuk-066.html
Hoofdstuk-067.html
Hoofdstuk-068.html
Hoofdstuk-069.html
Hoofdstuk-070.html
Hoofdstuk-071.html
Hoofdstuk-072.html
Hoofdstuk-073.html
Hoofdstuk-074.html
Hoofdstuk-075.html
Hoofdstuk-076.html
Hoofdstuk-077.html
Hoofdstuk-078.html
Hoofdstuk-079.html
Hoofdstuk-080.html
Hoofdstuk-081.html
Hoofdstuk-082.html
Hoofdstuk-083.html
Hoofdstuk-084.html
Hoofdstuk-085.html
Hoofdstuk-086.html
Hoofdstuk-087.html
Hoofdstuk-088.html
Hoofdstuk-089.html
Hoofdstuk-090.html
Hoofdstuk-091.html
Hoofdstuk-092.html
Hoofdstuk-093.html
Hoofdstuk-094.html
Hoofdstuk-095.html
Hoofdstuk-096.html
Hoofdstuk-097.html
Hoofdstuk-098.html
Hoofdstuk-099.html
Hoofdstuk-100.html
Hoofdstuk-101.html
Hoofdstuk-102.html
Hoofdstuk-103.html
Hoofdstuk-104.html
Hoofdstuk-105.html
Hoofdstuk-106.html
Hoofdstuk-107.html
Hoofdstuk-108.html