·69·

President Ben Hamilton zat naar het beeldscherm in het Oval Office te kijken terwijl overal om hem heen mensen discreet af en aan liepen. De beelden waren schokkerig en korrelig – alle professionele nieuwsmedia waren het land allang ontvlucht – maar er was duidelijk te zien dat het op dit ogenblik in Damascus een volslagen chaos was. De wegen stonden helemaal vol met auto’s, de straten waren vol wanhopige, doodsbange Syriërs. Er werd gemeld dat mensen over de startbanen van de luchthaven renden en probeerden zich vast te klampen aan de landingsgestellen van de paar vliegtuigen die nog moesten opstijgen. Orde en gezag waren allang verdwenen. De mensen probeerden alleen nog maar weg te komen. En naarmate de uren verstreken en alle hoop verdween, werd de toestand steeds akeliger.

Op het beeldscherm zagen Hamilton en zijn assistenten ouders met hun kinderen door de straten hollen terwijl soldaten met megafoons zich door de in paniek geraakte mensenmassa’s drongen en riepen dat iedereen zo snel mogelijk de stad moest verlaten. Ja, maar met nog geen uur te gaan voordat het door de Verenigde Staten gestelde ultimatum verliep, zou geen van de mensen op straat het overleven. Er was een schokkende videorapportage van plunderaars die door boze burgers werden doodgeslagen. Hamilton bleef kijken totdat hij zag hoe een stel kleine kinderen gescheiden raakten van hun ouders en door de vluchtende mensenmassa onder de voet werden gelopen en vertrapt.

‘Zet dat rotding uit,’ zei de president en onmiddellijk werd het scherm donker.

Hamiltons bureau was bezaaid met officiële verzoekschriften uit de hele wereld, waarin hem werd gesmeekt om de raket niet te laten lanceren. In het hele land waren miljoenen Amerikanen de straat op gegaan. Sommigen van hen steunden de president bij zijn besluit, maar de meesten waren ertegen. De telefooncentrale van het Witte Huis werd overstroomd met telefoontjes.

Minister van Defensie Joe Decker ging naast zijn opperbevelhebber zitten en Hamilton keek hem vol wanhoop aan.

Decker leek wel aan te voelen dat zijn chef aarzelde, en zei: ‘Meneer, ik weet dat dit meer druk op u legt dan voor een enkel mens goed te verdragen is, en ik weet wat u vanuit de hele wereld te horen hebt gekregen, maar als we nu terugdeinzen, hebben we ons tegenover de Arabieren volstrekt ongeloofwaardig gemaakt. En als we dat laten gebeuren, zijn we verloren.’

‘Dat begrijp ik, Joe,’ zei Hamilton.

‘En er hebben zich nieuwe ontwikkelingen voorgedaan, meneer.’

Hamilton keek hem vermoeid aan. ‘Wat dan?’

‘Er doen zich op dit ogenblik een paar hoogst ongebruikelijke atmosferische storingen voor boven de Atlantische Oceaan. Ondanks de uitstekende technische uitrusting van de onderzeeboot meldt de marine dat de satellietverbinding met de Tennessee mogelijk een paar minuten lang onderbroken zou kunnen worden.’

‘In dat geval moeten we de raket dus niet lanceren.’

Decker schudde van nee. ‘Deze storingen zullen niet van invloed zijn op de lancering. De D5 heeft een inertieel gestuurd geleidesysteem. Nadat de laatste raketmotor is afgeworpen doet hij twee metingen van de sterrenhemel en zoekt aan de hand daarvan de locatie die het meest geschikt is om de kernkoppen in vrije val boven het doelwit af te werpen.’

‘Wat wil je daarmee zeggen, Joe?’ vroeg Hamilton.

‘Ik wil er met klem op aandringen dat we deze zaak afhandelen voordat we het contact met de onderzeeboot kwijt zijn.’

‘Wát? Nu al lanceren?’ Hamilton keek op zijn horloge. ‘We hebben nog 52 minuten.’

‘Wat maakt dat nu nog uit, meneer de president? Als ze van plan waren om Brennan los te laten, hadden ze het inmiddels toch wel gedaan. Eigenlijk geven we de tegenpartij op deze manier alleen maar langer de tijd om te verzinnen hoe ze terug kan slaan. En als we het nu niet doen, zijn we straks misschien niet meer in staat om de Tennessee bereiken.’

‘Kunnen we dan niet een andere onderzeeër inschakelen?’

‘Deze bevindt zich op de ideale locatie, ze beschikt over de best mogelijke raket om Damascus mee te treffen en verkeert bovendien in opperste staat van paraatheid. Onze andere onderzeeboten op de Atlantische Oceaan zullen we trouwens net zomin kunnen bereiken.’

‘Nou, zeg dan maar tegen de Tennessee dat ze de raket moet lanceren zodra het ultimatum verloopt, tenzij ze voor die tijd bericht van ons krijgt.’

‘Zo gaat het niet met kernraketten, meneer. Om een heleboel verschillende redenen wordt zo’n raket alleen gelanceerd als wij er echt uitdrukkelijk opdracht toe geven. De bemanning van zo’n onderzeeboot kijkt niet op de klok. We kunnen ook nog wel proberen om die raket op een andere manier te lanceren, maar binnen de tijd die we nog hebben, lukt ons dat waarschijnlijk niet en als we de raket niet precies op het aangekondigde tijdstip lanceren, maken we ons volstrekt ongeloofwaardig.’

‘Dus voortaan is dat de manier waarop het gaat? Wij raken hen. Zij raken ons. En daar gaan we dan net zolang mee door tot er niemand meer over is?’

‘Met alle respect, meneer, maar wij hebben een heleboel meer om hen mee te raken dan zij hebben om ons kwaad mee te doen. Ik heb er alle vertrouwen in dat wij die strijd winnen.’

Hamilton keek even op en zag dat alle ogen in het vertrek op hem gericht waren. Hij had zijn hele leven gewerkt om deze baan te krijgen. Hij had de juiste scholen bezocht en zich moeizaam opgewerkt in de politiek, al het domme handwerk gedaan en zijn partij door dik en dun gesteund. En al die tijd had hij geduldig op zijn beurt gewacht. En waarvoor? Om te moeten besluiten of hij de dood van zes miljoen mensen op zijn geweten wilde hebben of niet.

Moge God zich ontfermen over mijn ziel.

Hamilton knikte en zei: ‘Neem eerst contact op met de Syriërs en geef ze nog één kans. Als ze weigeren, doe je het maar.’ Hij liet zijn hoofd op zijn opengeslagen handen rusten en alle aanwezigen tuurden naar de vloer.

Plotseling sprong de minister van Buitenlandse Zaken op. ‘Wacht even! Toe! Als ze hem in handen hebben, waarom zouden ze hem dan niet teruggeven? Waarom zouden ze miljoenen van hun eigen mensen de dood in jagen?’

‘Omdat het terroristen zijn,’ snauwde Decker. ‘Zo denken die nou eenmaal. Volgens hun geloof gaan al die mensen rechtstreeks naar het paradijs. En we mogen ook vooral niet vergeten dat zij óns hebben aangevallen en niet omgekeerd. Zij hebben ónze president ontvoerd. En op dit ogenblik is die vrijwel zeker dood. We kunnen niet anders. We moeten terugslaan, en wel op zo’n manier dat onze vastberadenheid door niemand in twijfel wordt getrokken. Anders zal dat hun de moed geven om hun aanvallen verder op te voeren. Er is geen betere manier om een tegenstander de moed in de schoenen te laten zakken dan een kernaanval. Japan heeft zich na twee atoombommen overgegeven. Daar hebben we miljoenen mensen het leven mee gered.’

Hij zei er niet bij dat de atoombommen op Hirosjima en Nagasaki wél aan honderdduizenden Japanse burgers het leven hadden gekost en dat beide steden tientallen jaren radioactief waren gebleven.

Hamilton wendde zijn ogen af en de minister van Buitenlandse Zaken liet zich weer onderuitzakken in haar stoel.

Decker stond op, nam de hoorn van een beveiligde telefoon van de haak en gaf opdracht om onmiddellijk voor de laatste keer van Syrië en de Sjaria-groep te eisen dat ze de president zouden vrijlaten. Een paar minuten later kreeg hij al antwoord.

Hamilton keek op. ‘En?’

‘De gekuiste versie luidt dat Allah ons zal straffen voor de zonde die we op het punt staan te begaan,’ zei Decker.

Hamilton stond op en keek naar buiten, terwijl Decker nog een keer de hoorn van de haak nam en het bevel doorgaf aan de National Command Authority, die het onmiddellijk doorseinde aan de Tennessee . De machtige Trident-raket zou zeer binnenkort gelanceerd worden. Van grote diepte onder water zou hij met zo’n onvoorstelbare snelheid en kracht omhoog schieten dat er zich een beschermende gaslaag om de raket zou vormen. Terwijl de raket zich een weg baande door vele tientallen meters water zou zelfs geen druppeltje daarvan weten door te dringen tot op zijn metalen huid. Daarna zou de Trident-raket met een kruissnelheid van meer dan tweeduizend kilometer per uur naar Damascus vliegen om die stad binnen dertig minuten na zijn lancering te raken met de kracht van duizend zware orkanen. Er zou helemaal niets van de stad over blijven.

Aanvankelijk drong het niet tot hem door dat de telefoon ging, maar toen keek Hamilton langzaam op. Het was díé telefoon. Snel rende hij ernaartoe en griste de hoorn van de haak.

‘Ja?’

Hij verbleekte en greep naar zijn zij. De meeste aanwezigen dachten dat hij een hartaanval kreeg.

‘Ze hebben hem!’ schreeuwde hij. ‘Ze hebben Brennan!’ Hij draaide zich razendsnel om naar Decker. ‘Laat de aanval afgelasten!’

Decker zei snel iets in de andere telefoon en gaf de Tennessee opdracht zich terug te trekken. Toen werd hij plotseling krijtwit. ‘Wát? Dat kán niet.’

Alle ogen waren nu op hem gericht.

Deckers gezicht zag asgrauw. ‘De storm op de Atlantische Oceaan is begonnen, en verstoort de satellietcommunicatie. De Tennessee heeft het aanvalsbevel ontvangen en bevestigd, maar het lukt de Command Authority niet om haar opnieuw te bereiken.’

‘Ik wist wel dat we gewoon acht uur hadden moeten wachten!’ riep Hamilton. ‘Idioot dat je bent!’

‘O, mijn god,’ zei de minister van Buitenlandse Zaken met onvaste stem.

Hamilton griste Decker de telefoon uit de hand en duwde de man onzacht uit de weg. ‘Met president Hamilton,’ zei hij. ‘U moet contact opnemen met die verdomde onderzeeër en opdracht geven om die raket niet te lanceren. Het kan me niet schelen hóé, maar zorg dat het lukt.’ En na een korte stilte voegde hij daaraan toe: ‘Doe het, alsjeblieft.’ Zijn gezicht was zo vuurrood en hij ademde zo gejaagd dat het leek of hij elk ogenblik een hartaanval kon krijgen. Zijn voorhoofd glom van het zweet en toen zijn knieën begonnen te knikken, moest hij zich vastklampen aan de rand van het Resolute-bureau om niet te vallen.

Decker stond met een ontdaan gezicht toe te kijken en hield zijn schouder vast, die hij had bezeerd toen de president hem hard tegen de muur had geduwd.

‘Als het moet, brengen jullie die godverdomde onderzeeër maar tot zinken!’ schreeuwde de president in de hoorn. ‘Maar hou hem tegen! Hou hem tegen!’

Niemand in het vertrek bewoog zich. Twee kabinetsleden hadden hun ogen dichtgedaan en stonden zwijgend te bidden.

Traag verstreken de seconden, zonder dat er in het Oval Office ook maar iets te horen viel. Iedereen hield zijn adem in. Toen legde Hamilton langzaam de hoorn op de haak, en zakte op zijn knieën. Hij zag eruit alsof hij echt elk ogenblik bewusteloos kon raken.

‘O, nee,’ zei de minister van Buitenlandse Zaken snikkend.

Na lange tijd keek Hamilton op naar zijn ondergeschikten. ‘Ze hebben de lancering gestaakt,’ wist hij uit te brengen voordat hij zijn blik op Decker richtte. ‘Het heeft maar... één... seconde gescheeld, verdomme.’

Er klonk geen gejuich op in het Oval Office. Iedereen stond als verstard voor zich uit te kijken.

Maar ergens onder het oppervlak van de Atlantische Oceaan stonden 155 Amerikaanse zeelieden te schreeuwen en springen van opluchting en vreugde.

De veilige terugkeer van president James Brennan, die was aangetroffen in een verlaten pakhuis aan de rand van Medina, Ohio, deed de wereld wederom trillen op zijn grondvesten. Meer dan 14.000 Amerikaanse militairen en speciale agenten die waren ingezet in dat andere Medina in Saudi-Arabië, maakten zich zo geruisloos mogelijk uit de voeten. In een jaszak van de president was een getypt briefje aangetroffen met daarop de mededeling: ‘Grote opofferingen kunnen grote kansen bieden.’ Franklin Hemingway had die woorden dertig jaar geleden opgeschreven en zijn zoon had zich geen betere boodschap aan de leider van de vrije wereld kunnen bedenken.

Omdat hij degene was die erachter was gekomen waar Brennan zou worden vrijgelaten, werd Carter Gray gehuldigd als een nationale held. Hoewel hij zich – vanwege de nationale veiligheid natuurlijk – wat op de vlakte hield over de manier waarop hij dat nou eigenlijk te weten was gekomen, vertelde hij wel dat dit goede resultaat het gevolg was geweest van een combinatie van hard werken, betrouwbare informanten en een hoop geluk. ‘De ontvoerders hebben woord gehouden,’ zei hij. ‘De president bevond zich inderdaad in Medina, alleen lag dat ongeveer tienduizend kilometer verwijderd van het Medina waar wij hem verwachtten te vinden.’

Gray had een emotionele avond met senator Simpson en diens vrouw doorgebracht om ze te troosten met het verlies van hun enig kind. De officiële versie van de gebeurtenissen, en de enige die haar ouders te horen hadden gekregen, was dat Jackie was vermoord tijdens een overval op haar auto toen ze ’s avonds laat rustig over de Interstate 81 reed. Er waren geen verdachten en Gray wist dat er nooit een arrestatie zou worden verricht. De enige andere ontwikkeling was de onverklaarde verdwijning van drie nic -agenten. Maar ook dat zou hij wel afhandelen.

Een wat positievere ontwikkeling was dat Captain Jack had gepraat, honderduit zelfs, zodat Gray over een heleboel materiaal beschikte dat hij tegen de Noord-Koreanen kon gebruiken.

Vice-president Hamilton was een tijdje met verlof. Het had maar een seconde gescheeld of hij was de tweede Amerikaanse president sinds Harry Truman geweest die opdracht had gegeven tot het gebruik van een kernbom. Dat had een zwaardere druk op hem gelegd dan voor wie dan ook goed te verdragen viel en dat had zijn tol geëist. Naar verwachting zou de vice-president echter weer volledig herstellen.

Brennan was stomverbaasd geweest toen hij te horen had gekregen dat de ontvoerders vrijwel tot op de laatste man waren gesneuveld, maar dat ze zelf met opzet geen Amerikanen hadden gedood. Terwijl hij daar nog over nadacht, keek hij naar een opname van zijn meest geliefde praatprogramma, dat was uitgezonden toen hij nog werd vermist. Alle vier de commentatoren waren het erover eens dat het de een of andere slinkse streek van de terroristen moest zijn.

‘En als de president veilig weer terug wordt gebracht?’ vroeg de gespreksleider.

Dan zou dat ook een list zijn, zeiden de vier commentatoren eensgezind.

‘Maar wat zou het doel daarvan dan zijn?’ vroeg de gespreksleider. ‘Ze hebben meer dan twintig mensen opgeofferd. Ze hadden de president zo kunnen vermoorden. En wat schieten ze er nou mee op om hem levend en wel terug te brengen?’

‘Je moet goed begrijpen dat deze mensen helemaal nergens voor terugdeinzen,’ verklaarde een andere commentator. ‘Eerst hebben ze geprobeerd ons te vermoorden. Maar dat werkte niet. We hebben teruggevochten en we zijn de oorlog tegen het terrorisme aan het winnen. Dus zijn ze van tactiek veranderd.’

‘En nu proberen ze het door ons níét te vermoorden?’ vroeg de gespreksleider, die duidelijk niet goed wist hoe hij het had.

‘Precies,’ klonk het zelfvoldane antwoord.

Brennan had een afschrift van de eisen van de ontvoerders gekregen en in zijn privé-vertrekken had hij er lang in zitten lezen. Hij had ook vol afgrijzen vernomen hoe weinig het maar had gescheeld of de Verenigde Staten waren een kernaanval begonnen op een land dat naar naderhand was gebleken niets met de ontvoering te maken had gehad. Hoewel Brennan zijn vice-president in het openbaar had geprezen, was hij geschrokken toen hij erachter kwam hoe snel de man toestemming had gegeven voor het gebruik van kernwapens, en hoe weinig het maar had gescheeld of hij had die ook daadwerkelijk laten lanceren. Brennan zat dan ook ernstig te denken over andere kandidaten voor het vice-presidentschap.

Hij had overlegd met zijn adviseurs over islamitische aangelegenheden en lange uren doorgebracht met zijn vrouw en kinderen. Hij was in één week verschillende keren naar de kerk gegaan, misschien omdat hij op zoek was naar goddelijke raad voor de wereldlijke problemen van de mensheid.

Nu de president veilig terug was, begon de internationale pers openhartiger te berichten over de eisen die de ontvoerders hadden gesteld. In de hoofdsteden van Europa, Zuid-Amerika en Azië richtten de mensen zich nu meer op de inhoud van de Arabische eisen dan ze gedaan zouden hebben als die vergezeld waren gegaan van grote puinhopen en stapels lijken.

Uiteindelijk riep Brennan zijn kabinet, zijn Nationale Veiligheidsraad en zijn hoogste militaire adviseurs bij elkaar en bracht de eisen die zijn ontvoerders hadden gesteld ter sprake.

Zijn Nationale Veiligheidsadviseur ging er onmiddellijk tegenin.

‘Meneer,’ zei hij, ‘dit is absurd. We kunnen op geen enkele eis ingaan. Dit is echt belachelijk.’

‘Meneer de president,’ viel minister van Defensie Decker hem bij, ‘het is een teken van zwakte om zelfs maar over die eisen na te denken.’

Brennans antwoord was kort en zakelijk: ‘Het heeft maar een paar seconden gescheeld of we hadden zes miljoen mensen vermoord op basis van bewijsmateriaal dat niet deugde.’

‘Wij zijn hier niet mee begonnen. En dit soort dingen brengen nou eenmaal altijd risico’s met zich mee.’

Brennan keek de man net zolang strak aan totdat die zijn ogen neersloeg. ‘We zijn de enige supermacht die er op de hele wereld nog over is. We hebben een arsenaal aan kernwapens waarmee we de hele wereld kunnen vernietigen. Zelfs als anderen geen zelfbeheersing aan de dag leggen, moeten wij dat wél doen!’

De manier waarop Brennan Decker zat aan te kijken, maakte maar al te duidelijk dat zijn nieuwe regering niet alleen een nieuwe vice-president maar ook een nieuwe minister van Defensie zou hebben.

Brennan viste een velletje papier uit zijn zak. Het was het briefje dat in zijn zak was aangetroffen. Hij las het zichzelf voor: ‘Grote opofferingen kunnen grote kansen bieden.’ En zoals de geschiedenis had uitgewezen en Brennan maar al te goed wist, brachten moeilijke tijden ook vaak grote presidenten voort.

Hij keerde Joe Decker en zijn strijdmakkers uit het Pentagon de rug toe en keek naar zijn minister van Buitenlandse Zaken.

‘Ik denk dat we hoognodig aan de slag moeten,’ zei president Brennan.

De samenzwering
titlepage.xhtml
De_samenzwering_split_0.xhtml
De_samenzwering_split_1.xhtml
De_samenzwering_split_2.xhtml
De_samenzwering_split_3.xhtml
De_samenzwering_split_4.xhtml
De_samenzwering_split_5.xhtml
De_samenzwering_split_6.xhtml
De_samenzwering_split_7.xhtml
De_samenzwering_split_8.xhtml
De_samenzwering_split_9.xhtml
De_samenzwering_split_10.xhtml
De_samenzwering_split_11.xhtml
De_samenzwering_split_12.xhtml
De_samenzwering_split_13.xhtml
De_samenzwering_split_14.xhtml
De_samenzwering_split_15.xhtml
De_samenzwering_split_16.xhtml
De_samenzwering_split_17.xhtml
De_samenzwering_split_18.xhtml
De_samenzwering_split_19.xhtml
De_samenzwering_split_20.xhtml
De_samenzwering_split_21.xhtml
De_samenzwering_split_22.xhtml
De_samenzwering_split_23.xhtml
De_samenzwering_split_24.xhtml
De_samenzwering_split_25.xhtml
De_samenzwering_split_26.xhtml
De_samenzwering_split_27.xhtml
De_samenzwering_split_28.xhtml
De_samenzwering_split_29.xhtml
De_samenzwering_split_30.xhtml
De_samenzwering_split_31.xhtml
De_samenzwering_split_32.xhtml
De_samenzwering_split_33.xhtml
De_samenzwering_split_34.xhtml
De_samenzwering_split_35.xhtml
De_samenzwering_split_36.xhtml
De_samenzwering_split_37.xhtml
De_samenzwering_split_38.xhtml
De_samenzwering_split_39.xhtml
De_samenzwering_split_40.xhtml
De_samenzwering_split_41.xhtml
De_samenzwering_split_42.xhtml
De_samenzwering_split_43.xhtml
De_samenzwering_split_44.xhtml
De_samenzwering_split_45.xhtml
De_samenzwering_split_46.xhtml
De_samenzwering_split_47.xhtml
De_samenzwering_split_48.xhtml
De_samenzwering_split_49.xhtml
De_samenzwering_split_50.xhtml
De_samenzwering_split_51.xhtml
De_samenzwering_split_52.xhtml
De_samenzwering_split_53.xhtml
De_samenzwering_split_54.xhtml
De_samenzwering_split_55.xhtml
De_samenzwering_split_56.xhtml
De_samenzwering_split_57.xhtml
De_samenzwering_split_58.xhtml
De_samenzwering_split_59.xhtml
De_samenzwering_split_60.xhtml
De_samenzwering_split_61.xhtml
De_samenzwering_split_62.xhtml
De_samenzwering_split_63.xhtml
De_samenzwering_split_64.xhtml
De_samenzwering_split_65.xhtml
De_samenzwering_split_66.xhtml
De_samenzwering_split_67.xhtml
De_samenzwering_split_68.xhtml
De_samenzwering_split_69.xhtml
De_samenzwering_split_70.xhtml
De_samenzwering_split_71.xhtml
De_samenzwering_split_72.xhtml
De_samenzwering_split_73.xhtml