·18·
Carter Gray was om halfzeven opgestaan en was drie kwartier later weer terug in het gebouw van het nic . In de lobby hing een reeks grimmige zwartwitfoto’s waar iedere werknemer elke dag weer langs moest lopen. Op de eerste foto stonden de Twin Towers in brand; op de tweede waren de puinhopen te zien, en de leegte die de twee torens hadden achtergelaten. Op de derde foto zag je het Pentagon, en het grote gat dat daarin was geslagen door het straalvliegtuig van American Airlines. Op de vierde foto was de krater op de akker in Pennsylvania te zien, waar het toestel van United Airlines was neergestort, en de foto daarnaast toonde de zwartgeblakerde verf van het Witte Huis op de plek waar twee granaten met raketaandrijving waren ingeslagen en in de East Room waren terechtgekomen. De foto daarnaast was van de puinhopen van de bomaanslag in Oklahoma City.
Die afschuwelijke foto’s namen de hele zijwand van de lobby in beslag en marcheerden daarna langs de tegenovergelegen wand weer naar buiten. Voor velen was de laatste foto echter de ergste. Vrijwel alle slachtoffers waren onder de zestien en waren uit dit leven weggerukt door vier zelfmoordenaars die zichzelf in Frankrijk hadden opgeblazen tijdens een speciale optocht voor de beste scholieren van Amerika. Die scholieren hadden de reis naar Frankrijk gewonnen vanwege hun schitterende schoolprestaties en idealistische vrijwilligerswerk in de Verenigde Staten, maar waren in lijkkisten naar hun vaderland teruggekeerd.
‘Dit mogen we nooit vergeten,’ had Carter Gray zijn mensen voorgehouden. ‘En jullie moeten alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat zoiets nooit meer gebeurt.’
Het nic hield ook een officieuze score bij van het aantal mensen en de waarde van de goederen die gespaard waren gebleven voor een aanslag door het tijdig verijdelen van mogelijke terreuraanslagen, zowel in de Verenigde Staten als overzee. Het geschatte aantal gespaarde slachtoffers stond op 193.000 Amerikanen en 31.000 buitenlanders, en de geschatte waarde van de bespaarde materiële schade lag op bijna honderd miljard dollar. Niemand buiten de hoogste kringen van de inlichtingendiensten kende deze cijfers. Het Amerikaanse publiek zou er ook nooit iets over te horen krijgen, en met goede reden. Als de Amerikanen te weten kwamen hoe vaak het maar een haartje gescheeld had, zouden ze waarschijnlijk nooit meer een voet buiten de deur durven zetten.
Gray ging met de lift naar dezelfde verdieping als de avond ervoor, maar stapte nu een andere kamer binnen, waar vijf mannen en twee vrouwen om een vergadertafel zaten. Gray ging zitten, legde zijn laptop voor zich op tafel en klapte hem open.
‘De resultaten van gisteravond?’ vroeg hij.
‘Al-Omari heeft geweigerd,’ zei een van zijn assistenten.
‘Dat verbaast me niet echt.’
‘En Al-Omari’s zoontje, meneer Gray, wilt u dat we hem bij zijn moeder weghalen?’
‘Nee. Laat dat jongetje daar maar. Ieder kind heeft minstens één ouder nodig.’
‘Begrepen, meneer,’ zei de man, die daarmee het doodvonnis bevestigde dat zojuist over de onfortuinlijke vader was uitgesproken.
‘Neem een week de tijd en probeer met alle beschikbare middelen zo veel mogelijk informatie uit meneer Al-Omari los te krijgen.’
‘Doen we,’ zei een van de vrouwen.
‘En Ronald Tyrus, onze neonazi?’ vroeg Gray.
‘Hij werkt mee en wordt nu uitgebreid verhoord.’
‘En de anderen?’
‘Kim Fong heeft ons informatie gegeven over een lading springstoffen van een nieuwe generatie die naar het schijnt niet kan worden opgemerkt met de op luchthavens beschikbare röntgenapparatuur. Volgens hem wordt er volgende week een poging gedaan om die Los Angeles binnen te smokkelen.’
‘Laat die lading volgen totdat jullie de koper hebben gevonden. Ik wil de wetenschappers, hun apparatuur, hun financiers, het hele spectrum. En de anderen?’
‘Geen van hen wilde meewerken.’ En na een korte stilte voegde de man daaraan toe: ‘De gebruikelijke exit-strategie?’
Alle mensen in dit vertrek hadden al eerder op de een of andere manier met Gray samengewerkt. Met zijn allen hadden ze beslissingen genomen en dingen gedaan die niet alleen illegaal waren, maar vaak ook immoreel. In de loop der jaren hadden deze hoogopgeleide en zeer ervaren mannen en vrouwen regelmatig opdracht gekregen om mensen op te sporen en te laten vermoorden die als vijanden van de Verenigde Staten werden beschouwd, en die bevelen hadden ze plichtsgetrouw uitgevoerd. Maar hoewel de dood van een mens zeker geen nieuw terrein voor hen was, wekte die toch altijd hun respectvolle aandacht.
‘Nee,’ zei Gray. ‘Laat ze maar gaan. Maar wel met een zendertje. En laat hier en daar vertellen dat ze met de autoriteiten hebben gepraat.’
‘Dan worden ze door hun eigen mensen vermoord,’ zei de andere vrouw.
Gray knikte. ‘Film die executies maar. Dat kunnen we gebruiken om druk uit te oefenen. En als ze zich niet laten chanteren, halen we met terroristen die andere terroristen vermoorden, in elk geval altijd het televisiejournaal. Oké, geef me het laatste nieuws maar.’
De man die daarop moest reageren, was de jongste in het vertrek, maar in vele opzichten had hij meer ervaring in het veld dan de meeste oudere agenten. Tom Hemingway zag er net zo knap uit als de avond ervoor in de leap- bar, en was ook even onberispelijk gekleed. Hij was iemand die snel carrière aan het maken was bij het nic. Mede omdat hij twintig jaar in het Midden-Oosten en het Verre Oosten had gewoond, was hij niet alleen de toonaangevende Midden-Oostendeskundige van het nic, maar ook een belangrijk adviseur over zaken die te maken hadden met het Verre Oosten.
Zijn vader, Franklin Hemingway, was Amerikaans ambassadeur geweest, eerst in China, daarna in Jordanië en toen weer in China. Hemingway was dan ook niet alleen een van de weinige medewerkers van de Amerikaanse inlichtingendiensten die Mandarijn, Hebreeuws, Arabisch en Farsi spraken, maar hij had ook de koran gelezen in het oorspronkelijke Arabisch en kende de moslimwereld beter dan welke Amerikaan dan ook, zijn vader uitgezonderd. Het waren die eigenschappen, plus zijn lichamelijke en geestelijke onvermoeibaarheid en zijn talent voor de vakmatige kanten van het spionagewerk die tot de pijlsnelle reeks promoties hadden geleid die hem in de binnenste cirkel rondom Carter Gray had gebracht.
Hemingway drukte op een toets van zijn computer en op een scherm aan de muur tegenover hem verscheen een gedetailleerd satellietbeeld van het Midden-Oosten.
‘Zoals u hier ziet, hebben agenten van de cia en het nic significante vorderingen geboekt in Iran, Libië, Syrië, Bahrain, Irak, de var, Jemen en de nieuwe Koerdische Republiek. We hebben meer dan twintig terreurorganisaties en splintercellen tot op het diepste niveau weten te infiltreren, en al die operaties gaan ons veel opleveren.’
‘Het helpt natuurlijk wel als je agenten niet allemaal blonde jongens met blauwe ogen zijn die geen Arabisch spreken,’ zei een van de andere mannen droogjes.
‘Nou, tientallen jaren lang was dat alles wat we daar hadden,’ zei Gray snel. ‘Hoe staat het met de verliezen?’
‘Er worden gemiddeld twee agenten per maand gedood,’ antwoordde Hemingway. ‘Zo hoog is het aantal slachtoffers nog nooit geweest, maar wie niet waagt, die niet wint.’
‘Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is dat deze mensen veilig en wel terugkomen,’ zei Gray.
Er klonk wat gemompel. Terroristen uit het Midden-Oosten gingen hardhandig om met mensen die van spionage werden verdacht. Ze maakten een filmpje van de onthoofding van de verdachte en lieten dat dan aan de hele wereld zien om anderen te ontmoedigen, en dat was heel effectief gebleken.
‘We raken meer dan tien soldaten per dag kwijt, zeven dagen per week,’ merkte Hemingway op. ‘En met het nieuwe front dat zich net bij de Syrische grens heeft gevormd, zal het aantal slachtoffers alleen nog maar stijgen. De islamitische onafhankelijkheidsbewegingen in Tsjetsjenië, Kasjmir, Thailand en Mindanao laten het radicale islamisme maar voortwoekeren. De islamisten rekruteren hun aanhangers grotendeels via internet en leiden hun mensen ook via internet op. Ze maken gebruik van gestolen identiteiten en andere oplichterstrucs om wat ze doen te verhullen en hun financiële aangelegenheden regelen ze via informele hawala -banken. Er is gewoon geen centrale commandostructuur waartegen we iets kunnen ondernemen. Clandestiene operaties zijn de enige werkzame strategie die we kunnen gebruiken.’
‘In Irak is er een democratische regering aan de macht’ zei een andere man, ‘die op wettige wijze door het volk is gekozen. Ondanks zelfmoordaanslagen en rondvliegende kogels, hebben de mensen zich op straat gewaagd om naar de stembus te gaan. En kijk eens naar de vooruitgang die we hebben geboekt in Libanon, Koeweit, Afghanistan en Marokko. De democratie verspreidt zich langzaam over de hele regio. Dat is echt een wonder, en daar kunnen de islamitische gemeenschap en wij trots op zijn.’
Hemingway keek Gray eens aan. ‘Tot nu toe heeft het de Verenigde Staten een half miljard dollar gekost om ervoor te zorgen dat die verkiezingen soepel verliepen, en toen de Koerden zich onafhankelijk verklaarden, is dat in Bagdad echt niet goed gevallen. En de soennieten zouden wel eens op het punt kunnen staan om ook in opstand te komen tegen de sjiietische heersers. Intussen zorgen de uitgeweken Baathisten en buitenlandse guerrillastrijders ervoor dat het geweld voortdurend wordt opgevoerd. Bovendien heb ik gehoord dat de Iraakse regering binnenkort de Verenigde Staten zal verzoeken het land te verlaten, omdat ze met de Baathisten afspraken hebben gemaakt over een staatsgreep zonder bloedvergieten. Daarna zullen de Baathisten de strijd aangaan met de islamistische opstandelingen die in Irak een soort Taliban-regime willen vestigen. Het eindresultaat van dit alles zal zijn dat Irak nog veel instabieler wordt dan het ooit is geweest, en dat er hele legioenen kersverse terroristen klaar zullen staan om ons opnieuw aan te vallen. Dus wat hebben we nou eigenlijk bereikt met al dat geld van ons en met het bloed van onze soldaten?’
‘Dat weet ik,’ zei Gray. ‘We wisten allemaal dat het vroeg of laat zover zou komen. Maar jammer genoeg kunnen we daar niet weg. De toestand is veel te explosief.’
Hemingway hief zijn handen ten hemel in een machteloos gebaar. ‘Dat krijg je in een land dat de kunstmatige schepping is van een koloniale macht die drie volkomen verschillende bevolkingsgroepen binnen één stel landsgrenzen bij elkaar heeft gezet. Eén soort democratie voor alles en iedereen is geen effectieve vorm van buitenlands beleid.’
‘Wij zijn niet degenen die het buitenlandse beleid bepalen, Tom. We proberen alleen maar de rotzooi op te ruimen en de schade zo veel mogelijk te beperken,’ zei Gray. ‘Hoe zit het met India en Pakistan?’
‘De situatie verslechtert daar gestaag. Volgens de huidige inschattingen zullen er bij een kernoorlog tussen die twee landen op de eerste dag vijfentwintig miljoen mensen om het leven komen en nog eens twintig miljoen zwaargewond raken. Tegenover een ramp van die omvang staat de wereld met lege handen. En China en India knopen steeds nauwere economische en militaire banden met elkaar aan. Dat is ook een punt van zorg.’
‘Egypte?’ vroeg Gray.
‘Dat staat op uitbarsten, net als Indonesië en Saudi-Arabië,’ zei Hemingway. ‘Het toerisme heeft zich nooit hersteld van de aanslagen in Luxor.’
Gray leunde achterover. ‘Tja, de mensen hebben nou eenmaal geen zin om op vakantie neergeschoten of aan mootjes gehakt te worden. En slechte economische omstandigheden maken de kans op een opstand alleen maar groter.’
‘En dan is er Noord-Korea nog,’ zei Hemingway.
Gray knikte. ‘Een gek als staatshoofd, het op twee na grootste leger ter wereld en raketten met kernkoppen die Seattle kunnen raken. Belangrijkste exportartikel: vervalste Amerikaanse bankbiljetten. Ik wil de geactualiseerde scenario’s binnen 24 uur op mijn bureau hebben liggen. Oké. Het narcoterrorisme?’
Hemingway drukte op een andere toets en het beeld op de muur veranderde. ‘Zoals u hier ziet zijn terroristen uit het Midden-Oosten in de hier op deze kaart aangegeven gebieden aansluiting aan het zoeken bij drugskartels uit het Verre Oosten. In sommige gevallen nemen ze de drugshandel zelfs compleet over. De Centraal-Aziatische republieken staan op instorten. De drugsproductie is de snelst groeiende sector van de economie. En omdat de voormalige Sovjet-Unie daar al haar kernafval stortte, kunnen we verwachten dat terroristen uit het Midden-Oosten binnenkort radioactieve crack en heroïne gaan verkopen in de Verenigde Staten.’
‘Dat is wel navrant, als je bedenkt dat moslims niet drinken, en al helemaal geen crack roken,’ zei een andere man.
‘Ik heb wel in het vliegtuig gezeten met Saudiërs waarbij de hijabs werden uitgetrokken en de sterke drank tevoorschijn werd gehaald zodra het toestel zijn landingsgestel had ingeklapt.’
‘Bedankt voor je verslag, Tom. Is dit prioriteitenoverzicht volgens jou in essentie correct?’ vroeg Gray aan een andere man.
‘Jawel, meneer. Het is gebaseerd op zeer geloofwaardig bewijsmateriaal.’
‘In mijn ervaring wordt die term vaak verward met het woord “ongeloofwaardig”,’ zei Gray. ‘Zoals gebruikelijk dienen de mensen op de werkvloer de grootst mogelijke vrijheid van handelen te krijgen, zodat ze adequaat kunnen inspelen op tactiekwijzigingen van de vijand. Preventieve actie wordt zo veel mogelijk aangemoedigd. De losse eindjes werken we hier dan wel weg.’
Iedereen in het vertrek begreep wat Gray daarmee bedoelde: maak ze af, zonder rekening te houden met allerlei verfijnde juridische of politieke overwegingen.
Vervolgens werd er verslag uitgebracht over de ontwikkeling over het terrorisme binnen de Verenigde Staten, inclusief rechtse milities en godsdienstige sekten.
‘Geef me een overzicht van de situaties die op dit moment het dringendst aandacht vereisen,’ zei Gray toen ze daarmee klaar waren.
En zo ging het nog twee uur lang door. De ene potentiële crisis na de andere werd zorgvuldig ontleed. En toch konden al die analyses zo het raam uit gesmeten worden als er ergens ter wereld plotseling een gebouw omviel, een wereldleider ten val kwam of een vliegtuig midden in de lucht uit elkaar spatte.
Gray stond op het punt om de vergadering te verdagen toen een van de vrouwen, die haastig even de kamer uit geroepen was, terugkwam en hem een nieuw dossier overhandigde.
Het kostte Gray twee minuten om de vier pagina’s door te lezen. Toen hij opkeek, was hij duidelijk niet blij. ‘Dit is gisteravond gebeurd. De politie en de fbi zijn er al vanaf vanochtend kwart voor negen mee bezig, en ik hoor hier nú pas van?’
De vrouw slikte moeizaam. ‘Ik denk niet dat het potentiële belang hiervan snel genoeg is onderkend.’
‘Patrick Johnson?’ vroeg Gray.
‘Het is een analist bij de...’
‘Dat wéét ik,’ zei Gray ongeduldig. ‘Dat staat in het rapport dat je me net hebt gegeven. Maar hoe hij ook aan zijn eind gekomen mag zijn, de vraag is of het iets met zijn werk te maken heeft. En daarover staat er niets te lezen.’
‘De fbi heeft de leiding over het onderzoek,’ zei de vrouw.
‘Dat is bepaald geen geruststelling,’ zei Gray. ‘Hebben we daar dan in elk geval een paar mensen rondlopen? Om onbegrijpelijke redenen stond daar niets over in het verslag.’
‘Ja.’
‘Over een uur wil ik de complete levensgeschiedenis van Patrick Johnson voor me hebben. Vooruit.’
De vrouw rende de kamer uit. Toen ze weg was, stond Gray op en liep door de gang naar een andere vergaderkamer, waar vertegenwoordigers van de cia , de Nationale Veiligheidsadviseur en het ministerie van Homeland Security op hem zaten te wachten. In het daaropvolgende uur kreeg Gray een briefing en stelde hij een aantal vragen waarmee hij een deel van de aanwezigen een ongemakkelijk gevoel bezorgde en het andere deel de stuipen op het lijf joeg.
Daarna liep hij naar zijn werkkamer, een bescheiden vertrek dat ingeklemd zat tussen twee veel grotere ruimten, die in gebruik waren als crisiscommandocentra en waar het tegenwoordig vrijwel voortdurend een drukte van belang was. Zijn werkkamer bevatte niets persoonlijk, zelfs geen obligaat wandje met foto’s van Gray in gezelschap van allerlei belangrijke personages. Gray had geen tijd om terug te denken aan de triomfen uit het verleden. Terwijl hij aan zijn bureau zat, tuurde hij even naar de plek waar zich in een gewoon gebouw de ramen zouden bevinden. Hij had dit nic -gebouw in eigen persoon ontworpen, en ramen vormden altijd een zwak punt, een toegangsweg voor spionnen en een bron van afleiding voor de werknemers. Maar toch was het geen gemakkelijk besluit geweest. Hij was altijd graag buiten geweest en nu sleet hij zijn dagen in een hok zonder ramen, waar hij de wereld van de ondergang probeerde te redden. De ironie van het noodlot, dacht hij peinzend. De machtigste inlichtingendienst ter wereld kan niet eens uit het raam kijken.
Er klonk een geluidje op zijn computer. Hij drukte op een toets en begon met grote belangstelling te lezen over Patrick Johnson.