·27·

In haar kleine flatje in een buitenwijk van Brennan stond Djemila om vijf uur op. Vlak na zonsopgang deed ze haar ochtendgebed, de salat . Nadat ze zichzelf had gewassen, trok ze haar schoenen uit en bedekte ze haar hoofd voordat ze begon aan het islamitische ritueel van staan, zitten, buigen, knielen op haar gebedsmatje. Ze begon met de shadada , de centrale geloofsbelijdenis van de islam, die bestond uit twee delen. Het eerste deel luidde: ‘ La illaha ’, en betekent in het Arabisch: ‘Er is geen andere god dan Allah.’ Het tweede deel luidde eenvoudigweg: ‘En Mohammed is zijn profeet.’ Daarna reciteerde ze de eerste soera van de koran en stond op, kleedde zich om, legde alles klaar wat ze voor haar werk nodig had en ging aan tafel zitten voor een eenvoudig ontbijt.

Terwijl ze haar keukentje rondkeek, dacht Djemila na over het gesprek dat ze de dag ervoor met mevrouw Franklin had gehad. Ze had tegen haar werkgeefster gelogen, al was er geen enkele manier waarop de Amerikaanse daar ooit achter zou kunnen komen. Op Djemila’s officiële reisdocumenten stond te lezen dat ze uit Saudi-Arabië kwam. Daarom, en omdat ze een vrouw was, was haar komst naar Amerika zelfs na 11 september heel soepel verlopen. In werkelijkheid was Djemila geboren in Irak, en behoorde ze tot de soennitische islam, de stroming waar tachtig procent van alle moslims toe behoorde, al vormden ze in Irak een minderheid. Aanvankelijk waren de soennieten en de andere grote islamitische stroming, de sjiieten, het vooral niet met elkaar eens geweest over de opvolging van de profeet Mohammed, maar inmiddels waren er veel meer meningsverschillen ontstaan.

De sjiieten geloofden dat de vierde kalief, Alib ibn Abi Talib, de neef en schoonzoon van Mohammed, de ware opvolger van de profeet was. Soennitische moslims geloofden dat Mohammed geen opvolger had aangewezen en het kalifaat had ingesteld om de taken van de profeet na diens dood over te nemen. In de ogen van de soennieten was geen van de kaliefen gelijk aan de profeet; maar uit het feit dat drie van de vier kaliefen een gewelddadige dood waren gestorven, bleek wel dat de opvolgingskwestie toch tot grote verdeeldheid had geleid.

Onder het seculiere regime van Saddam Hoessein was het Djemila toegestaan om auto te rijden, wat in Saudi-Arabië onmogelijk zou zijn geweest. De Saudiërs waren aanhangers van een uiterst strenge vorm van de sjaria . Die strenge interpretatie van de goddelijke wetten vereiste dat vrouwen voortdurend geheel bedekt waren en verbood hun te stemmen of zelfs maar zonder schriftelijke toestemming van hun man het huis uit te gaan. Al die regels werden streng gehandhaafd door religieuze politiemannen met zwepen.

Ook was er het beruchte ‘hakplein’, het grootste plein van Riyad. Elke vrijdag werden overtreders van de sjaria hier in het openbaar bestraft. Djemila was één keer gaan kijken en had vol afgrijzen toegekeken hoe vijf mensen beide handen kwijtraakten en twee anderen hun hoofd. Een veel subtielere straf was de fallaga , een reeks stokslagen op de voetzolen die geen littekens achterliet, al deed het wel zo’n pijn dat het slachtoffer na zo’n straf een hele tijd niet meer kon lopen.

Koning Ibn Saoed, de veroveraar van Arabië en de vorst die het land zijn naam had gegeven, had ooit een stel geologen ingehuurd om water te zoeken. Water hadden ze niet gevonden, maar wel een heleboel olie, en sindsdien had de rest van de wereld zich over het algemeen niet meer met de interne aangelegenheden van dat land bemoeid. Meer dan een kwart van de totale oliereserves ter wereld bevond zich onder het Saudische woestijnzand, en de rest van de wereld had dat zo hard nodig dat de Saudiërs over het algemeen konden doen en laten wat ze maar wilden, zonder angst voor repercussies.

Djemila had echter niet op alle punten tegen mevrouw Franklin gelogen. Toen ze in Bagdad woonde, had ze over het algemeen de kleren kunnen dragen die ze zelf had uitgezocht, en ze had goed onderwijs genoten. Toch had ze het leven onder de dictator Hoessein verschrikkelijk gevonden. Vrienden en familieleden van haar waren ‘verdwenen’ omdat ze zich hadden uitgesproken tegen de tiran. Tijdens de Amerikaanse inval in Irak had ze gebeden dat Hoessein ten val zou worden gebracht, en haar gebeden waren verhoord. Haar familie had de Amerikanen en hun bondgenoten als helden ingehaald omdat ze hun de vrijheid hadden teruggegeven. Maar toen was alles gaan veranderen.

Toen Djemila op een dag van de markt kwam, zag ze dat het huis van haar familie door een verdwaalde bom was getroffen. Het huis lag in puin en haar hele familie, ook haar twee jongere broers, was om het leven gekomen. Na die tragedie was Djemila bij familieleden in Mosul ingetrokken. Maar die waren het slachtoffer geworden van een autobom tijdens de opstand tegen de Amerikaanse bezetting in Irak.

Daarna was Djemila naar Tikrit gegaan om bij een neef te logeren, maar de oorlog had haar gedwongen ook uit die stad weg te vluchten. Daarna was ze een tijd dakloos geweest, een van de jonge mensen die in steeds grotere aantallen rondzwierven en die voortdurend in de knel kwamen te zitten tussen het steeds groter wordende aantal opstandelingen en Amerika en zijn bondgenoten. In een van die groepen had ze een man ontmoet, die in het openbaar durfde te zeggen dat de Amerikanen niet meer waren dan imperialisten op zoek naar olie. Hij had gezegd dat alle moslims de plicht hadden om terug te slaan tegen deze vijand van de islam.

Net zoals de meeste moslims, was de enige jihad die Djemila ooit had gevoerd, de ‘grotere jihad’, de innerlijke worsteling om een betere aanhanger van de islam te worden. Maar deze man had duidelijk een ander soort jihad in gedachten, de ‘kleinere jihad’ ofwel de heilige oorlog. Dat was een idee dat was ontstaan in de zevende eeuw. Aanvankelijk had Djemila alles wat die man zei als hersenloos geraaskal beschouwd en er geen aandacht aan besteed, maar toen haar eigen situatie steeds grimmiger werd, was ze wel naar hem gaan luisteren. De dingen die hij zei, en de gruwelen waarvan ze getuige was geweest, begonnen betekenis te krijgen voor deze jonge vrouw die alles kwijt was. En al snel sloegen haar ontsteltenis en hopeloosheid om in woede.

Niet lang daarna was Djemila in Pakistan beland, en daarna in Afghanistan, waar ze werd opgeleid om dingen te doen die vroeger zelfs nooit bij haar opgekomen zouden zijn. En weer een tijdje later had ze op een schip naar de Verenigde Staten gezeten, samen met tientallen mensen net als zij, allemaal met een vervalst paspoort en een vurige ambitie om terug te slaan tegen een vijand die hun leven had verwoest. Djemila had geleerd dat alles aan Amerika slecht was, dat het westerse leven en de westerse waarden volstrekt in strijd waren met de islam en uiteindelijk gericht waren op de volstrekte vernietiging daarvan. Hoe zou ze niet kunnen strijden tegen zo’n monster?

Djemila had altijd reikhalzend uitgezien naar de dag waarop ze de pelgrimstocht naar Mekka ofwel de hajj zou kunnen maken. Mekka was de heilige stad in de streek Hidjaz waar Mohammed was geboren. Als kind had ze verhalen gehoord van familieleden die deze allerbelangrijkste reis in het leven van een moslim hadden volbracht. Ze stelde zich voor hoe ze te midden van een grote menigte in een kring rondom de Grote Moskee, ofwel de Al-Haraam, in Mekka zou staan om haar gebeden te zeggen. Het was de enige keer in hun leven dat moslims tijdens het gebed niet in rechte rijen hoefden te staan.

De pelgrims liepen zeven keer in een grote kring rondom de Kaäba, het rotsblok in de hof van de Al-Haraam, drie keer hollend en vier keer langzaam. Daarna kusten ze de in de Kaäba vervatte heilige zwarte steen om vervolgens zeven keer heen en weer te hollen tussen de heuvels van Safa en Marwa. Daarna ging iedereen op de vlakte van de berg Arafat staan bidden in symbolische afwachting van de dag des oordeels.

Als klein meisje had Djemila altijd verlangend uitgezien naar de vier dagen durende viering die daarop volgde: het Id-al-Adha, ofwel het Offerfeest, dat ook bekendstond als het Grote Feest. Ze had ook verlangend uitgezien naar een oude Egyptische gewoonte die door sommige moslims werd nagevolgd: het op de voordeur schilderen van het vervoermiddel dat ze had gebruikt om naar Mekka te reizen. Voordat haar land ten prooi viel aan de oorlog had ze echter nooit kans gezien om naar Mekka te gaan, en nu betwijfelde ze of dat haar ooit nog zou lukken. Het leek haar zelfs uiterst onwaarschijnlijk dat ze ooit nog zou terugkeren naar haar vaderland, behalve dan in een doodkist.

Ze pakte de spullen die ze nodig had voor haar werk en ging naar beneden. Toen ze naar haar bestelbusje liep, keek ze snel even in de laadruimte. Daarin zat een extra accessoire verborgen waar de fabrikant zelfs nooit aan gedacht had.

Drie uur later, in het centrum van Brennan, had Captain Jack de aankoop van zijn nieuwe eigendom, een garage, bijna afgerond. Gekleed in een elegant tweedelig pak, nam de chic uitziende ‘ondernemer’ de sleutels in ontvangst, en reed weg in zijn Audi. Ze hadden geglimlacht, hun geld geteld en hem veel geluk gewenst. U ook veel geluk gewenst, had hij willen zeggen. En Brennan ook. Dat zal dit plaatsje hard nodig hebben.

Een paar minuten later zette Captain Jack zijn auto langs de kant van de weg, klapte zijn i paq open, maakte verbinding met internet en ging de chatroom binnen. De film van vandaag was The Wizard of Oz . Hij herinnerde zich nog dat hij die als kind had gezien. Hij had altijd erg te doen gehad met de tot slaaf gemaakt vliegende apen, en vermoedde dat hij daarin een van de weinigen was. Hij tikte een bericht in waarin hij een afspraak maakte voor een ontmoeting in het park.

De garage zou het belangrijkste element in deze hele operatie zijn. Daarmee stond of viel alles. En voor die garage had hij de vrouw nodig aan wie hij nu een bericht had gestuurd. Als zij haar belofte niet nakwam, was al dit werk voor niets geweest. Sommige dingen vielen niet op te maken uit gezichtsloze e-mailtjes. Zo kon je bijvoorbeeld niet inschatten of iemand de wil had om de klus ook werkelijk te klaren. Soms moest je iemand daarom gewoon met eigen ogen zien.

Het was een bewolkte en nogal kille dag en het park was vrijwel verlaten. Captain Jack ging op een bankje zitten, las de krant en dronk een bekertje koffie. Vanuit de auto had hij het park eerst een halfuur lang zorgvuldig verkend. De kans dat iemand hem schaduwde, was astronomisch klein, maar in deze branche overleefde je niet lang als je geen rekening hield met dit soort kleine, maar essentiële details.

De voorpagina werd geheel in beslag genomen door heel belangrijk nieuws: de eergisteren gedaalde aandelenkoersen waren gisteren weer omhoog gegaan. En ook in het American football was op dit moment van alles te doen. ‘Oorlog op het sportveld’ noemden ze het. Of liever gezegd, zo werd het genoemd door degenen die nog nooit een echte oorlog hadden meegemaakt. Hij kwam ook te weten dat een filmster zijn vrouw in de steek had gelaten voor een andere vrouw. Heel schokkend was dat. En hij las over een grote onthulling: een popster had geplaybackt tijdens een liveconcert! Verder waren er drie Israëliërs gedood door een autobom. De vergelding zou niet lang op zich laten wachten, beloofden Israëlische woordvoerders. En Captain Jack wist dat dat geen loze belofte was. De Israëliërs lieten niet met zich sollen. Captain Jack was een heel moedig man, met littekens uit vele oorlogen, maar zelfs hij durfde het niet rechtstreeks tegen de Israëliërs op te nemen.

Ook las Captain Jack dat aids in Afrika miljoenen slachtoffers bleef maken. Daarna las hij een artikel over de burgeroorlogen op dat continent die de afgelopen tien jaar eveneens vele miljoenen mensenlevens hadden geëist. De halve wereld leefde in diepe armoede, verklaarde een ander artikel, duizenden kinderen stierven elke dag weer omdat ze niets te eten hadden.

Captain Jack legde de krant neer. Hij was niet zo’n moralist. Hij had in zijn leven een hoop mensen gedood. Als er een hemel en een hel bestonden, dan wist hij waar hij de hele eeuwigheid lang ingekwartierd zou worden. Maar toch, was playback nou zo erg?

De kinderen hoorde hij het eerst, maar hij draaide zijn hoofd niet die kant op. Daarna hoorde hij de schommel piepen, en even later begon de draaimolen knarsend te draaien. Hij glimlachte toen hij de kindertjes hoorde kraaien van plezier.

Toen de jochies eindelijk een beetje waren uitgeraasd, gingen er nog vele minuten voorbij voordat hij autoportieren open en dicht hoorde gaan. Even later hoorde hij voetstappen naderen. Kalme, afgemeten voetstappen. Dat was allemaal heel goed. Daarna hoorde hij het hout van de bank achter hem even piepen toen degene die naar hem toe was komen lopen, erop ging zitten. Onmiddellijk tilde hij de krant op.

‘Ik denk dat de Steelers dit jaar wel eens de cup zouden kunnen winnen,’ zei hij.

‘Nee, ik wed op de Patriots,’ zei de ander.

‘Bent u daar zeker van?’

‘Ik ben heel zeker van wat ik zeg. Als ik twijfelde, dan zou ik mijn mond houden.’

Toen ze die herkenningscodes hadden uitgewisseld, kwam Captain Jack terzake.

‘Gaat het goed bij de familie Franklin?’

‘Ja, heel goed,’ zei Djemila.

‘Alles verloopt volgens een vast stramien? Geen onverwachte gebeurtenissen?’

‘Hun leven is heel eenvoudig. Hij werkt alleen maar en zij maakt alleen maar plezier.’

Hij merkte de ergernis in haar woorden op. ‘O, vind je?’

‘Dat wéét ik.’ En na een korte stilte zei ze: ‘Ik vind Amerikanen walgelijk.’

‘Werkelijk?’

‘Het zijn varkens. Ze zijn allemaal door en door slecht!’

Hij zei een woord in het Arabisch dat haar onmiddellijk tot zwijgen bracht.

‘Moet je horen,’ zei Captain Jack. ‘Sommige Amerikanen zijn slecht, en sommige moslims ook, maar de meesten zijn net als jij, en jij bent net als zij. Ze willen in vrede leven, redelijk gelukkig zijn, het gezellig hebben, kinderen krijgen, hun god aanbidden en waardig sterven.’

‘Ze vernietigen mijn land! Ze zeggen dat Irak samenspant met Al-Qaeda en de Taliban. Dat is krankzinnig. Hoessein en Bin Laden zijn doodsvijanden, dat weet iedereen. En vijftien van de negentien kapers van 11 september waren Saudiërs. Maar in de straten van Riyad zie ik geen Amerikaanse tanks. Die zie ik alleen maar in Bagdad.’

‘Waar de Amerikanen een machthebber hebben afgezet die ze eerst zelf jarenlang in het zadel hebben gehouden. Dat weet ik. Maar Irak heeft nou eenmaal niet een flink stuk van Amerika in eigendom, en de Saudiërs wel. Alle “grote” beschavingen slachten nou eenmaal iedereen af die ze voor de voeten loopt. Vraag dat maar aan de indianen. Maar als je meer wilt weten over wreedheden die de moslims hebben begaan, moet je maar eens met de Koerden gaan praten.’

‘En dat zegt u nu tegen mij! Waarom? Waarom!’

‘Omdat de woede die jij aanziet voor hartstocht het enige is wat alles kan vernietigen waarvoor we hebben gewerkt. Ik wil niet dat je haat koestert, maar dat je je concentreert op je doel. Haat zet een mens aan tot irrationeel handelen, en irrationeel gedrag kan ik niet tolereren. Begrijp je dat?’

Het was stil.

‘Begrijp je dat?’

Een tijdje later zei Djemila: ‘Ja.’

‘Goed. Het plan is veranderd. Het is nu wat gestroomlijnder. Luister heel goed, en zorg dat je daarna de nieuwe aanpak grondig instudeert. Blijf oefenen, telkens en telkens weer, totdat je het zelfs in je slaap nog kunt.’

Toen hij haar alles had verteld, zei ze: ‘Net wat u zei, dit is gemakkelijker. Zo ga ik toch altijd al naar de familie Franklin toe.’

‘Precies. Maar we moeten met alles rekening houden. Als de Franklins die dag ook maar iets van hun vaste routine afwijken, en dat zou best kunnen, want er komt niet elke dag een president in de stad, dan zal er iemand zijn om dat op te vangen. Weet je nog wat je dan moet zeggen?’

‘Storm op komst,’ zei Djemila. ‘Maar ik denk niet dat het nodig zal zijn.’

‘Maar áls het nodig mocht zijn, zal het gebeuren.’ Hij zei dat heel beslist, in het Arabisch.

Ze aarzelde en vroeg toen: ‘En als het eenmaal stormt...?’

‘Dan doe je wat je moet doen. Maar als ze je te pakken krijgen...’ Hij zweeg even. ‘... zal je beloning je niet ontgaan. Als een fida’ya .’

Djemila glimlachte en tuurde naar een punt aan de hemel waar een stukje van de zon zich behoedzaam voorzichtig tussen de wolken door schoof. Niemand had haar ooit eerder een fida’ya genoemd.

Ze zat nog steeds naar dat plekje te kijken toen Captain Jack opstond en wegliep. Hij wist genoeg.

De samenzwering
titlepage.xhtml
De_samenzwering_split_0.xhtml
De_samenzwering_split_1.xhtml
De_samenzwering_split_2.xhtml
De_samenzwering_split_3.xhtml
De_samenzwering_split_4.xhtml
De_samenzwering_split_5.xhtml
De_samenzwering_split_6.xhtml
De_samenzwering_split_7.xhtml
De_samenzwering_split_8.xhtml
De_samenzwering_split_9.xhtml
De_samenzwering_split_10.xhtml
De_samenzwering_split_11.xhtml
De_samenzwering_split_12.xhtml
De_samenzwering_split_13.xhtml
De_samenzwering_split_14.xhtml
De_samenzwering_split_15.xhtml
De_samenzwering_split_16.xhtml
De_samenzwering_split_17.xhtml
De_samenzwering_split_18.xhtml
De_samenzwering_split_19.xhtml
De_samenzwering_split_20.xhtml
De_samenzwering_split_21.xhtml
De_samenzwering_split_22.xhtml
De_samenzwering_split_23.xhtml
De_samenzwering_split_24.xhtml
De_samenzwering_split_25.xhtml
De_samenzwering_split_26.xhtml
De_samenzwering_split_27.xhtml
De_samenzwering_split_28.xhtml
De_samenzwering_split_29.xhtml
De_samenzwering_split_30.xhtml
De_samenzwering_split_31.xhtml
De_samenzwering_split_32.xhtml
De_samenzwering_split_33.xhtml
De_samenzwering_split_34.xhtml
De_samenzwering_split_35.xhtml
De_samenzwering_split_36.xhtml
De_samenzwering_split_37.xhtml
De_samenzwering_split_38.xhtml
De_samenzwering_split_39.xhtml
De_samenzwering_split_40.xhtml
De_samenzwering_split_41.xhtml
De_samenzwering_split_42.xhtml
De_samenzwering_split_43.xhtml
De_samenzwering_split_44.xhtml
De_samenzwering_split_45.xhtml
De_samenzwering_split_46.xhtml
De_samenzwering_split_47.xhtml
De_samenzwering_split_48.xhtml
De_samenzwering_split_49.xhtml
De_samenzwering_split_50.xhtml
De_samenzwering_split_51.xhtml
De_samenzwering_split_52.xhtml
De_samenzwering_split_53.xhtml
De_samenzwering_split_54.xhtml
De_samenzwering_split_55.xhtml
De_samenzwering_split_56.xhtml
De_samenzwering_split_57.xhtml
De_samenzwering_split_58.xhtml
De_samenzwering_split_59.xhtml
De_samenzwering_split_60.xhtml
De_samenzwering_split_61.xhtml
De_samenzwering_split_62.xhtml
De_samenzwering_split_63.xhtml
De_samenzwering_split_64.xhtml
De_samenzwering_split_65.xhtml
De_samenzwering_split_66.xhtml
De_samenzwering_split_67.xhtml
De_samenzwering_split_68.xhtml
De_samenzwering_split_69.xhtml
De_samenzwering_split_70.xhtml
De_samenzwering_split_71.xhtml
De_samenzwering_split_72.xhtml
De_samenzwering_split_73.xhtml