·47·

Die middag kreeg Alex te horen dat hij was ingedeeld bij het voorhoedeteam voor het presidentsbezoek aan Brennan. Dat maakte hem behoorlijk nijdig want dat wilde zeggen dat hij Kate een tijdlang niet zou kunnen zien. Maar hij kon zich niet veroorloven om te klagen. Hij mocht toch al heel blij zijn als hij niet zonder pensioen op straat werd geschopt. Hij had inmiddels sterk het vermoeden dat hij naar elk afgelegen gat gestuurd zou worden op de route van de komende presidentscampagne. Tegen de tijd dat hij dit achter de rug had, zou hij erbij lopen als een zombie.

Hij ging met Kate eten bij een restaurant aan Dupont Circle. Ze had zich inmiddels goed hersteld van de angstaanjagende gebeurtenissen van de avond ervoor en was van plan te achterhalen wat zich gisteravond bij haar in de tuin had afgespeeld. Bij Alex wekte die vastberadenheid zowel bewondering als angst op.

‘Ik heb alle begrip voor je gevoelens, Kate, maar laat je nou niet meeslepen. Die kerels hebben vuurwapens en ze zien er duidelijk niet tegenop om die te gebruiken.’

‘Reden temeer om ze zo snel mogelijk achter slot en grendel zien te krijgen,’ zei ze koppig. ‘Wanneer ga je naar Brennan?’

‘Morgenochtend vroeg. Het is geen lange vlucht, maar er is een hoop te doen. Voorhoedeteams doen al het zware werk dat ervoor zorgt dat de president straks goed bewaakt kan worden. Maar ik vind het echt klote dat ik niet hier kan blijven voor het geval je me nodig mocht hebben.’

Ze legde haar hand op de zijne. ‘Nou, ik vond je vannacht absoluut geweldig, hoor.’

Terwijl ze dat zei, kwam een jonge ober hun eten brengen. Hij hoorde wat ze zei, en begreep dat duidelijk anders dan zij het bedoeld had, want hij grijnsde even.

Terwijl ze zaten te eten, vroeg Kate: ‘Nog nieuwe ontwikkelingen?’

‘Eentje maar.’ En hij vertelde haar wat Adelphia hem over Stone had verteld.

‘Je zei dat Stone voorzover jij hebt kunnen nagaan geen verleden had, maar wat Adelphia vertelt, lijkt erop te wijzen dat hij wel degelijk een verleden heeft, en een interessant verleden ook.’

Alex knikte en keek peinzend voor zich uit. ‘Wat dacht je ervan om na het eten een wandelingetje te maken naar de kruising van 16th Street en Pennsylvania Avenue?’

‘Ik heb gehoord dat dat een mooi pandje is. Denk je dat je me binnen weet te smokkelen?’

‘Op dit moment ben ik er niet eens zeker van of ze mij wel binnenlaten. Maar ik had het over de andere kant van de kruising.’

Drie kwartier later liepen ze Lafayette Park binnen.

‘Zo te zien is hij niet thuis,’ merkte Alex op terwijl hij naar Stones donkere tent tuurde en toen ze even later de flap wegtrokken en naar binnen keken, bleek de tent inderdaad leeg te zijn.

‘Heb je nog een adres van die man?’ vroeg Kate.

‘Toevallig wel, ja.’

Twintig minuten later bracht Alex zijn auto tot stilstand voor het Mount Zion-kerkhof. Er brandde nog licht in het huisje van de beheerder.

‘Woont hij hier?’ vroeg Kate. ‘Op een kerkhof?’

‘Wat had je dan verwacht? Een penthouse bij het mci Center?’

De toegangspoort tot het kerkhof was op slot, maar Alex gaf Kate een opstapje en klauterde er toen zelf ook overheen.

Toen ze aanklopte, wist Stone zijn verrassing niet te verbergen. ‘Alex,’ zei hij en hij wierp toen even een nieuwsgierige blik op de mooie vrouw die met de Secret Service-agent meegekomen was.

‘Hallo, Oliver, dit is mijn vriendin Kate Adams. Ze is jurist bij Justitie en de beste barkeeper die je maar kunt wensen.’

‘Mevrouw Adams, aangenaam,’ zei Stone terwijl hij haar een hand gaf, en daarna keek hij Alex opnieuw aan.

‘Het leek me leuk om eens langs te komen,’ zei Alex.

‘Juist. Nou, kom dan maar binnen.’

Hij liep het huis binnen en terwijl hij koffie inschonk, keken zij even rond. Kate bladerde door een boek dat ze van de plank had gepakt. ‘Heb je al die boeken gelezen, Oliver?’ vroeg ze.

‘Ja,’ zei hij, ‘maar de meeste maar een keer of twee, helaas. We hebben nou eenmaal nooit genoeg tijd om alles te lezen wat we zouden willen lezen.’

Ze keek Alex eens aan. ‘Solzjenitsyn, dat is geen lichte kost.’

‘Volgens mij heb ik op school vroeger wel eens een uittreksel van een van zijn boeken gelezen,’ zei Alex.

Ze stak hem het boek toe. ‘Ja, maar in het Russisch?’

Stone kwam met twee kopjes koffie de keuken uit.

‘Mooi huis, Oliver,’ zei ze. ‘Ik stel me voor dat het er bij een professor thuis ongeveer zo uitziet.’

‘Ja, slordig, stoffig, verkreukeld en vol met boeken.’ Stone keek Alex even aan. ‘Ik heb gehoord dat je bij het voorhoedeteam zit dat naar Brennan wordt gestuurd?’

Alex’ mond zakte open. ‘Hoe weet jij dat nou?’

‘Wachtlopen bij het Witte Huis kan vaak ongelooflijk saai zijn, dus de mensen proberen de verveling te verdrijven door over hun werk te praten. En geluid draagt ver hier, zeker als je goed luistert. Dat laatste is helaas iets wat de mensen tegenwoordig een beetje vergeten zijn.’

Nadat ze allemaal in een stoel bij de open haard waren gaan zitten, lachte Kate Stone vriendelijk toe. ‘Alex zei dat jij een buitengewoon iemand was, Oliver, en ik heb inmiddels wel in de gaten dat ik volledig op zijn oordeel over andere mensen kan vertrouwen.’

‘Nou, mevrouw Adams, neemt u dan maar van mij aan dat Alex zelf ook een heel bijzonder iemand is.’

‘Zeg maar Kate, hoor.’

‘Ja, en als ik nog veel bijzonder word,’ zei Alex, ‘kan ik een loopbaan als pompbediende beginnen.’ En met een blik op Stone voegde hij daaraan toe: ‘Je gezicht ziet er weer wat beter uit.’

‘Het stelde niets voor. Een beetje ijs erop. Ik heb wel erger meegemaakt.’

‘Werkelijk?’ zei Alex. ‘Wil je daar soms iets over vertellen?’

‘Ik denk dat jullie dat vreselijk saai zouden vinden.’

‘Ach, dat valt misschien wel mee,’ zei Alex.

Er stond iemand te roepen op straat. Ze stonden alle drie op en liepen naar de deur. Het was Adelphia. Ze stond voor de toegangspoort en riep naar Stone.

‘Adelphia?’ zei Stone en hij liep snel naar de poort toe om haar binnen te laten.

Toen ze weer bij de open haard zaten, stelde Stone Adelphia voor aan Kate Adams.

Kate stak haar hand uit, maar Adelphia liet het bij een knikje. Het was duidelijk dat ze niet had verwacht dat Stone bezoek zou hebben.

‘Oliver vertelde net dat zijn gezicht al goed genezen is,’ zei Alex snel en hij hoopte maar dat hij de vrouw daarmee een manier had gegeven om Stone te vertellen waar ze zich zo ongerust over maakte.

Maar Adelphia zei niets en er viel een ongemakkelijke stilte, totdat Adams zei: ‘Ik heb een van de advocaten van de Amerikaanse Burgerrechtenliga gekend die jullie heeft vertegenwoordigd toen de overheid jullie tenten wilde weghalen uit Lafayette Park. Hij zei dat het een harde strijd was geweest.’

‘De Secret Service heeft zich naar mijn mening heel agressief opgesteld,’ zei Stone. ‘Om veiligheidsredenen wilde die ons daar niet terug hebben.’

‘Maar rechten van mensen winnen altijd,’ viel Adelphia hem plotseling in de rede. ‘Mensen hier goede rechten hebben. Daarom dit is zo’n mooi land.’

Stone knikte instemmend.

‘Ja,’ ging Adelphia verder. ‘Mijn vriend Oliver heeft bord met ik wil de waarheid weten erop.’

‘Dat willen we toch allemaal?’ zei Kate met een glimlach.

‘Maar soms waarheid, die moet van binnenuit komen,’ zei Adelphia dringend en ze legde haar hand op haar borst. ‘Iemand die om waarheid vraagt, moeten zelf ook waarheid spreken.’ Ze keek de groep rond. ‘Of niet soms?’

Stone voelde zich duidelijk niet op zijn gemak met de wending die het gesprek had genomen.

‘De waarheid neemt vele vormen aan,’ zei hij langzaam. ‘Maar soms slaagt iemand er niet in om de waarheid te zien, zelfs al hangt die vlak voor zijn neus.’ Plotseling stond hij op. ‘En als jullie me nu willen verontschuldigen, ik moet nog ergens naartoe.’

‘Het is laat, Oliver,’ zei Alex.

‘Ja, inderdaad, en ik had vanavond geen bezoek verwacht.’

Het was maar al te duidelijk dat ze moesten gaan. Ze stonden alle drie op en liepen na een gemompeld tot ziens snel de deur uit.

Alex en Kate gaven Adelphia een lift naar haar flat.

Terwijl ze op de achterbank zat, zei ze: ‘Hij in de problemen. Ik weet dat.’

‘Hoe kun je daar zo zeker van zijn?’ vroeg Alex.

‘Hij komt terug met zijn vriend, die reus. Op motorfiets. In zijspan.’ Dat laatste kwam eruit alsof het om iets misdadigs ging.

‘Een reus?’ zei Alex verbaasd. En even later: ‘O, je bedoelt Rueben!’

‘Ja, Rueben. Ik hem niet zo mogen. Hij staat me aan.’

‘Hij staat je niet aan, bedoel je.’

‘Nee, ik bedoel dat hij staat aan me.’

‘Laat maar, Adelphia,’ zei Kate. ‘Ik weet precies wat je bedoelt.’

Adelphia keek haar dankbaar aan.

‘Maar je hebt nog steeds niet verteld waarom je denkt dat hij in de problemen zit,’ zei Alex.

‘Om alles. Hij is niet de oude. Iets hem erg dwarszit. Hij is niet de oude. Ik met hem willen praten, maar hij zegt niets. Helemaal niets!’

Alex keek haar aan. De heftigheid waarmee dat eruit kwam, verbaasde hem en plotseling begon hij argwaan te koesteren. ‘Adelphia, wil je ons soms iets vertellen?’

Ze keek even doodsbang en trok daarna een diep beledigd gezicht. ‘Wat zeg jij nou? Dat ik lieg?’

‘Nee, dat bedoelde ik niet.’

‘Ik niet lieg. Ik wil goed doen, meer niet.’

‘Ik zei niet dat je...’

‘Ik praat niet meer met jou!’ viel ze hem in de rede. ‘Dan lieg ik ook niet!’

Ze stopten voor een rood licht en Adelphia rukte het portier open, stapte uit en liep boos weg.

‘Adelphia,’ riep Alex haar na.

‘Laat haar maar even stoom afblazen,’ zei Kate. ‘Ze komt snel genoeg weer bij zinnen.’

‘Daar heb ik geen tijd voor. Ik moet morgenochtend vroeg weg.’

‘En mijn vakantie begint morgen.’

‘O? Wanneer heb je dat geregeld?’

‘Vanochtend. Ik heb dringend behoefte aan een beetje rust en dus neem ik een weekje vrij. Misschien kom ik je wel opzoeken in Brennan. Ik heb gehoord dat daar van alles gebeurt.’

‘Waarschijnlijk is het niet meer dan het weiland waar de president toevallig geboren is.’

‘En misschien heb ik ook wel even tijd om eens wat onderzoek te doen naar die meneer Stone en zijn vriendjes.’

Hij keek haar geschrokken aan. ‘Kate, dat lijkt me niet zo’n goed idee.’

‘Of ik kan op zoek gaan naar de mensen die ons dood wilden hebben. Jij mag het zeggen.’

Hij stak zijn handen op. ‘Oké, oké, ik geef me over! Stel dan maar een onderzoek in naar Oliver en zijn vriendjes. Verdomme, dat is nou echt kiezen voor het kleinste van twee kwaden!’

‘Aye, aye, sir,’ zei ze en ze salueerde.

De samenzwering
titlepage.xhtml
De_samenzwering_split_0.xhtml
De_samenzwering_split_1.xhtml
De_samenzwering_split_2.xhtml
De_samenzwering_split_3.xhtml
De_samenzwering_split_4.xhtml
De_samenzwering_split_5.xhtml
De_samenzwering_split_6.xhtml
De_samenzwering_split_7.xhtml
De_samenzwering_split_8.xhtml
De_samenzwering_split_9.xhtml
De_samenzwering_split_10.xhtml
De_samenzwering_split_11.xhtml
De_samenzwering_split_12.xhtml
De_samenzwering_split_13.xhtml
De_samenzwering_split_14.xhtml
De_samenzwering_split_15.xhtml
De_samenzwering_split_16.xhtml
De_samenzwering_split_17.xhtml
De_samenzwering_split_18.xhtml
De_samenzwering_split_19.xhtml
De_samenzwering_split_20.xhtml
De_samenzwering_split_21.xhtml
De_samenzwering_split_22.xhtml
De_samenzwering_split_23.xhtml
De_samenzwering_split_24.xhtml
De_samenzwering_split_25.xhtml
De_samenzwering_split_26.xhtml
De_samenzwering_split_27.xhtml
De_samenzwering_split_28.xhtml
De_samenzwering_split_29.xhtml
De_samenzwering_split_30.xhtml
De_samenzwering_split_31.xhtml
De_samenzwering_split_32.xhtml
De_samenzwering_split_33.xhtml
De_samenzwering_split_34.xhtml
De_samenzwering_split_35.xhtml
De_samenzwering_split_36.xhtml
De_samenzwering_split_37.xhtml
De_samenzwering_split_38.xhtml
De_samenzwering_split_39.xhtml
De_samenzwering_split_40.xhtml
De_samenzwering_split_41.xhtml
De_samenzwering_split_42.xhtml
De_samenzwering_split_43.xhtml
De_samenzwering_split_44.xhtml
De_samenzwering_split_45.xhtml
De_samenzwering_split_46.xhtml
De_samenzwering_split_47.xhtml
De_samenzwering_split_48.xhtml
De_samenzwering_split_49.xhtml
De_samenzwering_split_50.xhtml
De_samenzwering_split_51.xhtml
De_samenzwering_split_52.xhtml
De_samenzwering_split_53.xhtml
De_samenzwering_split_54.xhtml
De_samenzwering_split_55.xhtml
De_samenzwering_split_56.xhtml
De_samenzwering_split_57.xhtml
De_samenzwering_split_58.xhtml
De_samenzwering_split_59.xhtml
De_samenzwering_split_60.xhtml
De_samenzwering_split_61.xhtml
De_samenzwering_split_62.xhtml
De_samenzwering_split_63.xhtml
De_samenzwering_split_64.xhtml
De_samenzwering_split_65.xhtml
De_samenzwering_split_66.xhtml
De_samenzwering_split_67.xhtml
De_samenzwering_split_68.xhtml
De_samenzwering_split_69.xhtml
De_samenzwering_split_70.xhtml
De_samenzwering_split_71.xhtml
De_samenzwering_split_72.xhtml
De_samenzwering_split_73.xhtml