·32·
Zodra hij weer terug was op kantoor, mailde Alex zijn verslag naar Jerry Sykes. Anders dan zijn eerste verslag leidde dit echter tot een heel snelle reactie. Hij werd gebeld en kreeg opdracht om rechtstreeks naar het hoofdbureau van de Secret Service te gaan, en zich daar te melden bij de directeur zelf. Niet bij Jerry Sykes, of de saic , maar de directeur van de Secret Service zelf.
Dat was waarschijnlijk geen goed teken, dacht Alex. Het hoofdbureau lag zo dicht bij het wfo dat Alex ernaartoe kon lopen, en dat deed hij dan ook. Zo kreeg hij de gelegenheid om even rustig na te denken over zijn leven na de Secret Service. Die nieuwe levensfase zou wel eens wat eerder kunnen beginnen dan hij had verwacht. Drie jaar eerder om precies te zijn.
Hij had de huidige directeur pas een paar keer gesproken. Dat was tijdens recepties geweest, en die paar minuten babbelen waren heel prettig geweest, maar Alex had het akelige gevoel dat het er deze keer heel wat minder gemoedelijk aan toe zou gaan.
Een paar minuten later stapte hij de kamer van de directeur binnen. Er zaten al verschillende mensen in het vertrek, onder wie Jerry Sykes, die hoogst ongemakkelijk op de rand van een bank zat, en daar zo te zien het liefst onder wilde wegkruipen, de saic van het wfo , de directeur en, tot Alex’ grote verbazing, Jackie Simpson.
‘Doe de deur dicht, Ford,’ zei de saic .
Doe de deur dicht. Dat was geen goed teken. Alex deed wat hem gezegd was, ging zitten en wachtte tot de directeur het woord nam. De directeur was een lange man die van gestreepte overhemden met grote manchetknopen hield. Hij had zich vanaf de werkvloer opgewerkt en was een van de agenten geweest die John Hinckley hadden overmeesterd toen die Reagan en een paar anderen had neergeschoten. De directeur zat aandachtig te lezen in een dossier dat voor hem op tafel lag. Ford keek snel even op het bureau en kreeg de indruk dat het zijn personeelsdossier was . Oké...! Dit zag er werkelijk niet goed uit.
De directeur sloeg de map dicht, ging op de rand van zijn bureau zitten en zei: ‘Agent Ford, ik zal meteen terzake komen, want of u dat nou gelooft of niet, ik heb vandaag een heleboel te doen.’
‘Jawel, meneer,’ zei Alex automatisch.
‘Ik ben zojuist gebeld door de president. Hij was aan boord van Air Force One. Hij ging campagne voeren in het land, en terwijl hij in het vliegtuig zat, heeft hij de tijd genomen om mij te bellen. Over ú. Dat is de reden waarom u hier bent.’
Het leek wel of al het bloed uit Alex’ lijf wegzakte. ‘De president heeft u gebeld over mij, meneer?’
‘Waar denkt u dat het over ging?’
Alex keek snel even naar Sykes, maar de saic zat met strakke blik naar de vloer te kijken. Alleen Simpson had haar blik wel op hem gericht, maar zo te zien was ze niet in een behulpzame stemming.
‘De zaak-Patrick Johnson?’ zei Alex.
‘ B ingo!’ brulde de directeur en hij sloeg met zijn gebalde vuist op het bureau, zodat iedereen zich een ongeluk schrok.
‘En omdat u zojuist een voltreffer hebt gescoord, Ford, wilt u misschien ook nog wel raden waarom de president daarover belde?’
Alex’ mond voelde kurkdroog aan, maar het was duidelijk dat de man een antwoord verwachtte. ‘Ik stel een onderzoek in naar de dood van Patrick Johnson, meneer. Zoals me is opgedragen.’
Toen hij halverwege was, zat de directeur al met zijn hoofd te schudden. ‘De fbi heeft de leiding over het onderzoek. Voorzover ik heb gehoord, hebt u opdracht gekregen om bij dat onderzoek aanwezig te zijn om ervoor te zorgen dat de belangen van deze organisatie niet uit het oog worden verloren. En daarbij is u uitdrukkelijk te verstaan gegeven dat de overledene weliswaar officieel een gemeenschappelijke werknemer was van de Secret Service en het nic , maar dat hij in werkelijkheid volledig onder het gezag stond van het nic . Bent u het daarmee eens?’
Alex nam niet eens de moeite om Sykes aan te kijken. ‘Jawel, meneer.’
‘Mooi. Dan hebben we dat in elk geval vastgesteld. De fbi heeft een drugsvondst gedaan in het huis van de heer Johnson en stelt daar een onderzoek naar in. Tot nu toe ziet het ernaar uit dat de heer Johnson die drugs verhandelde en daar aanzienlijke bedragen mee verdiende. En dientengevolge gaat niemand ervan uit dat dat op welke wijze dan ook verband zou kunnen houden met zijn werkzaamheden bij het nic . Bent u zich daarvan bewust?’
‘Jawel, meneer.’
‘Mooi. Zo komen we tenminste ergens.’ De directeur stond op. Alex zette zich schrap en zijn verwachtingen werden niet beschaamd toen de directeur uitbarstte: ‘En nu we dat allemaal hebben vastgesteld, zou u me dan nú willen vertellen waar u in vredesnaam dacht dat u mee bezig was toen u naar het nic toe bent gestapte om daar Carter Gray in eigen persoon aan een kruisverhoor te onderwerpen?’ Het kwam eruit als één langgerekte sergeantenbrul.
Toen Alex eindelijk weer wat lucht kreeg en weer iets wist uit te brengen, zei hij: ‘Het leek me gerechtvaardigd om naar het nic te gaan. Ze hadden een handschriftanalyse voor ons gedaan.’
‘Hebt u Carter Gray nou wel of niet verhoord?’
‘Nee, meneer. Ik heb Carter Gray níét verhoord. Hij kwam ineens de kamer binnen en bood aan om ons Johnsons werkplek te laten zien. Tot op dat ogenblik zat ik te overleggen met twee laaggeplaatste ondergeschikten die zich niet erg behulpzaam opstelden.’
‘Hebt u het nic gedreigd met een bevel tot huiszoeking?’
Plotseling leek Alex’ hart een tel over te slaan. ‘Dat was gewoon een plaagstootje...’
De directeur sloeg opnieuw met zijn vuist op tafel. ‘Ja of nee!’
Alex’ gezicht was nu nat van het zweet. ‘Jawel, meneer.’
‘Bent u iets nuttigs te weten gekomen terwijl u daar was? Hebt u duidelijke aanwijzingen voor betrokkenheid van het nic bij deze moord ontdekt? Hebt u bewijsmateriaal gevonden dat erop wijst dat minister Gray betrokken is bij een complot tegen dit land?’
Hoewel hij maar al te goed wist dat dit retorische vragen waren, voelde Alex zich toch verplicht om er antwoord op te geven. ‘We hebben niets te horen gekregen wat bijzonder nuttig was voor het onderzoek, maar nogmaals, minister Gray heeft ons op eigen initiatief een rondleiding gegeven. En dat heeft maar een paar minuten van zijn tijd in beslag genomen.’
‘Ik zal jou eens wat vertellen over de politieke aspecten van deze zaak, Ford. Minister Gray is jullie niet toevallig tegen het lijf gelopen. Hij is gewaarschuwd dat jullie in het gebouw waren, en is naar jullie toe gekomen. Hij heeft de president gezegd dat hij zich daartoe geroepen voelde omdat zijn organisatie en hijzelf in een kwaad daglicht zouden komen te staan als het de media ooit ter ore zou komen dat het nic niet zijn volledige medewerking had gegeven aan het rechercheonderzoek naar een moordzaak. Zoals je weet, kunnen de president en hij het samen heel goed vinden. Dus dingen die het nic en minister Gray in een kwaad daglicht stellen, maken de president niet gelukkig. Is dat duidelijk?’
‘Jawel, meneer.’
‘Is het je ook duidelijk dat er op initiatief van minister Gray bij het nic een volledig intern onderzoek wordt gehouden naar de zaak-Johnson en dat de fbi daarbij assistentie zal verlenen?’
‘Nee, meneer. Daar was ik me niet van bewust.’
De directeur leek echter niet meer te luisteren. Hij pakte een velletje papier van zijn bureau. ‘Volgens je eerste verslag ben je tot de conclusie gekomen dat meneer Johnson waarschijnlijk een drugsdealer was, en dat je het onderzoek daarna aan de fbi overliet. Dat was alles. Dat verslag heb je gisteravond ingediend. Maar vanochtend stond je bij het nic voor de deur met een stel vragen die duidelijk in strijd waren met je aanvankelijke conclusies. Mijn vraag aan jou is, wat is er gebeurd tussen het moment waarop je gisteravond dat verslag hebt ingediend en het moment waarop je vanochtend bij het nic voor de deur stond? Waarom ben je zo plotseling van mening veranderd?’
Door de manier waarop de directeur hem aankeek, werd het Ford plotseling duidelijk dat de man het antwoord al wist. Hij keek even naar Simpson, die nerveus naar haar van brede hakken voorziene pumps zat te kijken. Daarom was Simpson hier dus geweest. Zij had het hun verteld. O, shit!
Hij keek naar de directeur.
‘Ik wacht op je antwoord, Ford.’
Om tijd te winnen, schraapte Alex zijn keel. ‘Meneer, ze hadden het handschrift op dat briefje geanalyseerd en ik wilde de uitslag daarvan weten.’
Er verscheen zo’n dreigende uitdrukking op het gezicht van de directeur dat Alex zijn oksels kletsnat voelde worden.
‘Neem me nou niet in de maling, man,’ zei de directeur met een zachte, beheerste stem die om de een of andere reden veel dreigender klonk dan de tirade van daarnet. De directeur keek naar Simpson. ‘Agent Simpson heeft ons verteld dat een “oude vriend” je ervan had overtuigd dat je hier met volle kracht vooruit op af moest gaan.’ En na een korte stilte voegde hij daaraan toe: ‘Wie was die “oude vriend”?’
Je zegt zonder erover na te denken iets tegen een collega, en even later kost dat je je baan. Alex dacht koortsachtig na. Hoe zou hij zijn hypotheekaflossing nog kunnen betalen als hij oneervol ontslagen werd? Hoe kon hij Jackie Simpson vermoorden zonder daar de doodstraf voor te krijgen?
‘Ik kan me dat gesprek met agent Simpson eigenlijk niet herinneren, meneer.’
‘Dat heb je haar vanochtend nog gezegd. Ik ben er niet zo zeker van of we hier bij de Secret Service wel agenten kunnen gebruiken die zo kort van memorie zijn, dus misschien wil je er nog eens heel goed over nadenken? En realiseer je dan wel dat hier twee carrières op het spel staan en dat één daarvan nog maar net begonnen is.’ Opnieuw keek hij even naar Simpson.
‘Wie dat heeft gezegd, is niet belangrijk, meneer. Ik was al tot de conclusie gekomen dat ik het onderzoek ging voortzetten omdat bepaalde dingen gewoon niet kloppen. Meer niet. Dat is uitsluitend mijn verantwoordelijkheid. Agent Simpson had niets te maken met mijn besluit om naar het nic te gaan. Ze deed alleen maar wat ik haar had gezegd en nog met tegenzin ook. Ik ben bereid om de volledige verantwoordelijkheid voor mijn handelwijze op me te nemen.’
‘Dus je geeft geen antwoord op mijn vaag?’
‘Met alle respect, meneer, als ik dacht dat dit ook maar iets met deze zaak te maken had, dan zou ik daar onmiddellijk antwoord op geven.’
‘En dat laat je niet aan mij ter beoordeling?’
Maar om een heleboel verschillende redenen ging Alex de directeur van de Secret Service niet aan zijn neus hangen dat die ‘oude vriend’ die er bij hem op had aangedrongen om zijn onderzoek voort te zetten, een zekere Oliver Stone was, die regelmatig in een tent tegenover het Witte Huis bivakkeerde en die bekendstond om zijn grote belangstelling voor samenzweringstheorieën. Dat leek hem nu gewoon niet zo’n goed plan.
Alex likte zenuwachtig over zijn lippen. ‘Nogmaals, met alle respect, meneer, maar dat is me in vertrouwen gezegd, en anders dan sommige mensen die ik ken, brief ik zoiets niet door.’ Hij keek Simpson niet aan toen hij dat zei, maar dat was ook niet nodig. ‘Ik neem de volledige verantwoordelijkheid op me, meneer.’
De directeur ging weer zitten en leunde achterover. ‘Jij hebt bij ons een goede, solide loopbaan achter de rug, Ford.’
‘Ik hoop van wel, meneer.’ Alex merkte dat hij onrustig begon te ademen terwijl de bijl omhoog werd gebracht.
‘Maar het is het einde van iemands loopbaan dat de mensen bij zal blijven.’
Dat leek zo sterk op wat Stone tegen hem had gezegd, zij het om heel andere redenen, dat Alex bijna in lachen uitbarstte. ‘Dat heb ik ook gehoord, meneer.’ Hij zweeg even en zei toen: ‘Ik neem aan dat ik word overgeplaatst naar een ander bureau.’
‘Nee, neem maar gewoon de rest van de dag vrij. Met ingang van morgen word je overgeplaatst van het wfo Washington naar de eenheid Persoonsbescherming op het Witte Huis. Misschien dat op wacht staan je weer een beetje bij zinnen brengt. Eerlijk gezegd, weet ik niet goed wat ik met jou aan moet, Ford. Eigenlijk zou ik je nu het liefst op staande voet ontslaan, maar je hebt hier heel lang goed werk geleverd en het zou echt zonde zijn als dat nu allemaal voor niets was geweest.’ Hij zwaaide met zijn wijsvinger. ‘Maar voor alle duidelijkheid: ik draag je op om je op geen enkele manier meer met de zaak-Patrick Johnson te bemoeien, ook al zegt die “oude vriend” van je van wel. Begrepen?’
‘Ja zeker, meneer.’
‘En nou wegwezen, jij.’