·59·
Sinds Brennan was verdwenen, had Carter Gray nauwelijks een oog dichtgedaan, maar toch had hij tot nu toe maar weinig resultaat geboekt. Zesendertig uur nadat de president was ontvoerd, zat hij aan een vergadertafel bij het nic . Op de stoel tegenover hem, zat een man. Hij was aan de stoel vastgeketend en bovendien stonden er twee zwaargebouwde bewakers naast hem. Volgens zijn identiteitspapieren heette de man Farid Sjah, en dat was ook de enige naam waarop hij reageerde als hij werd aangesproken. Gray wist dat die vals was en omdat hij bovendien over behoorlijk veel belastend materiaal over de directeur van de fbi beschikte, was hij erin geslaagd om Sjah door die organisatie te laten overdragen aan het nic .
‘Farid Sjah uit India,’ zei Gray. ‘Maar u bent geen Indiër.’
‘Mijn vader was een Indiër, mijn moeder kwam uit Saudi-Arabië en ik lijk meer op haar,’ zei de gevangene zachtjes. Zijn gewonde arm was tegen zijn zij geplakt. Hij mocht geen mitella omdat die ook een uitstekend middel vormde om zelfmoord mee te plegen.
‘Een Hindoe die met een moslim trouwt?’
‘Er wonen wel een miljard mensen in India. Het zou u verbazen hoe vaak zoiets voorkomt.’
‘En hoe bent u van India in Amerika terechtgekomen?’
‘Amerika is het land van de onbegrensde mogelijkheden,’ zei hij vaag.
‘Sinds wanneer rekruteren moslims Hindoes als terroristen?’
‘Ik ben moslim. Ik weet zeker dat u me wel hebt zien bidden in mijn cel.’
‘Weet u, meneer Sjah, u komt me bekend voor.’
‘Ik heb gemerkt dat de meeste Amerikanen vinden dat wij er allemaal hetzelfde uitzien.’
‘Ik ben de meeste Amerikanen niet. En hoe hebt u die baan als beveiligingsmedewerker in het ziekenhuis eigenlijk gekregen?’
De gevangene tuurde naar zijn handen en zei niets.
‘En wie zijn deze mensen?’ vroeg Gray terwijl hij de foto’s naast elkaar op tafel legde. ‘Is dit uw familie?’ Geen reactie.
‘Ze zijn in uw flat aangetroffen, dus ik
neem aan dat u wel weet wie het zijn. Interessant, want op de
achterkant van elke foto staan data. Zo te zien zijn het
voornamelijk geboorte- en overlijdensdata, al hebben ze zo nu en
dan ook betrekking op andere gegevens.’ Gray hield een foto van een
tienerjongen omhoog. ‘Op deze foto staat dat hij zestien was toen
hij stierf. Er staat ook dat hij om het leven is gekomen tijdens de
Iraans-
Irakese oorlog. Was dat een broer van u? Aan welke zijde streed
hij? En aan welke zijde streed ú?’
Gray wachtte niet op antwoord, want hij wist dat dat toch zou uitblijven. In plaats daarvan pakte hij een andere foto, deze keer een van een vrouw. ‘Hier staat dat ze is gedood tijdens “de eerste Amerikaanse invasie van Irak”. Ik neem aan dat u het daarbij over de Eerste Golfoorlog hebt, die begonnen is nadat Irak Koeweit was binnengevallen en de Verenigde Staten Koeweit te hulp kwamen. Was dit uw vrouw? Hebt u voor Saddam Hoessein gevochten?’ Ook nu weer geen antwoord.
Gray raapte nog een foto op, deze keer een van een tienermeisje. Hij draaide die om en las: ‘“Gedood tijdens de tweede Amerikaanse invasie van Irak.” Was dit uw dochter?’ De gevangene zat nog steeds naar zijn handen te kijken. ‘U bent al die mensen kwijtgeraakt, uw familie en uw vrienden, tijdens oorlogen en opstanden. Moslims tegen moslims en daarna moslims tegen Amerikanen. Gaat dit daar soms allemaal om?’ Gray boog zich dichter naar de man toe. ‘Gaat dit om wraak?’
Langzaam raapte hij de foto’s weer bij elkaar en knikte naar de bewakers. Toen de man opstond, zei Gray: ‘De volgende keer dat ik u zie, noem ik u bij uw echte naam. Gaat u daar maar van uit.’
De volgende ochtend waren er echter zoveel geruchten in omloop gekomen dat bekend werd gemaakt dat de terroristen tijdens de ontvoering van James Brennan pijltjesgeweren hadden gebruikt, en dat bij de actie geen enkele Amerikaan om het leven was gekomen of ernstig gewond was geraakt, al waren er wel een groot aantal mensen die lichte verwondingen hadden opgelopen toen de in paniek geraakte menigte weg wilde vluchten. De officiële mededeling dat er wél 21 Arabieren om het leven waren gekomen, deed de hele wereld het hoofd schudden. zelfmoordterroristen die alleen zichzelf doden? kopte de New York Times en dat vatte de algehele verwondering goed samen. In een achtergrondanalyse vroeg de Washington Post zich af of dat misschien kwam doordat echte wapens niet door de detectiepoortjes heen gekomen zouden zijn, maar niemand kon verklaren waarom de scherpschutters bij het ziekenhuis zich ook van verdovende pijltjes hadden bediend.
De New York Post formuleerde het met de minste omhaal: wat is er aan de hand?
De spanning verbreidde zich over de straten van Amerika en de hele wereld. Het was duidelijk alleen maar een kwestie van tijd voordat er iets enorms te gebeuren stond.
Diezelfde ochtend kreeg het Witte Huis nog meer verbijsterend nieuws te verwerken. Alle grote Amerikaanse televisiezenders kregen een seintje van Al-Jazeera dat er binnenkort een briefje van de ontvoerders zou worden voorgelezen, dat net bij de Arabische zender was bezorgd. Al-Jazeera beweerde dat het briefje verbijsterende onthullingen bevatte, en zelfs de waarnemend president van de Verenigde Staten kreeg geen voorinzage. Kennelijk wilden de ontvoerders niet dat de overheid eerder op de hoogte zou zijn van hun eisen dan de bevolking zelf.
Als de reactie van waarnemend president Hamilton live was uitgezonden, zouden de Amerikaanse zenders een heleboel vloeken en godslasteringen hebben moeten wegpiepen. Maar wat kon hij eraan doen? Hamilton riep zijn kabinet, adviseurs en militaire commandanten bij elkaar om naar de uitzending te kijken.
‘Hoe weten we of die mensen Brennan echt in handen hebben?’ zei de Nationale Veiligheidsadviseur. ‘Dit kan ook gewoon flauwekul zijn.’
‘Precies,’ zei de minister van Defensie Joe Decker. Hij had nooit in het leger gezeten, maar wel een aantal kabinetsposten bekleed en hij stond bekend als iemand die er geen enkele moeite mee had om militairen in te zetten. Hij was een zeer vooraanstaand kabinetslid, die altijd zijn huiswerk deed en het politieke spel met volle overtuiging meespeelde. Hij was een van de grote haviken in Brennans regering en tijdens deze crisis was hij een van Hamiltons naaste adviseurs.
Hamilton haalde een velletje papier uit zijn zak. ‘Dit is een paar minuten geleden door de grote zenders naar ons toe gestuurd. Het zat bij het briefje met eisen.’
‘Wat is het, meneer?’ vroeg Decker.
‘Ze beweren dat het de codes van de atoomraketten zijn die Brennan in zijn portefeuille had zitten. We zullen moeten laten natrekken of dat klopt. De codes zelf zijn natuurlijk niet geldig meer.’
Twee minuten later, na een snelle controle en een bevestigend telefoontje, keek de minister van Defensie somber het vertrek rond. ‘Het zijn inderdaad de codes.’
De andere mannen en vrouwen in het vertrek tuurden naar de vloer om elkaar niet in de ogen te hoeven kijken. Ze dachten allemaal hetzelfde. Wat de ontvoerders ook zouden vragen, het zou vrijwel zeker iets zijn waarmee de Verenigde Staten niet akkoord konden gaan. En daarmee zou het lot van James Brennan helaas bezegeld zijn.
Een in het vak vergrijsde nieuwspresentator verscheen op het plasmascherm aan de muur en Hamilton verwoordde de gedachten van alle mensen om hem heen toen hij zei: ‘Bij god, als die klootzakken laten zien hoe ze James Brennan onthoofden, laten we daar geen steen op de andere.’
De oude presentator leek van streek te zijn, maar begon snel te lezen. Ten eerste moesten Amerika en de rest van de wereld de islam erkennen als een grote godsdienst en die alle verschuldigde respect betonen. Ten tweede moest voor elke dollar die de Verenigde Staten aan Israël of Egypte schonken, ook een dollar naar Palestina gaan om dat land te helpen bij zijn economische ontwikkeling. Ten derde moesten alle geallieerde troepen zich volledig terugtrekken uit Irak en Afghanistan. De VN-troepen mochten echter blijven. Ten vierde moesten alle geallieerde legerbases in Afghanistan worden gesloten. Ten vijfde moesten alle particuliere oliebelangen in het Midden-Oosten worden overgedragen aan het land waarin die zich bevonden, en dat gold ook voor de oliepijpleiding dwars door Afghanistan. Ten zesde moest elk buitenlands bedrijf dat in het Midden-Oosten zaken wilde doen, voor minstens vijftig procent in Arabische handen zijn en twintig jaar lang al zijn winsten investeren in de regio. Ten zevende moesten de Verenigde Staten en hun bondgenoten garanderen dat ze niet nog eens een soevereine natie zouden binnenvallen zonder eerst aangevallen te zijn door de strijdkrachten van dat land of geloofwaardig bewijsmateriaal in handen te hebben voor de betrokkenheid van een dergelijke natie bij een terreuraanval op de Verenigde Staten of hun bondgenoten. Ten achtste moesten de Verenigde Staten ervan afzien om hun strijdkrachten in te zetten voor pogingen om de wereld te herscheppen naar hun evenbeeld, en ten negende dienden de Verenigde Staten openlijk te erkennen dat een groot aantal problemen in het Midden-Oosten was ontstaan ten gevolge van de ondoordachte buitenlandse politiek van en koloniale overheersing door het Westen.
Terwijl de lijst werd voorgelezen, werd de stemming in het Witte Huis nog duisterder. ‘Weer die flauwekul!’ riep een generaal. ‘Ik had gehoopt dat ze eens een beetje creatief zouden zijn.’
‘We kúnnen niet zwichten voor chantage,’ zei Hamilton. En zoekend naar bevestiging keek hij de kamer rond.
‘Zeker niet,’ zei de Nationale Veiligheidsadviseur instemmend.
‘Het is wel duidelijk dat we dat niet kunnen,’ zei minister Decker.
Overal om de tafel begonnen mensen te noteren welke draai ze in hun openbare verklaringen aan dit onderwerp zouden geven. De generaals en admiraals stonden in een hoekje bij elkaar om een toepasselijk militair antwoord te ontwerpen.
Toen zei de minister van Buitenlandse Zaken: ‘Verdorie, zullen we nog even wachten voordat we Jim Brennan afschrijven?’ Ze was goed bevriend met de ontvoerde president.
Het groepje uit het Pentagon keek haar vol ongeloof aan.
Een van hen snauwde: ‘Gelooft u nou echt dat ze hem gewoon teruggeven?’
Overal om de tafel waren mensen druk aan het praten, maar toen klonk er een heel luide stem boven alles uit, zodat alle aandacht op Carter Gray gericht was. Hij zat recht tegenover de president, aan de andere kant van de tafel en hoewel zijn aura van onoverwinnelijkheid flinke averij had opgelopen, genoot hij nog steeds veel aanzien.
‘Misschien,’ zei Gray met een gebaar naar de televisie, ‘moeten we eerst even luisteren wat er nog meer komt.’
Het werd stil.
‘Dit is een nieuw deel van de verklaring,’ zei de presentator terwijl hij het velletje papier stevig vasthield. Hij schraapte zijn keel en las verder. ‘Beschaafde landen die eenzijdig anderen hun wil op willen leggen met bommen en kogels zijn terroristen en hebben niet het recht om andere landen te belemmeren zich ook van terreur te bedienen. Als je leidt met het zwaard, dan sterf je daar vaak ook door.’ De presentator liet opnieuw een stilte vallen. ‘En nu komen we bij het meest bizarre deel van dit bericht, al moet het me van het hart dat deze hele zaak ook nu al merkwaardiger is dan alles wat ik de afgelopen 32 jaar als nieuwslezer heb meegemaakt.’ Hij liet een derde stilte vallen, zodat het leek alsof hij daarmee dit ogenblik het gewicht wilde meegeven dat het toekwam.
‘Verdomme, man!’ brulde minister Decker. ‘Vertel het nou maar gewoon!’
De presentator nam opnieuw het woord. ‘Of onze eisen nu worden ingewilligd of niet, over een week zal president James Brennan ongedeerd worden achtergelaten op een veilige locatie, en zal aan de betrokken autoriteiten worden gemeld waar hij is. We verzoeken de wereld echter om onze eisen met de grootste ernst in overweging te nemen, omwille van de salaam .’ En hij voegde er haastig aan toe: ‘In het Arabisch betekent dat vrede.’
De aanwezigen zaten met stomheid geslagen naar de televisie te kijken. Schrik en ontzag stonden op hun gezicht te lezen.
‘Wat zei hij nou, verdomme?’ vroeg de president.
‘Hij zei dat president Brennan ongedeerd zal worden vrijgelaten,’ zei Gray met heldere stem. ‘Zelfs als hun eisen niet worden ingewilligd.’
‘Gelul!’ brulde Decker toen. ‘Denken ze soms dat we gek zijn?’
Nee, dacht Gray. Ik geloof niet dat zij dat denken.
‘Dit is belachelijk,’ zei de minister van Buitenlandse Zaken boos. ‘Wat ik wil weten, is waar ze de mensen vandaan hebben gehaald om deze stunt uit te voeren.’
Gray keek haar minachtend aan. ‘Er zijn meer dan een miljard moslims op deze wereld. Uit onderzoek door onze inlichtingendiensten blijkt dat honderdduizenden, zo niet miljoenen bereid zijn om hun leven te geven voor de goede zaak. Moslims zijn over het algemeen uiterst vroom en doen zonder vragen te stellen wat hun gezegd wordt. Denkt u nou echt dat het zo moeilijk zou zijn om nog geen twee dozijn moslims bij elkaar te krijgen die bereid zijn zich op te offeren?’ En na een korte stilte voegde hij daaraan toe: ‘En als u denkt dat dat wél een probleem zou zijn, dan zou ik met alle verschuldigde hoogachting toch willen opmerken dat het ministerie van Buitenlandse Zaken niet de meest aangewezen plek is voor iemand met uw capaciteiten.’
‘Hoe dúrft u...’ begon de minister boos, maar hij viel haar in de rede.
‘De vraag die wij ons nu wél moeten stellen, is wie dit plan heeft bedacht. Want ik betwijfel ten zeerste dat dit is georganiseerd door een van de mij bekende terreurgroepen. Dat wil zeggen dat er nog iemand actief is. Iemand die wij moeten zien te vinden.’