Proloog
De Chevrolet SubUrban reed met hoge snelheid door de stille duisternis van het platteland van Virginia. De 41 jaar oude Adnan al-Rimi zat over het stuur gebogen en tuurde ingespannen naar het asfalt. Er liepen hier veel herten rond en Adnan had geen zin om een bebloed gewei door zijn voorruit te krijgen. Hij had hoe dan ook behoorlijk genoeg van dingen die hem aanvielen. Hij tilde zijn in een handschoen gestoken hand van het stuurwiel en zocht op de tast naar het pistool in de holster onder zijn jasje; een wapen bood niet alleen troost, maar was hard nodig.
Toen hij plotseling een geluid boven zich hoorde, keek hij uit het raam.
Er zaten twee passagiers op de achterbank. De man die nu in rad Farsi in zijn mobieltje zat te praten, was Muhammad al-Zawahiri, een Iraniër die het land vlak vóór 11 september was binnengekomen. De grote, gespierde man naast hem was Gul Khan, een Afghaan met een kaalgeschoren kop die zich nog maar een paar maanden in de Verenigde Staten bevond. Hij had het camouflagejasje van een jager aan en controleerde met snelle en lenige vingers zijn machinepistool. Daarna klikte hij het magazijn weer op zijn plaats en stelde het wapen zo in dat het telkens twee kogels achter elkaar afvuurde. Een paar regendruppels sloegen tegen de ruit en hij zag ze langzaam langs het glas naar beneden druipen.
Adnan keek telkens snel even in de achteruitkijkspiegel. Geloofsgenoot of niet, hij vond het niet prettig om iemand met een machinepistool op de achterbank te hebben, en hij had ook niet al te veel vertrouwen in de Iraniër, want hij was geboren in Saudi-Arabië en als jongetje naar Irak verhuisd. Tijdens de verwoestende Iraans-Irakese oorlog had hij voor Irak gevochten en hij voelde nog steeds een diepe vijandschap tegenover Iran. Muhammad al-Zawahiri was een Pers, en geen Arabier, zoals Al-Rimi. Ook dat was een verschil tussen hen beiden waadoor Al-Rimi de ander niet vertrouwde.
Muhammad was klaar met zijn telefoongesprek, veegde een stukje aarde van een van zijn Amerikaanse cowboylaarzen, keek even op zijn enorm dure horloge en liet zich glimlachend tegen de rugleuning zakken. In het Farsi zei hij iets tegen Adnan, die hem onmiddellijk antwoord gaf, maar dan in het Arabisch. Toen hij dat hoorde, begon Khan te lachen.
Adnan klemde zijn handen nog steviger om het stuurwiel. Hij was nooit een zorgeloos mens geweest, en de nonchalance waarmee de Iraniër ernstige zaken tegemoettrad, beviel hem niet. Een paar seconden later keek Adnan weer naar buiten.
Muhammad had het duidelijk ook gehoord. Hij liet het zijraampje zakken en stak zijn hoofd naar buiten om naar de bewolkte lucht te kijken. Toen hij de knipperende rode lichten boven hen zag, blafte hij iets naar Adnan, die knikte en gas gaf. De twee mannen op de achterbank maakten hun autogordels vast.
De Chevy schoot met nog veel hogere snelheid over het kronkelige landweggetje en maakte zulke scherpe bochten dat de mannen op de achterbank zich met beide handen vastklampten aan de handgreep boven het portier. Maar op een kronkelweggetje was zelfs de snelste auto niet in staat een helikopter te ontlopen.
Wéér in het Farsi gaf Muhammad Adnan opdracht ergens onder een paar bomen te gaan staan om te kijken of de helikopter gewoon doorvloog. ‘Een auto-ongeluk, Adnan? Een traumahelikopter misschien?’
Adnan haalde zijn schouders op. Zijn Farsi was niet best en de nuances ervan ontgingen hem soms. Maar hij hoefde echt geen talenwonder te zijn om de spanning in de stem van zijn collega te horen en daarom bracht hij snel de auto tot stilstand onder een groepje bomen. De drie mannen stapten uit en lieten zich achter de auto op hun hurken zakken. Khan richtte zijn machinepistool omhoog en Adnan trok zijn pistool. Muhammad klemde zijn hand om zijn mobieltje en keek nerveus naar boven. Even leek de helikopter verdwenen te zijn, maar toen zag hij een lichtbundel over de boomkruinen recht boven hen kruipen. Het volgende wat Muhammad zei, was in het Engels. ‘Shit!’ Hij knikte naar Adnan en gaf hem opdracht om te gaan kijken.
Diep gebukt rende de Irakees naar de rand van het bos en keek behoedzaam omhoog. De helikopter hing nog geen twintig meter boven hem. Hij liep terug om te melden wat hij had gezien.
‘Misschien zoeken ze naar een landingsplaats,’ zei hij.
‘Hebben we een rpg in de truck?’ vroeg Muhammad. Zijn stem trilde een beetje. Hij was gewend om het brein achter dit soort operaties te zijn, en niet een van de frontsoldaten die de aanslagen pleegden en daar zelf ook vaak het leven bij lieten.
Adnan schudde van nee. ‘We hadden niet verwacht dat we vanavond een granaat met raketaandrijving nodig zouden hebben.’
‘Shit,’ zei Muhammad nog eens. ‘Luister,’ siste hij. ‘Volgens mij landen ze.’ De bladeren van de boomkruinen hoog boven hen begonnen te schudden in de wind.
Adnan knikte naar zijn twee metgezellen. ‘Het is maar een tweepersoonshelikopter, en wij zijn met zijn drieën,’ zei hij vastberaden. En met een strakke blik op zijn leider voegde hij daaraan toe: ‘Pak je pistool, Muhammad, en zorg dat je klaar bent om het te gebruiken. We zullen ons niet als lammeren naar de slachtbank laten leiden. We nemen een paar Amerikanen mee.’
‘Idioot!’ snauwde Muhammad. ‘Denk je soms dat die geen hulp hebben ingeroepen? Ze zorgen gewoon dat wij hier niet weg kunnen totdat ze versterking hebben gekregen.’
‘Met onze papieren is niets mis,’ zei Adnan. ‘Betere zijn er niet te koop.’
De Iraniër keek hem aan of hij stapelgek was geworden. ‘We zijn gewapende moslims en we zitten hier midden tussen de varkensboeren van Virginia. Als ze onze vingerafdrukken opnemen, weten ze binnen een paar seconden wie ik ben. We zitten als ratten in de val,’ voegde hij er aan toe. ‘Hoe kan dat? Hóé?’
Adnan wees naar Muhammads hand. ‘Misschien komt het door dat mobieltje waarop je altijd zit te bellen. Ze kunnen die dingen opsporen. Daar heb ik je al eerder voor gewaarschuwd.’
‘Allahs wil geschiede,’ zei Gul Khan terwijl hij het machinepistool afstelde op volautomatisch, wat volgens hem kennelijk overeenkwam met Allahs wensen.
Muhammad keek hem vol ongeloof aan. ‘Als we nu worden aangehouden, lopen al onze plannen in de soep! Denk je soms dat Allah dát wil? Nee toch?’ Hij liet een korte stilte vallen en om weer tot rust te komen haalde hij eens diep adem. ‘Dit is wat ik wil dat jullie doen... wat jullie móéten doen!’ Hij wees met trillende vinger naar de schuddende boomkruinen en zei streng: ‘Ik wil dat jullie ze tegenhouden terwijl ik ervandoor ga. Er is nog een weg, achthonderd meter naar het westen. Ik bel Marwan en zeg dat hij me daar moet komen ophalen met de andere truck. Maar jullie moeten ze tegenhouden. Dat móét!’
Adnan keek zijn leider nors aan. Aan zijn gezicht te zien vond hij de man maar een enorme lafbek.
‘Vooruit. Leid ze af. Offer je op voor de goede zaak,’ riep Muhammad terwijl hij achteruit weg begon te lopen.
‘Als wij dood moeten terwijl jij ontsnapt, geef me dan je pistool,’ zei Adnan bitter. ‘Jij zult het niet nodig hebben.’
De Iraniër trok zijn pistool en smeet het naar Adnan toe.
De forsgebouwde Khan draaide zich naar de helikopter toe en glimlachte. ‘Wat denk je, Adnan?’ vroeg hij. ‘In mijn eigen land konden Amerikanen nooit goed tegen een paar kogels in hun staartpropeller. Als hun helikopter op de grond smakte, braken ze alsof het takjes waren.’
De kogel raakte hem in zijn nek, zodat het wrang genoeg Khans wervelkolom was die knapte alsof het een takje was. Hij was al dood toen hij de grond raakte.
Adnan richtte zijn pistool op Muhammad, die toen hij deze verraderlijke aanval zag, snel was weggerend. Hij was echter nogal zwaarlijvig en de cowboylaarzen waar hij zo trots op was, waren niet gemaakt om mee te hollen en toen hij over een rottende boomstronk struikelde, had Adnan hem zo ingehaald.
Nu zijn eigen pistool op hem gericht was, keek Muhammad op naar zijn collega. De stroom scheldwoorden die in het Farsi over zijn lippen kwam, werd gevolgd door een reeks smeekbeden, eerst in haperend Arabisch en toen in het Engels: ‘Adnan, toe, nee. Waarom? Waarom?’
In het Arabisch zei Adnan: ‘Je bent een drugsdealer. Je zegt dat je dat doet om geld te verdienen voor de goede zaak, maar je brengt meer tijd door met cowboylaarzen en juwelen kopen dan met het werk voor de islam. Jij bent van het rechte pad afgedwaald, Muhammad. Jij bent een Amerikaan geworden. Maar dat is niet de reden waarom ik dit doe.’
‘Vertel dan waarom!’ schreeuwde de Iraniër.
‘Dit is jouw offer voor een hoger doel.’
Adnan glimlachte niet, maar de triomf stond duidelijk in zijn ogen te lezen. Hij zette het pistool tegen Muhammads linkerslaap en haalde de trekker over. De ratelende stroom smeekbeden hield plotseling op, zowel in het Farsi als in welke andere taal dan ook. Adnan klemde Muhammads handen om het pistool en liep toen snel terug naar de open plek, waar de helikopter inmiddels was geland. Het luik aan de achterkant ging open. Adnan had gelogen. Het was een vierpersoonshelikopter. Er stapten twee mannen uit, westerse mannen met een grimmige uitdrukking op hun gezicht, en ze droegen iets tussen zich in. Adnan liep samen met hen terug naar het lijk van Muhammad, maar bleef even staan om een geweer uit de Chevrolet SubUrban te pakken.
Het voorwerp dat de mannen tussen zich in hielden, was een lijkzak. Toen ze die openritsten, bleek er een man in te liggen die opmerkelijk sterk op Adnan leek en precies dezelfde kleren aanhad. De man was bewusteloos, maar ademde nog wel. Ze zetten hem met zijn rug tegen een boom, vlak bij de gedode Iraniër. Daarna overhandigde Adnan zijn portefeuille aan een van de mannen, die hem in de zak van de bewusteloze man stopte. De andere man nam het jachtgeweer van Adnan over, klemde Muhammads handen eromheen, richtte het op de bewusteloze man en schoot hem een schot hagel in zijn hoofd, zodat een deel van zijn gezicht werd weggeslagen. Van levend mens tot lijk en dat binnen en paar seconden. Adnan was een deskundige in dergelijke dingen, en niet uit vrije wil. Alleen een gek zou dat vrijwillig doen.
Een minuut later rende Adnan samen met de twee mannen terug naar de helikopter, die nadat ze waren ingestapt onmiddellijk opsteeg. Er zaten geen kentekenen op de zijkanten van de helikopter en geen van beide mannen voor in de helikopter droeg een uniform. Terwijl Adnan op een van stoelen achterin ging zitten en zijn veiligheidsriemen vastmaakte, keurde geen van hen hem ook maar een blik waardig. Het leek wel of ze wilden vergeten dat hij daar was.
Adnan dacht niet meer aan zijn overleden kameraden. Zijn gedachten waren op de toekomst gericht en op de veel grotere roem die hem daar wachtte. Als ze in hun opzet slaagden, zou de mensheid er nog generaties lang vol ontzag over praten. Adnan al-Rimi was nu officieel dood. Waardevoller zou hij nooit meer zijn.
De helikopter zette koers naar het noorden en vloog naar westelijk Pennsylvania, naar een stadje dat Brennan heette. Een minuut later was het enige wat de stilte hier in landelijk Virginia nog doorbrak het gestage druppelen van een lichte regen die zonder enige haast het bloed wegspoelde.