·42·

Captain Jack keek naar het briefje dat hij zojuist had ontvangen. Het was een codebericht maar hij had de sleutel uit zijn hoofd geleerd en wist het snel te ontcijferen. Het was geen goed nieuws.

Gray is geweest. Hij heeft een paar bestanden ingekeken, maar ik kan er niet achter komen welke, omdat hij die functie geblokkeerd heeft. Maar hij heeft het met me over de wederopstanding van de doden gehad, en ik heb van andere mensen gehoord dat hij tegen hen ook iets dergelijks had gezegd. Hij is duidelijk aan het hengelen om te zien wie er in het aas bijt. Daarom heb ik dit per koerier gestuurd. Ga verder met de plannen. Ik zorg wel dat de zaken hier niet uit de hand lopen. Communiceer in het vervolg via Charlie 1.

Het probleem als je tegenwoordig informatie probeerde uit te wisselen was dat die nauwelijks meer geheim te houden viel als je je van moderne technieken bediende. Spionagesatellieten bestreken het hele aardoppervlak, en alle faxen, computers en telefoons, zowel mobiel als vast, vielen in principe af te luisteren. Geen wonder dat terroristen hun toevlucht hadden genomen tot koeriers en met de hand geschreven briefjes. Het was wrang, maar de moderne technologie dreef hen allemaal terug naar het stenen tijdperk, in elk geval als het om communicatie ging. Ook Charlie 1 was eenvoudig: codeberichten op papier die door een vertrouwde koerier werden bezorgd en die na lezing vernietigd moesten worden. Meer konden ze niet doen nu Big Brother overal zo nadrukkelijk aanwezig was.

Het voorhoedeteam van de Secret Service zou heel binnenkort in Brennan arriveren, en niet lang daarna zou de president met de Air Force One naar Pittsburgh vliegen en vervolgens in de zwaarst bewaakte autocolonne in de menselijke geschiedenis naar het plaatsje Brennan rijden. Daar zouden ze op een leger stuiten dat sommige mensen als een bende al wat oudere mannen en één jonge vrouw zouden beschouwen. Maar Captain Jack durfde op zijn ploeg te rekenen. Hij pakte zijn aansteker, hield het vlammetje bij de brief en wachtte tot er alleen nog maar een hoopje as van over was.

Nadat ze haar laatste gebed had gezegd, ging Djemila voor de spiegel in haar badkamer staan en nam haar gezicht eens aandachtig op. Die dag was ze 24 geworden. Ze vond dat ze er ouder uitzag. De afgelopen jaren had ze het niet gemakkelijk gehad. Ze had nooit genoeg eten en schoon drinkwater gehad en al te vaak moeten bivakkeren in de open lucht. En van kogels en bommen die overal om je heen insloegen, werd je sneller oud dan van wat dan ook. In elk geval had ze nu genoeg te eten. Amerika was inderdaad een land van overvloed, zoals haar vroeger zo vaak was verteld. Ze hadden zo veel, dacht ze. En dat was niet eerlijk. Er werd wel gezegd dat ze hier in Amerika ook daklozen hadden, en kinderen die honger leden, maar dat geloofde ze niet. Dat kon gewoon niet. Dat was alleen maar propaganda van de Amerikanen om te zorgen dat de mensen medelijden met ze zouden hebben! Djemila vloekte bij die gedachte. Medelijden? Met hén?

Ze was 24, helemaal alleen, en het land waar ze thuishoorde, lag aan de andere kant van de wereld. Haar hele familie was weg. Vermoord. Ze voelde de brok in haar keel groter worden en een ogenblik later moest ze haar uiterste best doen om haar tranen te bedwingen. Snel hield ze een handdoek onder de kraan, drukte die tegen haar gezicht en liet haar tranen opdrogen in de koele stof.

Toen ze zich weer wat beter voelde, pakte ze haar tasje en de sleutels van het bestelbusje, trok de voordeur achter zich dicht en voelde even of die goed in het slot was gevallen.

Ze had te horen gekregen dat het busje permanent bewaakt zou worden door een van Captain Jacks manschappen, waar het ook geparkeerd stond. Ze konden zich niet veroorloven het busje te laten stelen. Ze hadden geen tijd om er net zo een te bemachtigen.

Ze vond Captain Jack maar een merkwaardige man. Amerikanen die vloeiend Arabisch spraken, waren er niet veel. Hij scheen de gewoonten en geschiedenis van de islamitische wereld beter te kennen dan sommige moslims. Djemila had te horen gekregen dat ze hem in alles moest gehoorzamen. Aanvankelijk had het haar niet juist geleken om bevelen van een Amerikaan te krijgen, maar de man straalde onmiskenbaar gezag uit.

’s Avonds rondrijden door de omgeving was voor haar een vast ritueel geworden. Ze deed het net zozeer om tot rust te komen na een lange dag als kindermeisje van drie energieke jongetjes als om de verschillende wegen en sluipweggetjes te leren kennen. Ze reed Brennan binnen en kwam langs het Mercy Hospital. Adnan Al-Rimi had geen dienst, maar als Djemila hem had gezien, zou ze hem niet herkennen. Ze had al evenmin reden om naar rechts te kijken, waar op dat moment in het kader van een oefening een paar gecamoufleerde scherpschuttersgeweren op het ziekenhuis werden gericht.

Ze kwam tijdens die rondrit ook altijd langs de garage. Uit gewoonte reed ze het steegje door, langs een paar grote deuren met zwartgeschilderde ruiten. Als het eenmaal zover was, zou ze door het zuidelijke puntje van Brennan komen en daarna over de snelweg in westelijke richting de stad uit rijden. In nog geen halfuur zou haar aandeel in de operatie erop zitten. Ze bad tot Allah dat hij haar wijsheid en moed zou schenken.

Ze reed verder en niet lang daarna kwam ze langs het terrein waar de ceremonie zou plaatsvinden. Het enige wat ze wist, was dat de president van dit land hier voor een grote menigte een toespraak zou houden. Verder had dit grasveld voor haar heel weinig betekenis.

Daarna kwam ze langs het huis van haar werkgevers George en Lori Franklin. Het was een heel mooi huis, als je van Amerikaanse architectuur hield, maar wat Djemila er het best aan beviel, was de achtertuin. Die was vol groen gras om overheen te rennen, bomen om in te klimmen en plekjes waar ze zich kon verstoppen als ze met de jongetjes aan het spelen was. Djemila was opgegroeid in een woestijnklimaat en ze moest toegeven dat Amerika een heel mooi land was. Aan de buitenkant in elk geval.

Op de terugweg kwam ze opnieuw langs het huis van de familie Franklin, en onwillekeurig keek ze even naar de ramen van de twee slaapkamers op de eerste verdieping waar de jongetjes sliepen. Ze begon steeds meer gehecht aan ze te raken. Het waren mooie kinderen, die ongetwijfeld later de islam en alles waar zij verder nog in geloofde zouden haten. Als zij ze zelf kon opvoeden, zou ze hun de waarheid leren en hun het ware licht van haar geloof en haar wereld laten zien.

Ze had te horen gekregen dat ze geen emotionele band met de kinderen mocht aangaan. Maar zij was een vrouw en jonge kinderen waren zo onschuldig en zuiver. Het lag in de aard van de mens dat er een bepaalde band tussen hen zou ontstaan. Maar het waren haar zoontjes niet, hield Djemila zich voor, en als het zover was, zou het haar geen moeite kosten om de missie uit te voeren.

Alex keek het huis van Kate Adams rond en wat hij zag, beviel hem goed. Het was niet te ordelijk en hier en daar zelfs een beetje rommelig. Alex was zelf niet bijster netjes aangelegd en betwijfelde of hij het lang zou kunnen uithouden met iemand die dat wél was. En er lagen overal boeken, wat ook een goed teken was. In zijn schooltijd was hij nooit zo’n lezer geweest, maar die schade had hij allang ingehaald sinds hij bij de Secret Service was gegaan. Lange vluchten hadden hem een heleboel tijd gegeven om te lezen. En ze was duidelijk ook geen hooghartige, elitaire snob. Er stond weliswaar een groot aantal literaire meesterwerken in de kast, maar ook een gezonde dosis spanning en romantiek.

De tafels en muren waren bezaaid met familiefoto’s en hij nam rustig de tijd om te kijken hoe Kate Adams van een slungelig en verlegen jong meisje was uitgegroeid tot een mooie en zelfverzekerde vrouw.

De eetkamer nam vrijwel de gehele benedenverdieping in beslag en in de hoek stond een kleine zwarte vleugel.

Toen ze weer de trap af kwam, had Kate een spijkerbroek en een truitje aangetrokken en was ze blootsvoets.

‘Sorry,’ zei ze, ‘maar na een hele dag in een jurk wil ik altijd even iets anders aan.’

‘Laat je maar niet in de luren leggen door mijn pak van duizend dollar en mijn keurig verzorgde manicure. In werkelijkheid hang ik ook het liefst rond in een spijkerbroek en een T-shirt.’

Ze lachte. ‘Biertje?’

‘Dat is altijd lekker om mokka-ijs mee weg te spoelen.’

Ze pakte twee Corona’s uit de koelkast, en nadat ze twee glazen had ingeschonken en er een schijfje citroen in had laten vallen, gingen ze op een bank zitten die uitzicht bood op de tuin.

Ze trok haar benen op. ‘Wat ga je nu doen?’

Hij haalde zijn schouders op. ‘Dat weet ik nog niet. Officieel ben ik nu ingedeeld bij de eenheid Persoonsbescherming van het Witte Huis en daar mag ik nog dankbaar voor zijn ook. Ik bedoel, ik heb weliswaar niets misdaan, maar toen ik bij de directeur werd geroepen, heb ik ronduit geweigerd iemands naam te noemen. Ik kan het zelf nog steeds bijna niet geloven.’

‘En die “oude vriend” over wie je me hebt verteld, was Oliver Stone?’

De blik die hij haar toewierp, was al antwoord genoeg.

‘Hoe weet jij dat nou?’

‘Jij bent niet de enige die een en een bij elkaar kan optellen.’

‘Kennelijk niet.’ Hij nam een slok bier en liet zich in de kussens zakken. ‘Op dit moment zijn mijn handen gebonden. Hoe kan ik ze zelfs maar vertellen dat ik die boot heb gevonden, zonder te verraden dat ik precies heb gedaan wat de directeur me heeft verboden? Als hij erachter komt, ben ik mijn baan kwijt, en dat kan ik me niet veroorloven.’

‘Dat kan ik me voorstellen.’ Terwijl ze het flesje bier op het tafeltje zette, streek ze even langs zijn schouder. Bij die lichte aanraking was het net of er een elektrische schok door zijn hele lijf ging.

Ze ging aan de piano zitten en begon iets te spelen wat hij al snel herkende als de Rapsodie op een thema van Paganini . Ze was duidelijk een uiterst geoefende pianiste. Een paar minuten later kwam hij naast haar zitten en begon er een contramelodietje doorheen te spelen.

‘Dat is Ray Charles,’ zei ze. ‘Jij speelde toch gitaar?’

‘Mijn vader zei altijd dat als je met de piano begint, je bijna alles kunt spelen.’

‘Was Clint Eastwood in In the Line of Fire geen pianospelende Secret Service-agent?’

‘Ja, met Renee Russo naast zich aan de piano.’

‘Sorry, maar ik ben geen Renee Russo.’

‘En ik geen Clint Eastwood. Het is trouwens maar dat je het weet, maar Renee Russo is heus niet mooier dan jij.’

‘Leugenaar.’

‘Maar Eastwood gaat bij een eerste afspraakje meteen uit de kleren, en ik niet. Sorry hoor.’ Hij grijnsde.

Ze trok een gezicht. ‘Wat jammer nou.’

‘Maar dat geldt niet per se voor een tweede afspraakje.’

‘O, ben je er dan zo zeker van dat er een tweede komt?’

‘Kom op. Ik heb een pistool bij me. Lucky vindt me een enorme kanjer.’

Hij streek met zijn vingers over de toetsen totdat ze de hare raakten.

Bij de kus die daarop volgde, viel de elektrische schok van daarnet volledig in het niet.

Hij sloeg zijn armen om haar heen en trok haar dichter tegen zich aan. Ze kusten elkaar opnieuw en deze kus duurde een stuk langer. Ze wiegden langzaam heen en weer. Haar armen en handen waren sterk en namen hem in een stevige omhelzing. Hij kon zich niet herinneren dat hij zich ooit zo prettig had gevoeld. Toen ze elkaar loslieten, gingen haar oogleden hypnotisch op en neer. Ford merkte dat hij bijna wegdoezelde terwijl hij ernaar zat te kijken. Op en neer. Op en neer. Hij kon zich niet eens meer herinneren hoe hij heette of waar hij zich bevond.

Ze kuste hem nog eens en stond toen op. ‘Ik weet dat dit misschien niet eerlijk is, maar volgens mij is die regel van jou over eerste afspraakjes best wel goed.’ Het kwam er wat halfhartig uit, en ze wendde snel haar ogen af. ‘Geef jezelf niet meteen weg, want dan komt hij misschien niet meer terug.’

Hij legde zijn hand op haar schouder. ‘Ik kom terug wanneer je maar wilt, Kate.’

‘Wat dacht je van morgen?’ En na een korte stilte voegde ze daaraan toe: ‘Ik betwijfel eigenlijk of ik zo lang kan wachten.’

Een paar minuten later startte Ford de motor van zijn oude Cherokee en reed weg. Hij voelde zich uitgelaten. Op dit ogenblik konden Patrick Johnson of de Secret Service hem helemaal niet schelen. Hij was nu alleen maar bezig met Kate Adams en het enorm blije gevoel dat ze bij hem opriep.

Hij reed weg, draaide 31st Street in en begon aan de lange kronkelige afdaling naar Georgetown. Het eerste teken van onraad kwam toen hij even op het rempedaal tikte en de remmen niet voelde reageren. Het tweede teken kwam toen hij vol op de rem ging staan en de auto gewoon doorrolde. En terwijl de helling steeds steiler werd, ging de auto steeds harder rijden. Bovendien stonden er auto’s aan weerszijden van de straat en was de weg hier zo kronkelig als een slang.

Hij zat verwoed aan het stuurwiel te draaien en probeerde tegelijkertijd door terugschakelen wat vaart te minderen, maar dat haalde weinig uit. Toen zag hij de koplampen van een tegenligger oplichten in het donker.

‘O, shit!’ Hij rukte het stuurwiel naar rechts, bij de tegenligger vandaan. De Cherokee reed tussen twee geparkeerde auto’s en daar deed een stevige boom voor hem wat de remmen hadden geweigerd. Door de klap sprong de airbag tevoorschijn uit het dashboard en die gaf hem zo’n dreun dat hij even verdoofd voor zich uit zat te staren. Toen duwde hij de airbag weg, maakte zijn veiligheidsgordel los en stapte moeizaam de auto uit. Hij proefde bloed op zijn lippen en zijn gezicht voelde branderig aan, waarschijnlijk door het hete gas in de airbag.

Hij ging op de stoeprand zitten en probeerde op adem te komen en niet over te geven terwijl het ijs en het bier in zijn keel omhoog kwamen.

Even later knielde er iemand naast hem neer. Ford wilde zeggen dat hij in orde was, toen hij plotseling verstarde. Er werd iets hards en kouds tegen zijn nek geduwd. Zonder nadenken haalde hij uit en gaf de ander een harde klap tegen zijn knie.

De man schreeuwde het uit van de pijn maar toen Ford op wilde staan, kreeg hij een harde klap op zijn hoofd. Daarna hoorde hij iemand snel weglopen en even later reed een auto met gillende banden weg. Toen er een ogenblik later andere koplampen zichtbaar werden en er mensen om hem heen kwamen staan, begreep hij waarom zijn belagers er zo snel vandoor waren gegaan.

‘Alles goed?’ vroegen ze.

Alex voelde de loop van het pistool gewoon nog in zijn nek toen hem iets te binnen schoot: de remmen!

Alex duwde de omstanders opzij en zonder op de pijn aan zijn hoofd te letten, griste hij een zaklantaarn uit de Cherokee en scheen ermee in de wielkast van het linkervoorwiel. Die zat onder de remvloeistof. Er had iemand met zijn pick-up geknoeid. En de enige plek waar ze dat hadden kunnen doen, was voor Kates huis. Kate!

Hij zocht in zijn zak naar zijn mobieltje, maar vond het niet. Hij rukte de deur van de totaal kapotte Cherokee open. Zijn mobieltje lag op de vloer en was door de harde klap in tweeën gebroken. Hij schreeuwde het uit van woede. De mensen die hem te hulp waren gekomen, deinsden inmiddels terug en namen hem angstig op. Toen hij zich razendsnel omdraaide, zag een van hen het pistool onder zijn jasje. ‘Hij heeft een pistool!’ riep de man, en ze stoven als een groepje opgeschrikte duiven uit elkaar. Hij rende achter hen aan. ‘Ik moet bellen!’ brulde hij. ‘Geef me even een telefoon!’ maar ze waren al verdwenen.

Alex draaide zich om en rende terug naar 31st Street. Het bloed droop uit de wond aan zijn hoofd over zijn overhemd en het leek wel of zijn armen en benen los van zijn lichaam waren geraakt, maar hij bleef doorrennen, de steile helling op, totdat hij het gevoel kreeg dat zijn longen elk ogenblik konden bezwijken. Hij rende R Street in, vond nieuwe reserves aan kracht in zichzelf en ging twee keer zo hard hollen. Toen het huis in zicht kwam, trok hij zijn pistool.

Toen hij het huis bereikte, ging hij over op een rustig wandeltempo en sloop de tuin binnen. Het was donker in het grote huis en hij liep geruisloos naar het poortje dat toegang bood tot de achtertuin en het koetshuis. Dat was afgesloten en daarom klom hij over het hek. Toen zijn voeten aan de andere kant het gras raakten, liet hij zich onmiddellijk door zijn knieën zakken om op adem te komen en onopgemerkt het terrein op te nemen. Hij had een bonzend gevoel in zijn hoofd en zijn oren tuitten zo erg dat hij niet wist of hij eigenlijk wel iets kon horen. Half gebukt holde hij tussen de struiken door naar het koetshuis. Hij haalde een paar keer diep adem, en dwong zich om kalm te blijven terwijl hij zijn hand om zijn Sig klemde.

Centimeter voor centimeter schuifelde hij verder door het struikgewas en intussen speurde hij aandachtig de omgeving af. Als daar iemand stond met een geweer in de aanslag... Toen ging er een licht aan op de eerste verdieping en zag hij Kate voor het raam staan. Ze had haar haar in een paardenstaart gebonden en had alleen een lang T-shirt aan. Hij schuifelde nog wat verder naar voren terwijl zijn blik van Kate naar de buitenkant van het koetshuis naar de rij cipressen om de achtertuin ging. Als Ford als sluipschutter hier een plek moest kiezen, dan zou hij daar gaan staan.

Alex haalde nog één keer diep adem en schakelde toen over op zijn lijfwachtenmodus. Dat betekende dat hij het terrein rondom Kate opdeelde in afzonderlijke vakken en die kalm en rustig een voor een afspeurde. Het gerucht ging dat als een Secret Service-agent in lijfwachtenmodus ging, hij zelfs de vleugelslagen van een kolibrie nog wist te tellen. Dat was natuurlijk zwaar overdreven. Alex zou allang tevreden zijn als Kate niets overkwam en hij hoefde alleen maar tijdig een vuurwapen op te merken, voordat er een schot werd gelost. Hij was hier jarenlang op getraind. Toe, God, laat dat voldoende zijn!

En toen zag hij het, aan de overkant van de tuin, rechts, achter een reusachtige rododendron: de bijna onzichtbare glinstering van een telescoopvizier. Zonder aarzelen bracht hij zijn pistool in de aanslag en haalde de trekker over. Het was een heel eind weg voor een handwapen, maar het maakte hem niet uit of hij de sluipschutter nou raakte of niet, zolang hij hem maar wist te verjagen.

Hij richtte op een plek recht achter het vizier. Zodra hij het schot had gelost, zag hij de geweerloop verschijnen. Het ding schoot omhoog toen er een schot werd gelost. Een fractie van een seconde later had Ford nog zes kogels in hetzelfde gebied gepompt. Toen hoorde hij Kate gillen. De geweerloop verdween en hij hoorde iemand wegrennen. Verdomme, hij had gemist, maar hij had toch zijn doel bereikt. Maar verdomme, die klootzak had een schot gelost!

Hij sprintte naar het koetshuis toe. Toen hij de deur in rende, begon Kate weer te gillen, maar toen ze zag wie het was, hield ze daar snel mee op. Hij rende naar haar toe, sloeg zijn handen om haar middel, duwde haar tegen de grond en ging op haar liggen om haar te beschermen tegen rondvliegende kogels.

‘Blijf liggen, er loopt daar iemand met een geweer rond,’ fluisterde hij haar in het oor. Hij kroop op zijn buik naar voren, kwam bij de lichtknop en deed snel het licht uit, zodat het hele huis nu in een welkome duisternis was gehuld. Daarna kroop hij weer terug naar Kate.

‘Alles goed?’ vroeg hij panisch. ‘Ben je niet geraakt?’

‘Nee,’ zei ze. Toen voelde ze zijn gezicht. ‘Lieve hemel, bloed je?’

‘Ik ben niet geraakt. Iemand heeft mijn hoofd als aambeeld gebruikt.’

‘Wie dan?’

‘Weet ik niet.’ Hij hield zijn adem in en ging met zijn rug tegen de kachel zitten terwijl hij zijn ogen strak op de deuropening gericht hield. Kate kroop naar voren, bracht haar hand omhoog en trok een keukenrol van het aanrecht.

‘Kate,’ zei hij streng. ‘Blijf plat op de grond liggen. Misschien loopt die kerel daar nog rond.’

‘Je bloedt,’ zei ze vastberaden. Ze bracht opnieuw haar hand omhoog en liet wat water over een handvol papier lopen. Ze veegde zijn gezicht schoon en nam de buil op zijn hoofd aandachtig op. ‘Ongelooflijk dat je niet buiten westen bent geraakt.’

‘Angst is een geweldig goed tegengif voor zoiets.’

‘Ik heb je auto niet eens horen aankomen.’

‘Mijn Cherokee was beschadigd. Iemand heeft de remleiding doorgeknipt. Ik ben als een botsautootje door 31st Street omlaag geroetsjt.’

‘Hoe ben je hier dan weer gekomen?’

‘Ik heb gehold.’

Ze keek hem stomverbaasd aan. ‘Gehold! Dat hele eind?’

‘Ik dacht dat jouw huis de enige plek was waar ze met mijn remmen geknoeid konden hebben. Ik... Ik moest gewoon hierheen. Ik moest weten dat je veilig was!’ Het kwam eruit in één eindeloze stroom emotie.

Ze hield de natte prop papier stil en terwijl ze hem recht in de ogen keek, begon haar mond te trillen. Toen sloeg ze haar armen om zijn schouder en drukte haar gezicht tegen zijn nek. Ford sloeg een arm om haar heen en trok haar tegen zich aan.

Wat een eerste afspraakje!

De samenzwering
titlepage.xhtml
De_samenzwering_split_0.xhtml
De_samenzwering_split_1.xhtml
De_samenzwering_split_2.xhtml
De_samenzwering_split_3.xhtml
De_samenzwering_split_4.xhtml
De_samenzwering_split_5.xhtml
De_samenzwering_split_6.xhtml
De_samenzwering_split_7.xhtml
De_samenzwering_split_8.xhtml
De_samenzwering_split_9.xhtml
De_samenzwering_split_10.xhtml
De_samenzwering_split_11.xhtml
De_samenzwering_split_12.xhtml
De_samenzwering_split_13.xhtml
De_samenzwering_split_14.xhtml
De_samenzwering_split_15.xhtml
De_samenzwering_split_16.xhtml
De_samenzwering_split_17.xhtml
De_samenzwering_split_18.xhtml
De_samenzwering_split_19.xhtml
De_samenzwering_split_20.xhtml
De_samenzwering_split_21.xhtml
De_samenzwering_split_22.xhtml
De_samenzwering_split_23.xhtml
De_samenzwering_split_24.xhtml
De_samenzwering_split_25.xhtml
De_samenzwering_split_26.xhtml
De_samenzwering_split_27.xhtml
De_samenzwering_split_28.xhtml
De_samenzwering_split_29.xhtml
De_samenzwering_split_30.xhtml
De_samenzwering_split_31.xhtml
De_samenzwering_split_32.xhtml
De_samenzwering_split_33.xhtml
De_samenzwering_split_34.xhtml
De_samenzwering_split_35.xhtml
De_samenzwering_split_36.xhtml
De_samenzwering_split_37.xhtml
De_samenzwering_split_38.xhtml
De_samenzwering_split_39.xhtml
De_samenzwering_split_40.xhtml
De_samenzwering_split_41.xhtml
De_samenzwering_split_42.xhtml
De_samenzwering_split_43.xhtml
De_samenzwering_split_44.xhtml
De_samenzwering_split_45.xhtml
De_samenzwering_split_46.xhtml
De_samenzwering_split_47.xhtml
De_samenzwering_split_48.xhtml
De_samenzwering_split_49.xhtml
De_samenzwering_split_50.xhtml
De_samenzwering_split_51.xhtml
De_samenzwering_split_52.xhtml
De_samenzwering_split_53.xhtml
De_samenzwering_split_54.xhtml
De_samenzwering_split_55.xhtml
De_samenzwering_split_56.xhtml
De_samenzwering_split_57.xhtml
De_samenzwering_split_58.xhtml
De_samenzwering_split_59.xhtml
De_samenzwering_split_60.xhtml
De_samenzwering_split_61.xhtml
De_samenzwering_split_62.xhtml
De_samenzwering_split_63.xhtml
De_samenzwering_split_64.xhtml
De_samenzwering_split_65.xhtml
De_samenzwering_split_66.xhtml
De_samenzwering_split_67.xhtml
De_samenzwering_split_68.xhtml
De_samenzwering_split_69.xhtml
De_samenzwering_split_70.xhtml
De_samenzwering_split_71.xhtml
De_samenzwering_split_72.xhtml
De_samenzwering_split_73.xhtml