·25·

Op een van de onderste verdiepingen van het hoofdkantoor van het nic bevond zich een hypermoderne trimzaal, die vanwege tijdgebrek echter nauwelijks werd gebruikt. In een klein kamertje naast de grote zaal was echter iemand druk aan het trainen.

Tom Hemingway zat in zijn flat niet ver van Capitol Hill. Hij had zijn pak verwisseld voor een tanktop en een ruimvallend sportbroekje, en had geen schoenen of sokken aan en zat met zijn ogen dicht in kleermakerszit op de grond. Een ogenblik later kwam hij overeind en nam een gevechtshouding aan. De meeste toeschouwers zouden gedacht hebben dat Hemingway op het punt stond om kungfu of karate te gaan doen. Diezelfde mensen zouden waarschijnlijk verbaasd zijn als hun werd verteld dat ‘kungfu’ letterlijk niets anders betekende dan ‘grote behendigheid, verkregen door hard werken’. Iemand kon dus een honkbalspeler zijn en over een goede kungfu beschikken.

Er waren wel vierhonderd verschillende soorten uitheemse vechtkunsten, terwijl China over niet meer dan drie inheemse gevechtssporten beschikte: de Hsing I Chuan, de Pa Kwa Chang en de Tai Chi Chuan. De andere vechtsporten verschilden op één essentieel punt van de Chinese vechtkunst: het opwekken van kracht. Bij de Chinese vechtkunsten kwam kracht voort uit het gebruik van het hele lichaam, dat werd gebruikt om alle kinetische energie van de aanvaller op het doelwit te richten. Zoiets kwam min of meer overeen met de snelheid van een draai om de oren en de kracht van een aanrijding door een auto. Als hij het goed aanpakte, kon een ervaren beoefenaar van een van deze drie inheemse vechtkunsten met één klap iemand doodslaan.

Tijdens zijn jeugd in China had Hemingway zich altijd sterk tot deze vechtkunsten aangetrokken gevoeld, al was het maar om een identiteit voor zichzelf te scheppen die wat beter bij zijn omgeving paste dan zijn blonde haar en blauwe ogen. Hoewel hij de andere inheemse vechtkunsten ook beheerste, was hij het best in de Shan-Xi, een vorm van het Hsing-I Chuan. Hsing-meesters waren in China figuren van legendarische proporties. Hemingway had nog nooit een Hsing-meester een gevecht zien verliezen.

Voordat hij zijn oefenvormen begon, had Hemingway bijna een uur roerloos zitten mediteren. Deze oefening stelde je in staat om je intuïtief van je omgeving bewust te worden, en iemands aanwezigheid al op te merken lang voordat diegene te zien viel. Dat vermogen had Hemingway in het veld grote diensten bewezen. Als cia -agent had hij meer dan eens zijn leven weten te redden met zijn vermogen om zijn vijand net iets te vlug af te zijn op een manier die de vijf menselijke zintuigen te boven leek te gaan.

In vele lange jaren van zware oefening waren Hemingways spieren, pezen, gewrichtsbanden en bindweefsel enorm sterk geworden en door de tientallen jaren waarin hij met alle bochten en draaiingen van zijn vechtkunst geduldig zijn wervelkolom had opgerekt, stonden al zijn wervels nu onderling precies recht en op de juiste afstand. Zijn evenwichtsgevoel was dan ook zo goed dat het voor gewone mensen nauwelijks te bevatten viel. Ooit had hij zes uur lang op een richel langs de wand van een wolkenkrabber gestaan, in de loeiende wind en de gietende regen, terwijl een Colombiaans doodseskader 21 verdiepingen lager de straten uitkamde. Zijn vingers waren zo sterk dat hij zich echt in moest houden als hij iemand een hand gaf, en zelfs dan klaagden de mensen er vaak over dat hij hun hand helemaal fijnkneep.

Nu nam hij de bamboeladderhouding aan, de belangrijkste houding van de Hsing-I. De bamboeladder maakt gebruik van een eenvoudige natuurkundige wet, en vormt de oorsprong van de kracht die deze vechtsport zijn beoefenaren oplevert. Hemingway had volwassen mannen gedood met niet meer dan één gerichte stoot vanuit de bamboeladderhouding.

Daarna pakte hij een paar halvemaanvormige zwaarden, de traditionele Neija-wapens van het Pa-Kua. Het waren zijn favoriete oefenwapens en terwijl hij de kamer rondsprong, combineerde hij de uiterst ingewikkelde bilaterale bewegingen van de kromzwaarden met het verbazingwekkend strakke voetwerk en de enorme middelpuntvliedende kracht die zo kenmerkend zijn voor de kunst van het Pa-Kua.

Nadat hij klaar was met zijn training nam Hemingway een douche en trok zijn kleren aan. Terwijl hij zich stond aan te kleden, wreef hij zonder zich daarvan bewust te zijn over de tatoeage aan de binnenkant van zijn rechteronderarm. Die bestond uit vier Chinese karakters die samen in vertaling ‘uiterste trouw in dienst van het vaderland’ betekenden. Er zat een verhaal achter die karakters dat Hemingway vroeger erg had geïntrigeerd.

Een roemruchte generaal uit de zuidelijke Song-dynastie, Yueh Fei, had gediend onder een veldmaarschalk die was overgelopen naar de vijand. Na dat verraad had Fei het leger verlaten en was hij vol walging teruggekeerd naar huis. Daar had zijn moeder hem de les gelezen, en hem gezegd dat een soldaat altijd in de eerste plaats trouw verschuldigd is aan zijn land, en met die vier woorden op zijn rug getatoeëerd als permanent geheugensteuntje had ze hem de strijd weer in gestuurd. Hemingway had dat verhaal als kind gehoord en was het nooit vergeten. Hij had deze tatoeage laten aanbrengen toen een missie voor de cia hem zo was gaan tegenstaan dat hij op het punt had gestaan om zijn ontslag te nemen. In plaats daarvan had hij zich echter laten tatoeëren en was stug doorgegaan met zijn werk. Nu was hij er echter niet meer zo zeker van of dat wel de juiste beslissing was geweest.

Hemingway reed naar zijn bescheiden flatje in Washington, niet ver van het Capitool. Hij maakte de voordeur open, hing zijn jas op en stapte de keuken binnen om een pot Wulong-thee te zetten. Hij zette de pot op een blad, zette er ook twee kopjes bij, en liep er de kleine woonkamer mee binnen. In zijn eigen huis liep Hemingway altijd blootsvoets en gaf hij de voorkeur aan ruimvallende kleding.

Hij schonk de thee in en riep toen: ‘Koude thee is niet erg lekker!’

Er klonk beweging in de andere kamer. Even later stapte een man de woonkamer binnen.

‘Goed, wat heeft me verraden? Ik droeg niets waar een geur aan zat. Ik heb mijn schoenen uitgetrokken. Ik heb twintig minuten lang mijn adem ingehouden. Wat was het dan?’

‘Je hebt een krachtig aura.’

‘Soms jaag je me echt de stuipen op het lijf, Tom. En dat meen ik.’ Captain Jack wierp zijn hoofd in zijn nek, lachte en pakte toen de kop thee aan. Hij ging zitten, nam een slokje en knikte naar een Chinees landschapje aan de muur. ‘Mooi, hoor.’

‘Het landschap dat je daar ziet, daar ben ik zelf geweest. Mijn vader verzamelde werk van deze kunstenaar, en hij had ook wat beeldjes uit de Shang-dynastie.’

‘De ambassadeur moet echt een opmerkelijke man zijn geweest. Ik heb hem niet gekend, maar wel veel over hem gehoord.’

‘Hij was een staatsman,’ zei Hemingway en hij nam een slokje thee. ‘Die zijn er tegenwoordig niet veel meer.’

Captain Jack keek aandachtig naar de man tegenover hem. ‘Ik heb de gedichten gelezen waarover je me hebt verteld.’

‘De rode-pepergedichten? En wat vond je ervan?’

‘Dat ik mijn Chinees nodig moet verbeteren.’

Hemingway glimlachte. ‘Als je het eenmaal onder de knie hebt, is het een prachtige manier om te communiceren.’

Captain Jack zette zijn theekopje op de salontafel. ‘Wat was er zo belangrijk dat ik er in eigen persoon voor aanwezig moest zijn?’

‘Carter Gray gaat naar de omdopingsplechtigheid in Brennan.’

‘Verdomme! Dat is wel een gesprek onder vier ogen waard, ja. Hoe wil je het dan spelen?’

‘We hebben nooit goed geweten hoe we de afvoer precies moesten regelen. Hoe we het ook probeerden op te zetten, het bleef allemaal toch te onzeker. Maar nu Gray komt, hebben we wel zekerheid.’

‘Hoezo dan?’

Hemingway legde uit wat hij van plan was en te oordelen naar zijn gezichtsuitdrukking was zijn collega net zo onder de indruk als hij had verwacht.

‘Nou, dat zou kunnen werken. Het lijkt me zelfs briljant. Briljant en moedig.’

‘Dat hangt ervan af of het lukt of niet.’

‘Niet zo bescheiden, Tom. Laten we er nou niet omheen draaien. Dit is een plan dat de hele wereld zal laten schudden op zijn grondvesten.’ Hij zweeg even en voegde daar toen aan toe: ‘Maar je moet de oude man niet onderschatten. Carter Gray weet meer over de spionagebusiness dan wij samen.’

Hemingway maakte zijn diplomatenkoffertje open. Er lag een dvd in, die hij naar de andere man toe gooide. ‘Ik denk dat je wat erop staat heel nuttig zult vinden bij je werk.’

Captain Jack voelde even aan de dvd en keek Hemingway aandachtig aan. ‘Ik heb meer dan twintig jaar voor de cia gewerkt, en een groot deel daarvan onder Gray. Wat heb jij ook weer gedaan?’

‘Twaalf jaar, en allemaal in het veld, met daarvoor nog twee jaar bij het nsa ,’ zei Hemingway. ‘Een jaar nadat Gray Inlichtingencoördinator werd, ben ik bij het nic gaan werken.’

‘Ik heb gehoord dat je daar kandidaat bent voor een topfunctie. Wil je dat?’

Hemingway schudde zijn hoofd. ‘Voorzover ik kan zien, zit er weinig toekomst in.’

‘Wil je dan terug naar de cia ?’

‘Dat is een anachronisme, een soort levend fossiel.’

‘Precies! De cia blijft altijd bestaan, zelfs na al die massavernietigingswapens die nooit bestaan hebben.’

‘Denk je?’ zei Hemingway nieuwsgierig.

‘Vroeger heb ik meegeholpen om steun te bieden aan talloze “aanvaardbare alternatieven” voor het communisme. Over het algemeen hield dat in dat we monsterlijke dictators in het zadel hielden, crack verkochten in zwarte wijken om aan geld te komen voor illegale operaties overzee, of de democratie in een of ander buitenland om zeep hielpen omdat ze daar geen ruim baan wilden geven aan het Amerikaanse bedrijfsleven. In die tijd dacht ik vaak bij mezelf dat er vast wel een betere manier moest zijn om dat aan te pakken. Maar die gedachte heb ik al lang geleden van me afgezet.’

‘Met soldaten en spionnen valt deze strijd niet te winnen,’ zei Hemingway.

‘Dan valt die helemaal niet te winnen,’ zei Captain Jack. ‘Niet door jullie, en ook niet door hen.’

‘Dostojevski heeft geschreven: “Hoewel er niets gemakkelijker is dan het aanklagen van de boosdoener, is er niets moeilijker dan hem te doorgronden.”’

‘Jij en ik hebben daar een heleboel tijd doorgebracht, maar denk je nou echt dat wij ooit de “boosdoenersmentaliteit” van een terrorist uit het Midden-Oosten zullen doorgronden?’

‘Hoe weet je dat dat de “boosdoeners” zijn over wie ik het heb? Wij hebben zelf ook bepaald geen schone handen. Een groot deel van de problemen waar we nu mee te kampen hebben, is door onszelf veroorzaakt.’

‘Dat hoef je mij niet te vertellen, Tom. Tegenwoordig is er nog maar één zinnige reden om in actie te komen, en dat is geld. Zoals ik je al eerder heb gezegd, is dat het enige waar ik nog om geef. Als dit erop zit, ga ik terug naar mijn mooie eilandje en dan ga ik daar nooit meer weg. Ik heb het wel gehad.’

‘Dat is wel pijnlijk eerlijk.’

‘Heb je soms liever dat ik je vertel dat ik word gedreven door een vurige overtuiging dat ik jou moet helpen om van de wereld een beter oord te maken?’

‘Nee, geef me dan maar pijnlijke eerlijkheid.’

‘En waarom doe jij dit?’

‘Om iets beters te bereiken dan we al hebben.’

‘Wéér idealisme? Daar kun je jezelf lelijk mee in de vingers snijden, Tom. Het kan je zelfs je leven kosten.’

‘Geen idealisme, en zelfs geen fatalisme, maar gewoon een idee dat ik in praktijk wil brengen.’

Langzaam schudde Captain Jack zijn hoofd. ‘Ik heb voor en tegen bijna elke goede zaak gevochten die er maar is. Oorlog zal er altijd zijn. Eerst ging het over vruchtbare grond en schoon water, toen om kostbare metalen en daarna over de allerpopulairste bron van meningsverschillen: “Mijn God is beter dan jouw God.” Het maakt niet uit of je nou in Jeremia en Jezus gelooft, in Mohammed en Allah, of in Brahma en Boeddha. Er is altijd wel iemand die tegen je zegt dat je het mis hebt en dat hij daar met jou wel over wil vechten. Wat mijzelf betreft: ik geloof in buitenaardse wezens en laat al die aardse goden maar naar de hel lopen. In het grote geheel van een universum met miljarden planeten doen wij er toch helemaal niet toe? En de mensen zijn toch door en door slecht.’

‘Boeddha is aan het materiële bestaan ontstegen en Jezus predikte dat je je vijand de andere wang moest toekeren. Net als Gandhi.’

‘Jezus werd verraden en is aan het kruis gestorven en Gandhi werd vermoord door een gestoorde Hindoe die boos was omdat Gandhi zich verdraagzaam opstelde tegenover de moslims,’ zei Captain Jack.

Hemingway ijsbeerde door de kamer. ‘Ik weet nog dat mijn vader me vertelde over de manier waarop de Engelsen bij de onafhankelijkheid van 1947 de Indiase grenzen opnieuw hebben getrokken. Ze wilden de Hindoes van de moslims scheiden, maar daar gebruikten ze verouderde kaarten voor. Op Onafhankelijkheidsdag hebben twaalf miljoen mensen moeten verhuizen omdat de Britten de zaak zo hopeloos in de soep hadden laten lopen. En in de chaos die dat opleverde, zijn anderhalf miljoen mensen om het leven gekomen. En daarvoor is Irak zonder enig overleg in elkaar gezet, wat de oorzaak vormt van een groot deel van de conflicten waarvan we vandaag de dag getuige zijn. Er zijn daar tientallen voorbeelden van. De sterkere landen verpletteren de zwakkere en nemen dan later niet de verantwoordelijkheid op zich voor alle problemen die ze daarmee veroorzaakt hebben.’

‘Met alles wat je zegt, bewijs je alleen maar dat ik gelijk heb, Tom. Wij mensen deugen niet.’

‘Wat ik daarmee wil zeggen, is dat we nooit van onze fouten leren!’

‘En jij denkt dat jij daar iets op hebt gevonden?’ Hemingway reageerde niet. ‘Nou, veel geluk dan maar.’ Bij de deur bleef Captain Jack even staan. ‘Ik denk niet dat ik je ooit nog zie, tenzij je uiteindelijk koers zet naar een eilandje in de Stille Oceaan. Als het ooit zover komt, dan ben je welkom. Als je maar niet op de vlucht bent. Want dan sta je er alleen voor, beste vriend.’

De samenzwering
titlepage.xhtml
De_samenzwering_split_0.xhtml
De_samenzwering_split_1.xhtml
De_samenzwering_split_2.xhtml
De_samenzwering_split_3.xhtml
De_samenzwering_split_4.xhtml
De_samenzwering_split_5.xhtml
De_samenzwering_split_6.xhtml
De_samenzwering_split_7.xhtml
De_samenzwering_split_8.xhtml
De_samenzwering_split_9.xhtml
De_samenzwering_split_10.xhtml
De_samenzwering_split_11.xhtml
De_samenzwering_split_12.xhtml
De_samenzwering_split_13.xhtml
De_samenzwering_split_14.xhtml
De_samenzwering_split_15.xhtml
De_samenzwering_split_16.xhtml
De_samenzwering_split_17.xhtml
De_samenzwering_split_18.xhtml
De_samenzwering_split_19.xhtml
De_samenzwering_split_20.xhtml
De_samenzwering_split_21.xhtml
De_samenzwering_split_22.xhtml
De_samenzwering_split_23.xhtml
De_samenzwering_split_24.xhtml
De_samenzwering_split_25.xhtml
De_samenzwering_split_26.xhtml
De_samenzwering_split_27.xhtml
De_samenzwering_split_28.xhtml
De_samenzwering_split_29.xhtml
De_samenzwering_split_30.xhtml
De_samenzwering_split_31.xhtml
De_samenzwering_split_32.xhtml
De_samenzwering_split_33.xhtml
De_samenzwering_split_34.xhtml
De_samenzwering_split_35.xhtml
De_samenzwering_split_36.xhtml
De_samenzwering_split_37.xhtml
De_samenzwering_split_38.xhtml
De_samenzwering_split_39.xhtml
De_samenzwering_split_40.xhtml
De_samenzwering_split_41.xhtml
De_samenzwering_split_42.xhtml
De_samenzwering_split_43.xhtml
De_samenzwering_split_44.xhtml
De_samenzwering_split_45.xhtml
De_samenzwering_split_46.xhtml
De_samenzwering_split_47.xhtml
De_samenzwering_split_48.xhtml
De_samenzwering_split_49.xhtml
De_samenzwering_split_50.xhtml
De_samenzwering_split_51.xhtml
De_samenzwering_split_52.xhtml
De_samenzwering_split_53.xhtml
De_samenzwering_split_54.xhtml
De_samenzwering_split_55.xhtml
De_samenzwering_split_56.xhtml
De_samenzwering_split_57.xhtml
De_samenzwering_split_58.xhtml
De_samenzwering_split_59.xhtml
De_samenzwering_split_60.xhtml
De_samenzwering_split_61.xhtml
De_samenzwering_split_62.xhtml
De_samenzwering_split_63.xhtml
De_samenzwering_split_64.xhtml
De_samenzwering_split_65.xhtml
De_samenzwering_split_66.xhtml
De_samenzwering_split_67.xhtml
De_samenzwering_split_68.xhtml
De_samenzwering_split_69.xhtml
De_samenzwering_split_70.xhtml
De_samenzwering_split_71.xhtml
De_samenzwering_split_72.xhtml
De_samenzwering_split_73.xhtml