·51·
Om één uur ’s middags landde de Air Force One op Pittsburgh International Airport. Al het andere luchtverkeer was omgeleid en zou over een paar dagen, als de Air Force One weer opsteeg, opnieuw omgeleid worden. De lange autocolonne stond klaar om zich in beweging te zetten. In een presidentiële autocolonne was er één grondregel, die niemand straffeloos naast zich neer kon leggen. Zodra de billen van de president het leer van zijn stoel in het Bakbeest raakten, zette de stoet zich in beweging. En als je dan niet in een van de andere auto’s zat, ging je dus niet mee.
De route was al een hele tijd afgezet door de Secret Service en nijdige automobilisten zaten vol ergernis naar het Bakbeest en de 26 andere statig voorbij rollende limousines te kijken. De president zat in zijn auto samen met zijn vrouw, zijn chef-staf, de gouverneur van Pennsylvania en Carter Gray.
Toen de stoet het terrein op reed waar de ceremonie gehouden zou worden, waren daar al meer dan tienduizend mensen aanwezig, die verwoed met borden en spandoeken stonden te zwaaien om uiting te geven aan hun waardering voor de stad en haar naamgenoot. De trucks van de grote media stonden vlak naast de afrastering en perfect gekapte presentatoren en presentatrices stonden klaar om voor Amerika en de rest van de wereld rechtstreeks verslag te doen van de gebeurtenissen. Ze zouden daarbij natuurlijk allemaal hun eigen invalshoek hebben, en de jongeren onder hen zouden veel cynischer over het hele gebeuren zijn dan de ouderen. Zo hoorde dat nou eenmaal. De jeugd moest gewoon zo nu en dan cynisch en neerbuigend zijn.
Alex Ford stond niet ver van het podium, maar ging een eindje opzij toen de stoet het terrein op reed. Hij verstijfde even toen hij Kate Adams, Adelphia en de ‘Camel Club’ opmerkte, die vanuit het midden van de menigte naar voren drongen. Kate zwaaide om te laten merken dat ze hem gezien had. Hij zwaaide niet terug maar gaf haar een afgemeten knikje en richtte zijn aandacht toen weer op mogelijke problemen. In zo’n grote en drukke menigte als deze was het helaas vrijwel onmogelijk om die tijdig op te merken, maar de Secret Service putte enige troost uit het besef dat er bij alle voetgangersingangen detectiepoortjes waren geïnstalleerd. Alex nam even de tijd om naar de rand van het bos te kijken. Hoewel daar niemand te zien viel, wist hij dat er scherpschutters waren geposteerd. ‘Als het erop aankomt, jongens, zorg dan dat jullie niet missen,’ zei hij binnensmonds.
Toen de president verscheen, werd hij omringd door de mensen van team A, die een muur van vlees en kevlar om hem heen vormden. Alex kende deze agenten. Het was een enorm betrouwbaar team.
De president stapte het podium op en gaf een paar notabelen een hand terwijl zijn vrouw, de gouverneur, de chef-staf en Gray op stoelen achter op het podium plaatsnamen. Even later kwam de president naast hen zitten.
De ceremonie begon precies op tijd. De burgemeester en een paar andere plaatselijke hoogwaardigheidsbekleders hielden een toespraak waarin ze probeerden elkaar te overtroeven in het bedenken van loftuitingen over de president en hun stad. Daarna ging de gouverneur iets langer door met zijn onsamenhangende gebazel dan in het schema stond, waardoor de chef-staf haar wenkbrauwen optrok en met haar hoge hak op de vloer begon te tikken. De volgende halte van Air Force One was een fondswervingsdiner in Los Angeles en dat was volgens haar heel wat belangrijker dan een klein maar ambitieus plaatsje in Pennsylvania dat zich naar haar baas wilde vernoemen.
Alex bleef de menigte afspeuren. Hij zag een stel militairen op de voorste rij zitten, vlak bij het koord waarmee de ruimte rondom het podium was afgezet. Aan hun uniformen was te zien dat de meesten uit het reguliere leger kwamen. Sommigen hadden geen armen of benen meer, waarschijnlijk door een dienstperiode in het Midden-Oosten. Er waren ook een paar leden van de Nationale Garde bij, onder wie iemand die een haak had op de plek waar zijn linkerhand hoorde te zitten, terwijl zijn rechterhand zo te zien een prothese was. Toen hij dat zag, voelde Alex medelijden in zich opkomen. Na zijn toespraak zou president Brennan ongetwijfeld even naar deze veteranen toe lopen om hen een hand te geven. In dat soort dingen was hij altijd heel attent.
Terwijl Alex’ blik over duizenden gezichten ging, viel het hem op dat er een aantal mensen uit het Midden-Oosten door de menigte verspreid stond. Ze waren in grote lijnen net zo gekleed als alle andere aanwezigen. Ze waren voorzien van borden en buttons met kies opnieuw voor brennan erop en leken in alle opzichten net zo te zijn als de rest van de gelukkige, vaderlandslievende en trotse menigte. Alex kon natuurlijk niet weten dat sommigen van hen helemaal niet gelukkig, vaderlandslievend of trots waren.
Captain Jacks manschappen stonden in kleine groepjes verspreid door de menigte, zodat ze met hun wapens een zo groot mogelijk gebied voor het podium zouden kunnen bestrijken. Allemaal hadden ze de man van de Nationale Garde met de haak in plaats van een linkerhand al ontdekt, en daarna had het geen moeite gekost om hem niet uit het oog te verliezen, want de man stond bij de afscheiding te wachten tot het zijn beurt zou zijn om de president een ‘handje’ te geven.
Iedereen stond te wachten op president James Brennan.
Tegen de tijd dat de Air Force One zijn landing op Pittsburgh Airport inzette, steeg een zwarte helikopter op van een platform ergens in het centrum van New York en zette vervolgens koers naar het zuiden. Naast de piloot zat een andere man, in een pilotenoverall, en op de achterbank zat Tom Hemingway. Hij hield een draagbare televisie in zijn hand en zat aandachtig naar het scherm te kijken. De menigte in Brennan was heel groot en het terrein was al afgeladen. Dat was wat hem het meeste zorgen baarde. De menigte.
Hij keek op zijn horloge en zei tegen de piloot dat hij moest opschieten. Snel schoot de helikopter over de wolkenkrabbers van Manhattan.
De afgelopen twee uur had Djemila een uitstapje gemaakt met de kinderen. Toen ze het busje de oprit van de familie Franklin op reed, was ze van plan snel voor iedereen iets te eten te maken en daarna zou het tijd zijn om te gaan. Toen ze de deur openmaakte, met de baby op haar heup en de twee peuters in haar kielzog, schrok ze zo hevig dat ze het kindje bijna liet vallen.
Lori Franklin stond in de deuropening. Ze had haar tennispakje nog aan, maar was blootsvoets en hield een mobieltje tegen haar oor gedrukt. Ze glimlachte naar Djemila en gebaarde dat ze zo klaar met bellen zou zijn.
Toen ze de verbinding had verbroken, zei Djemila onmiddellijk: ‘Mevrouw, ik had u niet verwacht. U zei toch dat u op de club zou zijn en dat u na de lunch zou gaan kaarten?’
Lori Franklin liet zich op haar knieën zakken en toen haar zoontjes naar haar toe gehold kwamen, gaf ze hun allebei een dikke knuffel. Daarna nam ze de baby van Djemila over.
‘Dat weet ik, Djemila. Maar ik ben van plan veranderd. Ik zat te praten met een paar vriendinnen en die gaan allemaal naar de ceremonie. Dus ga ik dan ook maar.’ Ze bukte zich en zei tegen haar twee oudste zoontjes: ‘En jullie ook.’
Djemila hapte naar adem. ‘Neemt u hen mee?’
Lori Franklin stond op, pakte het
gerimpelde knuistje van de baby
voorzichtig vast en liet het langzaam heen en weer zwaaien. ‘En
deze kleine jongen ook. Wil je de president zien?’ koerde ze. ‘Wil
jij de president zien?’ En met een blik naar Djemila. ‘Het wordt
vast reuzeleuk. De president komt hier ook weer niet elke dag
naartoe.’
‘U gaat naar de ceremonie?’ zei Djemila met een klein en ongelovig stemmetje.
‘Nou, ik heb per slot van rekening op hem gestemd, zelfs al vindt George hem een idioot.’ Haar gezicht betrok. ‘Dat blijft onder ons, hè?’
‘Maar, mevrouw, het is er heel druk. Dat heb ik in de krant gelezen. Denkt u dat het verstandig is om de jongetjes mee te nemen? Ze zijn nog maar zo klein...’
‘Dat weet ik. Daar heb ik ook al aan gedacht, maar het zou zo’n geweldige ervaring voor ze zijn, zelfs als ze zich daar later nooit meer iets van herinneren. Als ze groot worden, kunnen ze in elk geval zeggen dat ze erbij zijn geweest. Nou, ik ga snel even douchen. Ik dacht dat we maar beter van tevoren even iets konden eten...’
‘We,’ zei Djemila snel. ‘Wilt u dat ik meega?’
‘Ja, natuurlijk. Ik zal hulp nodig hebben met de wandelwagens en de andere spullen. En je hebt gelijk over de drukte, dus ik moet iemand bij me hebben die ook een oogje in het zeil kan houden.’
‘Maar ik heb het hier zo druk,’ zei Djemila met doffe stem, alsof huishoudelijke klusjes haar op zo’n ogenblik als dit ook maar iets konden schelen.
‘Doe niet zo gek. Voor jou zal dit ook een geweldige ervaring zijn, Djemila. Je zult nu eens met eigen ogen kunnen zien waarom dit zo’n gewéldig land is. Weet je, misschien mogen we zelfs de president wel een handje geven. George zal stinkend jaloers zijn, zelfs al zegt hij altijd dat hij die Brennan niet mag.’
Mevrouw Franklin liep de trap op om even te douchen en schone kleren aan te trekken. Djemila ging in een stoel zitten en probeerde weer wat rustiger te worden. De oudste jongen trok aan de zoom van haar rok en vroeg of ze meeging naar de speelkamer. Eerst wilde ze niet, maar uiteindelijk gaf ze toch maar toe. Terwijl de douche in Lori Franklins badkamer aan werd gezet, wist ze dat ze even moest nadenken.
Ze zette de baby in de box en speelde even met de twee peuters. Daarna liep ze naar de andere badkamer en liet koud water over haar gezicht lopen. Boven hoorde ze de douche nog. Djemila wist dat mevrouw Franklin geen snelle douches nam
Maar uiteindelijk drong het tot Djemila door dat er geen andere uitweg was. Ze pakte haar tasje. ‘Storm op komst,’ zei ze zachtjes, om even te oefenen voordat ze het in haar mobieltje moest zeggen. Drie eenvoudige woorden maar en dan zou ze van dit probleem verlost zijn, maar toch voelde ze haar huid prikken van de spanning. Voor Lori Franklin, die uitgerekend deze dag zo nodig iets met haar zoontjes moest gaan doen, zou die oplossing misschien niet zo heilzaam zijn.
Toen zag ze iets waardoor ze even bang werd dat haar hart het zou begeven. Haar tasje lag omgekeerd op de vloer. Ze was zo stom geweest om het op de stoel te laten liggen in plaats van het ergens veilig neer te zetten waar de jongetjes er niet bij konden! Ze liet zich op haar knieën zakken en zocht koortsachtig de vloer af. Haar mobieltje. Waar was haar mobieltje?
Ze rende naar de speelkamer en zag Timmy daar zitten, het oudste jongetje, dat er een gewoonte van had gemaakt om dingen uit haar tasje te halen, totdat ze het neer ging zetten op plekken waar hij er niet bij kon. Ze tilde het jongetje op en zei zo rustig als ze maar kon: ‘Waar is Nana’s mobieltje, Timmy, stoute jongen dat je bent. Heb je Nana’s mobieltje weer gepakt?’
Het jongetje glimlachte en knikte. Hij was duidelijk erg tevreden over zichzelf.
‘Stoute jongen toch! Nana heeft haar mobieltje nodig. Nana moet haar mobieltje hebben. Waar heb je het verstopt?’
Maar dat wist hij zich duidelijk niet meer te herinneren. Ze keek op haar horloge. Ze zochten tien minuten. Samen keken ze op alle plekken die het jongetje maar invielen en telkens bleek dat het mobieltje er weer niet lag, zodat Djemila steeds meer de moed verloor. En toen hoorde ze het; de douche was opgehouden. Ze keek op haar horloge. Ze moest nu heel snel weg, anders zou ze te laat komen. Ze dacht koortsachtig na. Ze kon de telefoon van mevrouw Franklin gebruiken. Ze rukte de hoorn van de haak, en had het nummer al ingetoetst voordat het tot haar doordrong dat dat niet zou werken. De man aan de andere kant van de lijn zou niet opnemen. Hij zou alleen maar opnemen, was haar gezegd, als hij Djemila’s naam en telefoonnummer op zijn beeldschermpje zag verschijnen. Ze rende naar de voorruit. Kon ze hem zien? Kon ze hem een seintje geven? Maar ze zag niemand. Niemand. Ze stond er helemaal alleen voor.
Boven zich hoorde ze mevrouw Franklin rondlopen. Ze rende terug naar de keuken, trok een van de laden open en pakte er een vleesmes uit. Daarna sloop ze stilletjes de trap op en klopte op de deur van mevrouw Franklins slaapkamer.
‘Ja?’
‘Mevrouw?’
‘Kom maar binnen.’
Ze deed de deur open, duwde die achter zich in het slot en draaide de sleutel om. Toen zag ze dat mevrouw Franklin een handdoek om zich heen had gewikkeld en haar kleren klaar aan het leggen was op het bed.
Ze keek even op naar Djemila. ‘Ik had mezelf wat meer tijd moeten geven om iets uit te zoeken. Zijn de jongetjes al klaar?’
‘Mevrouw?’
‘Ja.’
‘Mevrouw, ik denk dat het echt beter zou zijn als u alleen gaat. Dan blijven de jongetjes hier bij mij.’
‘Onzin, Djemila,’ zei Lori Franklin. ‘We gaan met zijn allen. Wat denk je dat me het leukste staat: de groene of de blauwe?’ Ze hield de beide jurkjes omhoog.
‘De blauwe,’ zei Djemila verstrooid.
‘Dat vond ik ook al. En nu de schoenen.’
Mevrouw Franklin stapte haar inloopkleerkast binnen en ging op zoek naar haar schoenen.
‘Mevrouw, ik denk echt dat u beter alleen kunt gaan.’
Lori Franklin stapte de kleerkast uit. Er lag een licht geërgerde blik in haar ogen. ‘Djemila, ik kan je niet dwíngen om mee te gaan, maar de jongens en ik gaan wél.’ Ze sloeg haar armen over elkaar en keek haar kindermeisje streng aan. ‘Vertel eens. Heb je er soms moeite mee om naar onze president te gaan kijken? Is dat het soms?’
‘Nee, dat is het niet...’
‘Ik weet dat er een hoop spanningen zijn tussen Amerika en het deel van de wereld waar jij vandaan komt, maar dat wil nog niet zeggen dat je geen respect kunt tonen voor onze leider. Per slot van rekening ben jij hier uit vrije wil. Je hebt hier een heleboel mogelijkheden. En ik word altijd erg nijdig als mensen hier een hoop geld verdienen en dan gaan lopen zeuren dat wij zulke nare mensen zijn. Als die lui zo de pest aan ons hebben, laten ze dan maar teruggaan naar waar ze vandaan komen!’
‘Mevrouw, ik haat dit land niet, zelfs niet na alles wat het mijn volk heeft aangedaan.’ Terwijl ze het zei, besefte Djemila al dat dit een vergissing was.
‘Wat hebben wij Saudi-Arabië ooit misdaan? Míjn land heeft een heleboel tijd en geld aan het Midden-Oosten besteed om het te bevrijden, en wat heeft dat ons opgeleverd? Alleen maar pijn, ellende én belastingverhogingen.’ Mevrouw Franklin haalde diep adem om weer tot bedaren te komen.
‘Hoor eens, ik vind het helemaal niet prettig om zo te moeten ruziën, Djemila. Dat vind ik echt niet prettig. Ik dacht gewoon dat het leuk zou zijn om samen lekker iets te eten en dan naar de president te gaan kijken. Als we er zijn en de menigte is te groot of we hebben er gewoon geen goed gevoel bij, dan gaan we weer naar huis. Oké? En wil je dan nu alsjeblieft zorgen dat de jongens klaar zijn? Over twintig minuten ben ik beneden.’ Mevrouw Franklin draaide zich om en stapte haar kleerkast weer in.
Djemila verzamelde de moed om te doen wat haar te doen stond. Ze deed een stap naar voren en verstarde toen. Mevrouw Franklin was onverwacht de kast uit gestapt en stond haar met open mond aan te kijken.
‘Djemila,’ zei ze angstig. Ze keek van het mes naar het gezicht van haar kindermeisje en de uitdrukking daarop vertelde haar alles wat ze maar hoefde te weten.
‘O, lieve god.’ Mevrouw Franklin wilde de kastdeur dichttrekken, maar Djemila was haar te snel af. Ze greep mevrouw Franklin bij de haren en zette het mes tegen haar nek.
Lori Franklin begon hysterisch te huilen. ‘Waarom doe je dit?’ Plotseling gilde ze: ‘Je gaat mijn kinderen kwaad doen! Als je ze ook maar iets doet, dan maak ik je af!’
‘Ik wil uw kinderen helemaal geen kwaad doen. Eerlijk niet!’
‘Waarom doe je dit dan?’
‘U gaat níét naar de president kijken,’ snauwde Djemila. ‘Ga op de vloer liggen. Schiet op!’
Trillend ging mevrouw Franklin op haar buik op de vloer liggen.
Djemila boog zich over haar heen, rukte het telefoonsnoer uit de muur en gebruikte dat om mevrouw Franklins handen aan haar voeten vast te binden, zodat ze zich op geen enkele manier meer kon bewegen. Daarna scheurde ze een stuk van het laken en propte haar dat in de mond.
Net toen ze daarmee klaar was, werd er op de deur geklopt en hoorde ze Timmy zachtjes vragen: ‘Mama? Nana?’
Terwijl mevrouw Franklin door de prop in haar mond heen iets probeerde te roepen, zei Djemila zo rustig als ze maar kon: ‘Het is goed, Timmy. Ik kom zo. Ga maar weer met je broertjes spelen.’
Ze wachtte totdat ze het jongetje hoorde weglopen en keek toen neer op mevrouw Franklin, ze haalde een flesje uit haar zak, goot wat vloeistof op een hoekje van de handdoek en drukte die tegen de neus en mond van de hulpeloze vrouw.
Lori Franklin begon wild te schokken en verloor toen langzaam het bewustzijn.
Djemila sleepte de verdoofde vrouw de kleerkast in en deed de deur dicht.
Snel rende ze de trap af, ze maakte de jongetjes klaar en zette ze in de bestelwagen. Nu het eenmaal begonnen was, hoefde ze niet meer na te denken. Ze deed gewoon wat ze al zo vaak had geoefend.
Een minuutje nadat ze was weggereden, begon de telefoon in het huis van de familie Franklin te rinkelen.
Op zijn kantoor legde George Franklin de hoorn weer op de haak. Hij had zijn vrouw al op haar mobieltje gebeld, en toen dat niet werd opgenomen, had hij Djemila’s telefoon geprobeerd, zodat er een piepend geluid had geklonken uit de keukenla waarin Timmy die had verstopt.
George Franklin maakte zich niet ongerust, maar hij was wel geïrriteerd. Dit was niet de eerste keer dat hij er niet in slaagde om zijn vrouw te bereiken, al nam Djemila over het algemeen wél op. Hij had zijn vrouw willen vragen om hem even iets te brengen wat hij thuis had laten liggen, en als hij nu niet snel iemand wist te bereiken, zou hij het zelf moeten gaan halen. Hij richtte zijn aandacht weer op de vellen papier die hij voor zich op zijn bureau had liggen.