Twee liefdesnachten

Bij gebrek aan een andere plek brachten de pasgehuwden hun twee liefdesnachten en hun enige liefdesdag door in de krappe hut van de schoener van Romeiro Toledano, zonder te weten dat in een geheime schuilplek onder de vloer een slaaf verborgen zat die hen kon horen; de overtocht met dit schip was voor veel vluchtelingen de eerste etappe van de gevaarlijke reis naar de vrijheid van veel vluchtelingen. Zacharie en Fleur Hirondelle waren ervan overtuigd dat er spoedig een eind zou komen aan de slavernij en tot die tijd hielpen ze de meest wanhopigen, degenen die echt niet meer konden wachten.
Die nacht beminden Maurice en Rosette elkaar op een smalle houten bank, gewiegd door de stromingen van de delta, in het door een gerafeld roodfluwelen gordijn voor de patrijspoort gedempte licht, terwijl een klein stukje verderop het orkest een oorverdovend geluid maakte en de mensen dronken, dansten en geld verloren alsof de wereld op het punt stond te vergaan. Aanvankelijk raakten ze elkaar onzeker aan, verlegen, hoewel ze toen ze klein waren elk stukje van eikaars lichaam hadden verkend en er geen plekje in hun ziel bestond dat voor de ander was gesloten. Ze waren veranderd en moesten elkaar opnieuw leren kennen. Maurice was zo onder de indruk van het wonder Rosette in zijn armen te houden, dat hij het kleine beetje dat hij had geleerd van het gerommel met Giselle, de leugenaarster uit Savannah, vergat. Hij beefde.
'Dat komt nog door de tyfus,' zei hij bij wijze van excuus.
Ontroerd door zijn lieve onhandigheid nam Rosette het initiatief door zich zonder enige haast uit te kleden, zoals Violette Boisier haar had geleerd. Toen ze daaraan terugdacht, moest ze zo lachen dat Maurice geloofde dat ze zich vrolijk maakte om hém.
'Doe niet zo gek, Maurice, waarom zou ik jou uitlachen,' antwoordde zij, haar lachtranen drogend. 'Ik moest denken aan de liefdeslessen die madame Violette aan de leerlingen van de placage gaf.'
'Dat méén je niet, gaf ze daar les in?''Natuurlijk, of denk jij dat verleiden zomaar gaat?'
'Weet maman daarvan?'
'Niet van de details, nee.'
'Wat leerde dat mens jullie?'
'Niet zo veel, want ze moest van de praktijklessen afzien. Loula wist haar ervan te overtuigen dat de moeders dat maar niets zouden vinden en dat ze dan konden fluiten naar het bal. Maar ze heeft haar lesmethode wel op mij kunnen uitproberen, ze gebruikte bananen en pepers om me alles uit te leggen.'
'Je wat uit te leggen?' riep Maurice uit, die er de humor van begon in te zien.
'Hoe jullie mannen in elkaar steken en hoe makkelijk jullie zijn te manipuleren omdat bij jullie alles aan de buitenkant zit. Ze moest het me op een of andere manier duidelijk maken, nietwaar? Ik had nog nooit een naakte man gezien, Maurice. Nou goed dan, jou, maar toen was je nog klein.'
'Laten we er maar van uitgaan dat er sindsdien wel iets is veranderd.' Maurice moest lachen. 'Maar verwacht geen banaan of peper, dat zou wel heel optimistisch zijn.'
'Meen je dat? Laat zien.'
Het speet de slaaf in de schuilplaats dat er geen kier tussen de planken zat. Op het gelach van het stel volgde een stilte die hij maar verdacht vond. Waar waren die twee zo stilletjes mee bezig? Hij kon zich er niets bij voorstellen, want in zijn ervaring was de liefde altijd veel luidruchtiger geweest. Toen de bebaarde kapitein het luik opende om hem onder dekking van het rumoer van het speelhuis en de duisternis van de nacht een hapje te laten eten en zijn benen te strekken, stond de vluchteling op het punt om te zeggen dat hij nog wel even kon wachten.
Romeiro Toledano had voorzien dat de pasgehuwden, zoals dat in die tijd de gewoonte was, hun kamer niet uit zouden komen en deed wat Zacharie hem had opgedragen: hij liet voor de deur van de hut heel discreet een dienblad met koffie met koekjes achter en later bracht de goede kapitein een blad met heerlijkheden van de Marché Français die Tété had laten bezorgen, en dat al snel door gretige handen naar binnen werd getrokken: schaal- en schelpdieren, kaas, lauwwarm brood, fruit, zoetigheid en een fles wijn.
Tijdens de te korte uren van die twee nachten en de enige dag die Rosette en Maurice samen konden zijn, beminden ze elkaar met de tederheid die ze in hun kinderjaren hadden gedeeld en met de passie die nu in hen ontbrandde, en ze verzonnen van alles en nog wat om elkaar bevrediging te schenken. Ze waren nog jong, maar al sinds ze het zich konden heugen verliefd op elkaar en hadden het vreselijke vooruitzicht elkaar lang niet zouden te zullen zien. De lessen van Violette Boisier waren nergens voor nodig. Als ze even rust namen, gunden ze zich de tijd om te praten, steeds in eikaars armen, over de dingen die hun boven het hoofd hingen en over hun plannen voor de nabije toekomst. Het idee opnieuw gescheiden te worden was alleen draaglijk door de zekerheid dat ze spoedig weer bij elkaar zouden zijn, zodra Maurice werk had gevonden en woonruimte om Rosette te kunnen ontvangen.
Toen brak de tweede dag aan en moesten ze zich aankleden, elkaar voor de laatste keer kussen en zich bijeen rapen om de wereld opnieuw onder ogen te zien. De schoener lag weer aan de kade; in de haven wachtten Zacharie, Tété en Sancho, die de hutkoffer met Maurice bezittingen mee had genomen. Zijn oom overhandigde hem ook vierhonderd peso, die hij in één nacht met kaarten had gewonnen, zoals hij pochte. Op Maurice' passagebiljet stond zijn nieuwe naam, Maurice Solar, de achternaam van zijn moeder, ingekort en op zijn Engels uitgesproken. Sancho, trots op het klankrijke Garcia del Solar, uitgesproken zoals dat hoorde, was daar een beetje gepikeerd over.
Rosette bleef achter, gebroken van verdriet maar de serene rust fingerend van iemand die op deze wereld alles heeft wat haar hartje begeert, terwijl Maurice op het dek van de schoener die hem naar Boston zou brengen, naar haar zwaaide.