De smaak van de vrijheid
Zo stonden de zomer daarop de
zaken ervoor, toen Tété op een avond wakkerschrok doordat een
sterke hand zich over haar mond sloot. Ze dacht dat het eindelijk
zover was, de overval op de plantage die ze al zo lang vreesde, en
smeekte dat de dood snel zou volgen, tenminste voor Maurice en
Rosette, die naast haar lagen te slapen. Ze wachtte af, zonder een
poging te doen zich te verdedigen omdat ze de kinderen niet wakker
wilde maken en omdat het heel misschien niet meer was dan een
nachtmerrie - tot ze in de flauwe weerschijn van het licht van de
toortsen op de patio, dat door het waspapier voor de ramen
siepelde, de gestalte die zich over haar heen boog kon
onderscheiden. Ze herkende hem aanvankelijk niet, want in de
anderhalf jaar die waren verstreken was de jongen veranderd, maar
toen hij haar naam fluisterde, Zarité, voelde ze een steek in haar
hart, niet meer van angst, maar van geluk. Ze hief haar handen om
hem naar zich toe te trekken en voelde het metaal van het mes dat
hij tussen zijn tanden geklemd hield. Ze pakte het mes en hij liet
zich kreunend op haar lichaam vallen dat klaar was om hem te
ontvangen. Gambo's lippen zochten de hare met de wanhopige dorst
die zich in die lange afwezigheid had opgebouwd, zijn tong drong
haar mond binnen en zijn handen grepen zich onder het dunne hemd
vast aan haar borsten. Zij voelde hoe hard hij was tussen haar
dijen en opende zich voor hem, maar dacht ineens aan de kinderen,
die ze even was vergeten, en duwde hem van zich af. 'Kom mee,'
fluisterde ze.
Ze
stonden voorzichtig op en stapten over Maurice heen. Gambo pakte
zijn mes en stak het achter de reep geitenleer die hij om zijn
middel droeg, terwijl zij het muskietennet instopte om de kinderen
te beschermen. Tété gebaarde hem te wachten en ging naar het
vertrek van de meester om zich ervan te vergewissen dat hij nog in
bed lag zoals zij hem een paar uur eerder had achtergelaten, blies
daarna de lamp op de gang uit en leidde haar geliefde op de tast
naar de kamer van de gekkin, aan de andere kant van het huis, die
sinds Eugenia's dood leegstond.
Ze vielen in elkaars armen op
het door vocht en verwaarlozing vergane matras, en beminden elkaar
in het duister, in totale stilte; hun gesmoorde woorden en kreten
van genot gingen over in zuchten. In de tijd dat ze gescheiden
waren geweest had Gambo zich in de kampementen met andere vrouwen
getroost, maar dat had zijn honger naar deze onbevredigde liefde
niet kunnen stillen. Hij was achttien jaar en werd verteerd door
een constant verlangen naar Zarité. In zijn herinnering was ze
lang, overvloedig en gul geweest, maar inmiddels was ze kleiner dan
hij en haar borsten, die hem voorheen enorm groot hadden geleken,
pasten makkelijk in zijn handen. Zarité werd schuim onder hem. In
de gedrevenheid en gulzigheid van die zo lang ingehouden liefde
lukte het hem niet bij haar binnen te dringen en toen liep het
leven in één uitbarsting uit hem weg. Hij werd de leegte ingezogen,
tot de gloeiende adem van Zarité in zijn oor hem terugbracht naar
het vertrek van de gekkin. Zij suste hem, gaf hem zachte klopjes op
zijn rug, zoals ze bij Maurice deed als ze hem troostte, en toen ze
voelde dat hij weer tot leven kwam, draaide ze hem om en hield hem
met één hand op zijn buik tegen, terwijl ze hem met haar andere
hand en met haar zachte lippen en haar hongerige tong masseerde en
likte en hem naar het firmament voerde waar hij verdween tussen de
vluchtige sterren van die liefde waaraan hij al die tijd had
gedacht, elk moment dat hij niets te doen had, tijdens elke
gevechtspauze, elke mistige morgenstond in de eeuwenoude
rotsspleten van de caciques waar hij zo vaak op wacht had gestaan.
Niet in staat zich nog langer over te geven, pakte de jongen haar
bij haar middel, en zij ging schrijlings op hem zitten, zijn
gloeiende lid, waar ze zo naar had verlangd, in zich, ze boog zich
naar hem over om zijn gezicht met kussen te bedekken, zijn oren te
likken, hem te liefkozen met haar borsten, hem samen te knijpen met
haar amazonedijen, kronkelend als een paling op de zanderige bodem
van de zee. Ze bedreven de liefde alsof het de eerste en de laatste
keer was, nieuwe passen verzinnend voor een oude dans. De lucht in
de kamer raakte verzadigd van de geur van zweet en sperma, van het
behoedzame geweld van het genot en de vrijpostigheden van de
liefde, van verstikt gekreun, geluidloze lachjes, aanvallen van
wanhoop, gehijg, alsof ze stierven en meteen daarna elkaar weer
vonden in vreugdevolle kussen. Misschien deden ze niets wat ze niet
ook met anderen hadden gedaan, maar met liefde de liefde bedrijven
is iets heel anders.
Uitgeput van geluk sliepen ze in, een hechte kluwen armen en
benen, verdoofd door de zware hitte van die julinacht. Gambo werd
na een paar minuten wakker, geschokt omdat hij zijn waakzaamheid
zomaar had laten varen, maar toen hij de vrouw naast zich voelde,
volledig ontspannen spinnend in haar slaap, gunde hij zich de tijd
haar heel zachtjes te betasten zonder haar te wekken, en de
veranderingen te ontdekken in dat lichaam dat, toen hij was
vertrokken, heel anders was vanwege haar zwangerschap. Haar borsten
zaten nog vol melk, maar waren slapper en met uitgerekte tepels;
haar taille leek heel smal, maar hij wist niet hoe die was geweest
voor haar zwangerschap; haar buik, haar heupen, haar billen en
dijen waren een en al weelde en zachtheid. Tétés geur was ook
veranderd, ze rook niet meer naar zeep maar naar melk, en was op
dat moment doordrenkt van de geur van hen beiden. Hij begroef zijn
neus in haar hals, voelde het bloed door haar aderen stromen, het
ritme van haar ademhaling, het kloppen van haar hart.
Tété rekte zich met een
tevreden zucht uit. Ze droomde over Gambo en het duurde even
voordat ze besefte dat ze werkelijk samen waren en ze niet over hem
hoefde te fantaseren.
'Ik kom je te halen, Zarité. Het is tijd om te gaan,'
fluisterde Gambo.
Hij
vertelde haar dat hij niet eerder had kunnen komen omdat hij geen
plek had om haar mee naartoe te nemen, maar nu kon hij niet langer
wachten. Hij wist niet of het de blanken zou lukken de opstand neer
te slaan, maar ze zouden de negers tot de laatste man moeten doden
voor ze de overwinning konden uitroepen. Geen van de opstandelingen
was bereid terug te keren naar de slavernij. De dood waarde rond en
lag overal op het eiland op de loer. Niet één plek was veilig, maar
erger dan angst en oorlog was van elkaar gescheiden blijven. Hij
vertelde haar dat hij de aanvoerders niet vertrouwde, zelfs
Toussaint niet, maar hij was hun niets verschuldigd en van plan de
strijd op zijn eigen manier voort te zetten, van groep te
veranderen of te deserteren, zoals het hem uitkwam. Ze zouden
voorlopig samen kunnen leven in zijn kampement, zei hij; hij had
een ajoupa gebouwd van palen en palmbladeren en ze zouden genoeg te
eten hebben. Hij kon haar slechts een hard leven bieden en zij was
gewend aan de gerieflijkheid van dat huis van de blanke, maar ze
zou nooit spijt krijgen, want als je eenmaal van de vrijheid hebt
geproefd kun je niet meer terug. Hij voelde hete tranen op Tétés
gezicht.
'Ik kan de
kinderen niet in de steek laten, Gambo,' zei ze.
'We nemen mijn zoon
mee.'
'Het is een
meisje, ze heet Rosette en ze is niet van jou maar van de
meester.'
Gambo
richtte zich op, verrast. In die anderhalf jaar had hij steeds aan
zijn kind gedacht, het donkere jongetje dat Honoré heette; het was
niet in hem opgekomen dat het ook het kind van de meester kon zijn,
een meisje, een mulattin.
'Maurice kunnen we niet meenemen want hij is blank, en
Rosette is nog te klein om ontberingen te leiden,' zei
Tété.
'Je moet met me
meekomen, Zarité. En vannacht nog, want morgen is het te laat. Die
kinderen zijn van de blanke. Vergeet ze. Denk aan ons, en aan de
kinderen die wij samen zullen hebben, denk aan de
vrijheid.'
'Waarom
zeg je dat het morgen te laat is?' vroeg ze, haar tranen afvegend
met de rug van haar hand.
'Omdat ze de plantage gaan aangevallen. Het is de laatste
die over is, de rest is al verwoest.'
Toen drong de draagwijdte van
wat Gambo haar vroeg pas echt tot haar door, het was veel meer dan
van de kinderen scheiden, het was hen overleveren aan een
verschrikkelijk lot. Ze ontstak in een woede die net zo heftig was
als de passie van enkele minuten daarvoor: ze zou hen nooit in de
steek laten, niet voor hem en niet voor de vrijheid.
Gambo drukte haar tegen zijn
borst alsof hij van plan was haar zo mee te nemen. Hij zei dat
Maurice hoe dan ook verloren was, maar dat Rosette in het kampement
misschien geaccepteerd zou kunnen worden, als ze niet te blank was,
tenminste.
'Geen van
beide kinderen zou het overleven tussen de opstandelingen, Gambo.
De meester moet ze meenemen, dat is de enige manier om ze te
redden. Ik weet zeker dat hij Maurice met zijn leven zou
verdedigen. Rosette niet, denk ik.'
'Daar is geen tijd meer voor,
jouw meester is al zo goed als dood, Zarité,' antwoordde
hij.
'Als hij sterft,
sterven de kinderen ook. Ze moeten alle drie uit Saint-Lazare weg
zijn voor het licht wordt. Als jij me niet wilt helpen, doe ik het
alleen,' besloot Tété in het halfduister, terwijl ze haar hemd weer
aantrok.
Haar plan
was kinderlijk eenvoudig, maar ze bracht het met zo veel
overtuiging dat Gambo uiteindelijk toegaf. Hij kon haar niet
dwingen met hem mee te gaan maar kon haar ook niet achterlaten. Hij
kende de streek, was gewend zich te verbergen en in staat 's nachts
te reizen, gevaren te ontwijken en zich te verdedigen; zij
niet.
'Denk jij dat
die blanke daaraan mee zal werken?' vroeg hij
uiteindelijk.
'Wat
kan hij anders? Als hij blijft, worden hij en Maurice afgeslacht.
Hij zal niet alleen meewerken, hij moet er ook voor betalen. Blijf
hier op me wachten,' antwoordde zij.