38 Tweede Wereldoorlog


1940-1945


Voor Nederland begon de Tweede Wereldoorlog 
met de onaangekondigde aanval van een reusachtige overmacht vanuit Duitsland.
In de volgende vijf jaren kwam ons land steeds meer onder een terreurregime te staan. Tijdens de hongerwinter werd Nederland door de bezetter stelselmatig leeggeroofd en stierven tienduizenden mensen van honger of ontbering.


Tegen de onaangekondigde aanval kon ons leger niet veel inbrengen – en tegen het eerste terreurbombardement in de wereldgeschiedenis al helemaal niet.



Bezetting en bevrijding


Evenals over de eerste wereldoorlog (35) zullen we kort zijn over de internationale situatie die leidde tot de Tweede Wereldoorlog en over het verloop van die oorlog in het algemeen. We zullen ons vooral beperken tot datgene wat de oorlog voor ons land heeft betekend. De basis lag in het feit dat bij het Verdrag van Versailles aan het einde van de Eerste Wereldoorlog aan het verslagen Duitsland zeer vernederende voorwaarden waren opgelegd. Daardoor leidden de crisisjaren (37) die toch al overal in de westerse wereld grote ellende veroorzaakten, in Duitsland tot nog veel meer ellende. Zoiets kan maar al te gemakkelijk leiden tot een roep om een sterke man, en die was er: Adolf Hitler. Hoe die erin slaagde in Duitsland aan de macht te komen, en hoe hij de twijfelzuchtige politici van Engeland en andere West-Europese landen tegen elkaar wist uit te spelen en een tijdlang straffeloos andere landen kon annexeren, valt buiten het bestek van dit boek. Waar het hier om gaat is dat Nederland er deze keer niet weer in slaagde om buiten de strijd te blijven.

In het kader van de door Hitler uitgeroepen ‘Totale oorlog’ vielen de Duitsers op 10 mei 1940 met een reusachtige overmacht ons land binnen. Vele jaren lang hadden zij in het geheim met ‘schietverenigingen’ troepen opgeleid en in 1935 was Hitler, openlijk de voorwaarden van het Verdrag van Versailles negerend, begonnen met de productie van grote aantallen tanks en vliegtuigen. Het Nederlandse leger stond zo goed als machteloos tegenover de invasie, maar deed wel wat het kon. Gedurende drie dagen vochten onze soldaten moedig bij de Grebbeberg, maar toen sloeg Duitsland toe met zijn luchtwapen. Een enorm aantal vliegtuigen vloog naar Rotterdam en legde de binnenstad zo goed als compleet plat. En het Duitse opperbevel liet onze regering weten dat bij verder verzet elke dag een andere stad hetzelfde lot zou ondergaan. Nederland capituleerde op 14 mei. Koningin Wilhelmina was toen al met haar regering uitgeweken naar Engeland. Nederland werd bij Groot-Duitsland ingelijfd.



De nieuwe machthebbers: Vooraan loopt Seyss-Inquart, Rijkscommissaris voor het bezette Nederland. Rechts van hem loopt Hans Rauter, die in 1943  zei: ‘Er zal in Europa geen jood meer overblijven’. Hij was vaak de opdrachtgever voor het laten doden van willekeurige burgers als represaille voor aanslagen op Duitsers en nsb-ers.



Er waren mensen die de Duitsers graag zagen komen: de nationaal-socialisten. De nsb voelde zich verwant met de ideologie van de Duitse nationaal-socialisten, de nazi’s, met hun stelling dat het volk ondergeschikt diende te zijn aan een grote, almachtige leider en met hun rassenwaan (alleen Ariërs waren in hun ogen volwaardige mensen). Vrijwel alle andere mensen zagen de nazi’s echter als een bedreiging voor de democratie en zagen de toekomst somber in. Maar gedurende de eerste maanden van de bezetting gedroegen de Duitsers zich voorbeeldig. Ze wilden dat de Nederlanders zich zo snel mogelijk schikten in de ‘nieuwe situatie’. Ze provoceerden niet en zagen veel uitingen van passief of lijdelijk verzet door de vingers, in de hoop dat de strijd bij de Grebbeberg en het bombardement op Rotterdam betrekkelijk snel vergeten zouden worden. De illegale pers, die al in een vroeg stadium kranten en pamfletten verspreidde en de opstandigheid van de Nederlanders aanwakkerde, werd wel vanaf het begin fel aangepakt.

Pas in de herfst van 1940 kwam de bevolking massaal in opstand, toen de eerste anti-joodse maatregelen genomen werden (zie bij anne frank (39)). De nsb formeerde knokploegen (de wa-ers, leden van de Weerafdeling) die de joodse wijken ingingen en gevechten uitlokten. Toen daarbij een wa-er om het leven kwam grepen de Duitsers hard in. Ze arresteerden meer dan 400 joden en voerden hen af naar Mauthausen waar ze bijna allemaal door mishandeling of ontbering omkwamen. Uit protest daartegen volgde in februari 1941 een massale staking, die al op de tweede dag door gewelddadig optreden van de Duitsers werd gebroken.



Een Nederlands affiche dat werd gebruikt om Nederlanders te werven voor de Waffen SS.



Overigens bleef het leven voor de meeste Nederlanders gedurende vrij lange tijd redelijk. De strenge verduisteringsmaatregelen met het oog op mogelijke Engelse bommenwerpers, het verplichte identiteitsbewijs en de avondklok maakten alles wel ingewikkeld, maar wie zich gedeisd hield, en dat deden heel veel mensen, kon het best volhouden. En voor nsb-ers, collaborateurs en zwarthandelaars was het zelfs een gouden tijd, ook al was er steeds meer gebrek aan een groot aantal producten, vooral voedsel. Dat maakte een distributiesysteem noodzakelijk: alle levensbehoeften gingen ‘op de bon’. Het bonnensysteem maakte het lastiger voor mensen die onderduikers in huis hadden om voldoende voedsel voor hen te bemachtigen; een van de activiteiten van de verzetsbeweging was het vervalsen of stelen van distributiebonnen.



Het mislukken van de aanval van de geallieerden op de brug bij Arnhem had een vertraging van de opmars naar het noorden tot gevolg.



Geleidelijk aan begonnen de Duitsers harder op te treden, niet alleen tegen de joden en de zigeuners maar ook tegen iedereen die niet onvoorwaardelijk met hen samenwerkte. Alle politieke partijen behalve de nsb werden op 5 juli 1941 verboden. Maar het verzet tegen de onderdrukkers nam juist toe. De hulp aan onderduikers werd steeds beter georganiseerd, er werden knokploegen georganiseerd, mensen spioneerden voor de geallieerden en seinden hun gegevens door naar Engeland, collaborateurs werden vermoord. Zo’n 25.000 mensen hebben in de illegaliteit gewerkt, van wie 9500 door de Duitsers geëxecuteerd zijn. In deze strijd vervielen de grenzen die de Nederlanders gewoonlijk scheidden. Atheïstische communisten werkten samen met strenge calvinisten (overigens om totaal verschillende redenen) en intellectuelen en arbeiders vormden samen ondergrondse cellen.

De Duitsers reageerden met contraterreur. In april 1943 kregen alle 300.000 mensen die bij het uitbreken van de oorlog in het leger hadden gezeten het bevel zich opnieuw als krijgsgevangene te melden. Uit protest dreigde men te staken, maar iedereen die dat werkelijk deed werd na een kort proces gefusilleerd, dus die staking kwam niet van de grond. Op elke actie van de ondergrondse volgden represailles. Dan pakten de Duitsers willekeurig mensen van de straat op en schoten hen dood. Na een aanslag op een Duitse militaire auto op 30 september 1944 werden alle mannen van het dorpje Putten (ongeveer 600) afgevoerd. Slechts enkele tientallen kwamen later terug.



Embleem van de nsb. De NSB-kleuren zijn rood en zwart net als de favoriete kleuren van de Duitse nazi's. Rood staat voor 'bloed' en zwart voor 'bodem'. Het eigen volk (bloed) en vaderland (bodem) gaan boven alles.



Gedurende vele jaren heeft in Nederland de mening geheerst dat ‘wij’ ons helemaal zo slecht nog niet hebben gedragen tijdens de oorlog. Maar nu wij wat meer afstand kunnen nemen tot die periode, moet erkend worden dat het aantal mensen dat actief in het verzet gezeten heeft en het aantal mensen die onderduikers hebben verborgen of neergeschoten Engelse vliegeniers naar Engeland hielpen reizen echt niet zo groot geweest zijn. En het aantal joden die de oorlog niet overleefd hebben is relatief hoger dan waar ook in Europa (zie bij anne frank (39)). Bijna alle Nederlanders waren er vooral op uit de oorlog met zo min mogelijk pijn door te komen en een groot aantal mensen heeft zich schuldig gemaakt aan uitgesproken collaboratie met de bezetter. Misschien zijn dat beschamende feiten, maar men moet zich wel realiseren hoe machteloos de gewone mensen stonden toen ze geconfronteerd werden met de draconische strafmaatregelen van de bezettingstroepen.


Het einde van de oorlog was het ergst voor Noord-Nederland. Na de invasie in Normandië waren de geallieerde troepen razendsnel doorgestoten, maar ze stopten in september 1944 bij de grens tussen België en Nederland omdat de bevoorradingslijnen te lang dreigden te worden. Twee weken later probeerden de geallieerden de brug over de Rijn bij Arnhem te veroveren met een luchtlanding, om daarmee het verdere optrekken van de troepen mogelijk te maken. De slag om Arnhem werd echter door de Duitsers gewonnen, zodat de geallieerden er in de weken daarna alleen in slaagden het gebied ten zuiden van de grote rivieren te bevrijden. De Duitsers reageerden door in het najaar van 1944 massaal mannen van 18 tot 40 jaar op te pakken om als dwangarbeider dienst te doen in de Duitse oorlogsindustrie. Bij een razzia op 10 november 1944 voerden ze 50.000 Rotterdammers af. In totaal hebben tijdens de oorlog 500.000 Nederlandse mannen in het kader van de ‘Arbeitseinsatz’ in Duitsland gewerkt – dat is een op de achttien Nederlanders. Omdat in Duitsland zelf zo langzamerhand ook aan alles gebrek begon te komen, begonnen de Duitsers Nederland min of meer leeg te roven. En het beleid ten aanzien van het verzet werd steeds harder. Gevangen verzetslieden kregen niet eens meer een schijnproces maar werden meteen na hun arrestatie gefusilleerd.

Voor de gewone burgers in Nederland boven de rivieren werd het leven buitengewoon moeilijk. Er kwam zo’n groot gebrek aan voedsel en kolen dat men zich moest voeden met suikerbieten, tulpenbollen, ratten en huisdieren. Men hakte de bomen langs de straten en in parken en bossen om, om thuis de kachel te laten branden. Tienduizenden zijn tijdens de ook nog eens bijzonder harde en koude ‘hongerwinter’ overleden. Pas eind maart 1945 slaagden de geallieerden erin de rivieren over te steken en daarna ging het snel. Half april waren Drenthe, Groningen en Friesland bevrijd, op 1 mei pleegde Hitler zelfmoord en op 4 mei gaven de Duitse troepen zich over.



'Moeder, vertel eens wat van Adolf Hitler' (1942) is een uit het Duits vertaald boek van de auteur Johanna Haarer. Het boek was bedoeld voor kinderen van nsb-ouders en vertelt allerlei anekdotes met een duidelijke boodschap. Hitler is de messias die de arme boeren van de armoede redt en het zwoegen om brood op de plank te krijgen verlicht door de jongens en meisjes van de arbeidsdienst mee te laten helpen. Joden zijn 'kromme kleine mannetjes met een gebogen neus die met hun gewichtige papieren en kruiperige beleefdheid mensen in geldnood nog dieper in de ellende proberen te krijgen'.



Hitler had zijn eigen land en vrijwel geheel West-Europa aan de rand van de afgrond gebracht maar de Amerikanen wisten dat zij er zelf wel bij zouden varen als Europa weer een goede handelspartner zou zijn. Met enorme financiële steun (het ‘Marshall Plan’) begonnen zij onmiddellijk na de oorlog alle landen, Duitsland en haar bondgenoot Italië net zo goed als de bevrijde gebieden, economisch op de been te helpen. De lessen van de Eerste Wereldoorlog waren geleerd. Duitsland zou nog wel lange tijd bezet blijven door de vier belangrijkste overwinnaars: Rusland, Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten, maar het kreeg geen vernederende voorwaarden opgelegd. Een welvarend Duitsland zou veiliger voor zijn buren zijn dan een wraakzuchtige, vernederde natie.