25 Eise Eisinga


1744-1828


Tijdens de Verlichting meende men dat kennis alles was, en dat bijgeloof en vooroordelen bestreden moesten worden. Een typische vertegenwoordiger van deze periode was Eise Eisinga, die in zijn huis een compleet planetarium bouwde om de mensen te laten zien dat de wereld niet zou vergaan als bepaalde hemellichamen vlakbij elkaar leken te staan.


Het plafond van Eisinga’s woonkamer. (Koninklijk Eise Eisinga Planetarium, Franeker)



De verlichting in Nederland


Na het primaat van de rooms-katholieke kerk, waarbij het verboden was iets anders te denken en te zeggen dan wat de Kerk zelf als waarheid poneerde, kwamen er in Europa allerlei andere religies op (zie: beeldenstorm (10)). Toch hield bijna iedereen in die tijd wel de ene of de andere godsdienst als leidraad aan. Zelfs een humanist als erasmus (8) was een diep gelovig mens. Maar zoals spinoza (22) stelde, was het beter gelovig te zijn op een eigen, diep doorleefde manier, dan zich te schikken in het autoritaire van een kerkelijke hiërarchie. In de 18de eeuw ging die ontwikkeling naar grotere zelfstandigheid in het geestelijke leven verder. De tijd van de Verlichting werd getypeerd door een op verstandelijk inzicht gebaseerde, vooroordeelvrije houding, en vanuit die houding een streven naar het informeren van een zo breed mogelijke kring mensen.

De filosofen van de Verlichting bestreden zoveel mogelijk elk bijgeloof en vooroordeel, én de instellingen die bijgeloof en vooroordelen in stand hielden. Daaronder vielen in hun ogen alle georganiseerde godsdiensten en kerkgenootschappen. Tegenwoordig realiseren wij ons dat hiermee de rede en het koele verstand wel heel erg op de voorgrond werden gezet, maar de Verlichting heeft een zeer belangrijke rol gespeeld, niet alleen op filosofisch gebied maar ook in het gewone leven. Veel meer mensen dan vroeger werden nieuwsgierig, raakten geïnteresseerd in vreemde landen en volkeren, in het leven buiten hun eigen beperkte gezichtsveld. Ze legden ‘rariteitenkabinetten’ aan, met schelpen, fossielen, artefacten van primitieve volkeren, vreemde dieren: alles wat onze wereld zo fascinerend maakt. En wat natuurlijk veel belangrijker was: door deze stroming in het geestelijke leven zijn veel mensen voor zichzelf gaan nadenken in plaats van klakkeloos aan te nemen wat van de kansel of in gezaghebbende boeken werd beweerd. Bovendien bestreden de aanhangers van de Verlichting praktijken als heksenprocessen en het martelen van gevangenen, die toen nog gangbaar waren.


Een schitterend voorbeeld van een kind van de Verlichting was Eise Eisinga, die wel heel ver ging in zijn streven de mensen door feitelijke informatie voor te lichten en hen te helpen af te rekenen met bijgeloof en onzinnige ideeën. De aanzet daartoe kwam in het voorjaar van 1774. In heel Friesland brak paniek uit. De wereld zou vergaan! Een boekje was verschenen, geschreven door ‘een liefhebber van de waarheid’, waarin voorspeld werd dat de vier planeten Mercurius, Venus, Mars en Jupiter, én de maan, allemaal op 8 mei met elkaar in botsing zouden komen. Want dan zouden al die hemellichamen vanaf de Aarde gezien vlakbij elkaar in het sterrenbeeld Ram in de hemel staan. De auteur bleek later een dominee in Boazum te zijn en men kan zich afvragen hoeveel onzin hij zijn gemeenteleden verder nog heeft wijsgemaakt. Want onzin was het, wat in dat boekje stond. Iedereen die een beetje nuchter en met verstand van zaken nadacht kon dat weten, maar er waren zoveel mensen die de beweringen voor zoete koek slikten, dat op grote schaal paniek en angst heersten. De regering besloot het boekje te verbieden. Maar Eise Eisinga vond dat je onzin en bijgeloof beter kunt bestrijden met feitenkennis en heldere argumenten. Dat was de kern van de filosofie van de Verlichting.

Eise was de oudste zoon van een wolkammer die opmerkelijk handvaardig was en bovendien erg in wiskunde en sterrenkunde geïnteresseerd. Eise groeide op met dezelfde interesses als zijn vader, maar er was geen geld om hem naar de Latijnse school te sturen. Hij werd evenals zijn vader wolkammer en studeerde daarnaast in zijn vrije tijd wiskunde en astronomie bij kennissen in Franeker. Hij bleek zeer begaafd te zijn. Voor zijn 21ste schreef hij al zes verhandelingen over wiskundige problemen, zons- en maansverduisteringen, zonnewijzers en samenstanden van planeten. Toen de paniek in Friesland toesloeg, concludeerde Eisinga dat de mensen blijkbaar geen idee hadden van de opbouw van ons zonnestelsel. Hij besloot daarvan een model te maken in zijn huis. Op een schaal van 1 op 1.000.000.000.000, dat wil zeggen: elke millimeter moest een miljoen kilometers voorstellen.

Het werd een reusachtig project, waaraan hij van 1774 tot 1781 heeft gewerkt. Op zijn zolder bouwde hij het centrale gedeelte van het raderwerk dat de hemellichamen in hun omloopbaan moest voortbewegen: een indrukwekkend aantal eikenhouten tandwielen, hoepels en schijven. Ruim 10.000 handgesmede spijkers moesten dienst doen als de tanden van de raderen. Alles werd in beweging gebracht door een Fries uurwerk waarvan de slinger een meter lang moest worden. Maar dan zou de slinger 20 cm door het plafond in de bedstee hangen en dat vond zijn vrouw letterlijk te ver gaan. Eise kortte de slinger in, wat inhield dat hij veel van zijn al gereedgemaakte apparaat moest aanpassen.



Eise Eisinga (1744-1828), door W.B. Van der Kooi, 1827. (Koninklijk Eise Eisinga Planetarium, Franeker)



Een ster in het midden van zijn woonkamerplafond moest de zon voorstellen. Hij maakte gleuven rondom die ‘zon’, waaruit stangetjes staken met een bolletje dat een planeet voorstelde. Die bolletjes liepen precies even snel rond de zon als de planeten in werkelijkheid doen. Het Mercuriusbolletje doet 88 dagen over een omloop, het Aardebolletje precies een jaar en het bolletje dat Saturnus voorstelt doet er meer dan 29 jaar over. Hij gaf ook de plaatsen aan van de manen van verschillende planeten en natuurlijk werd ook de positie van onze eigen maan nauwkeurig weergegeven. Behalve het schaalmodel van het zonnestelsel maakte Eisinga een groot aantal maan- en zonnewijzers waarmee dag, datum, de opkomst en ondergang van de zon en de maan en alle zons- en maanverduisteringen op de hele wereld konden worden afgelezen. Dat heeft hij allemaal verbluffend knap gemaakt. Nu, ruim tweehonderd jaar later, hoeft nog steeds geen onderdeel van het ingewikkelde systeem vervangen te worden en alles loopt nog steeds op tijd.



Eisinga’s woonkamer in wat nu het Eise Eisinga Museum in Franeker is. (Koninklijk Eise Eisinga Planetarium, Franeker)



Behalve wolkammer was Eisinga ook belastinggaarder en in die officiële functie raakte hij betrokken bij de beweging van de patriotten (26). Toen het Pruisische leger daaraan een einde maakte, moesten de leidende figuren vluchten, dus ook Eise Eisinga. Na veel omzwervingen kon hij zeven jaar later weer terugkeren naar Franeker, waar zijn huis inmiddels door anderen bewoond werd, maar zijn planetarium bleek ongeschonden. Hij kreeg weer verschillende maatschappelijke functies, onder andere die van curator van de universiteit van Franeker, totdat die in 1811 door napoleon (27) gesloten werd. Na de Franse tijd werd Nederland een koninkrijk. Koning willem i (28) bezocht in 1818 het planetarium en heeft ervoor gezorgd dat het in mei 1825 voor tienduizend gulden door de staat gekocht werd. Later kwam het planetarium in het bezit van de stad Franeker. Het is nu een museum. Eise Eisinga overleed op 27 augustus 1828.