44
Dus jij wilt kok worden? zei Madame terwijl we samen naar hun auto liepen.
Dat weet ik nog niet zeker, zei ik.
Moet ik je dan kookles geven?
Misschien, zei ik. Ik wil gewoon in de buurt zijn terwijl u kookt. Is dat goed? Daar gaat het me eigenlijk om, zei ik.
Dus een restaurantcriticus?
Ik wil er gewoon meer over leren, zei ik. Ik heb niet gestudeerd.
Dat kan me niet schelen, zei ze. Hoe oud zei je dat je was?
Tweeëntwintig, zei ik.
Kun je uien fijnhakken?
Ik denk van wel, zei ik.
Nou dan, zei ze en trok een rood net met uien uit de achterbak. Dan beginnen we daarmee.