22
Op mijn dertiende had ik ruim tachtig dollar verdiend aan mijn instemming om gebabysit te worden. Van het grootste deel kocht ik mijn favoriete verpakte snacks en een paar blikken tennisballen die ik graag zo hard mogelijk de straat in gooide (en die soms door een hond uit de buurt werden teruggebracht), maar van het laatste geld ging ik naar de muziek- en videowinkel en kocht daar een exemplaar van Brigadoon – zowel de muziek als de video. Ik luisterde op mijn kamer naar de muziek en op een avond dat mijn moeder weer eens een boodschap ging doen, stopte ik de video stiekem in de tv toen mijn vader niet keek. Hij keek op toen de muziek en de aftiteling begonnen, met meeslepende vioolklanken, en bij het eerste lied legde hij zijn grootboek opzij en zong een paar regels mee. Hij begon uit volle borst mee te zingen toen het refrein inzette. Na een paar minuten ging ik meedoen omdat ik de woorden ondertussen ook al kende, maar in plaats van het allemaal wat minder gênant te laten klinken had mijn meezingen de ongelukkige bijwerking juist de aandacht te vestigen op wat we aan het doen waren. Halverwege het refrein pakte mijn vader de afstandsbediening en zette de tv uit. Ik moet aan het werk, zei hij, en pakte zijn rode grootboek weer op. Hij schudde zijn hoofd. Grappig, zei hij.
Op een heldere, zachte zaterdagmorgen in april werd er een dunne envelop in onze brievenbus bezorgd. Daarin zat een keurig gevouwen velletje briefpapier van de toelatingscommissie van Caltech waarin stond dat, hoewel ze onder de indruk waren van zijn aanvraag, Caltech dit jaar helaas een bijzonder goede lichting kandidaten had en deze herfst geen plaats zou hebben voor Joseph Edelstein. Ze wensten hem het allerbeste met zijn wetenschappelijke inspanningen in de toekomst.
Ik legde de envelop hoogstpersoonlijk op schoot bij Joseph, die buiten in een boek zat te lezen over Kepler en de komst van de verlichting door de veranderingen in het denken over de baan van hemellichamen. De elliptische beweging van hemellichamen, perihelium, de perkenwet: gelijke oppervlakken in gelijke tijden.
Toen ik hem de brief gaf, sloeg hij het boek dicht en nam de brief meteen mee naar zijn kamer, die hij vervolgens twee dagen lang niet uit kwam. Papa zei hem met rust te laten, dat we hem ruimte moesten geven. De dienbladen met eten die mijn moeder voor de zijdeur zette werden door vogels en insecten opgegeten.
Er arriveerden nog twee brieven met de post. Al Josephs enveloppen waren dun. Hij werd niet toegelaten tot UCLA of USC. Hij had zich verder nergens aangemeld. De concurrentie was toegenomen en hij had een grillige cijferlijst: een paar hoge cijfers voor exacte vakken, een voldoende voor Spaans en Engels, weinig of geen buitenschoolse activiteiten en een middelmatige uitslag van de toelatingstoets voor de universiteit. Hij kon in zijn motivatie niet schrijven Maar ik ben een GENIE en het daarbij laten. Je moet ook laten zíén dat je een genie bent, had de studentendecaan gezegd terwijl ze haar benen over elkaar sloeg. Hoeveel jonge mannen had ze al niet in haar kantoortje ontvangen met grootse ideeën en ingewikkelde talenten, maar die niets op papier konden zetten?
Ze vergissen zich! zei mama op en neer benend door het huis. Ze belde George, die Caltech belde. Ze wenste de studentendecaan te spreken. Ze legde lijsten aan van grote geesten die de middelbare school niet hadden afgemaakt en innoverende bedrijven waren begonnen of vaccins hadden uitgevonden. Ze schoof die lijsten onder Josephs deur door.
Ze toonde zich zo verontwaardigd dat het iets onechts had, net als iemand die verbazing veinst op een surpriseparty waar hij allang van op de hoogte was, zich verbaasder toont dan iemand die echt van niets wist.
Uiteindelijk moesten we het slot openmaken met een haarspeld. Binnen troffen we hem liggend op zijn bed aan, met zijn neus in een leerboek, bezig om aantekeningen te maken voor een huiswerkopdracht. Mag ik toch op kamers? zei hij terwijl mama en ik om hem heen liepen te darren.