70
Richard ademde sidderend in terwijl hij zijn ogen opende. Op de een of andere manier lag hij in een houding waarin hij geen pijn had. Hij durfde zich niet te bewegen, uit angst dat de vreselijke pijn zou terugkomen.
Maar hoe kon dit? Hij was doorstoken met een zwaard. De duisternis om hem heen was stil en roerloos. In de verte hoorde hij de geluiden van de strijd, die voortwoedde. De grond onder hem schudde van een harde klap.
Er waren mensen om hem heen. Op de natte vloer lagen lichamen. Hij besefte dat hij op een plank lag, en niet in het water. Hij was bedekt met een warme cape. Hij zag de donkere ineengedoken vormen van mensen in het kamertje.
Onder zijn vingers lag het gevest van het Zwaard van de Waarheid. Doordat de storm van magie was geluwd, wist hij dat het zwaard in zijn schede zat.
Hij keek op, en door openingen tussen balken, tussen afgebrokkeld steen en versplinterd hout heen, kon hij de roze gloed van de dageraad zien. 'Kahlan?' fluisterde hij.
Drie gestaltes in de kamer sprongen op, alsof ze plotseling tot leven waren gekomen.
De dichtstbijzijnde boog zich over hem. 'Hier ben ik.' En pakte zijn hand. Met zijn andere hand tastte hij voorzichtig naar zijn wond. Die kon hij niet vinden. Hij voelde geen pijn, alleen een restje gevoeligheid. Een andere gestalte boog zich over hem heen. 'Meester Rahl? Bent u wakker?'
'Wat is er gebeurd?'
'O Richard, het spijt me zo. Het spijt me zo verschrikkelijk. Ik heb je neergestoken. Het was allemaal mijn schuld. Ik had eerst even goed moeten kijken voordat ik het deed. Het spijt me.'
Richard fronste. 'Kahlan, ik heb je laten winnen.' Toen was het even stil.
'Richard,' zei Kahlan ten slotte, 'je hoeft niet te proberen mijn schuldgevoel weg te praten. Ik weet dat het mijn schuld is. Ik heb je neergestoken met het zwaard.'
'Nee,' hield Richard vol, 'ik heb je laten winnen.'
Cara klopte op zijn schouder. 'Natuurlijk, Meester Rahl. Natuurlijk.'
'Nee, echt waar.'
Toen de derde gestalte zich over hem boog, sloeg Richard zijn vingers steviger om het gevest van zijn zwaard.
'Hoe voel je je?' vroeg Nicci met die zijdezachte stem die hij zo goed kende. 'Heb je de verbinding met Kahlan weggehaald?' Nicci hief haar hand en maakte met twee vingers een knipbeweging. 'Voorgoed verdwenen.'
Richard liet zijn adem ontsnappen. 'Dan voel ik me prima.' Hij wilde gaan zitten, maar Nicci's hand hield hem tegen.
'Richard, ik kan je nooit om vergeving vragen, want ik kan nooit teruggeven wat ik je heb afgenomen, maar ik wil dat je weet dat ik nu begrijp dat ik het mis heb gehad. Ik ben mijn hele leven blind geweest. Ik probeer geen verontschuldigingen te zoeken. Ik wil alleen dat je weet dat je me mijn gezichtsvermogen hebt teruggegeven. Door me het antwoord te geven dat ik zocht, heb je me mijn leven gegeven. Je hebt me een reden gegeven om te willen leven.' 'En wat heb je gezien, Nicci?'
'Het leven. Je hebt het zo groot uitgebeeld dat zelfs iemand die blindelings het kwaad had gediend, zoals ik had gedaan, het kon zien. Je hoeft je niet langer jegens mij te bewijzen. Nu is het aan mij en aan degenen hier die jé hebt geïnspireerd, om zich jegens jou te bewijzen.' 'Daar zijn jullie al mee begonnen, anders zou ik niet meer leven.' 'En... ben je nu weer een Zuster van het Licht?' vroeg Kahlan. Nicci schudde haar hoofd. 'Nee. Ik ben Nicci. Mijn talent als tovenares is van mij; het is wie ik ben. Het kan me niet tot slaaf van anderen maken, omdat zij het willen hebben. Het is mijn leven. Het is van niemand anders... behalve misschien van jullie tweeën.
Jullie hebben me de waarde van het leven laten zien, het principe van vrijheid. Als ik me nu nog verdienstelijk zou willen maken, zal dat zijn naast anderen die dezelfde waarden koesteren.'
Richard legde zijn hand over die van Nicci. 'Dank je voor het redden van mijn leven. Ik dacht even dat ik een vergissing had gemaakt toen ik me door Kahlan liet neersteken.'
'Richard,' protesteerde Kahlan, 'je hoeft niet te proberen mijn schuldgevoel weg te praten door dat te zeggen.'
Nicci bleef hem aankijken terwijl ze tegen Kahlan zei: 'Dat doet hij niet. Hij vertelt je de waarheid. Ik heb het hem zien doen. Hij dwong me de keuze te maken om hem te redden, zodat ik de betovering moest verbreken die ik over jou had. Het spijt me dat je zoiets hebt moeten doormaken, Richard; ik had die keuze al gemaakt op het moment dat ik je standbeeld zag.'
Richard wilde weer gaan zitten. Opnieuw hield Nicci hem tegen. 'Het zal een tijd duren voordat je helemaal bent hersteld. Je hebt nog last van de gevolgen van de verwonding. Dat je nog leeft, wil niet zeggen dat je al snel weer helemaal beter bent. Je hebt een enorme beproeving doorstaan. Je hebt veel bloed verloren. Je zult weer op krachten moeten komen. Je zou zelfs nog kunnen sterven, als je het niet rustig aan doet.'
'Goed dan,' gaf Richard toe. Hij ging voorzichtig, met Kahlans hulp, zitten. ik zal eraan denken, maar ik moet toch terug naar boven.' Hij wendde zich tot Kahlan. 'Wat doe jij trouwens helemaal hier? Hoe wist je waar ik was? Wat gebeurt er in het noorden, in de Nieuwe Wereld?' 'Daar praten we later allemaal wel over,' zei ze. ik wilde bij je zijn. Ik heb besloten dat het mijn leven was, en dat ik bij je wilde zijn. Je had gelijk over de oorlog in de Nieuwe Wereld. Het heeft lang geduurd voordat ik dat ging begrijpen. Uiteindelijk ben ik het gaan inzien. Ik ben naar jou toe gekomen omdat dat het enige was dat me restte.' Hij keek naar Cara. 'En jij?' ik heb altijd al iets van de wereld willen zien.'
Richard grinnikte terwijl hij met de hulp van Kahlan en Cara opstond. Hij voelde zich licht in zijn hoofd, maar dat was een heel stuk beter dan hij zich eerst had gevoeld. Kahlan gaf hem zijn zwaard aan. Hij liet de bandelier over zijn hoofd glijden, legde het leer over zijn schouder en hing de schede bij zijn heup. Nu hij het wapen wat beter had leren kennen, had hij er een hernieuwde eerbied voor.
ik kan je niet zeggen hoe blij ik ben dat ik het je terug kan geven,' zei Kahlan. Ze glimlachte schaapachtig. 'Op deze manier, bedoel ik.' Verderop in de gang stond Kamil ongerust te wachten, in een duisternis die slechts door enkele kaarsen werd doorbroken. Er waren wat mensen bij hem. Richard kende er niemand van, alleen Kamil. Hij legde een hand op de schouder van de grijnzende jongeman. 'Kamil. Fijn om je te zien.'
'Richard, ik heb het gezien. Ik heb het beeld gezien.' Zijn glimlach verdween. 'Het spijt me dat het vernietigd is.'
'Het was maar een brok steen. De ware schoonheid school in de ideeën waarvoor het stond.'
De mensen in de schemerige gang knikten. Toen zag Richard de vrouw met de beenwond. Hij glimlachte naar haar. Ze beantwoordde die glimlach door een kus op haar vingertoppen te geven en die daarna tegen zijn voorhoofd te drukken.
'Eeuwig dank voor je moed om dat standbeeld te maken,' zei ze. 'We zijn allemaal blij dat je de nacht bent doorgekomen, Richard.'
Hij bedankte iedereen voor hun bezorgdheid.
De grond schudde weer.
'Wat is dat toch?' vroeg Richard.
'De muren,' zei een van de mannen. 'De mensen trekken de muren met die sculpturen van de dood om.'
Terwijl sommige mensen de muren omvertrokken, waren anderen nog in een veldslag verwikkeld. Richard kon bij het zwakke licht van het ochtendgloren de gevechten op de hellingen in de verte zien. Blijkbaar waren veel mensen niet blij met de ideeën die Richards standbeeld had uitgedrukt. Er waren mensen die bang waren voor de vrijheid en de voorkeur gaven aan een afgestompt bestaan waarin ze zelf niet hoefden na te denken.
Maar het terrein van het paleis was in veilige handen. De vuren van de vrijheid verspreidden zich en ontstaken een vuurzee van verandering. Op het plein stonden de muren in een halve cirkel en alle zuilen behalve één nog overeind. Om de een of andere reden voelde het hier anders. Dit was de plek waar de mensen het beeld hadden gezien en voor het leven hadden gekozen. Dit deel van het paleis verwoestten ze niet. Richard haalde zijn laars door het marmerstof. In het midden van het plein was de laag wit stof alles wat er over was. Elk kostbaar stukje was meegenomen als aandenken.
Vanaf het bouwterrein, waar zich wat mannen hadden verzameld, kreeg Victor Richard, Kamil en Nicci in het oog. Terwijl Ishaq en hij aan kwamen rennen, riep hij: 'Richard!' Victor stormde de treden op. 'Richard!' Richard steunde met zijn ene arm op Cara en met de andere op Kamil. Hij had niet de kracht om te schreeuwen, dus wachtte hij af tot de twee mannen vlakbij waren, allebei hijgend van het rennen. 'Richard, we winnen!' zei Victor terwijl hij naar de heuvels wees. 'Al die functionarissen zijn weg, en we...'
De smid zweeg toen zijn blik op Kahlan viel. Ook Ishaq staarde naar haar, en nam toen met een zwaai zijn rode muts van zijn hoofd.
Victors mond bewoog een tijdje voordat er eindelijk geluid uit kwam.
Zijn hand, die hij meestal zo expressief gebruikte, wees alleen maar naar haar, alsof ze niet van vlees en bloed kon zijn.
'Jij... ' zei hij tegen Kahlan. 'Jij bent Richards geliefde.'
Kahlan glimlachte. 'Hoe weet u dat?' 'Ik heb het beeld gezien.'
In het vroege ochtendlicht zag Richard haar blozen.
'Ze leek niet echt op mij,' protesteerde ze bescheiden.
'Niet zoals ze eruitzag, maar de... aard. Jij hebt hetzelfde karakter.'
Kahlan glimlachte, blij met wat hij zei.
'Victor, Ishaq, dit is Kahlan. Mijn vrouw.'
De beide mannen knipperden verbaasd met hun ogen en keken naar Nicci.
'Zoals jullie weten,' zei Nicci, 'ben ik geen goed mens. Ik ben een tovenares. Ik heb mijn kracht gebruikt om Richard te dwingen met me mee te komen hierheen. Richard heeft mij, net als vele anderen, de nobelheid van het leven laten zien.'
'Dus jij bent degene die zijn leven heeft gered?' vroeg Victor. 'Kamil heeft ons verteld dat je gewond was, Richard,' zei Ishaq, 'en dat een tovenares je aan het genezen was.' 'Nicci heeft me genezen,' bevestigde Richard.
Victor maakte eindelijk weer een weids armgebaar. 'Nou, dat is toch ook wat waard, om Richard Cypher te redden.' 'Richard Rahl,' zei Richard.
Victors daverende lach kwam van diep uit zijn binnenste opborrelen. 'Dat is ook zo. Vandaag zijn we allemaal Richard Rahl.' Nicci boog zich naar hem toe. 'Het is echt Richard Rahl, meneer Cascella.'
'Richard Rahl,' zei Kahlan met een knikje.
'Meester Rahl,' zei Cara ontstemd. 'Toon de gepaste eerbied voor de Zoeker van Waarheid, de meester van het D'Haraanse Rijk, oorlogstovenaar en de echtgenoot van de Biechtmoeder zelf.' Cara hief haar hand in een gracieuze, vorstelijke introductie. 'Meester Rahl.' Richard haalde zijn schouders op. Hij tilde het glanzende, met zilverdraad omwonden gevest van zijn zwaard een stukje op en liet hun het woord waarheid in gouden letters zien, waarna hij het weer in zijn schede liet vallen.
'Wat een prachtexemplaar!' riep Kamil uit.
Victor en Ishaq knipperden allebei weer met hun ogen en lieten zich toen op een knie vallen. Ze bogen hun hoofd diep.
Richard rolde met zijn ogen. 'Willen jullie daarmee ophouden?' Hij wierp Cara een fronsende blik toe.
Victor tuurde voorzichtig omhoog. 'Maar dat hebben we nooit geweten. Het spijt me. Bent u niet boos dat ik er een grapje over maakte?' 'Victor, ik ben het, Richard. Hoe vaak hebben we samen geen lardo gegeten?'
'Lardo?' vroeg Kahlan. 'Kun jij lardo maken, Victor?'
Victor kwam overeind terwijl er een brede grijns op zijn gezicht verscheen. 'Ken je het dan?'
'Jazeker. De mannen die het witte marmer van het Paleis van de Belijdsters bewerkten, aten altijd lardo, die ze zelf in marmeren bakken maakten. Toen ik klein was, ging ik altijd bij ze zitten en dan kreeg ik het van ze te eten. Ze zeiden dat ik als ik groot was ik op een dag de witte Biechtmoedersjurk zou dragen, doordat ik hun lardo at en daar sterk van zou worden.'
Victor sloeg zichzelf stevig op de borst, ik maak ook lardo in marmeren bakken.'
'Laat je hem een jaar rijpen?' vroeg Kahlan. 'Goede lardo moet een jaar rijpen.'
'Natuurlijk, een jaar! Ik maak alleen maar goede lardo.' Kahlan keek hem met haar groene ogen aan en schonk hem haar mooiste glimlach. 'Dat zou ik dolgraag eens willen proeven.' Victor sloeg zijn brede arm om Kahlans schouders. 'Kom mee, vrouw van Richard, dan zal ik je mijn lardo laten proeven.' Cara legde met een dreigende blik op haar gezicht een hand op de borst van de smid om hem tegen te houden. Ze tilde zijn arm van Kahlans schouders.
'Alleen Meester Rahl raakt de Biechtmoeder aan.'
Victor keek Cara verbaasd aan. 'Heb jij weleens lardo geproefd?'
'Nee.'
Victor gaf Cara lachend een klap op haar rug. 'Kom dan maar mee, dan zal ik jou ook lardo geven. En dan zul je zien dat iedereen die lardo met me eet mijn vriend voor het leven is.'
Kahlan nam Kamils plaats in onder een van Richards armen, en Victor dook onder de andere, en zo liepen ze over wat nu vrij gebied was naar de smidse om lardo te eten.