43

Het kostte meer dan twee weken om de bruiloft van Verna en Warren voor te bereiden. Het had misschien best sneller ge­kund, maar, zoals Zedd Kahlan had uitgelegd, hij wilde 'de he­le zaak een beetje rekken'. Hij wilde iedereen ruim voldoende tijd geven om erover na te denken en met extravagante ideeën voor feestelijkheden te komen; tijd om dingen te organiseren, versieringen te maken, specia­le gerechten te koken en het kamp klaar te maken voor een groot feest; tijd om een adempauze te hebben waarin iedereen erover kon roddelen terwijl ze gretig uitkeken naar de grote dag.

De soldaten, die het eerst alleen maar leuk vonden, werden al snel mee­gesleept door het vooruitzicht. Het werd een bron van afleiding. Ze mochten Warren allemaal graag. Hij was het soort man met wie ie­dereen een beetje te doen heeft, die iedereen een beetje wil beschermen; het onhandige, verlegen type. De meesten begrepen niets van de meeste zaken waar hij over praatte. Ze vonden hem gewoon niet het soort man om ooit een vrouw te veroveren. Dat hij dat wel had gedaan, in hun ogen tegen alle waarschijnlijkheid in, maakte de mannen inwendig trots dat hij een van hen was en dat het hem was gelukt: hij had het hart van een vrouw gewonnen. Het gaf hun hoop dat ook zij op een dag een brui­loft, een vrouw en een gezin zouden hebben, ook al waren ze bang dat ook zij vaak onhandig en verlegen waren.

De mannen gaven zelfs openlijk blijk van hun blijdschap voor Verna. Ze was een vrouw die ze respecteerden, maar voor wie ze nooit echt warme gevoelens hadden gekoesterd. Hun oprechte gelukwensen brach­ten haar van haar stuk.

Het hele kamp ging nog meer op in het gebeuren dan Kahlan had ge­hoopt. Na een korte periode van rust in het begin, toen het nieuws tot iedereen moest doordringen, wierpen de mannen zich met overgave op de afleiding. Ze waren niet alleen moe van het vechten tegen een over­macht, het verlies van vrienden en het feit dat ze zo lang gescheiden wa­ren van hun thuis en naasten, maar ook waren ze het onaangename, sombere weer beu.

Midden in het kamp werd een groot stuk grond vrijgemaakt; tenten wer­den verplaatst en de grond werd tot op de kale bodem van sneeuw ont­daan. Aan één kant van de open plek bouwden ze een podium, dat op vastgezette voorraadwagens lag en waarop de bruiloft voltrokken zou worden. Het podium was nodig om de mannen een beter uitzicht op de plechtigheid te bieden. Ernaast werd ruimte gereserveerd om te dansen; de mannen die een muziekinstrument hadden en geen actieve dienst had­den, waren dag en nacht aan het oefenen. Er werd een koor gevormd, dat naar een afgezonderd dal ging om te oefenen. Waar Kahlan ook kwam, ze hoorde altijd wel fluitjes en trommels, de doordringende to­nen van een schalmei of de melodieuze akkoorden van strijkinstrumen­ten. De mannen werden banger om vals te spelen dan ze voor de Impe­riale Orde waren.

Omdat er meer dan honderd Zusters beschikbaar waren, werd er geop­perd dat er na de plechtigheid gedanst zou kunnen worden. De Zusters vonden het een goed idee, totdat ze begonnen te rekenen en beseften hoe­veel mannen er waren voor elke vrouw en hoe vaak ze dus zouden moe­ten dansen. Maar het vooruitzicht dat ze in het middelpunt van de be­langstelling zouden staan bij een dansfeestje wond hen toch aangenaam op, en ze keurden het idee goed. Vrouwen van eeuwen oud bloosden weer als meisjes bij alle verzoeken van mannen van rond de twintig om te beloven een keer met hen te dansen op het bruiloftsbal. Toen de bruiloft naderbij kwam, maakten de mannen een soort straten die door het kamp kronkelden, zodat de bruidsstoet na de plechtigheid door het hele kamp kon trekken. Alle mannen wilden de kans hebben het paar te begroeten en geluk te wensen.

Kahlan had bedacht dat Warren en Verna na de bruiloft in de jachthut moesten gaan wonen. Dat was haar huwelijkscadeau voor hen, dus ze hield het voor bijna iedereen geheim. Kahlan liet Cara in het openbaar doen alsof er een tent speciaal voor het jonge paar werd neergezet en ge­reserveerd. Cara bracht Verna's spullen naar de tent en vrolijkte die op met kruiden en bevroren takjes met wilde bessen. De afleidingsmanoeu­vre werkte; Verna geloofde dat de tent voor Warren en haar zou zijn, en liet hem er niet in tot nadat ze getrouwd waren. De dag van de bruiloft brak aan met een fonkelende blauwe hemel, en het was niet zo koud dat mensen last zouden kunnen krijgen van be­vriezing. De verse sneeuw van de dag ervoor werd snel van het mid­denterrein geruimd zodat de festiviteiten konden plaatsvinden zonder dat de Zusters sneeuw in hun laarzen zouden krijgen bij het dansen.

Sommige Zusters kwamen de dansvloer inspecteren, wandelden rond en bekeken de mannen eens met wie ze misschien een dansje zouden ma­ken... als de heren geluk hadden. Iedereen was vrolijk en maakte grap­jes.

Terwijl Verna het begin van de middag in haar tent doorbracht, uitge­leverd aan een hele troep Zusters, die haar haar deden, haar gezicht op­maakten en haar trouwjurk verzorgden, kon Kahlan eindelijk in het ge­heim de hut versieren. Binnen bond ze welriekende, veervormige balsemdennentakken aan een touw en drapeerde dat in vallen langs de bovenkant van alle muren. Ze knoopte rode bessen in de takken - dat was het enige waar ze aan kon komen - om ze wat kleur te geven. Een van de Zusters had Kahlan een lap onversierde geweven stof gege­ven, waar Kahlan een gordijn van had gemaakt om voor het raam te hangen. Ze had eraan gewerkt als ze zich 's avonds terugtrok in de hut en er patronen op geborduurd, zodat het eenvoudige materiaal de aan­blik van kant kreeg. Ze bewaarde de lap onder haar bed, zodat Verna en Warren, als ze in de hut kwamen om hun oorlogstactiek te bespre­ken, niet zouden zien wat ze aan het doen was. Eindelijk kon Kahlan de geurkaarsen, die door verschillende Zusters cadeau waren gegeven, over­al in de kamer neerzetten en het gordijn ophangen aan een rechte tak die ze had ontschorst.

Het enige dat Kahlan niet zou achterlaten om de hut op te vrolijken voor de jonggehuwden was Levenskracht. Die zou ze meenemen naar haar nieuwe tent.

Toen Kahlan het bed aan het opmaken was met schoon beddengoed, kwam Cara binnen met in haar armen iets blauws.

Kahlan stopte de deken in aan het voeteneind van het stromatras terwijl ze naar Cara keek, die de deur sloot.

'Wat heb je daar?'

'U zult het niet geloven,' zei Cara met een grijns. 'Breed blauw zijden lint. De Zusters houden Verna vast in haar stoel terwijl ze aan haar frun­niken, en Zedd heeft gezorgd dat Warren uit de buurt is, dus ik dacht dat u en ik het lint konden gebruiken om het hier een beetje te versie­ren. We kunnen het in de rondte draperen. Zodat het er hier mooi uit­ziet.' Ze wees. 'Daar bijvoorbeeld... We zouden het om de balsemtak­ken kunnen winden die u hebt opgehangen, om ze op te vrolijken.' Kahlan knipperde verrast met haar ogen. 'Wat een goed idee.' Ze wist niet wat er verbazingwekkender was; om Cara met blauw zij­den lint in haar armen te zien of om haar in één adem de woorden 'ver­sieren' en 'mooi' te horen zeggen. Ze glimlachte bij zichzelf, blij dat ze dat had gehoord. Zedd was een nog grotere tovenaar dan hij zelf wist. Kahlan en Cara stonden elk op een rond houtblok en vlochten het lint door en rond de afhangende balsemtakken. Toen de eerste muur af was, was die zo mooi dat Kahlan maar niet kon ophouden ernaar te kijken en te grijnzen. Ze begonnen aan de tweede muur, tegenover de deur, en gebruikten extra veel lint om een groots effect te sorteren als Verna en Warren binnenkwamen en hun nieuwe verblijf zagen.

'Hoe kom je trouwens aan al dit lint?' vroeg Kahlan met een mond vol spelden.

'Van Benjamin gekregen.' Cara grinnikte terwijl ze het lint rond het touw wond. 'Ongelooflijk, hè? Hij heeft me laten beloven dat ik hem niet zou vragen waar hij het vandaan had.' Kahlan nam de spelden uit haar mond. 'Wie?'

'Hoezo, wie?' mompelde Cara voordat ze haar tong uit haar mondhoek stak en een speld op een moeilijke plek frunnikte. 'Wie zei je dat je het lint heeft gegeven?'

Cara hief nog een stuk blauw band naar het plafond. 'Generaal Meiffert. Ik heb geen idee waar hij...' 'Je zei Benjamin.'

Cara liet het lint zakken en staarde Kahlan aan. 'Niet waar.'

'Wel waar. Je zei Benjamin.'

ik zei generaal Meiffert. U dacht alleen maar...'

ik heb nooit geweten dat generaal Meifferts voornaam Benjamin is.'

'Eh...'

is Benjamin generaal Meifferts voornaam?'

Als Cara haar rode leren pak had gedragen, zou haar gezicht er goed bij hebben gekleurd. De donkere frons misstond niet bij het bruine leren pak dat ze aan had. 'Dat weet u best.'

Er verscheen een glimlach op Kahlans lippen. 'Nu wel.'

Kahlan droeg haar witte Biechtmoedersjurk. Ze was een beetje verrast toen ze merkte dat die enigszins ruim zat, maar alles welbeschouwd was dat eigenlijk ook wel te verwachten. Vanwege de kou droeg ze ook de mantel van wolvenbont die Richard voor haar had gemaakt, maar die had ze meer als een stola om haar schouders geslagen. Ze stond met rechte rug en geheven kin toe te zien op de plechtigheid en uit te kijken over de tienduizenden zwijgende mannen. Achter haar was een diep­groene muur van gevlochten takken, waardoor toeschouwers die ver weg stonden de zes mensen op het podium beter konden zien. Een vluchtige nevel van stille adem steeg op in de roerloze, gouden namiddaglucht. Zedd, die de huwelijksplechtigheid leidde, stond met zijn rug naar haar toe. Kahlan keek geboeid naar zijn golvende witte haar, dat altijd slor­dig zat maar nu geborsteld en platgestreken was. Hij droeg zijn mooie kastanjebruine gewaad met zwarte mouwen en geplooide schouders. De manchetten waren afgezet met zilverbrokaat, en langs de hals en over het voorpand liep een rand van goudbrokaat. Een rode satijnen riem met een gouden gesp hield het gewaad om zijn middel bijeen. Adie stond naast hem in haar eenvoudige tovenaressengewaad met de gele en rode kralen langs de halslijn. Door het contrast zag dat er in feite net zo voor­naam uit.

Verna droeg een diep paarse jurk die versierd was met gouden borduursel langs de vierkante halslijn. Het fijne borduurwerk liep naar beneden langs de strakke mouwen, die zichtbaar waren onder de wijde overmouwen met splitten, die bij de elleboog met goudband waren vastge­bonden. Het fijne smokwerk rond het middenrif liep in de vorm van een trechter uit in een gegeerde rok, die bijna tot op de grond uitwaaierde. Verna's golvende bruine haar was versierd met blauwe, goudkleurige en karmozijnrode bloemen, die de Zusters hadden gemaakt van lapjes zij­de. Met haar serene glimlach was ze een beeldschone tovenaressenbruid, die naast de knappe blonde bruidegom in zijn paarse tovenaarsgewaad stond.

Iedereen leek zich een beetje naar voren te buigen toen de plechtigheid haar hoogtepunt bereikte.

'Neem jij, Verna, deze tovenaar tot man,' vervolgde Zedd met duidelij­ke stem, die over de menigte droeg, 'je bewust van zijn gave en de ver­plichtingen die die met zich meebrengt, en zweer je hem lief te hebben en te respecteren zolang je leeft?' 'Ja,' zei Verna met een zijdezachte stem.

'Neem jij, Warren,' zei Adie, en haar stem klonk, na Verna's stem, ex­tra rasperig, 'deze tovenares tot vrouw, je bewust van haar gave en de verplichtingen die die met zich meebrengt, en zweer je haar lief te heb­ben en te respecteren zolang je leeft?' 'Ja,' zei Warren op overtuigde toon.

'Omdat die uit vrije wil gegeven is, aanvaard ik je instemming, tovena­res, en zegen ik deze verbintenis vol vreugde.' Zedd hief zijn gestrekte armen in de lucht. 'Ik vraag de goede geesten om de gelofte van deze vrouw gunstig gezind te zijn.'

'Omdat die uit vrije wil gegeven is, aanvaard ik je instemming, tovenaar, en zegen ik deze verbintenis vol vreugde.' Adie hief haar gestrekte ar­men in de lucht. 'Ik vraag de goede geesten om de gelofte van deze man gunstig gezind te zijn.'

Ze kruisten alle vier hun armen en sloegen hun handen ineen. Ze bogen hun hoofd en de lucht binnen hun kringetje gloeide met een levend licht dat op de verbintenis scheen. Van de fonkelende gloed scheen een gou­den straal hemelwaarts, alsof die de gelofte naar de goede geesten droeg.

Samen zeiden Zedd en Adie: 'Vanaf heden zijn jullie voorgoed verenigd als man en vrouw, door gelofte, door liefde en nu door de gave.' Het magische licht verdween van beneden af totdat het een solitaire ster was, die recht boven hen stond aan een lege namiddaghemel. In de stille winterlucht keken tienduizenden gefascineerd toe hoe een tril­lende Verna Warrens kus beantwoordde om een huwelijk te bezegelen dat anders was dan enige bruiloft die ze ooit nog zouden meemaken: het huwelijk van een tovenares en een tovenaar, niet alleen verenigd door een gelofte, maar ook door een verbond van magie. Toen Verna en Warren uiteen weken, allebei met een brede glimlach, werd het publiek wild. Gejuich en hoofddeksels rezen op, de lucht in. Allebei stralend gaven Verna en Warren elkaar een hand, nadat ze zich naar de soldaten hadden gekeerd. Ze zwaaiden met hun vrije arm hoog in de lucht. Soldaten juichten, applaudisseerden en floten alsof het hun eigen zus of beste vriend was die net was getrouwd. Toen zwollen de stemmen van het koor aan in een lang vastgehouden toon die door de bomen om hen heen weergalmde. Kahlan kreeg kip­penvel van de langgerekte toon. Het geluid deed iedereen in het dal eer­biedig zwijgen.

Cara boog zich naar Kahlan toe en fluisterde verbaasd dat het koor een oeroud D'Haraans huwelijkslied zong, waarvan de oorsprong duizen­den jaren terugging. Aangezien de mannen steeds waren weggegaan om in afzondering te oefenen, had Kahlan het voor de bruiloft nog niet ge­hoord. Het was zo indrukwekkend dat haar emoties werden meegesleept met het aanzwellen en wegebben van de stemmen. Verna en Warren stonden op de rand van het podium, ook gegrepen door het hartver­scheurend mooie lied ter ere van hun verbintenis. Fluiten vielen in, en daarna trommels. De soldaten, voor het grootste deel D'Haranen, glimlachten terwijl ze luisterden naar de muziek die ze goed kenden. Op dat moment trof het Kahlan dat ze D'Hara zo lang als een vijandelijke natie had gezien dat ze nooit echt had beseft dat D'Ha­ranen tradities hadden die van betekenis, ontroerend of geliefd konden zijn.

Kahlan keek snel even naar Cara, die naast haar stond, en afwezig glim­lachte terwijl ze naar de muziek luisterde. D'Hara was een groot land, dat bijna volledig een mysterie voor Kahlan was; ze had alleen kennis­gemaakt met de soldaten. Ze wist niets van de vrouwen - afgezien van de Mord-Sith, en die kon je moeilijk doorsnee noemen - of de kinderen, of hun huizen en gebruiken. Ze was aan hen gaan denken als eindelijk verenigd, maar nu besefte ze dat de D'Haranen een volk waren dat ze niet kende, een volk met zijn eigen erfgoed. 'Het is prachtig,' fluisterde Kahlan tegen Cara.

Cara knikte gelukzalig, meegevoerd op de melodie die voor haar bekend was, en voor Kahlan een uitheems wonder.

Toen het koor aan het eind kwam van zijn huldeblijk aan het jonge paar, reikte Verna naar achteren en kneep in Kahlans hand. Het was een soort verontschuldiging; ze gaf ermee te kennen hoe moeilijk deze plechtigheid voor Kahlan moest zijn.

Kahlan, die deze vreugdevolle gebeurtenis niet wilde bederven door haar verdriet, beantwoordde Verna's snelle blik met een stralend gezicht. Ze kwam naar voren en ging vlak achter Warren en Verna staan met een arm om elk van hen heen. Het lawaai van de menigte stierf weg, zodat Kahlan kon spreken.

'Deze twee mensen horen bij elkaar. Misschien was dat altijd al het ge­val. Nu zullen ze dat voorgoed zijn. Mogen de goede geesten altijd met hen zijn.'

Als één man herhaalde de hele menigte het gebed, ik wil Verna en Warren uit het diepst van mijn hart bedanken,' zei Kah­lan terwijl ze uitkeek over de tienduizenden toeschouwers, 'omdat ze ons eraan herinneren waar het in het leven eigenlijk om draait. Er is geen veelzeggender demonstratie mogelijk van de eenvoudige maar diepe be­tekenis van datgene waarvoor we strijden dan deze bruiloft vandaag.' Zo ver als ze kon zien, knikten hoofden instemmend. 'Zo,' riep Kahlan uit, 'wie wil deze twee de eerste dans zien maken?' De mannen juichten en floten terwijl ze achteruitgingen om de open plek vrij te maken. Musici gingen langs de banken aan de zijkanten staan. Terwijl ze wachtten totdat Verna en Warren de dansvloer hadden be­reikt, sloeg Kahlan een arm om Zedds schouder en gaf hem een zoen op zijn wang.

'Dit was het beste idee dat je ooit hebt gehad, tovenaar.'

Hij nam haar op met zijn hazelnootbruine ogen, die helemaal tot in haar ziel leken te kijken.

'Gaat het, lieverd? Ik weet dat dit moeilijk voor je moet zijn.' Kahlan knikte en zorgde dat haar grijns haar gezicht niet verliet. 'Het gaat prima. Het moet voor jou dubbel moeilijk zijn.' Er trok een onverwachte glimlach over zijn gezicht. 'Daar ga je weer, Biechtmoeder. Altijd ongerust over anderen.'

Kahlan keek hoe Verna en Warren lachend arm in arm over de open plek dansten, omringd door klappende soldaten. 'Als ze klaar zijn,' vroeg Kahlan, 'en nadat je je eerste dans met Adie hebt gedanst, wil je dan met me dansen? Als vervanger voor hem? Ik weet zeker dat hij dat zou willen.'

Kahlan kon zich er niet toe brengen om op dat moment Richards naam te zeggen, want dat zou de betovering van de vrolijke dag verbreken.

Zedd trok speels een wenkbrauw op. 'Hoe kom je erbij dat ik kan dan­sen?'

Kahlan lachte. 'Er is niets dat jij niet kunt.'

'Ik kan best wat dingen noemen die deze magere oude man niet kan,' zei Adie met een glimlach terwijl ze achter hem kwam aanschuifelen. Toen de dans voorbij was, en anderen mee begonnen te doen terwijl het jonge stel aan de tweede begon, betraden Zedd en Adie de dansvloer om de jonge mensen te laten zien hoe het hoorde. Kahlan stond aan de rand van de kring met Cara vlak naast zich. Generaal Meiffert baande zich lachend een weg naar hen toe, ondertussen sommige mannen de hand schuddend en andere op de rug slaand.

'Biechtmoeder!' Hij werd dicht naar hen toe geduwd door de druk van de menigte. 'Biechtmoeder, dit is een geweldige dag, vindt u niet? Hebt u ooit zoiets meegemaakt?'

Kahlan kon een glimlach niet onderdrukken bij zijn enthousiasme. 'Nee, generaal Meiffert, ik geloof het niet.'

Hij wierp een snelle blik op Cara. Hij bleef even onbeholpen staan en draaide zich toen om om naar het dansen te kijken. Hoewel de man haar goed had leren kennen, was Kahlan nog steeds een Belijdster, een vrouw wier nabijheid werd gevreesd, laat staan haar aanraking. Niemand zou snel een Belijdster ten dans vragen. Of een Mord-Sith.

'Generaal?' vroeg Kahlan terwijl ze hem van achteren op zijn schouder klopte. 'Generaal, zou u me een groot persoonlijk plezier willen doen?' 'Maar natuurlijk, Biechtmoeder,' stamelde hij. 'Wat u maar wilt. Wat kan ik voor u doen?'

Kahlan gebaarde naar de dansvloer en de soldaten en Zusters eromheen. 'Zou u alstublieft willen dansen? Ik weet dat we op onze hoede moeten zijn voor eventueel onheil, maar ik denk dat de mannen echt zouden zien hoe feestelijk deze gelegenheid is als hun generaal ook danst.' 'Dansen?' 'Ja. Alstublieft?'

'Maar, ik... ik bedoel, ik weet niet wie...'

'O, probeer er alstublieft niet onderuit te komen.' Kahlan draaide zich om, alsof ze plotseling een idee kreeg. 'Cara. Wil jij met hem dansen, zodat zijn mannen zien dat er niets op tegen is om mee te doen?' Cara's blauwe ogen gingen heen en weer tussen Kahlan en de generaal. 'Nou, ik zie niet hoe...'

'Voor mij? Alsjeblieft, Cara?' Kahlan wendde zich weer tot de generaal, ik geloof dat ik iemand heb horen zeggen dat uw voornaam Benjamin is?'

Hij krabde aan zijn slaap. 'Dat klopt, Biechtmoeder.'

Kahlan draaide zich weer naar Cara. 'Cara, Benjamin hier heeft een part­ner nodig om te dansen. Wil jij dat doen? Alsjeblieft? Voor mij?' Cara schraapte haar keel. 'Nou, goed dan. Voor u, dan, Biechtmoeder.' 'En breek zijn ribben niet, of zo. We hebben hem nog nodig.' Cara wierp een lelijke blik over haar schouder terwijl een glimlachende Benjamin haar meevoerde.

Kahlan sloeg haar armen over elkaar en grijnsde terwijl ze toekeek hoe de man Cara in zijn armen nam. Het was een bijna perfecte dag. Bijna. Kahlan stond te kijken hoe Benjamin Cara gracieus rondzwierde en an­dere soldaten plotseling verlegen geworden Zusters uit de rij langs de dansvloer trokken, toen kapitein Ryan aarzelend kwam aanlopen. Hij rechtte zijn rug toen hij voor haar stond. 'Biechtmoeder... eh, nou, we hebben samen veel meegemaakt en, als u het niet te brutaal vindt, zou ik u dan... u weet wel, ten dans mogen vragen?' Kahlan knipperde verrast met haar ogen naar de grote, jonge, brede Galeaan.

'Maar natuurlijk, Bradley, ik wil graag met je dansen. Heel graag. Maar alleen als je belooft dat je me niet zult vasthouden alsof ik van glas ben. Ik wil niet voor gek staan, op de dansvloer.' Hij grijnsde en knikte. 'Goed.'

Ze legde één hand in de zijne en de andere op zijn schouder. Hij legde zijn grote hand in haar taille, onder haar open bontmantel, en voerde haar ronddraaiend mee temidden van de feestvierders. Kahlan onder­ging het vrolijk glimlachend. Ze dacht aan Levenskracht en deed haar best zich die kracht te herinneren, en daardoor kon ze zich ontspan­nen en het feestje nemen voor wat het was, zonder te denken aan wat er ontbrak nu een andere man haar in zijn armen hield, zij het be­schroomd.

'Bradley, je danst voortreffelijk.'

Zijn ogen glommen van trots. Ze voelde dat hij zich losser en vloeien­der ging bewegen op de muziek. Kahlan kreeg Cara en Benjamin in het oog, niet ver bij haar vandaan, die hun uiterste best deden te dansen zon­der elkaar aan te kijken. Terwijl hij haar om zich heen liet zwieren, met zijn arm veilig om haar middel, zweefde Cara's lange blonde vlecht ach­ter haar door de lucht. Toen zag Kahlan Cara opkijken in Benjamins blauwe ogen en glimlachen.

Kahlan was opgelucht toen het deuntje voorbij was en kapitein Ryans plaats voor de volgende dans werd overgenomen door Zedd. Ze hield hem dicht tegen zich aan terwijl ze met hem op een langzamer melodie danste.

ik ben trots op je, Biechtmoeder. Je hebt deze mannen iets fantastisch gegeven.'

'En dat is?'

'Je hart.' Hij gaf een knikje met zijn hoofd. 'Zie je hoe ze naar je kij­ken? Je hebt hun moed gegeven. Je hebt hun een reden gegeven om te geloven in wat ze doen.'

Kahlan trok een wenkbrauw op. 'Jij, sluwe vos. Je kunt anderen mis­schien voor de gek houden, maar mij niet. Jij bent degene die mij moed heeft gegeven.'

Zedd glimlachte alleen maar. 'Weet je, vanaf de allereerste Belijdster is het nooit meer een man gelukt om van zo'n vrouw te houden zonder dat hij door haar kracht werd vernietigd. Ik ben blij dat het mijn kleinzoon was die zo'n prestatie heeft geleverd, en dat het uit liefde voor jou was. Ik hou van je als van een kleindochter, Kahlan, en verheug me op de dag dat je weer bij mijn kleinzoon bent.'

Kahlan hield Zedd tegen zich aan en legde haar hoofd tegen zijn schou­der, terwijl ze allebei met hun eigen herinneringen verder dansten. Terwijl het dansen voortduurde, werd het licht van de gouden, steeds lager zakkende zon uiteindelijk vervangen door toortsen en warme vu­ren. De Zusters wisselden na elke dans van partner, en nog stonden er vrolijke mannen in lange rijen op hun beurt te wachten, en niet alleen voor de jongere, aantrekkelijke Zusters. Kokshulpjes zetten eenvoudige kost neer op lange tafels, af en toe wat proevend en grapjes makend met de soldaten terwijl ze hun werk deden. Tussen het dansen door proef­den Warren en Verna van alle gerechten op de verschillende tafels wat. Kahlan danste nog een keer met kapitein Ryan en nog een keer met Zedd, maar zorgde er daarna voor dat ze steeds aan het praten was met offi­cieren en soldaten, zodat ze met niemand zou hoeven te dansen, mocht er soms nog iemand zijn die het weliswaar moeilijk vond om haar te vra­gen, maar er toch de moed voor bijeen wist te rapen. Ze kon meer van de festiviteiten genieten als ze niet hoefde te dansen. Toen ze een rij jonge officieren begroette en deze haar vertelden hoe ze van het feest genoten, klopte iemand Kahlan op de schouder. Ze draai­de zich om en zag een glimlachende Warren.

'Biechtmoeder, ik zou vereerd zijn als je met me zou willen dansen.' Kahlan zag dat Verna met Zedd danste. Voor Warren maakte ze graag een uitzondering. 'Warren, ik zou dolgraag met de knappe bruidegom willen dansen.'

Hij bewoog soepel met haar, en helemaal niet onzeker, zoals ze had ver­wacht. Hij leek kalm en gelukkig, en niet nerveus over de drommen men­sen of de mannen die hem voortdurend op de rug sloegen, of de gek­scherende opmerkingen van sommige Zusters.

'Biechtmoeder, ik wil je bedanken voor de mooiste dag van mijn leven.' Kahlan keek glimlachend op in zijn jonge gezicht, zijn leeftijdloze ogen.

'Warren, jij bedankt dat je hebt ingestemd met dit grote feest. Ik weet dat het niet iets is dat bij jou past...'

'O, maar dat is het wel. Dat is het nu juist. Ik werd altijd de mol ge­noemd.'

'O ja? Waarom?'

'Omdat ik altijd in de gewelven op de profetieën zat te studeren. Het was niet alleen dat ik het fijn vond om te studeren... Ik was bang om te voorschijn te komen.' 'Maar uiteindelijk heb je dat toch gedaan.'

Hij draaide haar op de muziek rond. 'Richard heeft me naar buiten ge­bracht.'

'O ja? Dat heb ik nooit geweten.'

'In zekere zin heb jij voortgezet wat hij was begonnen.' Warren glim­lachte afwezig. 'Ik wilde je bedanken. Ik weet hoeveel ik hem mis, en hoeveel Verna hem mist. Ik weet dat de mannen hun Meester Rahl mis­sen.'

Kahlan kon alleen maar knikken.

'En ik weet hoeveel jij je man mist. Daarom wilde ik je bedanken voor wat je ons hebt gegeven; deze dag, en je hartelijkheid, ondanks jouw ver­driet. Iedereen hier voelt met je mee. Je moet weten dat je niet alleen staat in je gemis, en dat je omringd bent door mensen die ook van hem houden.'

Kahlan glimlachte en slaagde erin een 'dank je' uit te brengen. Terwijl ze over de open plek dansten en lachten om het vrolijke deun­tje en de onhandige passen van sommige soldaten, werd de muziek plot­seling afgebroken. Toen hoorde ze de hoorns.

Er sloeg een golf van schrik door de verzamelde soldaten, en mannen renden weg om hun wapens te halen. Toen kwam een van de schild­wachten met zijn arm zwaaiend aanstormen en riep dat iedereen gerust kon zijn, omdat het eigen troepen waren.

Verbaasd rekte Kahlan zich net als alle anderen uit om iets te kunnen zien. Ze hadden geen troepen buiten het kamp. Ze had iedereen toe­stemming gegeven aanwezig te zijn om het builoftsfeest te vieren. De menigte week uiteen en paarden kwamen tussen de mensenmassa door aandraven. Kahlans wenkbrauwen gingen omhoog en haar mond viel open. De gedistingeerde generaal Baldwin, opperbevelhebber van de Keltische strijdmacht, reed voorop op een mooie voskleurige ruin. Hij bracht het paard abrupt tot stilstand. Hij streek met zijn wijsvinger langs zijn met wit doorschoten donkere snor terwijl hij de menigte opnam die zich om hem heen had verzameld. Zijn grijzende zwarte haar kwam tot over zijn oren en zijn schedel schemerde er op zijn kruin door. Hij was een imponerende gestalte in zijn kamgaren cape, die op één schouder met twee knopen was bevestigd, zodat de diepgroene zijden voering zichtbaar was. Zijn geelbruine overmantel was versierd met een wapen, een schild dat diagonaal in tweeën werd gedeeld door een zwarte lijn, en aan de ene kant geel en aan de andere blauw was. De hoge laarzen van de man waren tot onder zijn knieën neergerold. Lange zware hand­schoenen waren met hun wijd uitlopende manchetten naar voren ge­vouwen achter een brede riem gestoken, die sloot met een rijkelijk be­werkte gesp.

De mannen maakten ruimte voor Kahlan om ertussendoor te kunnen. 'Generaal!'

Hij hief op zijn statige manier een hand en glimlachte breed. 'Biecht­moeder, wat fijn om u te zien.'

Kahlan wilde iets zeggen, maar er kwamen paarden aanstuiven en de menigte week voor hen uiteen. Ze stormden als een door de wind aan­gewakkerd vuur de dansvloer op; een tiental Mord-Sith in rood leer. Een van de vrouwen sprong van haar paard. 'Rikka!' riep Cara uit.

De doortastende, felle blik van de vrouw ging over de mensenmassa. Uit­eindelijk bleef hij op Cara rusten. Cara stapte uit de armen van generaal Meiffert.

'Cara,' zei ze bij wijze van begroeting. Ze keek om zich heen. 'Waar is Hania?'

Cara liep een stukje naar haar toe. 'Hania? Die is hier niet.' De vrouw perste in bittere teleurstelling haar lippen opeen. 'Dat dacht ik al. Toen we geen bericht meer van haar ontvingen, was ik al bang dat we haar kwijt waren. Maar ik hoopte nog...'

Kahlan stapte naar voren, een beetje nijdig dat de vrouw zomaar gene­raal Baldwin had verdrongen. 'Rikka, is het niet?' 'Aha,' zei Rikka met een veelbetekenende glimlach. 'U moet de vrouw van Meester Rahl zijn, de Biechtmoeder. Ik herken u van de beschrij­vingen.' De vrouw salueerde nonchalant met een vuist tegen haar hart. 'Ja, ik ben Rikka.'

'Ik ben blij dat jij en je zusters van de Agiel hier zijn.' ik ben uit Aydrindril vertrokken zo gauw als Berdine uw brief had ont­vangen. Die verklaarde veel. Zij en ik hebben erover gesproken, en be­sloten dat ik u met wat van mijn zusters zou komen helpen. Ik heb zes Mord-Sith bij Berdine achtergelaten om Aydindril en de Tovenaars­burcht te bewaken. Ik heb ook twintigduizend soldaten meegebracht.' Ze wees met haar duim achter zich. 'Een week geleden kwamen we de generaal, hier, tegen.'

'We kunnen jullie hulp goed gebruiken. Dat was verstandig van Berdine; ik weet hoe graag ze zelf wilde komen, maar ze kent de stad en de Burcht. Ik ben blij dat ze mijn bevelen heeft opgevolgd.' Kahlan vestig­de haar meest doordringende Biechtmoedersblik op Rikka. 'Neem me niet kwalijk, maar je onderbrak generaal Baldwin.' Cara duwde Rikka achteruit, voor de generaal weg. 'We moeten praten, Rikka, voordat je Meester Rahl en zijn vrouw kunt dienen, die toeval­lig ook een zuster van de Agiel is.'

Rikka trok verrast een wenkbrauw op. 'Heus? Hoe kan...' 'Later,' zei Cara met een glimlach voordat Rikka zich nog dieper in de problemen kon werken, en ze dreef de vrouw en haar mede-Mord-Sith naar achteren. Zedd, Adie en Verna kwamen dichter rond Kahlan staan. Generaal Baldwin, die inmiddels was afgestegen, stapte eindelijk naar voren en liet zich met een buiging op een knie zakken. 'Mijn koningin, Biechtmoeder.'

'Sta op, m'n kind,' zei Kahlan, de formele beantwoording, terwijl het kamp met dezelfde geboeide aandacht toekeek als ze bij de bruiloft had­den gedaan. Dit was ook voor hen belangrijk.

De generaal stond op. ik ben onmiddellijk gekomen toen ik uw brief ontving, Biechtmoeder.'

'Hoeveel manschappen hebt u meegebracht?'

Hij keek verrast bij de vraag. 'Nou... allemaal. Honderdzeventigduizend man. Als mijn koningin om een leger vraagt, breng ik haar dat.' Er ging een gefluister door de menigte toen de mannen zijn woorden naar achteren herhaalden.

Kahlan stond versteld. Ze voelde zelfs de kou niet meer. 'Dat is gewel­dig, generaal. We hebben ze hard nodig. Dit is een serieuze strijd, zoals ik in mijn brief heb uitgelegd. De Imperiale Orde krijgt voortdurend ver­sterkingen. We moeten die lijnen afsnijden.'

‘Ik begrijp het. Met de D'Haranen uit Aydindril die met ons mee zijn gekomen, kunnen we de omvang van uw leger hier ongeveer verdrie­voudigen.'

'En we kunnen nog meer mannen laten komen uit D'Hara,' zei generaal Meiffert.

Kahlan voelde de hete vonk van opflikkerend vertrouwen in hun kan­sen opgloeien in haar borst, in het voorjaar zullen we die zeker nodig hebben.' Ze keek generaal Baldwin met haar hoofd schuin aan. 'Hoe zit het met luitenant Leiden?'

'Wie? O, u moet sergeant Leiden bedoelen. Hij heeft nu alleen nog maar een verkenningspatrouille. Als een man zijn koningin in de steek laat, heeft hij geluk als hij mag blijven leven, maar hij deed het om haar volk te beschermen, dus heb ik hem weggestuurd om een verre pas te bewa­ken. Ik hoop dat hij zich warm aankleedt.'

Kahlan kon de zwierige generaal Baldwin wel zoenen. In plaats daarvan legde ze in een dankbaar gebaar haar vingers op zijn arm. 'Dank u, ge­neraal. We hebben de mannen hard nodig.'

'Nou, ze zijn een stukje terug, op een halve dagmars. Ik kon ze hier niet allemaal kwijt, bij uw leger.'

'Dat is prima.' Kahlan wenkte de Mord-Sith. ik ben ook heel blij om jou te zien, Rikka. Met Mord-Sith kunnen we de begiftigden van de vij­and beter aan. Misschien kunnen we het tij zelfs wel keren. Cara, hier, heeft geholpen bij het elimineren van een aantal begiftigden, maar ik ben bang dat Meester Rahl haar opdracht heeft gegeven mij te beschermen. Die taak zal ze blijven vervullen. Maar jullie zijn vrij om achter hun be­giftigden aan te gaan.'

Rikka boog. 'Dolgraag.' Ze kwam overeind en glimlachte. 'Berdine heeft me voor haar gewaarschuwd,' fluisterde ze uit haar mondhoek naar Cara.

'Je moet ook naar Berdine luisteren,' zei Cara, en gaf haar een klap op de rug. 'Kom mee, dan help ik jullie een slaapplaats te...' 'Nee,' zei Kahlan, en ze bleven staan. 'Dit is een feest. De generaal, Rik­ka en haar zusters zijn uitgenodigd. Sterker nog, ik sta erop dat ze blij­ven.'

'Nou,' zei Rikka, opvrolijkend, 'als we de vrouw van Meester Rahl be­schermen, vinden we het prima om te blijven.'

Kahlan pakte Rikka bij de arm en trok haar naar zich toe. 'Rikka, we hebben hier veel mannen en weinig vrouwen. Dit is een bal. Kom op,

dansen.'

'Wat? Bent u gek gew...'

Kahlan duwde haar de dansvloer op. Ze knipte met haar vingers naar de musici. 'Zullen we verder gaan?' Ze wendde zich tot generaal Bald­win. 'Generaal, u bent precies op het juiste moment gekomen, nu we iets te vieren hebben. Wilt u alstublieft met me dansen?' 'Biechtmoeder?'

ik ben ook uw koningin. Generaals dansen toch met koninginnen, is het niet?'

Hij glimlachte en bood haar zijn arm. 'Natuurlijk, majesteit.' Lang nadat het donker was geworden, begaf de bruidsstoet zich door de geïmproviseerde straten om alle mannen te groeten. Duizenden soldaten feliciteerden Warren en Verna met hun huwelijk, gaven gekscherende adviezen of een vriendelijke klap op de schouder, of zwaaiden alleen vro­lijk.

Kahlan herinnerde zich de tijd dat het Middenland deze mannen vrees­de. Onder Darken Rahl vormden ze een geducht invasieleger, dat de mensen doodsangst inboezemde. Ze was verbaasd dat deze mannen zo fatsoenlijk konden zijn, zo menselijk, als ze maar een kans kregen. Ei­genlijk was het Richard die hun die kans had gegeven. Ze wist dat ve­len van hen dat begrepen en waardeerden.

Toen ze eindelijk het eind bereikten van de lange, kronkelige wandeling door het uitgestrekte kamp, kwamen ze bij de tent waarvan Verna en Warren dachten dat die voor hen was. Degenen die mee waren gelopen, wensten het stel een goedenacht en wandelden terug naar het feest. Ze bleven met zijn drieën achter.

In plaats van Verna en Warren hun pas te laten inhouden, stapte Kah­lan tussen hen in, nam ieder van hen bij de arm en voerde hen mee naar het pad tussen de hoog oprijzende bomen door. Het maanlicht, dat door de takken viel, wierp bewegende patronen op de sneeuw. Verna en War­ren, die geen idee hadden wat ze van plan was, protesteerden geen van beiden toen Kahlan hen door liet lopen.

Ten slotte zag Kahlan tussen de bomen door de hut liggen. Ze bleef op enige afstand ervan staan om hun de gelegenheid te geven het kaarslicht van achter de kantachtige gordijnen te zien schijnen. Omdat het zo in tegenstelling was met het leven in een legerkamp zag de hut er des te ro­mantischer uit.

'Dit is een lange en zware strijd,' zei Kahlan tegen hen. 'Een huwelijk beginnen onder deze omstandigheden is een hele opgave. Ik kan jullie niet zeggen hoe blij ik ben dat jullie tweeën ervoor hebben gekozen dat toch te doen. Het betekent heel veel voor ons allemaal. We zijn allemaal heel gelukkig voor jullie. Ik wil jullie vooral bedanken omdat jullie voor het leven in al zijn glorie hebben gekozen.

Op een dag zullen we verder moeten trekken, aangezien de Orde zeker weer in beweging zal komen als het voorjaar wordt, als ze dat al niet eerder doet. Maar voorlopig wil ik dat jullie hier wonen. Dat is wel het minste dat ik jullie kan geven, dat kleine stukje van een normaal leven samen.'

Verna barstte plotseling in tranen uit en begroef haar gezicht tegen Kah­lans schouder. Kahlan klopte de priores op haar rijzende en dalende rug, grinnikend omdat het zo weinig karakteristiek voor Verna was om haar emoties te tonen.

'Geen goed idee, Verna, om te gaan huilen als je kersverse echtgenoot net op het punt staat je mee te voeren naar zijn bed.'

Nu moest Verna ook lachen. Ze greep Kahlan bij de schouders en keek haar in haar ogen.

ik weet niet wat ik moet zeggen.'

Kahlan gaf haar een zoen op haar wang. 'Hou van elkaar, wees goed voor elkaar en koester jullie samenzijn; dat zou ik jullie willen vragen.' Warren omhelsde haar en bedankte haar fluisterend in haar oor. Kahlan keek toe terwijl hij Verna het laatste stukje naar de hut leidde. Bij de deur draaiden ze zich allebei om en zwaaiden. Op het laatste ogen­blik tilde Warren Verna hoog de lucht in. Haar zangerige lach dreef tus­sen de bomen door toen hij haar over de drempel droeg. Alleen keerde Kahlan terug naar het kamp.