41

In opdracht van prins Harold gingen kapitein Ryan en zijn twee man­nen voor hun troepen en paarden zorgen terwijl de rest van het ge­zelschap de kleine jachthut binnendromde. Zedd en Warren gingen op een bank zitten die bestond uit een plank die op twee boomstronken was gelegd. Verna en Adie vonden een plek tegen de muur ertegenover, op een andere bank. Cara stond uit het raampje te turen. Vlak bij Cara stond generaal Meiffert te kijken hoe de prins met zijn wijsvinger heen en weer ging langs de voorste rand van de tafel. Kahlan vouwde haar handen voor zich op tafel.

'Zo,' begon ze, het ergste vrezend. 'Hoe is het met Cyrilla?' Harold streek het voorpand van zijn jas glad. 'De koningin is... her­steld.'

'Koningin...?' Kahlan kwam overeind uit haar stoel, is Cyrilla hersteld? Harold, dat is geweldig nieuws. En heeft ze eindelijk de troon weer beste­gen? Dat is nog beter!'

Kahlan was dolblij dat ze de rol van koningin van Galea niet langer hoef­de te vervullen. Dat was lastig voor haar, als Biechtmoeder, en daarom kon Cyrilla het veel beter doen. Maar ze was vooral opgelucht om te horen dat haar halfzuster eindelijk weer beter was. Hoewel zij tweeën nooit veel met elkaar waren opgetrokken, koesterden ze een wederzijds respect.

Maar sterker nog dan haar blijdschap over het herstel van Cyrilla was Kahlans gevoel van bevrijding dat Harold eindelijk zijn troepen had mee­gebracht om zich bij hen te voegen. Ze hoopte dat hij erin was geslaagd de honderdduizend man bij elkaar te krijgen waarover ze het eerder had­den gehad; dat zou een goed begin zijn voor het leger dat Kahlan moest verzamelen.

Harold bevochtigde zijn verweerde lippen. Aan zijn hangende schouders dacht ze te zien dat het bijeenbrengen van zijn leger moeilijk was ge­weest, en de reis zwaar. Ze had hem nog nooit zo afgemat gezien. Hij had een vage, lege gelaatsuitdrukking die haar deed denken aan haar va­der.

Kahlan glimlachte breed, vastbesloten om haar waardering te laten blijken. 'Hoeveel soldaten heb je meegebracht? We zouden die extra honderd­duizend goed kunnen gebruiken. Dat zou het aantal dat we hier nu heb­ben zo'n beetje verdubbelen. De geesten weten dat we ze nodig hebben.' Niemand zei iets. Toen ze van de een naar de ander keek, durfde nie­mand haar blik te beantwoorden. Kahlans gevoel van opluchting verdween. 'Harold, hoeveel soldaten heb je meegebracht?'

Hij haalde zijn vlezige vingers door zijn lange, dikke, donkere haar. 'Een stuk of duizend.'

Ze staarde hem sprakeloos aan en liet zich weer in haar stoel zakken. 'Duizend?'

Hij knikte, nog steeds zonder haar aan te kijken. 'Kapitein Bradley en zijn mannen. Degenen die jij hebt aangevoerd en met wie je hebt ge­vochten.'

Kahlan voelde haar gezicht warm worden. 'We hebben al je troepen no­dig. Harold, wat is er aan de hand?' Eindelijk keek hij haar aan.

'Koningin Cyrilla heeft mijn plan om onze troepen naar het zuiden te brengen van de hand gewezen. Kort nadat jij bij ons was en haar hebt bezocht, kwam ze bij uit haar ziekte. Ze was weer zichzelf, vol ambitie en geestdrift. Je weet hoe ze was. Ze was altijd onvermoeibaar in haar inspanningen voor Galea.' Hij trommelde doelloos met zijn vingers op tafel. 'Maar ik vrees dat ze is veranderd door haar periode van ziekte. Ze is bang voor de Imperiale Orde.'

ik ook,' zei Kahlan met kalme, ingehouden woede. Ze voelde Richards zwaard tegen de achterkant van haar schouder drukken. Ze zag dat Ha­rold ernaar keek. iedereen in het Middenland is bang voor de Orde. Daarom hebben we die troepen nodig.'

Hij knikte bij haar woorden. 'Dat heb ik haar allemaal verteld. Heus waar. Ze zei dat zij de koningin van Galea was, en in die hoedanigheid de belangen van ons land moest laten voorgaan.' 'Galea heeft zich aangesloten bij het D'Haraanse Rijk!' Hij opende zijn handen in een hulpeloos gebaar. 'Toen ze ziek was, was ze zich er niet van bewust dat dat gebeurde. Ze zei dat ze jou alleen de troon had gegeven om haar volk veiligheid te bieden, niet om hun soe­vereiniteit uit te leveren.' Hij liet zijn handen langs zijn zijden bungelen. 'Ze stelt dat jij nooit de wettige macht hebt gehad om dat te beslissen en weigert zich aan de overeenkomst te houden.'

Kahlan wierp een blik op de anderen in de kamer, die zaten te zwijgen als een gezelschap strenge rechters.

'Harold, jij en ik hebben dit allemaal al eens besproken. Het Midden­land loopt gevaar.' Ze hief haar arm. 'De hele Nieuwe Wereld loopt ge­vaar! We moeten die dreiging beantwoorden, en ons niet laten verleiden één land tegelijk te verdedigen, of elk land laten proberen zichzelf te ver­dedigen. Als we dat doen, zullen we allemaal ten onder gaan, stuk voor stuk. We moeten één front vormen.'

ik ben het in principe met je eens, Biechtmoeder. Maar koningin Cyril­la niet.'

'Dan is Cyrilla niet hersteld, Harold. Ze is nog steeds ziek.' 'Dat kan zijn, maar dat is niet aan mij om te bepalen.' Kahlan zette een elleboog op tafel en liet haar voorhoofd tegen haar vin­gertoppen rusten. Inwendig schreeuwden haar gedachten dat dit niet mocht gebeuren.

'Hoe zit het met Jebra?' vroeg Zedd van de zijkant. Kahlan was opge­lucht om zijn stem te horen, alsof de rede terugkeerde om de waanzin te verdrijven van wat ze had gehoord, alsof het gewicht van een andere stem de zaken zou oplossen. 'We hebben de ziener daar achtergelaten om te helpen voor Cyrilla te zorgen en om jullie te adviseren. Jebra moet Cyrilla dit toch hebben afgeraden?'

Harold liet zijn hoofd weer hangen, ik vrees dat koningin Cyrilla op­dracht heeft gegeven Jebra in een kerker te gooien. Bovendien heeft de koningin de instructies gegeven dat als Jebra één woord van haar blas­femie spreekt, zoals koningin Cyrilla het noemt, haar tong moet wor­den afgesneden.'

Kahlan moest zichzelf ertoe dwingen af en toe met haar ogen te knip­peren. Het was niet meer Cyrilla's gedrag dat haar verbijsterde. Ze be­sefte vooral dat er niets meer van haar respect over was. Haar woorden klonken kil.

'Harold, waarom volg je de bevelen van een krankzinnige op?' Hij trok een strak gezicht, alsof haar toon hem kwetste. 'Biechtmoeder, ze is niet alleen mijn zus, maar ook mijn koningin. Ik heb gezworen mijn koningin te gehoorzamen om het Galeaanse volk te beschermen. Al on­ze mannen die hier met uw leger hebben gevochten, hebben ook ge­zworen voor alles het volk van Galea te beschermen. Ik heb hun de or­ders van onze koningin al doorgegeven. We moeten allemaal onmiddellijk terugkeren naar Galea. Het spijt me, maar er zit niets an­ders op.'

Kahlan sloeg met haar vuist op tafel en schoot overeind.

'Galea ligt aan het begin van het stroomdal van de Callisidrin! Het is een poort naar het centrum van het Middenland! Zie je niet wat een aan­lokkelijke route dat voor de Imperiale Orde zou zijn? Zie je niet dat ze op die manier kunnen proberen het Middenland te splitsen?' 'Natuurlijk wel, Biechtmoeder.'

Ze wees met gestrekte arm naar het kamp onder de hut. 'Dus jij verwacht dat al die mannen daar hun leven op het spel zetten om jullie van de Orde te redden? Koningin Cyrilla en jij verwachten kei­hard dat al die mannen daar sterven om jullie te beschermen? Terwijl jullie je rustig hebben teruggetrokken in Galea? In de hoop dat zij er­voor zorgen dat de Orde jullie nooit zal bereiken?' 'Natuurlijk niet, Biechtmoeder.'

'Wat mankeert je? Snap je dan niet dat als je samen met ons vecht om de Orde tot staan te brengen, je de bewoners van je vaderland be­schermt?'

Harold bevochtigde zijn lippen. 'Biechtmoeder, alles wat je zegt is waar­schijnlijk waar. Het is ook irrelevant. Ik ben bevelhebber van het Gale­aanse leger. Mijn hele leven is gewijd aan het dienen van het Galeaanse volk en mijn vorst; eerst mijn vader en moeder, en daarna mijn zus. Van­af de tijd dat ik als jongetje op mijn vaders knie zat, heb ik geleerd om de bescherming van Galea boven alles te stellen.' Kahlan deed haar best om haar stem onder controle te houden. 'Harold, Cyrilla is duidelijk nog steeds ziek. Als je oprecht geïnteresseerd bent in het beschermen van je volk, moet je inzien dat wat je nu doet niet de manier is om dat te bereiken.'

'Biechtmoeder, ik ben door mijn koningin belast met de taak om het volk van Galea te beschermen. Ik ken mijn plicht.' 'Je plicht?' Kahlan streek met een hand over haar gezicht. 'Harold, je kunt niet blindelings de grillen van die vrouw volgen. De weg naar le­ven en vrijheid kun je alleen met gezond verstand vinden. Ze mag dan koningin zijn, maar alleen door de rede kun je je echt laten regeren. Als je die rede in deze kwestie uitschakelt, als je weigert na te denken, ben je zelf niet toerekeningsvatbaar.'

Hij keek haar aan alsof ze een of ander arm kind was dat de wereld van volwassen verantwoordelijkheid niet begreep. 'Ze is mijn koningin. De koningin is het volk toegewijd.' Kahlan trommelde met haar vingers op tafel. 'Cyrilla wordt misleid door de spookbeelden die haar nog steeds kwellen. Ze zal jullie volk kwaad berokkenen. Jij gaat haar helpen jullie volk in het ongeluk te storten om­dat je wilt dat iets waar is, ook al is het dat niet. Je ziet haar zoals ze eens was, niet zoals ze nu is.'

Hij haalde zijn schouders op. 'Biechtmoeder, ik begrijp waarom je dat denkt, maar ik kan er niets aan veranderen. Ik moet doen wat mijn ko­ningin me opdraagt.'

Kahlan zat met haar ellebogen op tafel en liet haar gezicht een tijdje in haar handen rusten, bevend van woede om de waanzin van wat ze hoor­de. Ten slotte keek ze haar halfbroer in de ogen. 'Harold, Galea is een deel van het D'Haraanse Rijk. Dat Galea een ko­ningin heeft, komt alleen doordat dat Rijk toegeeflijk is. Ook al is ze ko­ningin en erkent ze het gezag van het D'Haraanse Rijk niet, dan is ze nog altijd, net als ze altijd is geweest, ondergeschikt aan de Biechtmoeder van het Middenland. Als Biechtmoeder en als aanvoerster van het D'Haraan­se Rijk in afwezigheid van Meester Rahl maak ik officieel een einde aan die toegeeflijkheid. Cyrilla heeft geen gezag meer en is bij deze afgezet. Ze is nergens meer koningin van, en al helemaal niet van Galea. Jouw orders zijn om terug te keren naar Ebinissia, Cyrilla voor haar ei­gen veiligheid te arresteren, Jebra vrij te laten, en terug te keren naar dit leger met de ziener en alle Galeaanse troepen, afgezien van een bewa­kingsmacht voor de kroonstad.'

'Biechtmoeder, het spijt me, maar mijn koningin heeft me opgedragen...'

Kahlan sloeg met haar vlakke hand op tafel. 'Genoeg!'

Harold zweeg terwijl Kahlan overeind kwam. Met haar vingertoppen op tafel geleund, boog ze zich dichter naar hem toe.

'Als Biechtmoeder beveel ik je mijn orders ogenblikkelijk op te volgen.

Punt, uit. Ik wil niets meer horen.'

Iedereen in de kamer leek doordrongen te zijn van de ernstige conse­quenties van wat er gebeurde. Elk grimmig gezicht keek toe om te zien hoe het zou aflopen.

Harold sprak met een stem die Kahlan aan die van haar vader deed den­ken.

'Ik besef dat het voor jou misschien onzinnig lijkt, Biechtmoeder, maar ik moet mijn plicht jegens mijn volk verkiezen boven mijn plicht jegens jou. Cyrilla is mijn zus. Koning Wyborn heeft me geleerd hoe je een goe­de bevelhebber moet zijn. Een officier moet zijn koningin gehoorzamen. Mijn mannen hier hebben van hun koningin opdracht gekregen onmid­dellijk terug te keren om Galea te beschermen. Mijn eer gebiedt me om mijn volk te beschermen, zoals mijn koningin me opdraagt.' 'Opgeblazen idioot dat je er bent. Hoe durf je tegen mij over je eer te spreken? Je offert het leven van onschuldige mensen voor je waanideeën over eer. Eer is trouw aan wat er is, geen blinde plichtsbetrachting je­gens wat je zou willen dat er was. Jij hebt geen eer, Harold.' Kahlan liet zich in haar stoel zakken. Ze keek langs hem heen naar de haard en staarde in de vlammen.

'Ik heb je mijn orders gegeven. Weiger je ze op te volgen?'

'Dat moet ik wel weigeren, Biechtmoeder. Laat me alleen zeggen dat het niet uit kwaadwilligheid is.' 'Harold,' zei ze met vlakke stem zonder naar hem te kijken, 'je pleegt verraad.'

ik besef dat je het zo zou kunnen zien, Biechtmoeder.' 'Dat doe ik inderdaad. Je verraadt je volk, je verraadt het Middenland, je verraadt ons D'Haraanse verbond tegen de Imperiale Orde, en je ver­raadt de Biechtmoeder. Wat denk je dat ik daaraan zou moeten doen?' ik zou verwachten dat als je er zo uitgesproken over denkt, je me ter dood moet laten brengen, Biechtmoeder.'

Ze keek naar hem op. 'Als je intelligent genoeg bent om dat te beseffen, wat heeft het dan voor nut om je te houden aan de bevelen van een krankzinnige? Het zal enkel je dood betekenen, en dan zul je de beve­len van je koningin ook niet kunnen opvolgen. Vasthouden aan je ge­dragslijn kan er alleen toe leiden dat je volk zonder jouw hulp achter­blijft, het volk dat jij beweert boven alles te stellen. Waarom doe je niet gewoon het juiste en help je ons niet om je volk te helpen? Aangezien je dat weigert, heb je bewezen dat je in werkelijkheid geen verstand hebt, laat staan eer.'

Hij vestigde zijn blik op haar, vol intense woede. De knokkels van zijn vuist werden wit.

'Nu zal ik gehoord worden, Biechtmoeder. Als ik mijn eer trouw blijf, ook al kost het me mijn leven, hou ik daarmee mijn familie in ere, mijn zus, mijn koningin en mijn vaderland. Een vaderland dat is opgebouwd door mijn vader, koning Wyborn, en mijn moeder, koningin Bernadine. Toen ik klein was, werd mijn vader, mijn oppermachtige koning, weg­genomen van mijn moeder, mijn familie en mijn vaderland Galea door de Belijdsters, en door de kracht van een Belijdster onderworpen van­wege hun zelfzuchtige verlangen naar een echtgenoot voor je moeder, vanwege haar zelfzuchtige verlangen naar een sterke man om de vader te worden van haar kind: jij. En nu wil jij, Biechtmoeder - die is voort­gekomen uit de ontvoering van die man, van wie we zoveel hielden, toen ik nog maar een jongetje was - mijn zuster mij afnemen? Ons land ook haar afnemen? Mij beletten mijn plicht te doen in dienst van mijn ko­ningin, mijn land en bovenal mijn volk? De laatste taak die mijn vader me heeft opgedragen voordat je moeder hem van ons afnam en hem ver­nietigde, met als enige reden dat hij een goed mens was en ze hem wil­de hebben, was dat ik altijd mijn plicht jegens mijn zus en mijn land moest vervullen. Ik zal mijn vaders laatste opdracht uitvoeren, ook al vind jij dat waanzin.' Kahlan staarde hem geschokt aan. 'Het spijt me dat je er zo over denkt, Harold.'

Zijn gezicht was ouder en harder geworden, ik weet dat jij niet verant­woordelijk bent voor alles wat er is gebeurd voordat je er was, en ik zal

altijd van dat deel van jou houden dat mijn vader is, maar ik ben dege­ne die met dit alles moet leven. Nu moet ik mezelf trouw blijven, mijn eigen gevoelens.' 'Je gevoelens,' herhaalde ze.

'Ja, Biechtmoeder. Dat zijn mijn gevoelens, en daar moet ik op vertrou­wen.'

Kahlan slikte het pijnlijke brok in haar keel weg. Haar vingers, die slap op tafel voor haar lagen, tintelden.

'Vertrouwen en gevoelens. Harold, je bent net zo gek als je zus.' Ze stond op en vouwde haar handen. Ze wisselde een laatste blik met haar halfbroer, een man die ze nooit had gekend, behalve van naam, ter­wijl ze een vonnis over hem uitsprak.

'Morgenochtend vanaf zonsopgang zijn het D'Haraanse Rijk en Galea in oorlog. Als je morgen na zonsopgang wordt gezien door een van mijn mannen, zul je ter dood worden gebracht wegens verraad. Ik laat die dappere mannen buiten niet sterven voor verraders. De Im­periale Orde zal hoogstwaarschijnlijk via het stroomdal van de Calli­sidrin naar het noorden trekken. Jullie staan alleen. Ze zal je leger tot de laatste man afslachten, net zoals ze de inwoners van Ebinissia heeft afgeslacht. Jagang zal je zus aan zijn mannen geven, als hoer. En dat allemaal door jouw toedoen, Harold, doordat je weigert je ver­mogens te gebruiken om na te denken, en in plaats daarvan je gevoelens volgt, en je vertrouwen in iets dat niet bestaat.'

Harold, zijn handen op zijn rug ineengeslagen en zijn kin geheven, zei niets en Kahlan ging verder.

'Zeg tegen Cyrilla dat ze maar beter kan hopen op het lot dat ik net heb omschreven, want als de Orde niet door Galea heen trekt, doe ik het zelf. Ik heb beloofd geen genade te hebben met de Orde. Galea's ver­raad veroordeelt het land tot hetzelfde lot als de Orde. Als de Orde Cy­rilla niet te pakken krijgt, zweer ik dat ik dat zal doen, en als ik haar heb, neem ik haar mee terug naar Aydindril en gooi ik haar persoonlijk weer in die kuil waaruit jij haar hebt gered, en daar laat ik haar de rest van haar leven in zitten, samen met alle misdadige bruten die ik kan vin­den.'

Harolds mond viel open. 'Biechtmoeder... dat meen je niet.' Kahlans blik vertelde hem het tegendeel. 'Zorg dat je Cyrilla vertelt wat haar te wachten staat. Jebra heeft waarschijnlijk ook geprobeerd het haar te vertellen, en is ervoor in een kerker gegooid. Cyrilla weigert de open kuil voor haar voeten te zien, en jij loopt er samen met haar in. Wat er­ger is: je sleept je onschuldige volk mee.'

Kahlan trok haar koninklijke Galeaanse zwaard. Ze pakte het bij beide uiteinden. Ze zette haar kiezen op elkaar en drukte de kling met de plat­te kant tegen haar knie. Het staal boog, en brak uiteindelijk met een lui­de knap. Ze wierp het gebroken zwaard aan zijn voeten op de grond. 'Ga nu uit mijn ogen.'

Hij draaide zich om om te vertrekken, maar voordat hij een stap kon zetten, stond Zedd op en stak zijn hand op.

'Biechtmoeder,' zei Zedd; hij koos zijn woorden zorgvuldig, ik geloof dat u zich door uw emoties laat meeslepen.'

Harold gebaarde naar Kahlan, blij met de tussenkomst van Zedd. 'Ver­tel het haar, tovenaar Zorander. Vertel het haar.' Kahlan kon haar oren niet geloven. Ze bleef waar ze was en keek strak in Zedds hazelnootbruine ogen. 'Zou u me dan willen uitleggen wat mijn denkfout is, Eerste Tovenaar?'

Zedd keek even naar Harold en toen weer naar Kahlan. 'Biechtmoeder, koningin Cyrilla is duidelijk gestoord. Prins Harold bewijst haar niet al­leen een slechte dienst, maar staat haar ook toe haar volk enkel het schrikbeeld van de dood te brengen. Als hij de kant van de rede zou kie­zen, zou hij zijn volk beschermen en de voortreffelijke staat van dienst van zijn zuster in ere houden, toen ze nog bij haar volle verstand was. In plaats daarvan heeft hij zijn plicht jegens zijn volk verzaakt door wat hij zou willen dat waar was te stellen boven wat waar is. Daarmee om­helst hij de dood, en in dit geval ook de dood voor zijn volk. Prins Harold is terecht schuldig bevonden aan verraad. Uw gevoelens voor hem vertroebelen uw beoordelingsvermogen. Hij vormt nu over­duidelijk een gevaar voor onze zaak, voor de levens van onze mensen en voor de levens van zijn eigen mensen. We mogen hem niet toestaan te vertrekken.'

Harold leek als door de bliksem getroffen. 'Maar Zedd...' Ook in Zedds ogen stond het vreselijke vonnis schuldig te lezen. Hij wachtte af, alsof hij de man uitdaagde zijn verraad nog verder te bewij­zen. Harolds mond bewoog, maar hij had niets te zeggen, is iemand het met me oneens?' vroeg Zedd.

Hij keek naar Adie. Ze schudde haar hoofd. Ook Verna schudde haar hoofd. Warren keek even strak naar Harold en schudde toen ook zijn hoofd.

Harold keek verontwaardigd. 'Dit neem ik niet. De Biechtmoeder heeft me tot zonsopgang gegeven om me terug te trekken. Jullie moeten haar vonnis eerbiedigen.'

Hij deed twee passen naar de deur, maar bleef toen staan en greep naar zijn borst. Hij begon langzaam draaiend ineen te zakken en zijn ogen rolden omhoog. Zijn knieën knikten en hij sloeg tegen de grond. Kahlan was met stomheid geslagen. Niemand bewoog of zei een woord. Generaal Meiffert liet zich op een knie naast het lichaam zakken en con­troleerde of prins Harold nog ademde en een hartslag had. De generaal keek op naar Kahlan en schudde zijn hoofd.

Ze liet haar blik van Zedd naar Adie, naar Verna, naar Warren gaan. Op geen van de gezichten viel iets te lezen.

Kahlan stond op en sprak zacht, ik wil niet weten wie van jullie dit heeft gedaan. Ik zeg niet dat diegene iets verkeerds heeft gedaan... maar ik wil het niet weten.' De vier mensen met de gave knikten.

Bij de deur bleef Kahlan even in het felle zonlicht staan, met de koude lucht op haar gezicht, en keek zoekend rond totdat ze kapitein Ryan te­gen een stevige jonge esdoorn geleund zag staan. Hij ging in de houding staan toen ze door de sneeuw naar hem toe liep. 'Bradley, heeft prins Harold jullie verteld waarom hij hierheen kwam?' Dat ze hem bij zijn voornaam noemde, in plaats van bij zijn rang, ver­anderde de toon van de vraag. Zijn houding werd ontspannener. 'Ja, Biechtmoeder. Hij zei dat hij u moest vertellen dat hij van zijn ko­ningin opdracht had gekregen terug te komen om Galea te verdedigen en dat hem verder was opgedragen om zijn mannen die onder u dien­den mee terug te nemen naar Galea.'

'Wat doen jullie dan hier? Waarom zijn jij en je mannen meegekomen, als hij iedereen mee terug moest nemen?'

Hij hief zijn vierkante kaak en keek haar met helderblauwe ogen aan.

'Omdat we gedeserteerd zijn, Biechtmoeder.'

'Wat?'

'Prins Harold heeft me zijn bevelen gegeven, zoals ik die net heb verteld. Ik heb hem gezegd dat het verkeerd was, en ons volk alleen maar scha­de kon toebrengen. Hij zei dat het niet aan mij was om dat soort din­gen te beslissen. Hij zei dat het niet aan mij was om na te denken, maar om bevelen op te volgen.

Ik heb zij aan zij met u gevochten, Biechtmoeder. Ik denk dat ik u be­ter ken dan prins Harold doet; ik weet dat u zich helemaal inzet voor het beschermen van het leven van de mensen van het Middenland. Ik heb hem gezegd dat wat Cyrilla deed, verkeerd was. Hij werd kwaad en zei dat het mijn plicht was zijn bevelen op te volgen. Ik heb hem gezegd dat ik in dat geval uit het Galeaanse leger deserteer­de en me bij u zou aansluiten. Ik dacht dat hij me ter dood zou laten brengen wegens weigering zijn bevelen op te volgen, maar dan zou hij ons alle duizend ter dood hebben moeten brengen, want alle mannen dachten er hetzelfde over. Er zijn er een heel stel naar voren gekomen om hem dat te vertellen. Toen leek hij te bedaren, en hij liet ons met hem meekomen hierheen.

Ik hoop dat u niet boos op ons bent, Biechtmoeder.'

Kahlan kon het op dat moment niet opbrengen om de Biechtmoeder te zijn. Ze sloeg haar armen om hem heen. 'Dank je wel, Bradley.'

Ze pakte hem bij zijn schouders en glimlachte naar het waterige beeld van hem. 'Je hebt je hoofd gebruikt. Daar zou ik nooit boos om kunnen zijn.'

'U hebt ons eens gezegd dat we een das waren die probeert een os in zijn geheel op te slokken. Ik heb het idee dat u dat nu weer probeert. Als er ooit een das is geweest die een os in zijn geheel kon opslokken, zou u het zijn, Biechtmoeder, maar we zouden niet willen dat u het probeerde zonder ons om u erbij te helpen.'

Toen draaiden ze zich om en zagen generaal Meiffert een paar van zijn mannen aanwijzingen geven. Ze droegen het levenloze lichaam van prins Harold uit de hut; ze hielden hem onder de armen en bij de enkels vast. Zijn handen sleepten door de sneeuw.

'Ik dacht al dat dit niet goed zou aflopen,' zei de jonge kapitein. 'Sinds Cyrilla ziek is geworden, is prins Harold nooit meer de oude geweest. Ik heb altijd van de man gehouden. Het deed me verdriet dat ik moest deserteren. Maar hij dacht gewoon niet logisch meer.' Kahlan legde troostend een hand op zijn schouder terwijl ze toekeken hoe het lichaam werd weggedragen.

'Het spijt me, Bradley. Ik heb ook altijd een hoge dunk van hem gehad. Ik denk dat hij gewoon ten einde raad was doordat hij zijn zus en ko­ningin zo lang in de greep van die ziekte heeft gezien. Probeer je goede herinneringen aan hem te behouden.' 'Dat zal ik doen, Biechtmoeder.'

Kahlan veranderde van onderwerp. 'Ik heb een van je mannen nodig om een boodschap naar Cyrilla te brengen. Ik was van plan Harold dat te laten doen, maar nu hebben we een boodschapper nodig.' 'Ik zal ervoor zorgen, Biechtmoeder.'

Pas toen besefte ze hoe koud het buiten was, en dat ze geen cape aan had. Toen de kapitein zijn mannen ging inkwartieren en een van zijn mannen als bode ging aanwijzen, trok Kahlan zich weer snel terug in de hut.

Cara legde meer hout op het vuur. Verna en Adie waren weg. Warren koos een opgerolde landkaart uit de mand met kaarten en schema's in de hoek.

Toen hij weg wilde lopen, pakte Kahlan Warrens arm. Ze keek in de blauwe ogen van de tovenaar, in de wetenschap dat die veel ouder wa­ren dan ze leken. Richard had altijd gezegd dat Warren een van de slim­ste mensen was die hij ooit had ontmoet. Bovendien lag Warrens ware talent op het gebied van het profeteren.

'Warren, zullen we allemaal sterven in deze krankzinnige oorlog?' Zijn gezicht verzachtte met een verlegen maar ondeugende grijns, ik dacht dat jij niet in profeteren geloofde, Kahlan.' Ze liet zijn arm los. 'Daar heb je eigenlijk gelijk in. Laat maar.' Cara, die nog wat brandhout ging zoeken, volgde Warren naar buiten. Kahlan warmde zich voor de haard terwijl ze naar Levenskracht op de schoorsteenmantel staarde. Zedd legde troostend een hand op haar schouder.

'Wat je tegen Harold hebt gezegd over je verstand gebruiken, over de rede, was heel wijs, Kahlan. Je had gelijk.'

Haar vingers raakten het satijn-zachte notenhouten gewaad van Le­venskracht aan. 'Het was wat Richard zei, toen hij me vertelde over wat hij uiteindelijk was gaan inzien en wat hij moest doen. Hij zei dat de enige vorst door wie hij zich kon laten regeren de rede was.' 'Zei Richard dat? Waren dat zijn woorden?'

Kahlan knikte terwijl ze naar Levenskracht keek. 'Hij zei dat de eerste wet van de rede is dat wat bestaat, bestaat; wat is, is, en op dat onher­leidbare basisprincipe is alle kennis gebouwd. Hij zei dat dat het enige betrouwbare fundament is waarop we ons leven kunnen baseren. Hij zei dat denken een keuze is, en dat wensen en grillen geen feiten zijn, en ook geen middel om die te ontdekken. Harold heeft de waarheid er­van bewezen, lijkt me. Richard zei dat de rede onze enige manier is om vat te krijgen op de werkelijkheid, dat het ons basisgereedschap is om te overleven. Het staat ons vrij om de inspanning van nadenken te ver­mijden, om de rede te verwerpen, maar de straf daarvoor kunnen we niet ontlopen: we zullen in de afgrond vallen die we weigeren te zien.' Ze luisterde naar het knappen van het vuur aan haar voeten terwijl ze haar blik liet dwalen over de lijnen van het figuurtje dat hij voor haar had gesneden. Toen ze niets hoorde van Zedd, keek ze over haar schou­der. Hij staarde in de vlammen en er liep een traan langs zijn wang. 'Zedd, wat is er?'

'De jongen heeft het zelf uitgepuzzeld.' De stem van de oude tovenaar was een mengeling van eenzaamheid en stille trots. 'Hij begrijpt het; hij heeft het perfect geïnterpreteerd. Hij is er zelfs helemaal alleen opgeko­men, door het toe te passen.' 'Waar opgekomen?'

'De belangrijkste wet die er is, de Zesde Wet van de Magie: de enige vorst door wie je je kunt laten regeren is de rede.' Reflecties van de vlammen dansten in zijn hazelnoot-bruine ogen. 'De Zesde Wet is de naaf waarom alle wetten draaien. Het is niet alleen de belangrijkste wet, maar ook de eenvoudigste, en verreweg de meest ver­smade. Hij wordt het meest genegeerd en overtreden. Ze moet worden gehandhaafd, ondanks de onophoudelijke, jammerende protesten van de zondigen.

Ellende, onrechtvaardigheid en totale vernietiging liggen in de schaduw buiten het licht van deze wet op de loer, waar halve waarheden de trou­we discipelen, de diep voelende gelovigen en de onbaatzuchtige volge­lingen verstrikken.

Vertrouwen en gevoelens zijn het warme merg van het kwaad. In te­genstelling tot de rede, verschaffen vertrouwen en gevoelens geen grens om een waanidee of gril binnen de perken te houden. Ze vormen een krachtig gif en verlenen elke verdorvenheid die ooit is uitgebroed de be­dwelmende illusie van morele goedkeuring.

Vertrouwen en gevoelens zijn de duisternis bij het licht van de rede. De rede is het materiaal van de waarheid. De glorie die het leven is, wordt volledig aanvaard met behulp van de rede, van deze wet. Als je die verwerpt, als je de rede verwerpt, omhels je de dood.'

De volgende ochtend was ongeveer de helft van de Galeaanse strijdmacht verdwenen, terug naar hun vaderland en koningin, zoals prins Harold voor zijn dood had opgedragen. De rest was, net als kapitein Ryan en zijn jonge soldaten, trouw gebleven aan het D'Haraanse Rijk. Luitenant Leiden, de vroegere generaal, en zijn hele leger van Keltische troepen waren ook vertrokken toen de ochtend aanbrak. Hij had een brief voor Kahlan achtergelaten, waarin hij schreef dat nu Galea ervoor had gekozen met het D'Haraanse Rijk te breken, hij moest terugkeren om te helpen Kelton te beschermen, aangezien de zelfzuchtige acties van de Galeanen het waarschijnlijk maakten dat de Orde door het dal van de rivier de Kern naar het noorden zou trekken en Kelton zou bedrei­gen. Hij schreef dat hij hoopte dat de Biechtmoeder besefte hoe ernstig het gevaar voor Kelton was, en begreep dat het niet zijn bedoeling was om te deserteren van haar gezag of het D'Haraanse Rijk, maar enkel om te helpen zijn volk te beschermen.

Kahlan wist dat de mannen zouden vertrekken; generaal Meiffert en Warren waren het haar komen vertellen. Ze had het verwacht en had het moment afgewacht waarop het zou gebeuren. Ze zei generaal Meiffert dat hij ze moest laten vertrekken als ze dat wilden. Oorlog in hun kamp kon tot niets goeds leiden. Het moreel van de overblijvende mannen werd opgekrikt door een gevoel dat ze aan de goede kant ston­den en het juiste deden.

Die middag, toen ze een dringende brief aan het opstellen was aan ge­neraal Baldwin, de opperbevelhebber van de Keltische strijdkrachten, kwamen generaal Meiffert en kapitein Ryan met haar praten. Nadat ze naar hun plan had geluisterd, gaf ze kapitein Ryan toestemming om met zijn mannen en eenzelfde aantal stuk voor stuk geselecteerde D'Haraanse speciale troepen verrassingsaanvallen te gaan uitvoeren op het leger van de Imperiale Orde. Warren en zes Zusters gingen met hen mee. Nu de Imperiale Orde zich zo ver naar het zuiden had teruggetrokken, had Kahlan informatie nodig over hun bezigheden en de toestand waar­in hun leger verkeerde. Maar bovendien wilde ze, met het slechte weer in hun voordeel, de vijand onder druk blijven zetten. Kapitein Bradley Ryan en zijn groep van bijna duizend man waren ervaren in het vech­ten in bergachtig gebied en waren onder precies zulke zware omstan­digheden opgegroeid. Kahlan had zij aan zij met de kapitein en zijn jon­ge Galeaanse soldaten gevochten en had geholpen bij hun training in het vechten tegen een enorme overmacht. Maar hierbij ging het wel even om een leger van meer dan een miljoen man groot... Generaal Meifferts speciale troepen, die hij bekwaam had aangevoerd totdat Kahlan hem had gepromoveerd, vielen nu onder leiding van ka­pitein Zimmer, een jonge D'Haraan met een vierkante kaaklijn, een stie­rennek en een aanstekelijke glimlach. Ze hadden alle eigenschappen die de jongemannen van kapitein Ryan hadden, vermenigvuldigd met drie: ervaren, zakelijk onder stress, onvermoeibaar, onverschrokken en ijzig efficiënt in het doden. Wat de meeste soldaten deed verbleken, deed hen grijnzen.

Ze hadden er een voorkeur voor om op deze manier te vechten, vrij van grootschalige slagveldtactieken, en in staat hun speciale vaardigheden te gebruiken. Ze waardeerden het om te worden vrijgelaten om te doen wat ze het beste konden. In plaats van hen te beteugelen, gaf Kahlan hun de vrije hand.

Al die D'Haranen verzamelden oren van de vijand. Ze hadden een grote trouw jegens Kahlan, gedeeltelijk omdat ze niet probeerde hen in te tomen en te integreren in het grotere geheel, en mis­schien nog wel meer omdat ze, als ze terugkwamen van een opdracht, altijd vroeg of ze hun streng met oren mocht zien. Ze genoten van haar waardering.

Van Kahlan mochten ze later Galeaanse oren gaan verzamelen.