54
Het oproer duurde een dag. Richard bleef thuis. Hij vroeg Nicci om ook thuis te blijven. Hij vertelde haar dat hij geruchten had gehoord van mogelijke ongeregeldheden en zei dat hij niet wilde dat haar iets zou overkomen.
De zuiveringsacties van de Orde tegen de opstandelingen duurden daarentegen een week. Mannen die aan de betoging hadden deelgenomen, werden in de straten afgeslacht of gevangengenomen door de stadswachten. Degenen die gevangen werden genomen, werden ondervraagd totdat ze uiteindelijk de namen van anderen bekenden. Mensen die door de Orde werden ondervraagd, bekenden altijd.
De golven van arrestaties, bekentenissen en meer arrestaties verspreidden zich door de stad en hielden dagenlang aan. Honderden mannen werden in de lucht begraven. Uiteindelijk waren de haarden van onrust gedoofd. De as van spijt bedekte alle tongen, want de mensen wilden er niet meer aan denken. De betogingen werden zelfs nog maar nauwelijks genoemd, alsof ze nooit hadden plaatsgevonden. Richard ging uiteindelijk weer aan het werk bij het transportbedrijf; dat deed hij liever dan het risico te nemen 's nachts met zijn wagen op pad te gaan. Jori had niets te zeggen toen ze door de stad reden, langs de palen waaraan rottende lijken hingen die waren begraven in de lucht.
Jori en Richard maakten tochtjes naar de mijnen om erts te halen voor de gieterijen. Ze maakten een tocht naar een zandsteengroeve een stukje ten oosten van de stad. Heen en terug kostte dat de hele dag. De volgende dag leverden ze het steen af aan de westzijde van de Retraite, waar het nodig was voor een steunbeer. Er stond een aantal palen, vijftig a zestig, aan de andere kant van de muren, bij de plek waar de sculpturen werden gemaakt. Blijkbaar waren er ook wat arbeiders weggezuiverd.
Op de terugweg reden ze over de weg langs de smidse. Richard sprong van de wagen en zei Jori dat hij de heuvel op zou lopen en hem weer zou treffen nadat de wagen alle bochten in de weg had afgelegd. Hij zei dat hij de smid iets moest vertellen over hun volgende leverantie. In de donkere werkplaats stond Victor te hameren op een lang stuk staal, waarbij hij het roodgloeiende metaal over de hoorn van een aambeeld boog. Hij keek op en toen hij Richard zag, duwde hij het hete metaal in de vloeistof naast zijn aambeeld, die ging borrelen en bruisen. 'Richard! Ik ben blij je te zien.'
Richard zag dat er een paar van Victors mannen ontbraken. 'Ziek?' Victor schudde grimmig zijn hoofd.
Richard reageerde enkel met een knikje. 'Ik ben blij om te zien dat alles goed met je is, Victor. Ik kwam alleen even langs om te zien of alles in orde was.'
'Richard, het gaat prima.' Hij liet zijn hoofd hangen. 'Dankzij jouw raad. Ik had nu in de lucht begraven kunnen zijn.' Hij gebaarde naar de Retraite. 'Heb je het gezien? Veel van de beeldhouwers... ze hangen allemaal aan de palen daar.'
Richard had de lijken gezien, maar had niet beseft dat het voornamelijk beeldhouwers waren. Hij wist hoe sommigen hadden gedacht over de dingen die ze maakten; hoe erg ze het hadden gevonden om doodstaferelen te moeten maken. 'Priska?'
Victor schudde verdrietig zijn hoofd, zijn stem te verstikt om iets te zeggen. 'Faval?'
'Die heb ik gisteren gezien.' Victor ademde diep in. 'Hij zei dat jij hem had gezegd dat hij thuis moest blijven en houtskool moest maken. Ik geloof dat hij een van zijn kinderen naar jou gaat hernoemen.' 'Als Priska... Hoe moet het dan met je speciale staal?' Victor gebaarde naar de staaf die hij met een tang vasthad. 'Zijn voorman neemt het over. Kun je ijzer voor me gaan halen? Ik heb sinds voor de onrust niets meer gekregen. Broeder Narev is in een slecht humeur; hij wil ijzeren draagbalken voor de pijlers hebben. Hij suggereerde dat een smid die de Orde en de Schepper trouw is, die wel zou kunnen maken.'
Richard knikte. 'Ik denk dat het rustig genoeg is. Wanneer?' 'Ik zou het nu al kunnen gebruiken, maar ik red het nog wel tot overmorgen. Ik moet wat van die lastige beitels maken, voor het gedetailleerde werk, en ik kom mensen te kort, dus zo lang kan het wel wachten.'
'Overmorgen, dan. Tegen die tijd zal het wel weer veilig zijn.'
De zon was al onder toen Richard de straat inliep naar zijn kamer met Nicci, maar in de schemering kon hij de weg nog goed genoeg zien. Hij liep aan Victor te denken, toen een vijftal mannen van achter een gebouw vandaan stapten. 'Richard Cypher?'
Ze waren niet gekleed als gewone stadswachten, maar dat was de laatste tijd niet zo vreemd. Er waren speciale manschappen, niet in uniform, die naar men zei onruststokers opspoorden. 'Dat klopt. Wat kan ik voor u doen?'
Hij zag dat de mannen allemaal een zwaard onder hun lichte cape droegen. Ze hadden allemaal hun hand op een lang mes aan hun riem. 'Als gezworen dienaren van de Imperiale Orde, is het onze plicht om u te arresteren op verdenking van subversie.'
Toen Nicci wakker werd, was Richard nog steeds niet thuis. Ze gromde van ongenoegen. Ze liet zich op haar rug rollen en zag dat er al licht naar binnen scheen door de gordijnen. Zo te zien aan de hoek waaronder de zon stond, was het kort na zonsopgang.
Ze geeuwde en rekte zich uit in bed; terwijl ze haar armen weer liet zakken, staarde ze naar het plafond, het schone, gewitte plafond. Ze voelde dat ze kwaad werd. Het was ergerlijk als hij er 's nachts niet was, maar ze voelde zich schuldbewust als ze hem de les las omdat hij zo hard werkte. Het was haar bedoeling geweest om hem te laten zien hoe hard gewone mensen moesten werken om rond te kunnen komen, om hem te laten zien hoe de Orde de enige hoop was om het leven van gewone mensen te verbeteren.
Ze had hem gewaarschuwd niet betrokken te raken bij de recente opstand. Ze was blij dat hij daarover niet met haar had geredetwist. Hij leek er zelf ook op tegen te zijn. Het verbaasde haar dat hij zelfs thuis was gebleven van zijn werk toen de betogingen plaatsvonden. Hij had Kamil en Nabbi in niet mis te verstane bewoordingen gewaarschuwd zich verre te houden van het oproer.
Nu de opstand was neergeslagen en de autoriteiten veel oproerlingen hadden gearresteerd, was het weer veilig, dus Richard had eindelijk weer aan het werk kunnen gaan. De opstand was een schok geweest. De Orde moest meer doen om de mensen te doen inzien dat het hun plicht was om te helpen het leven van de minder fortuinlijken draaglijker te maken. Dan zou er geen onrust in de straten zijn. Om dat te bereiken, waren er veel functionarissen weggezuiverd omdat ze niet genoeg hadden gedaan om de zaak van de Orde te bevorderen. Zo was er in elk geval nog iets goeds uit voortgekomen.
Nicci plensde water over haar gezicht uit de waskom die Richard op een dag mee naar huis had gebracht. De bloemen langs de randen pasten bij de zalmroze muren en bij het kleed dat hij van zijn spaargeld had kunnen kopen. Hij was meer dan vlijtig, en slaagde erin van zijn karige loon te sparen.
Ze trok haar zweterige nachthemd uit en waste zich zo goed mogelijk met een nat washandje. Daar friste ze van op. Ze had er een hekel aan om er bezweet en vies uit te zien in aanwezigheid van Richard. Ze zag dat de kom met stoofpot die ze de avond ervoor voor zijn avondeten had gemaakt nog steeds op tafel stond. Hij had haar niet verteld dat hij de afgelopen nacht moest werken, maar soms had hij geen tijd om eerst nog thuis te komen voor het eten. Als hij 's nachts werkte, kwam hij meestal kort na zonsopgang thuis, dus ze verwachtte hem ieder moment.
Hij zou wel honger hebben. Misschien zou ze eieren voor hem bakken. Richard hield van eieren. Ze besefte dat ze glimlachte. Toen ze wakker werd, was ze boos geweest, maar nu ze dacht aan wat Richard lekker vond, glimlachte ze. Ze kamde met haar vingers door haar haar en verheugde zich er al op hem binnen te zien komen lopen, en hem te vragen of ze eieren voor hem zou bakken. Hij zou ja zeggen, en dan zou zij het genoegen hebben iets te doen waarvan ze wist dat hij het graag wilde. Ze had er een hekel aan dingen te doen waarvan ze wist dat hij ze afkeurde.
Het was een paar maanden na die afschuwelijke avond met Gadi. Dat was een vergissing geweest. Dat had ze naderhand beseft. Eerst had ze ervan genoten, niet omdat ze seks wilde hebben met dat weerzinwekkende stuk tuig, maar omdat ze zo vernederd was geweest doordat Richard had geweigerd met haar te vrijen, dat ze wraak wilde nemen. In het begin had ze zich verlustigd in wat Gadi met haar deed, zich erin verlustigd dat hij haar pijn deed, omdat het Kahlan dan ook pijn deed. Nicci had er alleen van genoten als afstraffing van wat hij haar had aangedaan. Niets kwetste Richard meer dan wanneer Kahlan werd gekwetst.
Gadi haatte Richard. Door het met Nicci te doen, dacht hij wraak te nemen op Richard en weer de koning van het gebouw te worden. Hij begeerde haar natuurlijk, maar zijn verlangen om wraak te nemen op Richard was nog groter. Richard had Gadi's koninkrijk afgenomen en had het zich toegeëigend. Nicci had het uitstekend gevonden om die smeerlap het idee te geven dat hij weer de baas was. Ze wist dat Richard elke oprechte kreet hoorde en wist dat Kahlan dezelfde pijn voelde. Maar terwijl Gadi zich liet gaan, Richard wilde vernederen, begonnen Richards woorden: 'Nicci, doe dit alsjeblieft niet. Je kwetst er alleen jezelf mee,' door haar hoofd te spoken.
Terwijl Gadi haar nam, probeerde ze zich voor te stellen dat het Richard was, zodat ze toch min of meer Richard zou hebben. Maar ze kon zichzelf er niet van overtuigen, zelfs niet voor het genot van die fantasie. Ze wist dat Richard een vrouw nooit zo zou vernederen en pijn zou doen. Ze kon zich zelfs geen seconde indenken dat het Richard was. Bovendien begon Nicci te begrijpen dat Richards woorden geen smeekbede waren om Kahlan pijn te besparen, maar om haarzelf pijn te besparen. Hoezeer hij haar ook moest haten, Richard had bezorgdheid voor haar uitgedrukt. Hoe intens hij haar ook moest haten, hij wilde niet dat ze gekwetst werd.
Niets wat Richard had kunnen zeggen, zou haar dieper hebben geraakt. Die vriendelijkheid was het ergste dat hij haar aan had kunnen doen. De pijn naderhand was haar straf. Nicci schaamde zich zo voor wat ze had gedaan, dat ze voor Richard de schijn ophield dat ze niet onder het incident had geleden. Ze wilde hem het verdriet besparen te weten wat Kahlan samen met haar moest doorstaan. De volgende ochtend had ze Richard gezegd dat ze een vergissing had gemaakt. Ze verwachtte geen vergeving van hem, maar ze wilde dat hij wist dat ze nu inzag dat het verkeerd was geweest, en dat het haar speet.
Richard zei niets; hij keek haar alleen maar aan met die grijze ogen van hem terwijl hij naar haar luisterde voordat hij naar zijn werk ging. Ze had drie dagen gebloed.
Gadi had tegen zijn vrienden opgeschept over wat er was gebeurd. Tot haar verdere vernedering had hij alle details onthuld. Tot Gadi's verrassing waren Kamil en Nabbi woedend op hem geworden. Ze waren van plan hete was in zijn ogen te laten druipen en nog wat andere dingen met hem te doen; wat, dat wist Nicci niet precies, maar ze kon zich wel iets voorstellen. Het dreigement was zo serieus dat Gadi diezelfde dag nog was vertrokken en zich bij het leger van de Imperiale Orde had aangesloten, precies op tijd om met een nieuwe troep naar het noorden te trekken, naar de oorlog. Gadi had die dag honend tegen Kamil en Nabbi gezegd dat hij wegging om een held te worden.
Nicci hoorde voetstappen in de hal. Ze glimlachte en pakte drie eieren uit de kast. In plaats van dat Richard de deur opende, zoals ze had verwacht, werd er geklopt.
Nicci liep naar het midden van de kamer. 'Wie is daar?' 'Nicci, ik ben het, Kamil.'
Van de dringende klank van zijn stem gingen de haartjes op haar armen overeind staan.
‘Ik ben aangekleed. Kom binnen.'
De jongeman kwam hijgend binnenstappen. Zijn gezicht was wit, net als zijn knokkels rond de deurkruk. Zijn wangen waren bevlekt met tranen.
'Ze hebben Richard gearresteerd. Afgelopen nacht. Ze hebben hem.' Nicci was zich er slechts vaag van bewust dat de eieren op de grond vielen.