67
Hij had haar gemist. Je kon niet altijd je partners kiezen in dit werk, maar vanaf het moment dat hij haar had ontmoet had hij geweten dat het goed zat. Een vrouw als Jessica Balzano zou het heel ver schoppen en hoewel hij maar tien of twaalf jaar ouder was dan zij voelde hij zich een oude man in haar gezelschap. Zij was de toekomst van het bureau, hij het verleden.
Byrne zat aan een van de plastic tafeltjes in de cafetaria van het Round-house, dronk zijn koude koffie en bedacht hoe het was om terug te zijn. Hoe het voelde. Wat het betekende. Hij zag de jongere rechercheurs haastig heen en weer lopen, met heldere, glinsterende ogen, glimmend gepoetste schoenen en keurig geperste pakken. Hij benijdde hun om hun energie. Had hij er zelf ooit ook zo uitgezien? Had hij twintig jaar geleden met diezelfde houding hier rondgelopen, blakend van zelfvertrouwen, terwijl een beschadigde diender hem van een afstandje opnam?
Hij had net het ziekenhuis gebeld, voor de tiende keer die dag. Victo-ria’s toestand was nog steeds ernstig, maar wel stabiel. Geen verandering. Over een uur zou hij weer bellen.
Hij had de foto’s van de moord op Julian Matisse gezien. Hoewel er niets menselijks meer over was, had Byrne naar de bloederige resten gekeken als naar een verbrijzelde talisman van het kwaad. De wereld was schoner zonder hem. Hij had er niets bij gevoeld.
Maar dat gaf geen antwoord op de vraag of Jimmy Purify de bewijzen in de zaak-Gracie Devlin had vervalst.
Nick Palladino kwam binnen. Hij leek net zo moe als Byrne zich voelde. ‘Is Jess naar huis?’
‘Ja,' zei Byrne. ‘Ze was doodop.’
Palladino knikte. ‘Heb je het gehoord van Phil Kessler?’ vroeg hij.
‘Wat?’
‘Hij is gestorven.’
Byrne was niet geschokt of verbaasd. Kessler had er heel slecht bij gelegen toen hij hem voor het laatst gezien had, een man die zich bij zijn lot had neergelegd en de wil of de koppigheid had verloren om nog terug te vechten.
We hebben dat meisje tekortgedaan.
Als Kessler niet Gracie Devlin had bedoeld, kon het maar één ander zijn. Byrne kwam moeizaam overeind, dronk zijn koffie op en vertrok naar het archief. Als er een antwoord was, moest het daar te vinden zijn.
Hoe hij ook zijn best deed, hij kon zich de naam van het meisje niet herinneren. Kessler kon hij het niet meer vragen, dat was duidelijk. En Jimmy ook niet. Het wilde hem niet te binnen schieten. Er waren zoveel zaken geweest, zoveel namen. Steeds als hij in de buurt kwam, op een paar maanden afstand, werd hij weer op het verkeerde been gezet. Hij maakte aantekeningen over de zaak zoals hij die zich herinnerde, en gaf ze aan de man van het archief. Brigadier Bobby Powell, die hier ook al een eeuwigheid werkte, net als hijzelf, beloofde Byrne dat hij het tot op de bodem zou uitzoeken en hem zo snel mogelijk het dossier zou leveren.
Byrne stapelde de gefotokopieerde dossiers over de Acteur in het midden van zijn woonkamer op. Daarnaast zette hij een sixpack Yueng-ling. Toen deed hij zijn das af en trok zijn schoenen uit. In de koelkast vond hij nog een restje Chinees. De oude airco rammelde op volle kracht, maar zorgde nauwelijks voor koelte.
Hij zette de tv aan, trok een biertje open en pakte de afstandsbediening. Het was bijna middernacht. Hij had nog niets gehoord van het archief. Toen hij langs de kanalen zapte vloeiden de beelden in elkaar over. Jay Leno, Edward G. Robinson, Don Knotts, Bart Simpson, elk gezicht een...