36
Tegen de tijd dat Seth bij het hotel aankwam had hij al gebeld. Op de een of andere manier had hij zijn dag toch weer een fragiele symmetrie gegeven. Als er verder geen rampen gebeurden, zou hij het wel overleven. Want Seth Goldman wist zijn huid altijd te redden.
Totdat het noodlot toesloeg, in een goedkope polyester jurk.
Ze stond voor de ingang van het hotel en leek duizend jaar oud. Zelfs van drie meter afstand kon hij de drank al ruiken.
In lowbudget horrorfilms was er een vaste manier om aan te kondigen dat het monster in de buurt was. Dat hoorde je aan de muziek, de dreigende cello’s, voorafgaand aan het schetterende koper van de aanval. Seth Goldman had die muziek niet nodig. Het einde - zijn einde - was een zwijgend vonnis in de gezwollen rode ogen van een vrouw.
Dat kon hij niet laten gebeuren. Dat mócht niet. Daarvoor had hij te lang en te hard gewerkt. Alles hing nu af van The Palace, en daar mocht niets meer tussen komen.
Hoe ver zou hij gaan om het noodlot af te weren? Dat zou hij snel genoeg ontdekken.
Voordat iemand hen zag pakte hij haar bij de arm en trok haar mee naar een wachtende taxi.